Ik heb hem een brief geschreven. Een echte ouderwetse lange
brief met vulpen op wit papier. Een brief van twee velletjes lang die vertelt
wat ik denk en voel en dacht en voelde. Een brief die vertelt waarom ik
bepaalde keuzes heb gemaakt en bepaalde acties wel of niet heb genomen. Een
brief die geeft en niets neemt. Een soort geschenk van eerlijkheid, openheid,
vertrouwen en liefde. Geen smeekbede en geen wanhopige poging om ons een kans
te geven. Een brief die een verhaal vertelt en feiten op een rijtje zet. Die
emoties duidt en handelingen. Ik heb een brief geschreven met alle woorden die
ik had moeten zeggen, toen en nu.
Op zich is dat goed, want alle boeken zeggen dat je die
brief moet schrijven, dat het ervoor zorgt dat je bitterheid, spijt en
frustraties een uitweg vinden. Maar er staat ook dat je die brief niet dient af
te geven, wat ik dus wel zal doen. Ik zal de brief posten, zoals dat in lang
vervlogen tijden werd gedaan. Een vleugje melancholie is hier wel op zijn
plaats. Ik zou een postduif opteren, maar ik vrees een beetje dat mijn brief
dan nooit zal toekomen. De reden dat ik de brief stuur, is omdat het mij weinig
nuttig lijkt om iemand openheid te geven als het enkel in een verborgen vorm
blijft.
Ik verwacht geen antwoord of reactie op mijn brief. Ik
verwacht niet dat hij iets verandert of dat er ooit over gesproken zal worden.
Ik verwacht zelfs niet dat mijn woorden zullen raken. Maar ik weet dat ik met
die brief een geschenk geef, dat mij ooit gevraagd is en dat ik toen niet heb
kunnen schenken. Nu ben ik er klaar voor, veel te laat natuurlijk, maar
niettemin klaar. En daarom schrijf ik die brief, omdat je nooit geschenken zou
moeten achterhouden voor mensen. Omdat je moet kunnen vertrouwen zonder
reserves of twijfels. Omdat je niets verkeerd kunt doen als je vanuit liefde en
eerlijkheid handelt.
En zoals steeds heb
ik weer een gevoel van opluchting en energie nu ik de brief geschreven heb. Net
zoals ik dat heb wanneer ik in de zelfcoaching boeken werk, muziek speel, praat
met mensen of op de blog schrijf. Een gevoel van vooruit te komen en ergens
naartoe te gaan. Ik weet dat het gevoel tijdelijk is en morgen misschien
volledig verdwenen kan zijn, maar nu is het echt en goed en levendig! En dat
gevoel inspireert en leert. Het geeft inzichten en maakt gelukkig.
Vanochtend kwam mijn zoontje bij mij in de zetel liggen en
gaf mij spontaan een kus. Omdat ik de liefste mama ben. En dat is het moment
waarop ik besef dat ik heus niet alles verkeerd doe. Dat ik ook goede
beslissingen maken en juiste handelingen uitvoer. Dat ik liefde kan geven en
krijgen, gewoon omdat ik mezelf ben. En het is frustrerend als je liefde voelt
en geeft aan iemand die niet kan teruggeven. Maar het is ook mooi wanneer je
dat kan doen zonder verwachtingen en zonder te willen nemen. Het is fantastisch
als je de feiten onder ogen kunt zien en besluiten om toch te geven. Omdat het
mooi is om te doen en omdat je er zelf gelukkig van wordt.
Misschien dat ik er binnen er paar dagen anders over denk,
mij anders voel en eigenlijk alleen pijn en frustratie ervaar. Maar dan lees ik
deze blog en weet ik dat het ook anders kan. Dat liefde iets in dat je in de
eerste plaats moet kunnen geven om gelukkig te zijn. En als je dat in alle
oprechtheid kan blijven doen, dan kan het niet anders dan dat je ook liefde
krijgt. Van je kind, een vriend, een zus of een kennis, van een vreemde of een
collega Misschien niet van diegene die je zo diep in je hart houdt, maar
daarom niet minder belangrijk of waardevol.
Ik heb een resem boeken gekocht om aan zelfcoaching te doen.
Leren loslaten, meer zelfvertrouwen, how to mend a broken heart, Stuk voor
stuk goede boeken, gescheven door goede psychologen en therapeuten. Boeken met
opdrachten en inzichten, verhalen en voorbeelden Stuk voor stuk boeken die je
zeggen dat je moet plaatsen, vergeven en stoppen met van iemand te houden. En
daar klemt het schoentje, want hoewel vergeven en plaatsen haalbaar is, is
stoppen met van iemand te houden dat niet. Enerzijds omdat het hart zich niet
laat dwingen, anderzijds omdat ik het gewoon niet wil. Mijn hart, mijn hoofd,
mijn hele zijn weigert om dat te doen. Want hoewel het pijn doet, voelt het ook
goed.
Er zijn heel wat zaken in de boeken die ik wel doe. Ik
tracht zelf geen contact op te nemen en dat lukt me soms. Ik tracht afstand te
nemen en ook dat wil wel eens werken. Ik tracht mezelf te beschermen wanneer je
afstandelijk doet. Maar elke keer dat een beetje wil lukken, zeg of doe je iets
dat mij weer helemaal gek op je maakt en ben ik verloren. Dan ligt mijn maag
weer overhoop, krimpt mijn hart en voelt mijn hoofd alsof iemand er een knoop
in gelegd heeft. Ik kan je niet loslaten en ik kan je niet bij mij houden. En
geen enkel boek kan dat veranderen. De tijd misschien wel, maar daar zullen
maanden of misschien zelfs jaren voor nodig zijn.
Wanneer we elkaar zien en het goed en gezellig gaat, kan ik
niet anders dan hopen, verlangen en wensen dat jij dat ook ziet en ons een kans
wilt geven. Dat zijn de momenten waarop het plots heel moeilijk wordt om je te
vergeven dat je afstand hebt genomen. Ik kan het ook niet begrijpen, want hoe
moeilijk het ook was met momenten en hoe slecht ik mij ook voelde, ik zou nooit
opgegeven hebben. Ik zou nooit afstand genomen hebben of gestopt zijn met van
je te houden. Ik weet dat je nog steeds om me geeft en dat maakt het nog
moeilijker. En dat zijn de momenten waarop ik negatief en verbitterd reageer
omdat ik niet weet hoe het anders moet. En dus ook de momenten waarop ik jou de
bevestiging geef dat het altijd weer zal mislopen. Het is een vicieuze cirkel
waar ik enkel kan uitbreken als jij ons een kans geeft. Een kans die jij enkel
kan geven als de cirkel doorbroken wordt. Wat een ironie!
Het is vreemd hoe zoveel mensen geraakt kunnen worden door
wat ik schrijf, behalve jij. En toch is dit voor jou geschreven. En voor
mezelf, om te helen en te delen. Om te plaatsen en vooruit te kunnen gaan. Om
een toekomst te kunnen zien en niet te wanhopen. Of misschien lees je mijn
teksten niet en raken ze je daarom niet. Of misschien raken ze je wel, maar wil
je niet dat ik dat weet. We zwijgen wel vaker om onszelf en anderen te
beschermen. Omdat we het niet goed weten, omdat we onszelf ervan overtuigen dat
het beter is om ons hart niet te volgen. Omdat we niet de moed hebben om risicos
te nemen. Omdat we niet weten hoe we ze moeten nemen.
