Overweging over de dirgent: de discussie over de ongrijpbare macht van een dirigent. De enige kracht die hij heeft is om zijn koor (mutatis mutandis zijn orkest) te laten zien wat er echt van he gevraagd wordt. De muzikanten moeten weten en geloven dat de kerel voor hen weet waaar hij mee bezig is. Soms gaat daar de nodige tijd over heen. Sir Colin Davis dirigeerde 15 jaat het orkest van de Royal Opera House in Covent Garden. Voor het helemaal naar zijn hand stond waren er toen jaar voorbij. Maar het blijft de moeite om er aan te werken, niet tot meerdere eer en glorie van de dirigent maar ten dienste van de muziek. Vooral dat laatste krijg je wellicht alleen met ouder worden, als de Sturm und Drang afneemt en muziek gezien wordt in het licht van de eeuwigheid.
Neenee, dit is niet de kroniek van een aangekondigd afscheid, noch het avonturenverhaal van een journalist in oorlogsgebied en al evenmin de praktische toepassing van de vermaning van een jezuiet om alle dagen te mediteren over de uitersten van een mens. Sinds ik de tijd heb om rustig dieper in te gaan op sommige onderwerpen en dat ook nog eens voor mijzelf schriftelijk vast te leggen zijn onderwerpen als "Muziek en beeldende kunst", "Rusland, een geschiedenis", en nu embyonaal 'Napoleon" aan de orde geweest. Bij dit laatste past af en toe enige ontspanning want de studie van zijn veldslagen en strategie, of de betekenis van de Code Napoleon zijn soms wat moeilijk verteerbaar. Laat nu die ontspanning voor de hand liggen, als ik de luisteravond van Musica ad Nives over "De dood in de muziek" voorbereid. Leuk daarbij is een recente uitgave van Roularta Books "Onsterfelijke laatste woorden", die op een pretentieloze manier de (al dan niet autentieke) laatste woorden van bekende mensen in herinnering brengt. En dat kan je dan weer koppelen aan mijn prive-verzameling beelden van grafkunst (voorlopige werktitel :"Versteend leven"). Hieruit enkele foto's, terwijl je rustig kan luisteren naar muziek van Salieri.
Zaterdag 4 juni vanaf 16.20 uur in de Sint-Theresiakerk, Grote Steenweg 650, Berchem
Nicolas De Troyer (°1984) , organist van de Sint-Pauluskerk in Antwerpen speelt:
* Jehan Alain: Variations sur Lucis Creator * Jehan Alain: Deux Danses à Agni Yavishta * Olivier Messian: Le banquet céleste * Louis Vierne: Le carillon de Westminster
De filosoof Plato leefde van ca. 429 347 v. Chr. Hij was een leerling van Socrates en schreef in de vorm van dialogen waarin Socrates de hoofdpersoon is. Socrates vertolkt Platos eigen mening. In deze dialogen bespreekt Plato redelijk vaak de muziek. Plato dichtte muziek een zeer belangrijke rol toe: muziek was niet zozeer een kunstuiting, maar een middel tot vorming van de harmonische mens; door muziek kon je een beter mens worden. Muziek was een middel bij de opvoeding tot de ideale mens en staatsburger. Samengevat heten deze denkbeelden de ethosleer. De ethosleer bestond al veel langer, maar Plato heeft de ideeën verder uitgewerkt.
Kinderen moesten leren zichzelf te begeleiden bij zang: de snaarinstrumenten waren daarvoor dus uitermate geschikt, want met een snaarinstrument konden ze tegelijkertijd zingen en spelen. Als ze dat hadden geleerd, hoefden ze niet verder te leren: Plato was een fel tegenstander van virtuositeit op een instrument, dat was nergens voor nodig, dat tastte de eenheid muziek-dans-poëzie aan.
