06 april 2007 ´s-Morgens eerst maar ´ns goed ontbijten en daarna m´n spullen inpakken. Ik moest tegen 12 uur bij de busterminal zijn en om 12.30 uur zou de bus vertrekken. Toen ik afscheid had genomen van de mensen in de hostal en buitenkwam, was het heerlijk weer en de temperatuur liep snel op in de zon. Ik had m´n trui al ingepakt, maar m´n jasje kon ook wel uit. Bovendien is het al snel warm, wanneer je ook ´n rugzak draagt. Hij is wel niet echt zwaar, maar het is wel een extra gewicht dat je met je mee sjouwt. Het viel me op dat het zo rustig was op straat, totdat ik mezelf realiseerde dat het Goede Vrijdag was én bovendien ook nog ´ns vakantie in Argentinië. Op m´n gemak kuierend door parkjes en straten/lanen richting busterminal; het gaf me een heerlijk en tevens apart gevoel. Mendoza is een mooie stad met een geheel eigen sfeer, die me zeer aanspreekt. Maar vandaag had ik ook het gevoel aan een bijzondere reis te beginnen. Natuurlijk was ik benieuwd naar de reis op zich (door de Andes), maar ook wat en hoe ik het zou vinden in Santiago de Chile. Ik had verschillende verhalen gehoord, maar kon er mezelf niet goed een voorstelling van/bij maken. Ik had wel een overnachtingsadres, maar wist niet of ik daar wel de nacht zou kunnen doorbrengen. Zou ik het snel kunnen vinden? Was er wel plaats? Zou het me bevallen? Och, wat liep ik toch te tobben.... Ik zou wel zien als ik er was. Aangekomen bij de busterminal had ik nog tijd genoeg en heb op ´n terrasje koffie zitten drinken, totdat het tijd werd om naar de vertrekplaats van de bus te gaan. De terminal is in een U-vorm en je hebt zo´n 62 plaatsen, waar de bussen hun halteplaats hebben. Ik moest bij nr. 23 zijn, maar de bus was er nog niet, toen ik daar aankwam. Ook stonden er maar weinig mensen te wachten en ik ging twijfelen, of dit wel de juiste opstapplaats was. Ik ging het binnen vragen en ik kreeg een positieve bevestiging; de bus kon elk moment arriveren en we zouden om 12.30 uur stipt vertrekken. En inderdaad, de hele luxe (en bijna nieuwe) bus kwam binnen enkele minuten en we konden inchecken. Dit nam slechts korte tijd in beslag; er bleken maar zeven reizigers mee te gaan. Ik vroeg me af: zo weinig passagiers en dan zo´n grote bus... Maar het is een lijndienst tussen Mendoza en Santiago de Chile en dan moet je wel, hè? We reden de stad uit aan de zuidelijke kant richting San Rafael en reden weer evenwijdig aan het Andesgebergte met de witte besneeuwde toppen. Op ´n bepaald moment verlieten we deze autoweg en gingen rechtsaf richting bergen. Vanaf nu reden we ook langs een riviertje, dat soms breed en dan weer smaller was. We kwamen ook voorbij enkele campings en dagrecreatieplaatsen. Op het riviertje, Rio Mendoza genaamd, was veel activiteit; vooral rafting en canoën. Op sommige plaatsen leek het er behoorlijk ruig aan toe te gaan, gezien de capriolen die de mensen in de boten maakten. Ook zag ik verschillende mensen staan/zitten vissen, vooral in de buurt van het grote, kunstmatige meer waar we voorbij kwamen. Hier was het water ook ´n heel stuk rustiger. De bergen, die in eerste instantie en van ´n grote afstand, niet zo hoog leken te zijn, bleken toch behoorlijk hoog. Hoe hoog is moeilijk in te schatten. Het gekke is dat wanneer je in een dal staat de hoogte niet zo giga lijkt, maar wanneer je boven op zo´n berg staat en naar beneden kijkt zo´n berg toch behoorlijk