Ik ben blij dat ik terug een leven heb, dat ik op stap kan
gaan met vrienden en genieten van dingen, ook al praat ik nog steeds teveel
over jou. Maar waar het hart van vol is, loopt de mond van over. Ik ben blij
dat ik mezelf heb gevonden en mijn eigen ding kan doen. Dat ik dat nog veel
meer zal kunnen eens ik terug mijn spullen rondom me heb. Ik ben blij dat ik
terug schrijfopdrachten krijg en ze met volle zin kan uitvoeren. Ik hou ervan
om in de zon te zitten of avondwandelingen te maken. Ik hou ervan om naar
feestjes te gaan en met mensen te praten. Ik zit niet meer te wachten, ik heb
geen moeite meer om consequent te zijn, ik heb vrede met wie ik ben.
Maar dit is het leven dat wij hadden moeten delen. Een leven
dat ongedwongen is en vrij van frustraties en kwellingen. Vrij van stress en
angsten. Ik had mezelf de tijd moeten gunnen om rust te vinden voor ik jou
vond. Want wat je niet hebt, kan je niet delen. Ik had tijd moeten nemen om tot
mezelf te komen. Om te stabiliseren en een balans te vinden. De tijd om terug
open te kunnen zijn. De tijd om samen te groeien en op te bouwen in plaats van
halsoverkop en te snel te gaan.
En nu die tijd er is en die mogelijkheden zich aanbieden,
ben jij er niet meer. Dit zijn de dingen die ik met jou wil delen. Dit is het
leven dat ik met jou wil ervaren. Dit zijn de zaken die ik met jou wil beleven.
De passies, de vurigheid, de intensiteit, maar ook de rust en de kalmte. De
ruimte om zelf iemand te zijn en de ruimte om een ander datzelfde te gunnen. En
ik weet dat het zou lukken, ik weet dat het zou kunnen, maar het heeft geen zin
om te vechten tegen vooroordelen en vastgeroeste gedachten. Zo lang jij dat
niet kan zien, heeft het geen zin ervoor te gaan. Ik zou mezelf alleen maar
kwetsen.
Ik vind geluk in andere dingen, maar ik mis je en ik mis om
dat geluk met jou te kunnen delen. En dus schrijf ik je brieven die je nooit
zult lezen. Gedachten die je nooit zult kennen en woorden die je nooit zult
horen. Maar ik zet ze op papier voor jou zodat ik ze de wereld in kan sturen en
er vrij van zijn. Je bent bij me in alles wat ik doe, ook al ben je er niet. En
elke dag probeer ik om een beetje meer afscheid van je te nemen. Soms valt dat
zwaar en soms gaat het makkelijk. Soms is het een hel en soms gaat er een uur
voorbij zonder dat ik aan je gedacht heb.
Er zijn momenten waarop ik nog steeds gek word, niet kan
begrijpen hoe jij niet kan zien dat wij bij elkaar horen. Momenten waarop ik er
niet bij kan hoe jij wat wij hebben zomaar kunt laten gaan. En er zijn andere
momenten waarop ik je probeer te begrijpen, waarop ik tracht begrip op te
brengen voor wie jij bent en hoe je denkt. Momenten waarop ik je koppigheid en
volhardend zijn probeer te plaatsen. Want ik kan niet veranderen dat jij vast
zit op negatieve gedachten, dat jij weigert kansen te zien en geluk.
En ik weet dat mensen mijn brieven lezen en soms sta ik
daarbij stil. Dan moet ik even slikken bij het idee dat ik mensen zo diep
toelaat in mijn ziel. Maar het is een troostende gedachte te weten dat andere
meevoelen. Dat ze geboeid zijn door wat ik voel en denk. Of het nu is omdat ze van soaps houden of
omdat ze gewoon graag mijn stijl lezen. Of misschien omdat ze dit als een
verhaal aanschouwen. Een verhaal waarbij ze hopen dat de twee geliefden elkaar
op het einde terugvinden. Of een verhaal waarbij de geliefden elkaar voor
eeuwig kwijt zijn, want iedereen heeft zijn eigen voorkeur.
Ik kan duizend keren schrijven dat ik je graag zie en mis,
maar ik kan nooit in woorden vertalen wat ik diep vanbinnen voor je voel.
|