Ik tracht elke dag in die boeken te lezen, ze te volgen, de
opdrachten te doen, de inzichtente
geloven en ervaren. En soms weiger ik ze boven te halen omdat ik mezelf niet
kan toelaten verder te gaan en te vergeten. Ik heb schrik om niet meer van je
te houden. Absurd, want eens dat gebeurt, is er geen pijn meer, geen verlangen
en geen bitterheid. En zelfs als jij mij dan graag zou zien, zou het niet
uitmaken. Maar het idee dat we dan een kans zouden weggooien, is zo groot dat
het verlammend is.
Ik hield van wie ik was toen we net samen waren. Ik was
vrolijk, gelukkig, vol leven en ideeën. Ik wilde allerlei dingen doen en
ontdekken. Ik wilde jou ontdekken en samen dingen ontdekken. Leuke hotelletjes
doen en uitstapjes. Een glaasje drinken en buitenlucht opsnuiven. Ik wilde je
voorstellen aan vriendinnen en gaan dansen, muziek maken en luisteren, een huis
inrichten en creatief zijn.
Ik hield niet van wie ik bij je was op het einde. Ik zat
altijd maar te wachten, kwam niet meer buiten, deed niets meer en leerde niets
meer. Ik was gedurig kwaad en zat vol stress en ik kon het amper opbrengen om
lief of vriendelijk te blijven, laat staan om ergens naartoe te gaan. Ik weet
niet goed waarom dat zo was en hoe ik zo geworden ben. Misschien was het omdat
we te klein woonden of omdat mijn spulletjes ergens opgeborgen stonden.
Ik heb de fout gemaakt die ik anderen verwijt. Ik heb mijn
leven on hold gezet. Zat gedurig te wachten tot de volgende fase zou beginnen
om dan terug mezelf te zijn. Ik ben gestopt met te zijn wie ik ben, heb dat
even geparkeerd en ben geworden wie ik zeker niet wil zijn. En ik ben het veel
te laat beginnen beseffen.
Ik geloof dat ik mezelf kan zijn bij jou, zoals in het
begin, maar dan voor altijd. Ik ben er zeker van dat het niet door jou is dat
ik veranderd ben. Het is een samenloop van omstandigheden geweest. Ik heb te
lang uit dozen geleefd, ben te veel verhuisd, woonde te klein, wist met mezelf
geen blijf meer. En dan is er nog eens alle stress van buitenaf waarmee wij te
maken kregen. De invloed van anderen, van werk, van familie, enz.
Het is vreemd hoe snel iemand terug op zijn plooi kan raken
wanneer al die dingen wegvallen. Althans, bij mij is dat toch het geval. Enkele
weken zijn voldoende om weer helemaal mezelf te zijn, zonder reserves. Enkel bij
jou heb ik die nog, want ik voel dat wie ik ben geworden voor jou nog levendig
is en realiteit en ik heb geen zin om mezelf te moeten bewijzen en te vechten
tegen een verkeerd beeld.
We komen wel op een punt waarbij ik mezelf kan zijn in alle
omstandigheden, ongeacht of jij er bent of niet. Ik voel nu al hoe dat steeds
minder invloed heeft op mij en hoe ik steeds sterker sta in mijn schoenen. Ik
heb voorlopig nog één laatste verhuis te gaan en dan kan ik mijn rust volledig
terugvinden, maar ik zit niet meer te wachten tot het zo ver is. Mijn leven
staat niet meer on hold, het gebeurt nu. Ik heb voorlopig genoeg gewacht voor
een paar jaren. Het is tijd om volop in het leven te springen en ervoor te
gaan.
Ik ben blij dat ik terug een leven heb, dat ik op stap kan
gaan met vrienden en genieten van dingen, ook al praat ik nog steeds teveel
over jou. Maar waar het hart van vol is, loopt de mond van over. Ik ben blij
dat ik mezelf heb gevonden en mijn eigen ding kan doen. Dat ik dat nog veel
meer zal kunnen eens ik terug mijn spullen rondom me heb. Ik ben blij dat ik
terug schrijfopdrachten krijg en ze met volle zin kan uitvoeren. Ik hou ervan
om in de zon te zitten of avondwandelingen te maken. Ik hou ervan om naar
feestjes te gaan en met mensen te praten. Ik zit niet meer te wachten, ik heb
geen moeite meer om consequent te zijn, ik heb vrede met wie ik ben.
Maar dit is het leven dat wij hadden moeten delen. Een leven
dat ongedwongen is en vrij van frustraties en kwellingen. Vrij van stress en
angsten. Ik had mezelf de tijd moeten gunnen om rust te vinden voor ik jou
vond. Want wat je niet hebt, kan je niet delen. Ik had tijd moeten nemen om tot
mezelf te komen. Om te stabiliseren en een balans te vinden. De tijd om terug
open te kunnen zijn. De tijd om samen te groeien en op te bouwen in plaats van
halsoverkop en te snel te gaan.
En nu die tijd er is en die mogelijkheden zich aanbieden,
ben jij er niet meer. Dit zijn de dingen die ik met jou wil delen. Dit is het
leven dat ik met jou wil ervaren. Dit zijn de zaken die ik met jou wil beleven.
De passies, de vurigheid, de intensiteit, maar ook de rust en de kalmte. De
ruimte om zelf iemand te zijn en de ruimte om een ander datzelfde te gunnen. En
ik weet dat het zou lukken, ik weet dat het zou kunnen, maar het heeft geen zin
om te vechten tegen vooroordelen en vastgeroeste gedachten. Zo lang jij dat
niet kan zien, heeft het geen zin ervoor te gaan. Ik zou mezelf alleen maar
kwetsen.
Ik vind geluk in andere dingen, maar ik mis je en ik mis om
dat geluk met jou te kunnen delen. En dus schrijf ik je brieven die je nooit
zult lezen. Gedachten die je nooit zult kennen en woorden die je nooit zult
horen. Maar ik zet ze op papier voor jou zodat ik ze de wereld in kan sturen en
er vrij van zijn. Je bent bij me in alles wat ik doe, ook al ben je er niet. En
elke dag probeer ik om een beetje meer afscheid van je te nemen. Soms valt dat
zwaar en soms gaat het makkelijk. Soms is het een hel en soms gaat er een uur
voorbij zonder dat ik aan je gedacht heb.
Er zijn momenten waarop ik nog steeds gek word, niet kan
begrijpen hoe jij niet kan zien dat wij bij elkaar horen. Momenten waarop ik er
niet bij kan hoe jij wat wij hebben zomaar kunt laten gaan. En er zijn andere
momenten waarop ik je probeer te begrijpen, waarop ik tracht begrip op te
brengen voor wie jij bent en hoe je denkt. Momenten waarop ik je koppigheid en
volhardend zijn probeer te plaatsen. Want ik kan niet veranderen dat jij vast
zit op negatieve gedachten, dat jij weigert kansen te zien en geluk.