hoog blijkt te zijn. Ook frappant is, dat de éne top wel besneeuwd is en de andere weer niet, terwijl ze toch net zo hoog lijken. Misschien is er in werkelijkheid wel ´n behoorlijk hoogteverschil. We reden nu tussen en door de bergen; soms klimmend en dan weer iets dalend. Af en toe kregen we een adembenemend uitzicht; het riviertje diep beneden ons en de bergen die torenhoog boven ons uitstaken. Schitterend! Op ´n gegeven moment kwamen we aan in Valle de Uspallata; een toeristische plek met enkele grote (en wellicht ook dure) hotels. Ook zag ik een bordje naar een camping en er waren ook huisjes te huur. Iets verder rijdend kwam ik er ook achter, dat hier niet alleen in de zomer, maar ook ´s-winters diverse sportmogelijkheden zijn. Skiën, crosscountry, etc. Blijkbaar was het nu ook een drukke tijd, want ik zag nogal wat parkeerplaatsen met auto´s, bussen, etc. We lieten Uspallata voor wat het was en begonnen vanaf nu langzaam te klimmen. Toen ik ´n grote parkeerplaats met bussen en auto´s zag, dacht ik eerst aan de grensovergang, maar het bleek tbv een toeristische attractie, nl Puente Inca. Dit is een grote rots in de vorm van een brug, waar het riviertje onder doorstroomt en de omringende bergen een geweldig imposante kleurenpracht bezitten. Helaas stopten we niet; ik had dit punt eigenlijk best even nader willen bekijken. We reden verder door een overweldigend en vooral imposant stuk natuur en op ´n bepaald moment kwamen we bij het hoogste punt van deze reis: Aconcagua. Met z´n 6.960 mtr. één van de hoogste bergen in Argentinië. Hier had men een uitkijkpunt gecreëerd, maar de bus kachelde vrolijk verder. Zoals ik al eerder schreef, dit is een lijndienst en daarom geen toeristische tourbus. Misschien is het mogelijk met een kleiner busje tzt terug te gaan naar Mendoza en dan de chauffeur vragen, om even te stoppen op dergelijke plaatsen. Het is volgens mij zeker de moeite waard. Op het moment, dat ik me begon af te vragen, wanneer we bij de grens zouden aankomen, kwam de conducteur ons vertellen dat we er bijna waren en dat we onze papieren moesten meenemen en de douaneformaliteiten dienden af te handelen in de juiste volgorde; eerst de Argentijnse en daarna de Chileense. De bus reed een grote hal binnen en daar leek het wel donker; we hadden de hele middag in de zon gereden en dan lijkt schaduw plots donker. We stapten uit en liepen naar een hal, waar douane-ambtenaren achter een balie en computerscherm zaten. Aan de linkerkant de Argentijnse douane en aan de rechter de Chileense. Het verliep allemaal behoorlijk snel en met zo´n kleine groep is het ook in no time gebreurd. De Argentijnse beambte vroeg wel aan mij, of de datum van het Argentijnse visum in mijn paspoort klopte. Blijkbaar was ik een te korte tijd in Argentinië geweest, want er was nog zo veel meer te zien en te beleven. Ik vertelde, dat ik nog terug zou komen in Argentinië en hij lachte daarop vriendelijk terug. Ondertussen was onze bagage uit de bus geladen, door de scanner heen gehaald en weer ingeladen. Nu moesten wij nog door een scanner en onze handbagage ook. Ook dit ging van een leien dakje en we konden weer instappen; de Chileense zon tegemoet. Als eerste kregen we een spectaculaire afdaling met zeker wel 26 haarspelbochten, maar dat is eigenlijk meer geschat dan echt geteld. Misschien zijn het er meer, maar ik wil ook weer niet overdrijven. Het ging in