Vertalen, vertaalbureau, vertalingen, vertaler, literatuur, Ezzulia, forum
Vertalen, vertaalbureau, vertalingen, vertaler, literatuur, Ezzulia, forum
05-09-2020
Deze dode morgen: Quichotte, door Salman Rushdie
Van de 39 boeken die ik dit jaar al heb gelezen is Salman Rushdie's "Quichotte" ongetwijfeld de beste fictie.
Het duurt wel tot ongeveer p. 80 voor het echt boeiend wordt. Daarvoor worden personages vaak voorgesteld met biografieën van enkele pagina's, die op de duur de indruk wekken dat Rushdie aan infodump doet, en de regel "show, don't tell" vergeten is.
Net als in zijn andere werken doet hij ook iets wat mij al vanaf het lager onderwijs werd verboden als ik opstellen moest schrijven: opsommen.
Vreemd genoeg is Rushdie heel sterk in opsommingen. Het wordt in stijlboekjes dikwijls omschreven als een gebrekkig stijlmiddel, iets dat alleen maar de verveling van de lezer kan opwekken. Maar Rushdie slaagt er juist in om er veel vaart in te steken, en het verhaal een rijkdom aan details mee te geven die helemaal niet stoort.
Wie herinnert zich niet de opsomming van lichamen en voorwerpen die uit de lucht naar beneden tuimelen uit het in tweeën gebroken passagiersvliegtuig waarmee De Duivelsverzen (The Satanic Verses) opent?
Zijn gewiekst gebruik van opsommingen kan echter niet verhinderen dat de lezer van Quichotte toch even op de tanden moet bijten om eindelijk de boeiende ontwikkelingen in het verhaal te bereiken. Je moet er dus wel even overheen dat het aanvankelijk "weer een verhaal over migratie" is, een uitspraak waarmee hem oneer wordt aangedaan. Zijn personages zijn wel migranten, maar eigenlijk is dat maar één aspect van het boek.
Rushdies boeken proberen altijd veel cultuur en culturele achtergronden door elkaar te weven, een gevolg van zijn eigen migratieachtergrond waardoor hij in zijn leven altijd verschillende culturen met elkaar in contact bracht, en een verklaring van zijn voorkeur voor opsommingen, want verschillende uiteenlopende elementen met elkaar versmelten kan niet, maar je kunt ze wel naast elkaar zetten.
Die verscheidenheid aan achtergronden is immens groot. Het gaat niet alleen om bijv. Indisch en Westers, maar ook om hoge en lage cultuur, haut couteur en confectie, en haut cuisine en fastfood.
Ook opvallend is dat hij altijd recente fenomen in zijn boeken verwerkt, en dat is hier misschien nog het belangrijkste aspect. Alhoewel hij heel wat anecdotes kan inwerken om over racisme te vertellen, is het echte onderwerp het verschil tussen werkelijkheid en fantasy, tussen echt nieuws en fake news, en vandaar ook het tussendoor vermelden van presidenten en veel aandacht voor de opioidencrisis die enige tijd geleden in de VS aan het licht kwam en een verklaring was voor de vele doden door verkeerd gebruik van medicijnen.
Evenmin verwonderlijk is het dus dat een schrijver het sturende personage van Quichotte is. Zou Rushdie die geschreven hebben vanuit het besef dat het misschien zijn laatste roman is? Hij was ten slotte al 72 toen Quichotte verscheen, en dat de sturende hoofdpersoon, de auteur, hoopt nog lang genoeg te leven om zijn boek te voltooien, lijkt een echo van Rusdies eigen angst het niet af te krijgen.
Een van de bindende thema's in het boek is het verhaal "The Nine Billion Names of God", een sf-verhaal van Arthur C. Clarke, een sf-auteur die door een van de personages als belangrijk wordt beschouwd. Er zitten trouwens nog veel meer verwijzingen in naar sciencefiction, en dat hoeft niet te verwonderen: Rushdies debuut, Grimus, werd als sf gepubliceerd. Daarmee maakt hij dus ook de cirkel voor zichzelf rond: zijn eerste boek was sf met een scheut fantasy, net als zijn voorlopig laatste.