En ik weet dat mensen mijn brieven lezen en soms sta ik
daarbij stil. Dan moet ik even slikken bij het idee dat ik mensen zo diep
toelaat in mijn ziel. Maar het is een troostende gedachte te weten dat andere
meevoelen. Dat ze geboeid zijn door wat ik voel en denk.Of het nu is omdat ze van soaps houden of
omdat ze gewoon graag mijn stijl lezen. Of misschien omdat ze dit als een
verhaal aanschouwen. Een verhaal waarbij ze hopen dat de twee geliefden elkaar
op het einde terugvinden. Of een verhaal waarbij de geliefden elkaar voor
eeuwig kwijt zijn, want iedereen heeft zijn eigen voorkeur.
Ik kan duizend keren schrijven dat ik je graag zie en mis,
maar ik kan nooit in woorden vertalen wat ik diep vanbinnen voor je voel.
Waar twijfel geboren wordt, sterven dromen. Niets zo
vernietigend als onzekerheid. Het sluipt binnen op kousenvoeten, ongemerkt en
ongezien, om zich langzaam maar zeker in je hoofd te nestelen. Steeds verder en
dieper tot het allesoverheersend is. En voor je het weet, bepaalt het elke
reactie, elke actie, elk woord en elke handeling. Het maakt angstig en kondigt
enkel verlies aan. En het faalt nooit, want eens twijfel is gezaaid, is verlies
het gedoemde resultaat. Het is een zelf vervullende voorspelling die haast
onmogelijk tegengehouden kan worden. Het geeft een beeld van wantrouwen, tekort
aan engagement en liefhebben. Het slaat de sterkste banden moeiteloos neer en
het heeft er amper tijd voor nodig.
Waar twijfel geboren wordt, sterven dromen. Vaak onterecht
en zonder reden, zinloos en nodeloos pijnlijk. En twijfel komt niet altijd
voort uit reden, vaak is twijfel het gevolg van een verleden, een omgeving,
allerhande externe factoren die hun invloed uitoefenen voor je het in de gaten
hebt. En je kan jezelf beloven om dat niet meer toe te laten, er tegenin te
gaan, het te vermijden, maar twijfel is zon goede inbreker dat het vaak al
gebeurd is voor je het in de gaten hebt. En wanneer je het merkt, is het
meestal al te laat. Is het zaad al gezaaid en opgeschoten om tot volle bloei te
komen.
En pas later zie je hoe twijfel onnodig is, ongepast en misplaatst.
Pas later valt twijfel weg, maar op dat ogenblik is ze al doorgegeven en
twijfel kan je niet wegredeneren bij een ander. Twijfel is besmettelijk, zoals
een hardnekkige ziekte, een epidemie of een virus. En slechts weinigen zijn er
immuun voor. We hebben allemaal onze gebreken, tekortkomingen, complexen,
onzekerheden en die worden zo makkelijk gevoed. Twijfel voelt zo natuurlijk
aan, bijna als een thuiskomen en doordat twijfel zich steeds laat bevestigen,
wordt het bijna een feit.
Twijfel houdt zichzelf in stand, steeds opnieuw, als een
levenscyclus die nooit zal of wil eindigen. Misschien als we ons daar bewust
van zijn, dat we er slimmer mee kunnen omgaan. De twijfel vellen en
uitschakelen voor er schade is of gewonden gevallen. Misschien kunnen we
twijfel onderscheppen en gevangen houden zodat ze geen kans maakt om zich te
manifesteren en ons van binnenuit te verteren. En misschien ook niet, misschien
is twijfel het lot van de onzekere en rusteloze ziel en bestaat er geen remidie
tegen.
Leef nu! Gisteren is voorbij en zal nooit meer terugkomen. Morgen
bestaat misschien niet. Nu is je kans om te leven! Om plezier te maken en te
genieten, om een stempel te drukken op anderen, om juiste of foute keuzes te
maken. Nu is wat je hebt om iets te doen, hoe klein of groot of belangrijk of
onbelangrijk dan ook. Nu is je moment om te treuren of te lachen, nu is je
moment om bewust en ten volle te zijn. En nu is ook alweer voorbij en verleden.
En dat is geweldig, want als je een fout hebt gemaakt, moet je er niet langer
om tobben, ze is toch al voorbij. Nu is het enige dat echt is en dat is een
feit. Helaas is het in ons hoofd vaak anders. We leven in het verleden of in de
toekomst. Kijken naar wat is geweest en houden daaraan vast of naar wat komen
zal of kan.
Ken je het gevoel iemand te missen terwijl die eigenlijk al
lang niet meer zo goed voor je was. Je niet meer gelukkig maakte? Wat je mist,
is een situatie die ooit is geweest, een persoon die ooit heeft bestaan, een
idee en perceptie, een illusie misschien. Herinneringen kleuren, dat doen ze
altijd. En afhankelijk van wie jij bent en hoe jij naar de wereld kijkt en de
mensen om je heen, kleuren ze in prachtige tinten en zonnige beelden of in
sombere flarden van wat is geweest. Wat de ene bekijkt als een droom, is voor
de ander een nachtmerrie. En de waarheid ligt ergens tussenin. Hoe je naar
dingen kijkt, heb je zelf in de hand, het is een kwestie van openheid en keuze.
Ik kies ervoor om te zien wat mooi en goed was. Een ander kiest misschien om
dat niet te doen.
De keuze die je maakt, bepaalt hoe je verder gaat. Wie enkel
ziet wat goed was, kiest voor nieuwe kansen en mogelijkheden, voor vertrouwen
en hernieuwde moed. Wie enkel ziet wat minder was, kiest voor vluchten en
afscheid, voor wantrouwen en teleurstelling. Wie ziet wat goed was, kan niet
begrijpen hoe een ander zoveel moois kan laten gaan, zoveel kansen op geluk.
Wie ziet wat minder was, kan niet zien hoe een ander daaraan kan vasthouden,
hoe het anders en beter kan, waarom iemand wil blijven strijden voor zoveel
somberheid. Enkel wanneer je volledig kunt loslaten, kan je terug met een
heldere blik kijken, maar geheel ongekleurd raken ze nooit.
Wat herinneringen wel doen, is vervagen. Ze krijgen een
filter over zich heen gegoten die hen verzacht. Inwendig sterven, wordt het
moeilijk gehad hebben met iets. Totaal geluk wordt een zeer fijn moment. Ondraaglijk
wordt zwaar en fantastisch wordt zeer fijn. De intensiteit is verdwenen. Je
weet nog wel dat iets intens was, maar je kan je nooit herinneren hoe dat exact
voelde. Wat dat met zich meebracht, hoe overweldigend het was. Het is iets
geworden dat je enkel nog in woorden kunt uitdrukken, maar niet meer in
gevoelens. Misschien is dat wel goed, want sommige dingen willen we ons niet
levendig kunnen herinneren, ze doen te veel pijn, zijn te zwaar om dragen en de
enige reden dat we ermee om kunnen gaan is omdat ze verzacht zijn.
Onze hersenen doen wat nodig is om alles draaglijk te maken,
helaas doen ze dat ook met vreugde en geluk. Ze beperken zich niet tot het
minderen van pijn en verdriet, ze filteren niet en maken geen onderscheid
tussen positieve en negatieve ervaringen. Eigenlijk neutraliseren ze onze
belevingen een beetje. Afhankelijk van je persoonlijkheid doen ze dat
volcontinu of slechts met momenten.