ieder geval zeer snel naar beneden over een niet al te lange afstand. Van een adembenemend uitzicht door/in een dal reden we plotseling ín het dal zelf. Tijdens de afdaling kregen we koffie en ´n klein pakje koekjes uitgereikt. Ik had wel trek in iets en dus was dit meer dan welkom. Toen we op ´n gegeven moment de hoge bergen achter ons hadden gelaten, reden we door vlak en minimaal golvend terrein omgeven door bergen, die meer op heuvels leken. We reden door de wijnstreek van Chili; overal wijngaarden en ook hier die typische hoogstamstruiken met ´plat´dak. We reden over een enkelbaansweg en soms ging dat maar langzaam, want dan zaten we achter een vrachtwagen, maar meestal kon de chauffeur snel inhalen. Op ´n punt gingen we linksaf en leek het net of we een dorp binnen zouden rijden; zeker omdat ik een bord had gezien met de naam van een busterminal daarop. Maar nee, we gingen de snelweg op, die van noord naar zuid Cili loopt. Zijn de wegen in Argentinië heel goed, het lijkt wel of de wegen in Chile nóg beter zijn. Hoe dan ook, als je het landschap even wegdenkt, is het net of je ergens in Europa over een autoweg rijdt. De auto´s zijn vergelijkbaar als bij ons (in Argentinië rijden ook nog heel veel oude auto´s rond van zo´n 40 jaar of meer!) en de verkeersborden zien er overwegend hetzelfde uit. Toen we in de buurt van Santiago de Chile kwamen, zag ik heel veel nieuwe bedrijfpanden op europees aandoende bedrijfsterreinen. Men had mij al verteld dat Argentinië en Chili het meest europees gericht zijn van alle Latijns-Amerikaanse landen en als je dit dan zo ziet is er geen twijfel meer mogelijk. Diverse fabrieken en lokaties lijken als twee druppels water op vergelijkende fabrieken en lokaties in Europa. Ook kom je hier diverse namen tegen van bedrijven met een Europese of ook Nederlandse origine. En dan rijden we Santiago binnen via de Autopista Nord-Sur; een autoweg met 6 rijstroken (2x3) dwars door de stad met tunnels en viaducten. We verlieten de Autopista en binnen no time stonden we bij de busterminal in het centrum van Santiago. Ik stapte uit, nam mijn rugzak weer in ontvangst en daar stond ik dan: in het centrum van Santiago de Chile, géén Chileens geld op zak en nog niet wetend welke kant ik op moest. Maar dat vond ik nog wel het minste. Ik had eigenlijk een giga dorst en wilde dus zo snel mogelijk wat geld wisselen en water zien te kopen. Ik begon ´n stukje te lopen in een richting, waarvan ik dacht dat dat richting het centrum zou zijn. Toen ik later op een kaart keek die bij de ingang van een metrostation hing, werd mijn vermoeden bevestigd. De winkels die ik tegenkwam waren allemaal gesloten, maar even later zag ik een supermarkt en daarvóór een hokje waar je informatie kon krijgen. Ik daar dus vragen naar een ATM en de man vertelde me dat er een in de supermarkt was. Ik naar binnen, geld pinnen en meteen ´n grote fles water gekocht. Nu ik weer over geld beschikte en m´n ergste dorst was gelest, kon ik op zoek naar San Francisco. Aan deze straat zou zich het Nativo Homestay bevinden van Francisco Llantén, zoals ik de gegevens van zijn kaartje had overgenomen van Danny. Hij en Aleisha hadden goede ervaringen gehad, toen ze in Santiago waren en hier ook hadden verbleven. Omdat deze straat in een bepaald district lag van Santiago, dacht ik er beter aan te doen met de metro te gaan, want volgens de kaart bij de ingang lag