Kinderen moesten ook veel met muziek in aanraking komen, maar wel met de juiste muziek. Plato had namelijk uitgesproken denkbeelden over muziek met een positieve en muziek met een negatieve invloed: respectievelijk Apollinische en Dionysische muziek (zie 3.3, pag. 7,8). Hij was een tegenstander van grote en vergrote instrumenten, waarmee je in alle toonsoorten kon spelen. Deze instrumenten waren een nabootsing van de aulos, een instrument met veel tonen, waarmee je in veel toonladders kon spelen. En de aulos was een minderwaardig instrument. Bovendien waren er veel toonladders met een verkeerde uitwerking, waarin dus eigenlijk niemand zou moeten spelen. De lier en kithara waren de enige bruikbare instrumenten, volgens Plato. Op het platteland mochten de herders de panfluit bespelen, omdat zij nu eenmaal niet beter wisten. Aan de verschillende toonladders kende Plato verschillende werkingen toe: de Dorische toonschaal zou een positieve invloed op de mensen hebben, die maakte de mens evenwichtig. De Dorische toonschaal was dus ideaal voor de opvoeding. De Phrygische toonschaal wekte de mens op tot dapperheid en had ook Platos voorkeur. De Mixolydische toonladder diende voor klaagzangen, en was dus onbruikbaar, want de mens moest zich gepast gedragen en zich niet overgeven aan klaagzangen. De Ionische en Lydische toonladder werkten verslappend en waren dus ook verwerpelijk.
Ook over stemmingen had Plato zijn oordeel klaar: diatonisch was goed, maar enharmonisch en chromatisch keurde hij streng af. Die stemmingen werden als minder Grieks ervaren, en als echte Griek vond Plato dat die stemmingen niet goed konden zijn. Van de 21 verschillende toonladders mochten er van Plato dus maar twee worden toegepast!
Plato had graag een verbod op de verslappende toonreeksen gezien, maar hij was eigenlijk al te laat; Plato maakte het allereerste begin van het Hellenisme nog mee: de muzikale smaak veranderde radicaal onder invloed van het Oosten. Er werd geëxperimenteerd met toonsoorten, tonaliteiten, halve- en kwarttonen het aantal toonladders werd ineens veel groter- en de jongere generatie verzette zich tegen de oude ethosleer. Virtuositeit kwam in de mode en voortaan diende de muziek het vermaak. Vanaf dat moment had mousikè ineens de betekenis die er tegenwoordig ook aan wordt gegeven: de toonkunst.
Als je jong zijt is de zondag een uitgelezen moment om er op uit te trekken. Ietske ouder neem je je krant en ben je er van overtuigd dat je deze keer langer dan vijf minuten gaat lezen voor je in slaap valt, om dan na een uur eindelijk de boom te hebben doorgezaagd waar je niet ging aan beginnen. Vroeger had je dan tenminste nog het operaprogramma Belcanto van Etienne Vanneste, maar ook die tijd is al lang voorbij. Indolentie troef. Tenzij ... geen kleinkinderen in de buurt op zondag, die alles over hoop zetten. Tijd om te grasduinen in de muziek die je al zolang rustig wilde beluisteren, nieuwe ontdekkingen doen. Ik heb dus iets gevonden wat ik tot nu toe niet kende. Het Hilliardensemble (kende ik natuurlijk wel, als één van de groepen die op een eigentijdse manier met middeleeuwse en renaissance muziek om gaan) maar dan in combinatie met een schitterende Noorse saxofoonspeler: Jan Garbarek. Kijk maar eens of je even getroffen bent door de tonen van de sopraansaxofoon in combinatie met oude muziek.