Ik stel me wel eens de vraag of mensen die niet pieken en
dalen gelukkig zijn? Ze kennen niet de intensiteit die zon schommelingen met
zich meebrengen, maar ook niet de diepte die erbij komt kijken. Misschien zijn
ze gelukkiger, wat je niet kent kan je niet missen. Misschien ook niet,
misschien zouden ze willen dat ze dat wel konden ervaren. Ik ken koppels die
nooit halsoverkop voor elkaar zijn gevallen, niet volledig uit hun lood
geslagen waren. Ze zien elkaar graag, ze passen bij elkaar, maar de intense
passie hebben ze nooit ervaren. Ze geloven er ook niet in, het is volgens hen
een illusie en niet van blijvende aard. Ik geloof er wel in. Misschien zit in
mijn lichaam de mogelijkheid tot een chemisch proces dat zij niet kennen. Een
proces met voor- en nadelen. Verslavend, allesoverheersend met momenten en
doorspekt van risicos, maar evengoed fantastisch, overweldigend en grandioos.
Er wordt vaak gezegd dat uit het oog ook uit het hart is,
maar zelf geloof ik daar niet in. Talrijke voorbeelden tonen trouwens aan dat
er niets minder waar is. Uit het oog maakt wel dat dingen makkelijker om dragen
worden. Als je iemand niet meer ziet, vervagen bepaalde herinneringen en
gevoelens zwakken een beetje af. Maar vergeten doe je niet. Mensen die reeds
jaren uit elkaar zijn, praten nog steeds over hun grote liefde met een
affiniteit en tederheid alsof het gisteren was. Je kan er bewust voor kiezen om
iemand niet meer te zien, maar je kan er nooit bewust voor kiezen om iemand
niet meer lief te hebben.
Eén van de grote nadelen van een verloren liefde is je
vertrouwen dat langzaam maar zeker verdwijnt. Hoeveel mensen blijven niet
single omdat ze er gewoon niet meer in geloven. Omdat ze er zeker van zijn dat
het toch terug zal mislopen, dat ze nog maar eens gekwetst zullen worden en
afzien. En hoe ouder we worden, hoe meer dat gevoel aanwezig is. We zeggen zelf
dat we onze naïviteit verloren zijn, maar eigenlijk is het ons vertrouwen en de
moed om er nog eens voor te gaan. Onszelf honderd procent smijten, wordt een
onmogelijke opdracht en daarmee houden we onze mislukkingen in stand. Want hoe
willen we dat een relatie kan slagen als we niet bereid zijn om ten volle te
investeren?
Sommige mensen settelen voor the next best thing. Iemand
waarbij ze zich comfortabel voelen, die hen rust geeft en waarmee ze geen
ruzies maken. Logisch, want de grote passie is niet aanwezig. Ik kan begrijpen
dat je hiervoor zou kiezen. Het is eenvoudiger, minder pijnlijk wanneer het
verkeerd loopt en gezien er geen pieken zijn, zijn er ook geen laagtes. Zelf
echter weet ik dat ik niet voor zon relatie kan kiezen. Ik heb passie nodig,
vurigheid, pieken en dalen, halsoverkop verliefd worden en de wereld vergeten.
En tegelijkertijd is dat wat mij bang maakt. De kans om mezelf te verliezen, om
in die mate opgeslorpt te worden door die passie dat ze destructieve vormen
aanneemt. In die mate iemand lief te hebben dat het nooit meer helemaal
verdwijnt.
Misschien is deze liefde niet mijn grote liefde, zwakt ze af
tot ze verdwijnt, misschien is ze wel mijn grote liefde en blijft ze eeuwig in
mijn hart aanwezig. Misschien brengt het lot ons weer samen en misschien ook
niet. Mijn hart zegt dat dit mijn liefde is om mee te dragen door het leven,
maar verdriet en gemis kan verwarrende gevoelens scheppen. Ik geloof niet dat
tijd doet vergeten, maar wel dat tijd raad brengt en heelt.
Wat kan de liefde complex zijn! Je hart dat naar alle
richtingen wijst, maar nooit echt kan kiezen. De ene moment wil je loslaten, al
was het maar om nadien te kunnen terugvinden. De andere wil je vasthouden uit
schrik te verliezen. Soms voelt het geweldig om hem te zien en soms is het een
nachtmerrie. Althans, nadien dan toch, op het moment zelf is het altijd een
beetje proeven van geluk dat ooit is geweest. En dat maakt het zo moeilijk,
want wat je niet kent, kan je niet missen, maar wat je wel kent
Afleiding wordt wel steeds makkelijker. Een avond bij
vrienden hoeft niet meer te vervallen in een avond geklaag en gezeur. Slapen
lukt terug vlotjes, al moet je er moe genoeg voor zijn. Eten is geen probleem
meer, al is het met mate. Maar ook andere dingen komen stilaan terug op gang en
het besef dat alleen niet miserabel hoeft te zijn. Al is het leuker met twee,
leuker om te kunnen delen, om te weten dat iemand je altijd en onvoorwaardelijk
steunt, al bleek dat laatste een illusie.
De zomer kruipt op kousenvoeten binnen en dat helpt
natuurlijk ook. Alles ziet er minder somber uit met een klein beetje zonlicht. Alles
is net iets stralender en mooier. Maar het brengt ook herinneringen met zich
mee en die zijn niet altijd even eenvoudig om dragen. Gelukkig zijn er altijd
mogelijkheden om nieuwe herinneringen te creëren, nieuwe vriendschappen te
sluiten, nieuwe dingen te ontdekken en oude dingen om te herontdekken.
En dan is er goede raad, van jezelf en van anderen. En op
bepaalde momenten, maak je jezelf hard dat je die raad gaat volgen, maar een
dag later stap je daar weer vanaf. Het hart kiest zijn eigen weg en wie trouw
wil zijn aan zichzelf volgt zonder aarzelen. En iedereen zegt dat het wel
voorbij gaat, maar daar denk ik anders over. Sommige dingen gaan niet voorbij,
ze slijten en verzachten, maar blijven voor altijd op de achtergrond sluimeren.
Je leert ermee leven en je leert ze een plaats te geven, maar je draagt ze voor
altijd met je mee.
Maar er zijn ook leuke dingen, dingen die je helpen, die je
oppeppen en doen leven. Plannen en visies, vrienden en muziek. Vooruitzichten
en genieten van kleine dingen. Het besef dat je kunt wakker worden en je
gedachten niet meer overheerst worden door hem. Dat je niet meer gedurig op het
punt staat te huilen omdat je enkel kan zien wat je bent verloren. Dat je ook
een toekomst kan zien die de moeite is zonder dat je er iemand voor nodig hebt.
Vandaag aanvaard
ik dat wij vrienden zijn. Beste vrienden, echte vrienden, trouwe vrienden,
vrienden die elkaar vaak zien en dingen doen voor elkaar. Maar wel gewoon
vrienden. Ik aanvaard het niet door keuze, maar bij gebrek daaraan. Ik aanvaard
het omdat ik anders niet enkel mijn liefde, maar ook mijn beste maatje kwijt
ben. Ik aanvaard het tot jij een nieuwe liefde hebt en dan stopt het. Of
misschien ook niet, want tijd heelt en tijd verzacht en misschien vind ik het
dan niet eens zo erg.