deze straat in Departemento C en dat was van hier ´n heel eind uit de richting. Uit de metro stappend kreeg ik het gevoel, dat ik toch niet op de goeie plaats was en toen ik aan iemand vroeg waar San Francisco ergens was, kreeg ik te horen dat ik naar bijna het begin van mijn metro-reis terug moest. Dus ik weer terug en in het centrum uit het metrostation komend was het al bijna geheel donker. Ik vroeg aan iemand de weg en ik bleek al bijna in de juiste straat te zijn; daarna was het gewoon de huisnummers volgen totdat ik bij nr. 375 was aangekomen en dat was toch nog wel ´n stukje tippelen. Ik stond bij nr. 375 en daar bleek een hekwerk te zijn met daarachter een hofje met woningen; aan zowel de linker- als de rechterkant 6 woningen. Dit was in de 30ger en 40ger jaren een typische bouwstijl in Stantiago en in het centrum zijn nog maar enkele van dit soort hofjes te vinden. Dat is erg jammer, want deze huizen hebben veel sfeer; zo-wie-zo méér sfeer dan de appartementengebouwen, die men nu in grote aantallen aan het bouwen is in het centrum. Met elk zo´n 20 tot 25 verdiepingen en met een zwembad op het dak. Bijna alle nieuwbouw in het centrum van Santiago is zo´n hoogbouwmoloch. Maar goed, ik sta daar dus voor een gesloten poort en wist ook niet welk huisnummer ik moest hebben. Er hing nl wel een paneel met drukknoppen en huisnummers erbij, maar daar heb je niet veel aan als je het juiste nummer niet weet. Plotseling werd ik aangesproken door een jonge man, die links van mij opgedoken was. Hij vroeg naar wie of wat ik op zoek was en dus vertelde ik dat ik op zoek was naar Francisco Llantén. Ik legde de klemtoon verkeerd en sprak zijn naam daarom verkeerd uit, maar hij was Francisco of eigenlijk Pancho, zoals iedereen hem noemde. Hij heette mij welkom in Santiago en ging mij voor naar zijn huis en liet me mijn slaapkamer zien de keuken en de douche. Hij zei dat ik maar even moest gaan zitten, zodat hij mijn kamer in orde kon maken, want na het vertrek van twee spanjaarden had hij daarvoor nog geen kans gehad. Pancho vroeg, hoe ik aan zijn adres was gekomen en toen ik hem dat vertelde, wist hij meteen weer wie Danny en Leisha waren. Ik had me even teruggetrokken in de badkamer en na nog even gebabbeld te hebben, zijn we naar een Chinees restaurant gegaan, ´n paar blokken verder, waar we heerlijk hebben zitten eten. Bij terugkomst spraken we nog enkele dingen af, die we in het weekend zouden (kunnen) gaan doen. Pancho vertelde dat hij en zijn band zaterdagavond een optreden hadden in een ´tent´ in Bella Vista, hét uitgaanscentrum van Santiago met vele restaurants, kroegen, disco´s, etc. Hij nodigde mij hiervoor uit, maar wist niet of hij kon regelen dat ik gratis mee naar binnen mocht. Ook was er ´n feest bij (muziek)vrienden van hem in een groot huis, slechts 2 blokken verder. En hij zou mij meenemen naar een museum, waar op dit moment een speciale tentoonstelling was. Nou ja, we zouden wel zien. Eerst maar ´ns gaan slapen. Voor mij was het duidelijk: ik was hier met m´n neus in de boter gevallen. Niet alleen het plekje van Pancho; een oase van rust en dat midden in het centrum van Santiago de Chile! Santiago leek ook wel een eerste klas partytown! Én.... niet geheel onbelangrijk; het klikte geweldig tussen Pancho en mij. We hebben, naast vele stukken serieuze conversatie, ook veel gelachen tijdens onze eerste avond en kennismaking.