In de Antwerpse kathedraal loopt al een hele tijd de tentoonstelling "Re.u.ni" : van Quinten Metsys tot Rubens, meesterwerken van het Koninklijk Museum terug in de kathedraal. Gisteren kreeg kwam er dan een tweede reunie met de muziek. Bij 12 van de schitterende meesterwerken die de kathedraal momenteel laat zien werd door het ensemble Polyfoon een aangepast koorwerk ten gehore gebracht. De zitjes waren niet ten onrechte allemaal bezet om te luisteren naar motetten van Pipelare tot Van Steenberge. Waar het toch vooral over 15e en 16e eeuwse muziek ging, moet toch speciaal de wereldcreatie vermeld worden van het speciaal gecomponeerde 6 stemmig motet "Tu es Petrus" van Sebastiaan Van Steenberge, kapelmeester van de kathedraal. Het werd weer één van die onvergetelijke avonden in het Antwerpse concertleven.
In Sint-Niklaas staat een huis waar niet alleen gepassioneerd omgegaan wordt met koormuziek, maar ook met fotografie. Daarom vandaag deze aankondiging van een nieuwe tentoonstelling van de 107 jaar oude Fotografische Kring IRIS, die na talrijke omzwervingen op heden elke week verzamelt in kasteel Steytelinck te Wilrijk. Een staal van zijn activiteiten is vanaf vandaag te zien in het Elzenveld in Antwerpen (12.30 tot 17.30). Tussen de 15 exposanten is er één opmerkelijke figuur, die extra aandacht krijgt: de negentigjarige Piet Geets is dé portrettist van de Antwerpse haven. Wat IRIS betekent en bezielt werd gisterenavond op de vernissage van de tentoonstelling uitstekend in geleid door professor Johan Swinnen. Loop maar eens binnen als je bvb. zondagnamiddag niet weet wat doen.
Gastschrijver van vandaag is Koen Heye, al jaren lidvan Musica ad Nives (en toch één van de jongeren), medewerker van de VRT en groot liefhebber van de koningin van de instrumenten: het orgel.
Titel: reputatie...?, grote naam....?: laat je niet misleiden Reactie: Ik wil toch even een vervolgje breien aan de blog van 12 mei over de Masterproef orgel van het Lemmensinstituut.Eén van de studenten bracht de 1e orgelsymfonie van Guy Weitz. Dit was inderdaad een absolute revelatie.Weitz blijkt een ten onrechte minder gekend componist, zelfs onder organisten en liefhebbers van orgelmuziek.Ik ben dan op zoek gegaan naar een opname van dit stuk en andere werken van Weitz.Na veel googelen en met de hulp van de collega's van het VRT-geluidsarchief kreeg ik een cd in handen van Jane Parker-Smith, met o.a. daarop die 1e symfonie van Guy Weitz.Zij wordt omschreven als één van de beste concertorganistes, speelt wereldwijd concerten en heeft heel wat cd's op haar naam.Zij studeerde bij Jean Langlais (toch al geen kleine naam in de Franse moderne orgelmuziek) en speelde o.a. reeds op 20 jarige leeftijd in Westminster. Als je dat allemaal leest denk je uiteraard: dat zit al goed.Natuurlijk ook even kijken op welk orgel deze opname gespeeld werd. Dat bleek het Seifertorgel in Kevelaer te zijn, wat het grootste 'romantisch' orgel van Duitsland is.122 registers, ongeveer 10.000 pijpen en dagelijks onderhouden door de orgelbouwer zelf. Daar zou het dan ook al niet aan kunnen liggen.Maar wat blijkt: in vergelijking met de uitvoering van Peter Maus op de masterproef was deze opname eigenlijk niet te aanhoren.Vooral door een duidelijk foute keuze van registers bleef er nog weinig over van dit prachtwerk.Het studentje van het Lemmensinstituut liet de muziek spreken in een sublieme interpretatie, de "beroemde" concertorganiste liet enkel het orgel spreken waardoor de ziel van dit werk totaal de mist in ging.Om maar aan te tonen dat je je in de muziek, en dan vooral in de orgelmuziek, vooral niet mag laten misleiden door naam, faam, reputatie, e.d.m.