Ik vind het jammer
dat wij er niet in geslaagd zijn om samen te blijven en ik weet dat jij daar
ook mee zit. Het begon niet perfect en we hebben van bij de start demonen
moeten bekampen, maar we deden dat samen en we hielden wel vol. En toen is dat
veranderd, stond ik er alleen voor en jij evengoed. We zijn elkaar beginnen
bekampen in plaats van elkaar te steunen en dat is niet wat mensen doen als ze
in een relatie zitten. We zijn elkaar en ook onszelf kwijt geraakt en hoe we
ook zochten, we hebben de weg niet teruggevonden.
En nu je weg bent
is dat een nachtmerrie, maar ook een opluchting, net zoals je zien. Want elke
dag zie ik steeds meer van jou terug en van mezelf. Elke ontmoeting merk ik dat
we onszelf hebben teruggevonden en dan klikt het geweldig tussen ons. Maar we
dragen een verleden mee, een last, een herinnering die niet zomaar vergeten
wordt. We dragen een angst mee om weer onszelf te verliezen als we toelaten
elkaar te vinden. Misschien is dat onterecht en misschien ook niet. Tijd zou
het kunnen uitwijzen, maar wie zo diep geraakt is, is niet snel bereid om dat
risico te nemen.
Misschien denken
we er over een maand anders over. Misschien zijn we dan blij dat we deze weg
gekozen hebben, misschien ook niet. Misschien nemen we dan wel een risico en
heel misschien zijn we elkaar dan uit het oog verloren, maar dat kan ik niet
geloven. Want nu alle druk verdwenen is, hebben wij plaats voor elkaar, meer
dan we daarvoor konden geven. En hoewel het soms pijn doet, aanvaard ik het,
want jij bent mijn vriend en ik respecteer jouw keuze.
En er zijn
momenten waarop het plots heel zwaar dragen wordt en ik enkel ruimte heb voor
tranen en verdriet. Op die momenten vind ik troost bij jou, want jij bent het
niet die mij verdriet aandoet, het is mijn hart dat af en toe blijft hopen en
naar je smachten. Het is mijn keuze om dat verdriet erbij te nemen, want dat is
nu eenmaal de prijs die onze vriendschap met zich meebrengt. En ergens is het
mijn keuze niet, ik heb geen keuze want ik zie je graag.
Overdag voel ik
me prima, vol leven en energie, vol ideeën en plannen. En s avonds is het vaak
iets minder. Zeker wanneer ik alleen ben en de stilte benadrukt dat jij er niet
meer bent om mee te delen en te praten. En dat is zwaar om dragen voor mij.
Ik vraag me
weleens af of jij dat gevoel ook kent? Of jij me ook weleens mist en snakt naar
mijn warmte. Of jij weleens twijfelt of deze keuze wel de juiste was. Of je
weleens in eenzaamheid bedenkt dat je dat moment met mij had willen delen.
Je zal het nooit
vertellen dus dat zal ik nooit weten. Niet omdat je niet open wil zijn, maar
omdat je mij zou verwarren en laten hopen. Ik weet dat je mij dat verdriet wilt
besparen.
Ik aanvaard dat
wij vrienden zijn ook al is dat soms het moeilijkste wat er is.
Tik tak tik tak tik tak mijn leven voelt als een klok die
niet anders kan dan verdergaan. Soms wat sneller en soms wat trager. Soms
gestadig en stabiel en soms volledig uit balans.
Tik ik kan hem niet meer zien, het doet te veel pijn, het
is te moeilijk en ik eindig elke keer als een wrak.
Tak als ik hem niet zie zal zijn beeld over mij nooit
veranderen, dan kan hij nooit zijn liefde voor mij terugvinden, ik word gek als
ik naast mijn liefde ook mijn beste vriend kwijt ben
Tik hem zien geeft mij hoop, valse hoop?
Tak hem zien maakt me blij, het bevestigt mijn gevoelens
en het is leuk met hem te praten
Tik ik moet verhuizen
Tak ik heb geen zin om alleen te zijn
Tik ik moet eten
Tak ik heb geen honger
Tik tak tik tak tik tak blijven doorgaan is de enige manier
om rechtop te blijven staan. Geen tijd om na te denken of voor verdriet.
Misschien slijt alles wel ongemerkt terwijl de tijd voorbij gaat, zonder dat ik
er echt een rouwperiode voor door moet.
Het vreemde is dat ik enkel kan rouwen wanneer ik bij hem
ben. Dat is het enige ogenblik waarop ik niet blokkeer en mezelf kan toestaan
om gewoon verdriet te hebben zonder meer. Ironie, o ironie, want wat is fout
gegaan, is dat ik te veel probeerde te zijn wie ik dacht dat hij wilde en te
weinig mezelf. Ik kon mezelf niet open opstellen uit schrik gekwetst te worden
en daardoor ben ik nu gekwetst. Hij wilde mij, zoals ik ben, en dat heb ik niet
kunnen geven.
En nu ik het wel kan, kan hij dat niet meer zien. Of
misschien wel? Na verloop van tijd?
Ik mis je. Ik mis middagen onder de brug en ik mis in je
armen liggen. Ik mis flesjes schuimwijn kraken en in de zetel hangen. Ik mis
lange wandelingen en leuke gesprekken. Ik mis het om gedachten uit te wisselen
met jou en om hand in hand te lopen. Ik mis je stem, ik mis hoe je mij noemt.
Ik mis om er voor jou te zijn en ik mis om te weten dat jij er voor mij bent. Ik
mis het om te gaan poolen of bowlen of samen een glas te gaan drinken. Ik mis
concertjes en beschonken naar huis te wandelen. Ik mis het om in je armen te
slapen en wakker te worden. Ik mis je passie en je gedrevenheid. Ik mis je
zachtheid, maar evengoed je directheid, al is die soms hard om dragen. Ik mis
je eerlijkheid. Ik mis hoe jij mij zag. Ik mis toekomstplannen maken en dromen.
Ik mis hotelletjes en gestolen uren. Ik mis ons. Ik mis wie wij waren en wat
wij hadden. Ik mis je en dat doet pijn.
En ik weet dat het voorbij gaat. Ik weet dat tijd verzacht
en heelt. Ik weet dat ik je op een dag zal zien zonder dat mijn hart zal
krimpen en mijn maag zal keren. Ik weet dat ik je op een dag zal horen zonder
een beetje te sterven. Maar nu nog niet.
En ik wou dat jij die woorden voor mij kon schrijven. Ik wou
dat jij mij zo kon zien als ik jou zie. Ik zou je mijn ogen willen lenen om
door te kijken. Mijn hart om mee te voelen. Mijn ziel om te begrijpen.
Ik verdraai geen realiteit. Ik weet dat er voldoende dingen
zijn gebeurd die we hadden moeten vermijden. Ik weet dat er genoeg zaken zijn
om niet te missen. Maar ik verkies om die te vergeten. Ze zijn niet relevant
voor mij. Ze zijn vluchtig en voor je het weet verdwenen. Ze zijn geen vast
gegeven en slechts een samenloop van omstandigheden.
Ik schrijf de dingen die ik hem had willen zeggen. De
woorden die ik niet over mijn lippen heb gekregen en nu rusteloos door mijn
hoofd blijven zwerven. Ik beschrijf de liefde die ik had willen geven. De
gevoelens die zich een weg naar buiten willen banen om dan in het ijle te
verdwijnen. Ik schrijf zoals ik had moeten zijn. De handelingen die opgeborgen
bleven uit schrik afgewezen te worden. Want wie een ander is, kan nooit geweigerd
worden om zichzelf. Ik schrijf omdat wie ik ben misschien nooit afgewezen was
geweest.