Of het zijn laatste is, kunnen we nog niet weten, maar één ding is wel zeker: een ouderdomswerk is dit niet.
Voor de leesuitdaging van september 2020 doe ik de administratie, maar het idee komt van @Minnie. De inspiratie is de start van het nieuwe schooljaar: lees een boek waarvan de auteursnaam begint met 1 van de letters uit het woord SCHOOL.
De vorige challenge werd niet gehaald, wat verrassend is, omdat het
eerste boek van een trilogie populair genoeg moet zijn om de hele
trilogie uit te geven.
Ik hoop dat het deze maand algemeen genoeg is om meer mensen aan te trekken.
Deze dode morgen, Vorm en geest door Urbain van de Voorde
bespreker: Peter Motte
Achterin het boek staat een bibliografie van Urbain van de Voorde, en daarin worden enkele poëziebundels vermeld. Dat verduidelijkt voor een deel zijn aanpak: hij kan nogal bevlogen en persoonlijk over schilderijen en beelden schrijven. Maar dat wil niet zeggen dat "Vorm en geest" alleen maar persoonlijke impressies bevat
Het is eigenlijk een bundel van zes essays over zes kunstenaars: Henri de Braeckeleer, Jacob Smits, Henri Evenepoel, Rik Wouters, Constant Permeke en Henry van de Velde. De laatste is vooral bekend als architect, maar was ook designer.
Elk essay begint met een algemene schets van de kunstenaar in zijn tijd, en behandelt dan de specifieke elementen die de betrokkene utzonderlijk en kwalitatief maken. Het is vooral bij de beschrijving van de afzonderlijke kunstwerken dat Van de Voorde zijn dichterlijke talenten in stelling brengt, met een meeslepende, vlotte stijl.
Laat je niet afschrikken door de alinea's: die zijn lang, Als ik me goed herinner heb ik een alinea van wel zes bladzijden geteld. Maar door de vlotte stijl valt dat allemaal mee.
Het boek is van 1939, en dat betekende dat ik weer eens katernen moest opensnijden. Achteraan staan er 8 z/w-foto's.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Tags:vorm en geest, urb van de voorde, urbain van de voorde, deze dode morgen, beeldende kunst, plastische kunst, essay, bundel
01-08-2020
Ezzulia leesuitdaging augustus 2020
Een nieuwe maand, een nieuwe uitdaging bij Ezzulia.
Deze keer is de uitdaging: lees een trilogie.
Aangezien een trilogie drie boeken telt,
is een volledig gelezen trilogie dus ook het maximum dat je deze maand
kunt lezen (maar je leest natuurlijk zo veel je wilt terwijl we niet
kijken).
Mijn keuze is Les Fourmis van Bernard Werber, een geweldig succes in de jaren 1990.
Lees waar je zin in hebt, dus alles mag deze maand.
En zoals altijd zijn strips mogelijk, al is dat niet expliciet gezegd.
In mei 2020 was het thema vrijheid, naar aanleiding van de 75e verjaardat van de bevrijding in mei 1945.
Het boek hoefde niet per se over WOII te
gaan. Het mocht ook vrijheid na een andere oorlog zijn, mensen die uit
een sekte zijn gestapt of wat je nog meer kon verzinnen. Zolang de
vrijheid maar centraal stond.
De gelezen boeken:
Stan Lauryssens Adolf Eichmann
Natascha Kampusch De diefstal van mijn jeugd
Julie Klassen De brug naar het eiland
Sanne Rooseboom Het ministerie van oplossingen en het veel te volle huis
Sanne Rooseboom Jippie en de onderwaterpiraten
Mary Chamberlain De kleermaakster van Dachau
Sanne Rooseboom Jippie en de ridders van Hak
Adam Hochschild De geest van Koning Leopold II
Cordwainer Smith Norstrilia
Brenda Novak Kijk nooit om
Frank Krake De laatste getuige
Tilar Mazzeo Irenas kinderen
Om mee te doen moet je alleen maar lid zijn van Ezzulia, en dat is gratis.