Ik vind het zo een schitterend artikel dat ik het uit Elsevier Magazine voor jullie overneem
Affaire-DSK: een ongeluk zit in een klein hoekje (Simon Rozendaal)
zondag 22 mei 2011 19:03
DSK: Minor pleasure met major consequences
De Schotse schrijver Alexander Mc Call Smith schreef over de hond Freddy de la Haye (die opeens zeven puppies had): minor pleasure, major consequences.
Een mooie karakterisering van het geslachtsverschil. Vrouwen weten dat het ongeluk in een klein hoekje zit. Je kijkt iemand iets te diep in de ogen en je hebt een dikke buik. En niet alleen dat, je zit ook nog eens tientallen jaren vast aan een zeurend kind. Voorzichtiger Daarom zijn vrouwen voorzichtiger dan mannen. Darwin zag dat als geen ander. Bij elke diersoort zijn de vrouwtjes behoedzamer wanneer het op seks aankomt. Ze lusten er pap van daar had ik als jonge jongen nooit van durven te dromen maar ze zijn selectiever.
Het is een van de vele onevenwichtigheden tussen man en vrouw. Man en vrouw zijn fundamenteel ongelijk, zo heb ik altijd geweten ook omdat ik ben opgegroeid te midden van prostituees. Vrouwen kunnen zwanger worden, mannen niet. Het verstrijken der jaren is voor vrouwen onaangenamer dan voor mannen. En zo kan ik uren doorgaan. DSK In dat opzicht is de seksaffaire rond Dominique Strauss-Kahn opmerkelijk. Het is een van de weinige momenten dat een minor pleasure voor een man major consequences heeft. En majeur is het. DSK wordt geen president van Frankrijk, is zijn baan kwijt, moet mogelijk vele jaren in de bak zitten, zal zijn aanzien verliezen en wellicht ook zijn vrouw en kinderen.
En waar een vrouw aan een slippertje altijd nog een mooi en lief kind overhoudt, het enige dat DSK resteert, is een goedverkopend boek met een titel als Mijn verblijf op Rikers Island of iets dergelijks. Payback time Ik heb geen medelijden met hem, soms moet je als man je slang in je broek houden, zoals Robert de Niro zegt in Meet the parents, en DSK zal beroemd worden door deze toestand en er ook nog eens een hoop geld aan overhouden, maar het zou best kunnen dat dit een mijlpaal is in de verhouding tussen de geslachten. Een mijlpaal van trente cèntimetres. It is payback time.
Jawel, heren, de wraak van het zwakke geslacht. Hou die slang in uw broek tot het helemaal duidelijk is dat hij gewenst is. En dan nog loert Vrouwe Justitia over uw schouder mee.
Neem maar al je gom en je potlood want er zijn een paar wijzigingen in de agenda:
* de herfstwandeling van 1 oktober gaat NIET door * in de plaats brengen we op 15 oktober in de namiddag eerst een bezoek aan de Sint-Janskerk in Mechelen o.l.v. Frans Verberdt, en dan zingen om 16 uur de mis * we waren door de stad gevraagd om mee te doen aan de picknick op Pinksterdag. Omdat we met te weinig zangers zijn, gaat dit ook NIET door. * en je vergeet toch niet de koordag op 4 september? Alle hens aan dek. Binnenkort krijg je daarover een aparte brief en invulstrook.
Hier zijn ze dan, onze jongelui die beslist hebben dat de repetitie van KORILE vanavond moet ingekort worden omdat zij iets te vieren hebben: de start van een nieuw leven. Bekijk ze maar eens goed en oordeel dan zelf maar of ze er echt al uitzien als 65 + ers. Wat mij betreft zijn het vier stevige steunpilaren van ons koor. En zij weten wellicht nog niet dat ze dan misschien een paar wilde haren minder rijk zijn, maar dat daarvoor in de plaats heel wat mooie dingen komen. Bovendien hebben zij beslist om maar om de vijf jaar te verjaren in het vervolg, zodat zij nog lang kunnen blijven zingen. Van harte proficiat (van boven naar onder: Karel, Lieve,Leon en Maurice).
