G. doet alsof. Doet alsof hij eet. Doet alsof hij slaapt. Alsof hij mama of papa gaat opeten. Wat is het fijn om samen met hem zijn fantasiewereld in te duiken. En fantasie doet eten! G. heeft wel zin in toespijs, maar niet in boterham. Hij eet zijn vleesje op een rolletje maar negeert zijn boterham. Tot mama een stukje neemt en dit omvormt tot een konijn. Hmmm, lekker konijn. Hij bestelt een koe. Een paard. Een hond en een poes. Mama scheurt en snijdt, tot de laatste kruimel...
29-12-2008, 00:00 geschreven door Inge 
|