Toen de voorpagina op een leesforum werd gezet, was de eerste reactie: "Een ontzettend lelijke cover, als ik eerlijk ben."In werkelijkheid is het rood van de cover minder opdringerig dan op digitale foto's, omdat er een zweempje oranje in zit. Op het echte boek zie je ook beter dat het rood meer over de voorpagina is verspreid, door het roest van de sporen. Die leiden naar het rode vraagteken in de verte.
Maar zoals we allemaal weten moet je een boek niet beoordelen volgens de cover. Al moet ik toegeven dat die uitspraak meestal wordt gebruikt door mensen met een twijfelachtige smaak, die daarmee jouw oordeel over hun favorieten onontvankelijk willen verklaren, omdat je ze niet zou hebben gelezen. Waarbij ze wel negeren dat een cover nu eenmaal wordt gemaakt om een bepaald publiek aan te trekken. Als er met bloed besmeurde blote madammen opstaan, is het wel degelijk de bedoeling om mensen aan te trekken die iets willen lezen over met bloed besmeurde blote madammen.
Maar op "Spoorloos" staan geen met bloed besmeurde blote madammen, gewoon een roestig treinspoor.
En waar leidt dat heen?
Onderaan op deze webpagina vind je tamelijk volledige lijsten van alle publicaties van Frank Roger. Ik zocht eerst op wat in de bundel stond dat ik al had gelezen. Als je een torenhoge ongelezen NTL hebt, dan doe je dat.
Maar uiteindelijk moest ik toegeven dat ik niet zeker wist of ik die oudere uitgaven van Frank Rogers verhalen wel al had gelezen. Hoogstwaarschijnlijk wel, maar in enkele gevallen misschien ook niet, en ik wou die verhalen niet mislopen.
Dus besloot ik maar het hele boeltje te lezen.
En toen bleek dat de verhalen in de bundel beter tot hun recht kwamen dan in de tijdschriftuitgaven. Het is niet de eerste keer dat ik merk dat het medium waarin een tekst verschijnt, de ervaring ervan sterk kan beïnvloeden, maar ik had dit niet verwacht.
En uiteindelijk las ik de hele bundel in vier avonden uit.
En wat staat er zoal in?
Je kunt niet zomaar zeggen dat Frank Roger een sciencefictionschrijver is, al profileerde hij zich wel zo in de jaren 1970 en 1980. Maar geleidelijk breidde hij de genres uit. Zijn belangrijkste richting is het magisch-realisme. De verhalen zijn vreemd, erg geïnspireerd, en al heeft hij de neiging zich niet te veel te bekommeren om redactionele eisen en regels die worden opgelegd in schrijfcursussen, toch weten ze tot het einde te boeien.
Enkele verhalen zijn inderdaad sciencefiction, zoals "Het complex", "Brussel bij nacht" en "Vallen en opstaan". Dat laatste heeft zelfs wat van typische de-mens-tegen-intelligente-beestjes-sf. Horror zit er nooit echt in, en wat dat betreft is de verwijzing naar H.P. Lovecraft op de flaptekst misleidend.
Vreemde ideeën zijn er wel. In "Bibliopolis" verdwaalt iemand in een enorme boekhandel. De eerste regels van "De man die stierf" illustreren op wat voor paden Frank Roger ons wil sturen: "Gisteren heb ik Oliver Cunningham teruggezien. Dat was een verrassing, want de man overleed enkele weken geleden."
Nou, een boek dat zo durft te beginnen, leg je niet meer aan de kant.
Spoorloos, Frank Roger, 2020, De scriptomanen, paperback, 254 p's, 24x15x2,5 cm, isbn 978-94-6566-405-7,
prijs: 22 euro
Niet bij mij te koop. Probeer via de Standaard Boekhandel, of www.schrijverspunt.nl
Deze dode morgen, Een inleiding tot de geschiedenis van Van Nu en Straks, door Louis Sourie
Een inleiding tot de geschiedenis van 'Van Nu en Straks',
door Louis Sourie
Bespreking: Peter Motte, 515 woorden
"Een inleiding tot de geschiedenis van 'Van Nu en
Straks' " is eigenlijk een dubbelzinnige titel.