Alleen de donderdagavond heb ik moeten missen bij de Koningin Elisabethwedstrijd van dit jaar, en dus meteen ook onze Vlaamse zo succesvolle kandidaat. Ik kan er dus niks zinnig over zeggen, want uit de kleine fragmentjes die achteraf nog uitgezonden werden, kon je onmogelijk opmaken of hij nu inderdaad dat schavotje verdiende. In tegenstelling met de vox populi en met onze rondborstige Erna Metdepenningen stonden echter de twee sopranen die respectievelijk 1 en 3 werden, op mijn lijstje van favorieten. Dat uiteindelijk Hong Haeran de eerste prijs kreeg geeft mij alleen maar een diep gevoel van bevrediging. Zij zingt op haar eigen broze manier de noten als parels bij mekaar, ongelooflijk accuraat, met een diep gevoel voor tekst en context, en met een geweldig aanpassingsvermogen aan de (soms sukkelende) dirigent. Dat Elizabeth Zharoff buiten de prijzen viel, moet niet verwonderen: imponeren mag ze dan al wel doen, haar ongenuanceerd geweld en haar beperkte repertoirekeuze mocht dan wel het publiek overdonderen, toch reikte zij bijlange na niet tot aan de mooie Hong Haeran.
Gisteren zou ze 100 gewoden zijn, als ze niet, na een leuk feestje, rustig er zelf uitgestapt was: Annie M.G. Schmidt. Denk je even aan haar als je Wim Sonneveld haar liedje hoort zingen.
Tijdens een repetitie heb ik het wel eens over de steminzet. Eigenlijk zijn er (in hoofdzaak) drie manieren van steminzet.
Zing je bijvoorbeeld het woord 'amen' dan riskeer je meteen de eerste manier : de GLOTTISSLAG. Dat is een inzet die begint met een knal, wat eigenlijk niet zo goed is voor je stem. De toon wordt namelijk met een gespannen keel ingezet waardoor alle andere tonen die volgen ook gespannen gaan klinken.
Deze inzet maak je door met kracht lucht te persen tussen je gesloten stembanden door. Hierdoor krijgt je stem een uppercut die bij normaal spreken nog wel enigszins aanvaardbaar is maar die bij een grote belasting zoals zingen uiteindelijk stemschade tot gevolg kan hebben. Het is na een dergelijke inzet ook heel moeilijk een 'open geluid' te maken. Deze manier van inzetten is dus een echte afrader!
Als je nu eens 'hallo' zegt heb je de tweede manier van inzetten gevonden: de AANGEBLAZEN INZET. Deze inzet is een stuk minder schadelijk voor je stem, je stembanden staan voor deze inzet al open waarna je er lucht doorheen laat stromen. Dan sluit je langzaam je stembanden om de 'a' te vormen. De 'h' wordt dus gebruikt om je stem 'op te starten'. Zo voorkom je dat je stembanden een klap krijgen.
Toch is ook deze manier niet ideaal. Het gevaar van die 'h' is dat je de heesheid die de stromende lucht veroorzaakt niet meer kwijtraakt tijdens de rest van de zin. Met andere woorden: als je stembanden zich moeten sluiten na het maken van de 'h' dan loop je het risico dat deze dat niet volledig doen, zodat je 'wilde lucht' hoort.
De derde manier van inzetten is het moeilijkst uit te leggen en aan te leren. Deze inzet is de OPEN INZET. Het lijkt erg op de aangeblazen inzet maar hier komen de stembanden bij elkaar op hetzelfde moment dat er lucht door de keel stroomt. Dit kun je oefenen door heel zacht 'haaaaaaa' te zingen of te zeggen. Probeer je keel ontspannen open te houden. Terwijl je dit steeds herhaalt probeer je steeds minden 'h' te laten klinken. Doe dit net zolang tot je de 'h' kwijtraakt en er alleen nog maar 'aaaa' klinkt (maar dan zonder de glottis slag!!)