05 april 2007 ´s-Morgens heb ik met 2 jongens en 2 meisjes uit Slowakije uitgebreid zitten ontbijten en babbelen. Elk jaar maakten zij met z´n vieren een trip van drie maanden door Zuid-Amerika, waarbij ze meestal in één land bleven, om de cultuur op te snuiven maar ook om diverse natuurgebieden te verkennen. Zij konden helaas maar twee nachten in het hostal blijven en moesten dus verkassen. Ik had nog een nacht extra kunnen boeken, net als José, maar daarna diende ik/wij ook te vertrekken. Men heeft een beperk aantal kamers in dit hostal en vol is nu eenmaal vol. Vandaag zou een rustig dagje voor me worden; ´n beetje rondwandelen door Mendoza en naar de busterminal om daar een ticket te gaan kopen voor de busreis naar Santiago de Chile. Een reisje van zo´n 5 uurtjes en zoals ik mezelf had bedacht zou dit ook wel een indrukwekkende reis worden, omdat je de Andes oversteekt over een pas, die op bijna het hoogste punt van Argentinië cq Chili ligt. In de stad nog geprobeerd te inernetten, maar ik kwam geen vrije machines tegen en op degenen, die ik wel geprobeerd heb, kon ik niet in het beveiligde deel van mijn weblog komen. Telkens kreeg ik het inlogscherm om mijn naam en wachtwoord in te geven, en als ik dat deed en op ´enter´ drukte dan kreeg ik dat scherm weer. Dus dat schoot niet op. Maar niet getreurd, het weer was prachtig en om in Mendoza rond te wandelen is zeker geen straf. Later nog even uitgebreid zitten lunchen. Ja, dat doet men hier later dan bij ons. In Argentinië begint men met een (vaak licht) onbijt en een hele stevige lunch. Tegen het eind van de middag neemt men koffie of thee met meestal iets zoetigs, zoals taart, muffin, of iets dergelijks. En dan ´s-avonds weer een stevige maaltijd. De restaurants beginnen pas om 20.30 uur met het serveren van ´cena´ of ´comida´, zoals diner genoemd wordt in het Spaans. In de supermarkt dicht bij het hostal heb ik broodjes en beleg gekocht, om dit later in het hostal op te peuzelen. Ik had nl geen zin, om weer ´n restaurantje op te zoeken en daar te gaan zitten eten. Vaak is het in de hostal met enkele mensen erbij gezelliger, want ieder rommelt zo zijn of haar kostje bij elkaar en je kunt bovendien gebruik maken van de keuken en (beperkte) apparatuur. Afwassen moet je natuurljk wel zelf doen... Later die avond ben ik nog even de straat opgegaan en heb dicht bij het grote park in het centrum mezelf verwend met een groot stuk chocoladetaart en koffie. Ben wel weer betijds richting hostal gegaan, want ik wilde niet al te laat gaan slapen.
04 april 2007 ´s-Morgens had ik tijd genoeg om m´n spullen in te pakken en daarna nog even de stad in te gaan. M´n broekband was nog niet helemaal droog, maar dat zou in Mendoza wel verder drogen; de rest was gelukkig wel al droog. De sleutel inleveren en vertrokken. Onderweg even koffie en wat eten en dan richting busterminal. Deze keer had ik zelfs een nóg luxere bus, dan op de heenweg. Onderweg werd het steeds bewolkter en op sommige momenten regende het; de ene keer harder dan de andere keer. Op ´n bepaald ogenblik onweerde het en toen kwam het met bakken uit de hemel gevallen; zo erg dat er verschillende auto´s op de pechstrook stopten. Pas zo´n 30 à 20 km vóór Mendoza werd het droog, maar aangekomen bij de busterminal begon het weer te regenen en heb ik maar de bus genomen richting centrum. Ik had toen ik wegging al een bed gereserveerd in het hostal, waar ik eerder heb verbleven, dus ik hoefde deze keer niet op zoek naar een slaapplaats; ik kon er meteen naar toe. Aangekomen in de hostal kreeg ik direct een toegangskaartje voor de concerten van die avond in één van de plaatselijke theaters. Hier zou een impressie van de laatste 30 jaar rock in Mendoza (zowel stad als provincie) plaatsvinden. José had dat kaartje voor me opgehaald; vanwege het beperkt aantal plaatsen moest je een toegangskaartje hebben, maar de toegang was gratis. Ik heb een zanger/songwriter gezien, die wel wat weg had van Neil Young, zowel qua stem als qua (gitaar)muziek en twee groepen, die rockmuziek speelde. Een ´n beetje jazzie en de ander nogal hard. Tegen middernacht was het afgelopen en ben ik langzaamaan richting hostal gewandeld. o.a door het grote park waar nog diverse standjes open waren met allerlei handgemaakte artikelen.
03 april 2007 ´s-Morgens werd ik bij mijn hostal opgehaald met een busje van Yandi Tours. Er zaten al meerdere mensen in en we gingen bij andere hostals en hotels langs, om nog meer mensen op te halen. We reden de stad uit en de eerste halteplaats was een tankstation met wegrestaurant anex winkeltje. Ik had nog niet ontbeten en kocht enkele broodjes en koffie. Toen ging het op weg naar een uitkijkpunt, een z.g. mirador genaamd San Francisco de Asis. Een plaats waar je een schitterend uitzicht hebt over een giga groot gebied. Aan één kant keek je in de verte naar San Rafael en naar de andere kant over een grote vlakte en dan hoge bergen, wazig te zien van zo´n grote afstand. Op de heuvel stond (uiteraard) een beeld van San Francisco met een offerplaats ervoor.