Ik schrijf om te vergeten en te herinneren, om los te laten
en vast te houden. Ik schrijf omdat ik niet anders kan, omdat ik alleen tot
mezelf kan komen op papier. Ik schrijf omdat het echt is en waarachtig, zonder
twijfels of onzekerheden. Ik schrijf omdat de grenzen dan verdwijnen en een
vrijheid zich van mij meester maakt. Ik schrijf omdat mijn gedachten zich niet
laten opsluiten. En ik wilde dat ik mijn woorden kon uiten, maar ik heb te lang
gewacht. Ik kan mezelf niet blootgeven om gekwetst te worden, ik ben al
gebroken.
Ik schrijf om te kunnen verdergaan, om s ochtends op te
staan en de dag door te komen. Om vrolijk te blijven voor mijn kind en sterk
voor mijn omgeving. Omdat ik hoop dat mijn kunstmatige sterkte op den duur
veranderd in een echte sterkte, een balans waaruit ik kan blijven putten.
En elke meevaller geeft mij kracht, maar elke tegenvaller
haalt mij terug naar beneden. Ik zou willen verdwijnen, er een tijdje tussenuit
gaan, maar ik weet dat zoiets geen zin heeft. Dit is mijn realiteit die ik moet
confronteren.
Ik ben al veel te lang mezelf niet meer geweest. Wanneer ik
in de spiegel kijk, zie ik wat anderen zien. Soms is dat een zegen en soms een
vloek. Ik weet niet meer wie ik ben. Ik ben alles en niets, ik ben wie een
ander van mij verwacht of wie ik denk te moeten zijn. Ik ben soms vrolijk en
soms melancholisch of down, ik ben actief en rusteloos, maar ook sloom en
traag. En heel af en toe ben ik gewoon ik, kom ik mezelf even tegen, maar even
snel ben ik weer verdwenen.
Ik snak naar een plek om thuis te komen. Ik ben overal
welkom, maar nergens thuis. Ik draai mee met de wereld, maar ben in gedachten
verzonken. En ik weet dat ik niet de enige ben, maar ieder verdriet is uniek en
daardoor nooit volledig te delen. Ik wil het uitschreeuwen en ik wil ergens in
een stil hoekje huilen. Ik ben gebonden door tegenstrijdigheden. Ik wil hem
elke dag zien en ik wil hem nooit meer zien.
Hoe lang heb je nodig om een hart te herstellen?
En wat met de littekens? Ze vervagen, maar ze verdwijnen
niet.
Hoe kom je sterker weer naar buiten?
Ik ben mijn eigen gevangenis, mijn eigen kerker en ik wil
wel naar buiten, maar ik vind de sleutel niet.
Waar je hart ligt, kan je niet kiezen. Liefde vindt zijn
eigen weg en laat zich niet temperen, noch vastleggen aan banden. Het overkomt
je en overstroomt je, hecht zich vast met scherpe klauwen om niet snel meer los
te laten.
Ik weet niet hoe ik daarmee moet omgaan. De intensiteit
maakt mij angstig, de kwetsbaarheid doet mij verstijven en verstarren. De
onzekerheid dwingt om mij te verschuilen achter een façade van boosheid bij
elke twijfel of elk teken van afwijzing.
En daardoor kan hij mij niet meer zien voor wie ik ben. Niet
geloven dat ik hem oprecht graag zie. Ik ben niet wie ik door zijn ogen zie,
maar hij kan of wil niet door de mijne kijken. En alle liefde van de wereld kan
daar niets aan veranderen.
Ik zou mezelf willen zijn als ik bij hem ben, handelen
vanuit mijn gevoel, zoals ik dat in het begin heb gedaan. Maar voor hem is die
brug al lang naar beneden gehaald. In alles wat ik zeg of doe, zoekt hij
bevestiging voor zijn keuze. Een teken voor zijn gelijk, het niet bij elkaar
passen van twee mensen. En ik pas mij aan en voldoe aan die verwachting, niet
sterk genoeg om ertegen te vechten.
Ik geloof niet in loslaten om terug te vinden. Ik geloof in
berusting en verlies. Misschien is dat mijn kruis om dragen. Ik kan niet
vastklampen, noch verlaten, mijn hart is er niet klaar voor. Wat zou ik er voor
over hebben om de tijd te kunnen terugdraaien. Maar zo werkt het leven niet.
Wat zou ik er voor over hebben om nog een kans te krijgen. Maar zo zijn mensen
niet.
Hij vraagt mij waarom ik met hem afspreek als het toch zon
pijn doet. Ik denk om hem niet volledig te verliezen. Maar misschien is dat
juist wat ervoor zorgt dat ik dat wel doe. Hij vraagt om vrienden te zijn, maar
voor mij benadrukt dat enkel wat verloren is en niet wat gewonnen kan worden.
Ik weet dat ik onze dromen moet laten varen, onze visie op
een mogelijke toekomst, onze ideeën, onze verlangens. Eraan vasthouden doet
pijn, soms in die mate dat ik er gek van word. Want hoe kan je zoveel moois
zomaar laten schieten, zonder het ook nog maar één kans te geven?
Ik weet dat ik hier een lijn moet trekken, al was het maar
om mezelf niet te verliezen, maar ik heb schrik om gelukkig te kunnen zijn
zonder hem en evenzeer om het niet te kunnen. Mijn geluk kan niet verbonden
zijn aan een persoon of een situatie. Het moet vanbinnen zitten. Hij zegt dat
hij mij niet graag kan zien als ik dat zelf niet kan. Ik vrees dat mijn gevoel
naar mezelf toe er echter weinig mee te maken heeft. Hij heeft zich afgesloten
en gaat verder, zal zichzelf nooit toelaten om mij te zien zoals ik ben.
Ik wil mezelf niet opsluiten, noch in honderden avonturen
storten. Ik zoek naar een manier om rust te vinden. Rust in mijn hart en rust
in mijn hoofd. En niet door drank of moedeloosheid, maar een rust die echt en
blijvend is.
Het spijt me als mijn blogs vandaag niet vrolijk zijn en
niet het grote inzicht met zich meebrengen, maar soms doet het leven gewoon
echt heel veel pijn en is er even geen ruimte meer voor optimisme. Ik weet dat
zoiets voorbijgaat, maar ik heb nog steeds niet de kracht gevonden om mij te
laten gaan en het verdriet in alle hevigheid te aanvaarden. Misschien als ik
terug in een eigen huis woon en alleen ben, dat ik dat kan toelaten. Want
zolang dat niet gebeurt, kan ik mijn hart niet helen.
Om te kunnen vliegen, moet je eerst bovenop de berg durven
staat, je armen spreiden en de sprong wagen. Om te blijven vliegen, moet je
terug omhoog durven klimmen en vol vertrouwen diezelfde sprong herhalen,
vergetende dat je eerst gevallen bent. Pas wanneer je keer op keer neerstort,
weet je dat je daar niet vliegen zal. Maar hoe moeilijk is het om die tweede
sprong te wagen. Hoe makkelijk om te besluiten dat je maar beter te voet kan
gaan. Je wordt er niet gelukkiger van en je zal je altijd blijven afvragen hoe
het geweest zou zijn als je die sprong gewaagd had. Maar je loopt niet het
risico om neer te storten, althans niet op dat moment of die manier.