Deze literatuurgeschiedenis door Louis Sourie behandelt
eerst de omgeving waarin de ideeën van "Van Nu en Straks" ontstonden,
daarna de gebeurtenissen rond 1883, dan de tijdschriften "Jong
Vlaanderen" en "Ons Toneel", om ten slotte in te gaan op de tijd
dat de Van Nu en Straks'ers geen eigen blad hadden, en vaak in de
"Nederlandsche Dicht- en Kunsthalle". Pas het laatste hoofdstuk gaat
over "Van Nu en Straks" zelf.
"Inleiding" betekent dus niet alleen dat het boek
de geschiedenis niet tot in alle details behandelt, en slechts een voorzet is
tot verder onderzoek, maar ook dat het de periode behandelt die voorafgaat aan
"Van Nu en Straks", waardoor het een inleiding is tot de
gebeurtenissen met het dat blad.
Ergens slaat die titel nergens op. Beweren dat het louter
een inleidinkje zou zijn, is vooral een bescheidenheidstopos. Toegegeven: als
je die periode echt zou willen kennen, zou je om te beginnen de publicaties
waarover het gaat, moeten lezen. En dat zijn niet alleen de eerder vermelde
tijdschrift, maar ook boeken, zoals bijv. "Hoe men schrijver wordt"
van Stijn Streuvels.
Dit werkje van Louis Sourie - het telt maar 186 p's,
eindnoten en bibliografie inbegrepen - vertelt nauwkeurig hoe de omstandigheden
waren, en wat voor tegenstand de hele generatie van "Van Nu en
Straks" kreeg. Ze worden ook de Negentigers genoemd, omdat ze na de
Tachtigers komen. Ze moesten zich loswrikken uit een vastgelopen literair
milieu. Hun critici keurden zelfs Guido Gezelle af, terwijl hij nu de enige
Vlaamse dichter uit de 19e eeuw is, die nog vaak wordt gelezen.
Opvallend was dat ik Louis Sourie in het algemeen
leesbaarder vind dan August Vermeylen in "Beschouwingen". Vermeylen
was een belangrijk denker, die een grote rol heeft gespeeld in het bevrijden
van Vlaanderen uit limiterende visies, maar sommige passages van hem lezen als
gehakt stro, al kan hij ook meeslepend zijn. Het gehakt stro-verschijnsel doet
zich bij Sourie echter minder voor, en lijkt een hebbelijkheid van de laat
19e-eeuwse schrijfstijl.
Sourie heeft wel zijn onderwerp mee. Door alle tegenstand en
het geruzie tussen Tachtigers en Negentigers, tot in Nederland waar ook de
Nieuwe Gids'ers tegenstanders hadden, zijn er genoeg ingrediënten om er meer
van te maken dan een louter geschiedkundige opsomming van feiten. Er zijn in
die periode nogal wat polemieken over en weer geweest. Dat helpt natuurlijk
beter om een boeiend verhaal te schrijven, dan de soms puur theoretische
uiteenzettingen van August Vermeylen.
"Inleiding tot de geschiedenis van "Van Nu en
Straks" van Louis Sourie is in elk geval een onmisbaar boekje om het
literaire tijdperk van Vlaanderen in de 19e eeuw beter te begrijpen.Dat er soms wat moeilijk door te komen is,
neem je er dan graag bij.
"Inleiding tot de geschiedenis van "Van Nu en
Straks", Louis Sourie, 1942, Kortrijk, Jos. Vermaut, paperback, 186 p's,
22,5 x 15 cm, duidelijk oud exemplaar
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Tags:louis sourie, een inleiding tot de geschiedenis van van nu en straks, deze dode morgen, recensie, besperking, essay, literatuurgeschiedenis
29-05-2020
Deze dode morgen, Beschouwingen, een nieuwe reeks verzamelde opstellen, door August Vermeylen
Beschouwingen, een nieuwe reeks verzamelde opstellen, door
August Vermeylen
Bespreking: Peter Motte
Dit boek lezen was een beetje een begrafenis. Het karton van
de cover dateert al van 1942 - de datum van de druk - en door uitdroging hebben
de vezels hun veerkracht verloren. Bovendien is de lijm van de rug verstorven.