Ik ben deze hele dag op stap geweest (als énige Nederlander cq buitenlander) met ´n groep van 5 Argetijnse echtparen, die op vakantie waren in San Rafael en de hele dag hebben we door de mooiste natuur gereden. Vorige week hebben ze hier ´n week vakantie gehad en de meesten trekken er dan op uit. Er zijn ten slotte zeer vele interessante plekken in Argentinië, nationale parken en diverse mogelijkheden voor al dan niet avontuurlijke sportmogelijkheden. Na San Francisco reden we door een vulkanisch landschap en onze gids kon er uitgebreid over vertellen. Het ging weliswaar allemaal in het Spaans, maar in grote lijnen kreeg ik toch wel het meeste mee. Ik ben al bijna twee maanden in Spaanssprekende landen, dus dat mag onderhand ook wel. Op ´n bepaald moment naderden we een groot meer; Lago Nihuil, een kunstmatig meer van zo´n 1.800 ha. Hier stopten we bij het restaurant en verbleven er zo´n 1/2 uur. Het restaurant was tevens een soort dorpshuis voor de mensen, die in het naastgelegen park een (tweede) huis hadden. Allemaal vrijstaande laagbouwhuizen met allemaal een grote BBQ op het terras.
Het meest indrukwekkend was wel de rit door de Cañon de Atuel. Dit is een canyon met aan beide zijden bergen (lava)gesteenten in de meest uiteenlopende vormen en kleuren. We volgden ook de rivier, die op meerdere plaatsen onderbroken werd door een waterkracht-centrale. Sommige rotsformaties lijken op grote mensen, dieren, en wat je er al niet meer van kan maken. Soms zelfs een hele groep monniken, die met gebogen hoofd liepen te bidden. Indrukwekkend om te zien al deze adembenemende vormen; vooral als je je bedenkt dat het allemaal natuurlijk is gevormd! Nadat we aan het eind van deze canyon de Valle Grande inreden, stopten we bij een restaurant en hier hebben we gelunched. Het was inmiddels al half vier en dus had ik wel trek in een hapje. Onze gids vroeg, of ik ook zin had om te gaan raften. Nou heb ik dat nog nooit gedaan en ik had er ook geen geschikte kleding voor bij me, maar ik ben toch meegegaan. Ik wilde dat toch wel ´ns meemaken. We kregen ´n helm en zwemvesten uitgereikt en daarna kregen we nog ´n korte instructie, alvorens we te water gingen. Ik ging er droog in en na de ´rit´ kwam ik er drijfnat weer uit. Het was af en toe best wel spannend, want de stroomversnellingen en watervervallen bevatten ook veel kolken(jes) en dan is het maar de vraag, hoeveel water schep je op dergelijke momenten. Volgens mij zat ik toch aan de verkeerde kant, of op de verkeerde plaats want ik had geen enkel droog stukje meer aan m´n lijf. Gelukkig is mijn regenjack, die ik in het busje had laten liggen, nét lang genoeg om mij in m´n onderbroek verder te laten lopen/zitten. Op de terugweg naar San Rafael zijn we nog gestopt bij een grote fruitteler. Hier kon je vers fruit en/of verwerkt fruit, zoals jams, juses, etc. kopen. Ik liep er ´n beetje raar bij, dus ben maar niet naar binnen gegaan. Maar hoe dan ook; ik heb ´n schitterende dag en vooral middag gehad in een indrukwekkend en soms ook adembenemend stukje Argentijnse natuur. Terug in het hostal, heb ik meteen m´n drijfnatte kleren opgehangen en de volgende ochtend heeft de zon er nog ´n paar uurtjes z´n best op gedaan. Heb mezelf nog even wat opgefrist en ben daarna nog een hapje gaan doen in een gezellig restaurantje, waar ik toch wel érg veel heb zitten eten; ik kreeg het helaas niet helemaal op, maar het was heel lekker. Moe na zo´n dagje, maar wel heel voldaan kuierde ik op m´n gemak terug naar de hostal; ´n wandelingetje van zo´n klein 1/2 uurtje. Het is dan toch wel weer verbazingwekkend, hoeveel mensen je hier dan nog op dit uur van de dag, net voorbij middernacht, in restaurantjes ziet zitten eten.