Te voet gaan brengt ook een risico met zich mee. Je zou
kunnen struikelen en vallen. Je zou je lelijk kunnen bezeren of de tocht
opgeven omdat het te zwaar is. Alleen zie je die risicos niet wanneer je met
je hoofd bij vliegen bent. Je ziet enkel dat vliegen gevaarlijk kan zijn. En
alles wat niet vliegen is, lijkt haalbaar en veilig.
Maar wat als je er gewoon voor gaat en als het lukt! Wat als
je de wind door je haren kan voelen waaien, snelheid nemen en wolken
doorklieven. Wat als je de wereld te rijk kan zijn en al wat daarvoor nodig is,
is een sprong in het onbekende, een gok, een risico, een kans
Zou je daar dan niet voor kiezen?
Zijn de beste dingen in het leven niet diegene waarvoor we
gekozen hebben om juist dat te doen. Gewoon onze ogen sluiten en gaan, blind
voor wat in de toekomst lag en toch vol vertrouwen. Wie kinderen heeft, zal dat
zeker begrijpen, want hoeveel je ook twijfelt, overweegt, informeert en
voorbereidt, je kan nooit inschatten welke impact zon wezentje op je leven zal
hebben. Je kan nooit dromen hoe overweldigend dat gevoel is van moeder of vader
worden, hoe allesomvattend en tegelijk ook beangstigend. Weten dat je nooit
meer gelukkig zal kunnen zijn als dat wezentje het niet is. Dat vanaf dat punt
jouw zijn verbonden is met een ander en dat zal nooit meer veranderen.
En toch, wanneer het over kinderen gaat, zijn er zoveel
mensen die de sprong wagen. Niet eens beseffen hoe groot die stap wel is en hoe
hoog die berg. Maar als het over liefde gaat, ligt dat blijkbaar anders. Zoveel
kleiner het risico, zoveel hoger de berg. Want daar weten we hoe het voelt om neer
te storten, hoeveel pijn een hart kan leiden en de schrik is verlammend en
houdt ons stil.
Zonde want wie niet springt, zal nooit vliegen. Misschien
wel stappen, lopen, varen, zwemmen, en daar is niets mis mee. Maar de hoogste
piek zal nooit gehaald worden en er zal altijd die vraag blijven, wat als ?
Ik ben een fysieke persoon. Ik hou ervan om mensen te knuffelen
en vast te nemen, ik hou van contact en lichaamswarmte. Niets zo zalig dan hand
in hand lopen of in iemands armen slapen. Tenminste, als je op eenzelfde lijn
zit en je comfortabel kunt voelen bij de ander. Voor mij hoeft daar niets
seksueels aan te zijn, genegenheid komt in alle maten en vormen en vaak is dat
op zich al voldoende. Ik mis dan ook om samen met iemand te kunnen slapen.
Alleen in bed liggen, vind ik ronduit vreselijk. Ik heb een hele nacht kou,
woel en wroet en graai op zoek naar iemand om vast te nemen. Een
knuffelvriendje zou ideaal zijn voor mij. Geen risico om gekwetst te worden,
geen druk of spanning, gewoon genegenheid en affectie, niets meer, niets
minder.
Ik kan me niet voorstellen dat ik de enige ben die daar
behoefte aan heeft, een mens is niet gemaakt om alleen te zijn, maar ik merk
dat er een grote taboe rond hangt. Vanaf een bepaalde leeftijd is het niet meer
gepast om iemand gewoon te knuffelen. Er komt automatisch meer bij kijken, ten
minste voor één van beide partijen en dan gaat het hele idee van knuffelen een
beetje verloren. Want waar het zalig is om gewoon in iemands armen te slapen,
is het vreselijk wanneer de verwachtingen anders liggen en je gedoemd bent om
iemand teleur te stellen. Als kind vinden we het nochtans normaal om fysiek te
zijn en anderen vast te nemen. Maar ergens onderweg krijgen we ons seksueel
bewustzijn en kan dat niet langer.
Ik heb geen behoefte aan one night stands, mijn hart is al
verpacht en ik zou er mij enkel schuldig over voelen. Bovendien spreekt een
vreemde mij niet aan, affectie is meer dan lichaamswarmte, er komt vriendschap
en respect bij kijken. Het werkt alleen als je volledig vertrouwen kunt geven
en als het juist voelt.En daar knelt
het schoentje, want hoe weet je of een ander dat begrijpt? Je kan het vragen,
maar ik ken weinig mensen die een eerlijk antwoord geven. Meestal krijg je het
antwoord dat je wilt krijgen en de verwachting die je liever vermijdt.
Heel wat mensen zijn afgeschrikt door fysiek contact. Een
eenvoudige kus of schouderklop kan al een felle reactie veroorzaken. Wie niet
gewend is om een ander te voelen, is snel onder de indruk dat persoonlijke
ruimte binnengedrongen wordt en voelt zich snel bedreigd of onder druk gezet. Bovendien
is fysiek contact enkel een optie als je in wezen ook fysiek ingesteld bent.
Mensen die zich ertoe moeten zetten, komen geforceerd over en dan is het
helemaal een ramp.
Ik zeg niet dat ik enkel fysiek contact mis nu ik alleen
slaap, ik mis ook een goed gesprek s avonds laat, gezellig samen een glaasje
drinken of nog een wandeling maken, het gevoel om te kunnen delen met elkaar.
Maar dat zijn dingen die je makkelijker kan vinden, in vrienden, in kennissen,
in gelijkgestemden Los daarvan mis ik natuurlijk ook een persoonlijkheid, een
karakter en dat is niet zomaar te vervangen. Het leven zou eenvoudig zijn mocht
de persoon zelf er niet toe doen, want er is altijd wel een ander die
klaarstaat om die leegte te vullen. Het probleem is dat je niet een ander wil
en bijgevolg blijf je met een plek in je hart die niet zomaar op te vullen is.
Ik zit tijdelijk vast in een in between toestand. Of om
het anders te stellen, ik zit tussen twee toestanden in op een heleboel
vlakken. Ik zit vast tussen twee huizen,
tussen twee jobs, tussen twee autos, tussen twee relaties (of in between één relatie),
Daarnaast zit ik ook al meer dan een jaar te leven tussen
dozen. Mijn leven is een aaneenschakeling geworden van verhuizen,
veranderingen, inpakken en uitpakken en weer inpakken. Ik snak ernaar om al
mijn zaken terug in kasten te zetten, binnen handbereik en gesorteerd. Tussen
dozen leven, brengt het risico met zich mee om jezelf te verliezen. Je kunt
nergens meer aan, vindt niets terug. En elke dag die je thuis vast zit, is dus
een dag waarop je niets weet te doen omdat alles ergens is. Op de duur verval
je in tv staren en wijn drinken om de tijd te verdrijven.
Het probleem is dat dit ook uitstraalt op je omgeving. Je
leeft in een soort van in between modus waardoor je engagement nooit volledig
kan zijn. Alles is een onderweg zijn en er bestaat geen thuiskomen meer. En
bijgevolg ook geen echte rust of tot jezelf komen. Bovendien geldt dat ook voor
je kind en ook dat voel je aan. Voor je kind is het minder bewust, maar daarom
niet minder aangrijpend. Ik vraag me weleens af hoe zigeuners dat doen, altijd
maar onderweg zijn en nooit het gevoel om echt thuis te zijn.