Twee Belgen, de tenor Thomas Blondelle en de bariton Sébastien Parotte, gaan door naar de finale van de Koningin Elisabethwedstrijd. Ze nemen het op tegen drie Koreanen (Lee EungKwang, Hwang Insu, Hong Haeran), drie Fransen (Clémentine Margaine, Stanislas de Barbeyrac en Anaïk Morel), twee Russen (Konstantin Shushakov en Elena Galitskaya), de Amerikaanse Elizabeth Zharoff en de Serviër Nikola Diskic.
De finale vindt plaats van 18 tot en met 21 mei in het Paleis voor Schone Kunsten in Brussel en is integraal te volgen op Klara. Fred Brouwers presenteert, voor de laatste keer. Thomas Blondelle zingt op donderdag 19 mei om 20 uur, Sébastien Parotte op vrijdag 20 mei om 20.45 uur.
Sommige nieuwe koren (heel vaak samengesteld uit jongeren met een muzikale bagage) verschijnen als kometen aan de hemel., schitterend de bewondering oproepend van het publiek. Andere koren hebben tijd nodig om te groeien en te rijpen. Daar moest ik gisterenavond aan denken tijdens en na de repetitie van KORILE. Alles bij mekaar is dit een koor in ontwikkeling. Het is zwoegen om de muziek die nu op de pupiter staat onder de knie te krijgen. Anderzijds was het enkele jaren geleden ondenkbaar dat men er de polyfonie van Hassler en de complexe klankstructuren van een Kodaly ooit onder de knie zou krijgen. Ik vind dat ze het heel goed doen daar in Leest. Binnen enkele weken zullen ze merken dat wat oorspronkelijk een Mount Everest leek, uiteindelijk een leuke klim is, en ze zullen het nog graag zingen ook. Dat is volwassen worden.
Gisteren prijkte in volle glorie op deze blog een portret van Peter Benoit, een West-Vlaming die na Parijs, zijn triomfen vooral vierde in Antwerpen. Laten we het vandaag hebben over een Oost-Vlaming die kapelmeester is van de kathedraal van Antwerpen: Sebastiaan Van Steenberge. Hij zat niet toevallig in de jury van het eindexamen orgel van het Lemmeninstituut. Hijzelf behaalde het meesterdiploma en het specialisatiediploma orgel in de klas van Peter Pietersn de organist van de kathedraal van Mechelen. Het meesterdiploma voor compositie vervolledigde zijn muzikale opleiding. Hij is op dit ogenblik vooral bekend als gedreven koorleider en jonge (wat is jong, hij werd geboren in 1976) componist, zowel van grote werken als van prachtige intimistische koorwerkjes. Hij zorgt er voor dat Antwerpen een centrum van muzikaal leven blijft, ook al is hij een missionaris die uit een andere provincie het licht brengt.
Voor diegenen die in een diepe winterslaap waren, het was één van die weekends dat Antwerpen zijn faam als hoofdstad van Vlaanderen luister heeft bijgezet. De officiële opening van het MAS betekent andermaal één van die culturele hoogtepunten in de rijke geschiedenis van de stad aan de stroom. Om dit even in de picture te zetten, brengen we vandaag een ander memorabel moment in herinnering. We schrijven 18 augustus 1877. Op de Groenplaats wordt de Rubenscantate van Peter Benoit gecreëerd. Immaterieel inderdaad, maar even groots.
Gelukkige verjaardag Claudio. Il faut le faire: 534 jaar oud zijn en nog steeds springlevend. We hebben het over Claudio Monteverdi. Cremona heeft de eer om hem te zien geboren worden.
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.