02 april 2007 Vandaag ben ik van Mendoza naar San Rafael gegaan. San Rafael ligt zo´n 240km ten zuiden van Mendoza (en dus weer ´n stukje met de bus; zo´n 3 uur deze keer, dus dat valt mee... ) en is een toeristische trekpleister. Om soms wat aparts te zien, moet ik ook de toerist uitgehangen. En voor enkele dagen heb ik daar geen probleem mee. Het reizen met de bus is héél comfortabel in Argentinië en deze keer hadden we zelfs een hostess aan boord, die op ´n bepaald moment koekjes uitdeelde en later ook frisdrank. Een groot deel van de reis reden we evenwijdig aan de Cordilliero Occidental, ofwel het Andesgebergte tussen Argentinië en Chile. Bergen met wit besneeuwde toppen en soms prachtige kleuren. Schitterend! Het landschap zelf was hoofdzakelijk vlak en slechts hier en daar een beetje golvend. Halverwege de middag kwamen we aan in San Rafael bij de busterminal. Het was lekker weer en ik besloot eerst maar ´ns ´n stukje te gaan lopen; beetje de stad verkennen en tevens op zoek naar ´n hostal. De stad ziet er een beetje hetzelfde uit als Mendoza: brede straten en dito trottoirs met vele bomen. Wat wel direct opviel was de rust, die er over het algemeen heerstte op het moment dat ik er rondkuierde. Ook was er weinig verkeer en dus verbaasde het me om toch nog zo veel verkeerslichten te zien. Ik zag diverse hotels en ben bij enkele naar de prijs gaan informeren, maar schrok hier nogal van; véél duurder dan in Mendoza. Uiteindelijk kwam ik bij een hotel naar buiten, waar men mij voor twee bedden wilden laten betalen, terwijl ik maar in één bed tegelijk kan liggen en daar zat een man op een muurtje. Hij sprak mij aan en vertelde, dat de eigenaresse van dit hotel een beetje ´loco´ was, maar dat er verderop in de straat een veel goedkoper hostal te vinden was. Hij wees mij de weg en ik dus daar naar toe. Het begon ook al een beetje te schemeren, dus ik wilde toch wel snel onderdak zien te vinden. En dat vond ik dus op het aangegeven adres. In de kamer stonden twwe stapelbedden, waarvan er één was opgemaakt en de bovenste bedden geen matras hadden. Er was geen badkamer op de kamer, maar dat vond ik niet zo erg. In Mendoza moest ik die ook delen. Belangrijker is, dat alles er schoon uitziet. Ik nam de kamer en betaalde voor twee nachten, want men had mij ook verteld, dat er in San Rafael verder ook niet zo veel te beleven viel. Het was meer in de omgeving. Na mezelf wat opgefrist te hebben, ben ik het centrum ingewandeld en ben op zoek gegaan naar een reisagent, die ik eerder die middag al had gezien. Kon deze echter niet zo gauw meer vinden en heb toen een tour geboekt bij een andere. Daarna wat eten en nog even op zoek naar een internetcafé, echter nergens ´n vrije kompjoeter te vinden. Het viel me overigens tegen, hoe weinig internetcafé´s er hier zijn. Onderweg terug naar het hostal kwam ik langs een internetcafé, maar dat zou binnen 10minuten gaan sluiten, dus dat was ook geen optie. Omdat het de volgende ochtend vroeg dag zou zijn, ben ik maar op tijd gaan slapen.