Aan de andere kant heeft het in between leven ook
voordelen. Het geeft je de ruimte om te groeien, te ontdekken, te evolueren en
te veranderen. Doordat de vaste lijnen wegvallen, opent een wereld aan
mogelijkheden die zich anders verscholen houdt achter de muren van comfort.
Impulsiviteit is eigen aan wie geen wanden heeft om zich te beperken. Alleen
moet het niet te lang duren, want grenzen definiëren ons en zorgen dat we weten
wie we zijn en binnen welk kader we horen.
Maar voorlopig blijf ik in between zitten en daar valt
niet dadelijk iets aan te veranderen. Wel op korte termijn. Niet op ieder vlak,
maar op een paar vlakken. Rustig terug een kader opbouwen, alles in plooi laten
vallen en settelen. Liefst niet volledig, een beetje ruimte mag blijven. De
kans om gek te doen en dingen te laten gebeuren. Misschien een doos die niet
uitgepakt wordt om niet te vergeten dat ook een vaste plek veranderlijk kan en
mag zijn.
Onzekerheid is zwaar om dragen, maar het geeft ook hoop en
hoop is goed! Misschien is het valse hoop en wordt die op een zeker moment met
de grond gelijk gemaakt, volgt een tweede mokerslag die je gebroken achterlaat.
Misschien is de hoop terecht en kom je in een fase van extase, blijheid om wat
niet verloren is en waar je voor hebt gevochten.
Ik tracht niet langer te zijn wie ik voor jou moet zijn. Ik
ben mezelf, met slechte en goede kanten. Soms vind je dat fijn en soms erger ik
je, maar dat is menselijk, dus ik kan er mij geen zorgen meer over maken. Ik
ben niet perfect, maar dat ben jij evenmin. Ik ben niet altijd vrolijk en goed
gezind, ik loop niet altijd over van geluk en ik ben kritisch. Maar ik geef
minstens even vaak complimenten. Ik zeg wat ik denk en soms zou ik beter op
mijn tong bijten, maar dat is wie ik ben. Ik ben een hoge boom en ik vang veel wind,
maar ik ben er tegen bestand.
Jij bent koppig, een stijfkop zoals dat genoemd wordt. Je
stoot mij niet af en soms laat je mij zelfs toe, maar je komt niet snel terug
op een beslissing, ongeacht of ze goed of slecht voor je is. Daarom weet ik dat
het niet voldoende is of je mij mist en wat je voor me voelt, je moet een klik
in je hoofd maken en misschien gebeurt dat niet.
Ik hou ervan om je te zien, dingen samen te doen. Het voelt
juist en goed, comfortabel En aan het einde van de rit doet het pijn, want
waar er vroeger een samenzijn volgde, volgt nu een afscheid en dat valt me
zwaar, steeds opnieuw.
Er zijn geen ruzies meer, geen druk, geen reden tot
presteren en dat is fijn. We kunnen nu ongedwongen met elkaar praten en omgaan,
maar er mist iets. Ik zoek naar een teken, probeer te geven, maar niet te veel,
want ik wil je niet onder druk zetten. Misschien zie ik tekens die er niet
zijn, omdat ik dat wil, misschien zijn ze er wel en durf ik ze niet te zien.
Onzekerheid is mijn vijand en mijn vriend.
En er komt een dag waarop ik de knoop zelf moet doorhakken
als jij dat niet doet, maar die dag is niet vandaag. Vandaag kies ik voor
onzekerheid. Welke keuze ik morgen maak, staat nog niet vast, dat zien we dan
wel.
Ken je het gevoel van naar iemand te verlangen met elke
vezel van je lichaam, elke porie, elke zenuw die je rijk bent? Dat je iemand zo
graag wilt, dat het allesomvattend wordt? Dat je zo naar iemand verlangt dat
het bijna fysiek pijn doet. Dat is hoe ik verlang. En als dat wederzijds is, is
dat het meest zalige gevoel dat je kunt hebben. Dan is iedere aanraking
explosief, ieder woord muziek en iedere blik voldoende om door je benen te
zakken. Maar als je alleen blijft in dat verlangen, is het elke keer een beetje
sterven.
Gelukkig is het geen permanente toestand. Het komt op en het
zakt weer. Het wordt getriggerd door kleine zaken. Weten dat je iemand zal
horen of zien, kan al voldoende zijn. Ook een herinnering of een toekomstplan
dat wellicht nooit ten uitvoer zal worden gebracht. De tijd heelt en de tijd
doet vergeten en er komt een dag waarop dat verlangen verdwenen is, maar dat
lijkt een eeuwigheid. En hoewel het verlangen in die mate zwaar kan zijn dat
het je maag doet keren uit onmacht, hou ik er toch ook aan vast, want het
vertelt mij dat ik passie in me heb, intensiteit, liefde, en dat ik leef.
Zolang het verlangen beantwoord wordt, vergeet je vaak om er
bewust mee om te gaan. In het begin is dat wel zo, verliefdheid heeft datzelfde
effect, maar na een tijdje wordt alles normaal en gewoonte en raak je die
intensiteit een beetje kwijt. Pas als het wegvalt, besef je hoe zeer je het
mist en nodig hebt in je leven, maar vaak is het dan al te laat. Ik wou dat ik
meer intens was blijven genieten van elke seconde die ik had. Bewuster en
completer. Er zijn momenten waarop ik dat heb gedaan, maar niet voldoende.
Misschien is dat het mooie wanneer je elkaar een tweede kans kunt geven, dat je
bewuster met dingen omgaat. Als je weet wat het effect is wanneer je iemand
verliest, kan je meer genieten wanneer je die persoon terug hebt.
Elke knuffel, elke verloren kus is een marteling en een
zege. Het geeft hoop, misschien valse, het voelt zo juist en goed en
comfortabel, maar het benadrukt ook wat weg is. Het confronteert je met je
verlies en je gebrek aan aanvaarding. Het kan je laten panikeren, want wat als
dit niet meer goed komt. Wat als de ander geen kansen meer ziet of wil geven,
wat als de ander verder gaat zonder je. Liefdesverdriet is zo overweldigend en
pijnlijk en zwaar om dragen. Er zijn momenten waarop je het even kan laten
varen, gewoonverdergaan met je leven,
omdat het moet, om niet in een depressie te vallen. Maar er zijn ook tal van
momenten waarop dat gewoon niet gaat en het gevoel zo overweldigend is dat je
met jezelf geen blijf weet.
Vaak willen mensen vrienden blijven, afhankelijk van de
situatie waarin iets verkeerd loopt. Ik denk niet dat zoiets is weggelegd voor
mij. Zolang er hoop is dat het nog goed komt wel, want zonder contact ben je
gedoemd. En ten slotte was hij je beste vriend en je maatje, dat schuif je niet
zomaar opzij. Maar eens alle hoop
gevaren is, wordt een vriendschap te pijnlijk. Het zegt je alleen dat je niet
meer de grote liefde bent. Het zet je in een positie waarin je vroeg of laat
zijn grote liefde zult ontmoeten en dat wil je toch niet?
Wellicht zijn er enkele blogs die op elkaar lijken, maar dat
is nu eenmaal de mindset waar ik inzit en woorden zijn het enige dat ik heb om
rust te vinden en alles te kunnen plaatsen.