A. rijdt met zijn eigen kleine kar de supermarkt binnen. Bijsturen hoeft niet. Bijsturen mag ook niet. nee. Net voorbij de groenten- & fruitafdeling stopt hij. Hij blokkeert. Verzet geen stap meer. nee. Ik probeer hem lief/vriendelijk/geduldig in beweging te krijgen. Hij blijft staan. nee. Ik probeer hem iets minder lief/vriendelijk/geduldig tot beweging te brengen. Hij verroert geen vin. nee. Ik verzamel mijn boodschappen. Been de supermarkt in ijltempo door, gris snel uit de rekken wat ik nodig heb. Vul zijn kar, die nog steeds stilstaat voor een al even stilstaand kind. Gezicht op onweer. nee! Het lukt me nu toch hem richting kassa te bewegen. Maar de kassa die ik uitkies is zijn keuze niet. nee! nee! mama, nee! Ik reken af. Kijk ondertussen toe hoe omstaanders zijn aandacht proberen op te eisen. Zijn gedrag proberen om te buigen. Mijn neemannetje zet het intussen op een krijsen. néééééééééééééééééééééééééééééééééééééééééééééé! Ik pak mijn kind onder de ene en de boodschappen onder de andere arm en verlaat de supermarkt. In de auto komt hij tot bedaren. Geen vuiltje aan de lucht.
07-11-2012, 21:48 geschreven door Inge 
|