Dat kwam tijdens het lezen geleidelijk in snippers los, en ten slotte scheurde
eerste de voorpagina en daarna ook de achterpagina geleidelijk in, zodat ik
eindigde met een papierblok zonder omslag. Het boek zal in de papiermand
eindigen.
Soms is het spijtig een boek bij het oud papier te doen.
Niet dat ik nu zo vreselijk dol ben op deze "Beschouwingen" van
August Vermeylen, maar er staan toch enkele essays in die ik iedereen zou
aanraden. "Kunst en moraal" heb ik zelfs twee keer gelezen, de eerste
keer in het Frans in een boekje van Paul de Smaele over August Vermeylen, en de
tweede keer in deze bundel.
Maar ook "Het wezen van de romantiek", "Hoger
onderwijs en cultuur" en nog enkele andere zijn het lezen waard.
Sommige stukken geven een algemeen overzicht van een auteur
of schilder. Net als in de essays zet Vermeylen daarin zijn kunstopvattingen
uiteen, waardoor er in de bundel wat herhaling zit. Hij hecht veel belang aan
de harmonie in een werk: dat alle elementen ervan in de juiste verhoudingen ten
opzichte van elkaar staan, maar ook dat er een idee aan ten grondslag ligt dat
verder gaat dan het louter waarneembare. Voor hem moet er een
"karakter" in het werk zitten, dat nog het best van al een "geest"
heeft.
In het algemeen zijn de stukken zo'n vijf bladzijden lang,
al zitten er enkele langere essays tussen, die ideeën dan ook grondiger
uitwerken. Maar de bundel wordt wat ontsierd door weggevertjes, zoals
"Hugo Verriest", dat maar twee bladzijden telt en een inleiding was
bij "Werk van Hugo Verriest". Ook "Rik Wouters" telt maar
twee pagina's, en verscheen als inleiding bij een boek van A.J.J. Delen over de
schilder. Er staat zelfs een "Heildronk op Herman Teirlinck bij zijn
vijftigste verjaardag!" in. Zulke korte inleidinkjes verworden al gauw tot
lofliedjes, die een bundel als deze zijn diepgang wat ontnemen. Elegische
tendensen komen wel meer voor in de artikelen in deze bundel, en het stoort
soms wat, vooral omdat Vermeylen vaak met het volle gemoed van de Romantiek
schrijft.
Soms zijn Augusts persoonlijke ontboezemingen wel grappig
gebracht, zoals "Onze grote interviews: een half uur met Pieter
Bruegel", waarin de auteur een spiritist opzoekt om de schilder Bruegel
tijdens een séance te interviewen.
Vermeylen was ook een gedreven polemist. Dat blijkt uit
teksten zoals "Vlaamsch voor 't Assissenhof van Brabant" en "De
Bisschoppen en de Vlaamsche zaak", die ook tonen dat hij samen met anderen
aan het begin stond van de nieuwe groei van de Vlaamse letteren, die sinds 1830
in de verdrukking waren gekomen. Zonder de polemische inborst van mensen zoals
Vermeylen was er toen in België veel minder literatuur in het Nederlands geweest.
Het Nederlands was niet altijd het beste, al is het na zo
veel jaar moeilijk om dat nog te beoordelen zonder een degelijke taalkundig
onderzoek. En in de titels hierboven heb ik af en toe de spelling
gemoderniseerd om niet te veel last te hebben van rode kringellijntjes, een
verschijnsel dat Vermeylen zich niet kon indenken.
De grote variatie, van polemiek, naar loven, naar
karakteriseren, naar essays, met daartussen wat weggevertjes voor
vriendendiensten, wekken de indruk ofwel dat er in die tijd weinig verscheen,
ofwel dat hij erg populair was en sommigen gewoon alles van hem wilden lezen. De
teksten verschenen allemaal van 1905 tot 1939, meestal in het tijdschrift
"Vlaanderen". In 1940 was het oorlog, en uit met de pret. De bundel
kon wel nog in 1942 verschijnen. Twee jaar later stierf de auteur.
"Beschouwingen, een nieuwe reeks verzamelde
opstellen", August Vermeylen, 1942, Brussel-Rotterdam, Manteau -Nijgh & Van Ditmar, met korte
bibliografie, paperback met flappen, 267 p's, 20x16x2,5cm,