01 april 2007 Tegen de middag kwamen er meerdere ´nieuwe´ mensen in het hostal. Twee daarvan, Babu (een Bask) en José (´n Argentijn) kwamen bij mij op de kamer. Ik moest nog wel even mijn schone was van het ene bed halen en opruimen, maar dat was geen probleem. Zowel Babu als José leken me wel aardige lui te zijn en dat bleek later ook. Toen ik halverwege de middag weer terug kwam op de kamer, was José net wakker van zijn middagdutje. Babu was al eerder de stad ingegaan. We zaten even wat te babbelen en besloten toen om samen de stad in te gaan. Deze zondag waren er diverse (kunst- en muziek-) activiteiten in de verschillende parken en straten daar in de buurt. Ik vertelde José over mijn mondharp en dat ik nog steeds niet wist, hoe dat instrument in het Spaans benoemd werd. Hij wist het ook niet en dus bleven we staan bij enkele muzikanten en vroegen we het. Mondharp in het Spaans is: el trompe, een makkelijk te onthouden naam. Alhoewel het instrument redelijk bekend is in Argentinië, weten niet veel mensen hoe het bespeeld moet worden, maar de mensen die ik erover sprak vonden het wel allemaal heel interessant. Vooral het geluid vindt men mooi en apart. José op zijn beurt vertelde mij alles over de ´mate´ en de eventuele rituelen daaromheen. ´Mate´ is een soort van kop waaruit (kruiden)thee gedronken wordt via een speciale lepel. Niet alleen in Argentinië maar ook in Bolivia is deze manier van theedrinken populair. Ik heb in Bolivia hele mooie gezien en ook ´n stuk voordeliger, dus wanneer ik daar weer ben, koop ik er eentje daar. De diverse kruiden voor de mate zal een kwestie zijn van uitzoeken en proberen. Ook is het een sociaal gebeuren, want je wordt regelmatig aangeboden mee te drinken. Nadat we een mooi stukje hadden gewandeld, zijn we eerst wat gaan eten in één van de vele restaurantjes. De avond ervoor had José enkele leuke kroegen ontdekt in een aardige buurt en dus gingen we daarheen. Het was heerlijk weer en op het terrasje was het goed toeven. Bovendien is het leuk, om mensen te bekijken die langskomen wandelen. José dronk een of andere sterke (kruiden)drank met cola; ik heb er even van geproefd maar vond het een ´gevaarlijk´ goedje. Het smaakt heerlijk en daardoor drink je het véél te snel weg. Ik heb het maar bij bier gehouden; leek me wel zo veilig. Tot nu toe heb ik nl niet veel gedronken. We zaten gezellig te babbelen over van alles en nog wat en dan is het ook zo laat. Het was al na tweeën, toen we terugwandelden naar ons hostal.
27 - 31 maart 2007 Dit wordt een samenvatting van de eerste week in Mendoza, Argentina. Ben nu bijna twee weken achter op m´n weblog en deze week is er niet heel veel spannends te vertellen. Was dinsdag, de eerste morgen in de hostal, te laat op om nog te kunnen genieten van een ontbijt. En omdat ik ook nogal wat vuile was had na mijn reisje door de woestijn rond Uyuni, ben ik eerst maar ´ns de stad ingegaan; was naar de wasserette en toen ergens wat gaan eten met ´n bak koffie erbij. Sinds ik in Argentinië ben, drink ik weer geregeld (lekkere) koffie. In Peru en Bolivia schenkt men vaak koffie-extract met heet water, hier heeft men koffiemachines. Het eerste dat opvalt in Mendoza, is dat alles er zo schoon uitziet en ook het gemotoriseerde verkeer is veel stiller en stoot ook minder roetpluimen uit. Was Bolivia al een verademing in vergelijking met Peru, in Argentinië lijkt het meer op bv Nederland dan ik gedacht zou hebben. Hoe dan ook, het is zo-wie-zo meer Europees georiënteerd, dan Zuid-Amerikaans. Rondwandelend door de (brede) straten valt het op, dat er zulke brede trottoirs zijn met vooral veel bomen, die een soort afdak vormen boven de straat. Dat geeft niet alleen een intiem gezicht en beleving, maar geeft de straten een avenue-achtig uiterlijk. Ook opvallend zijn de goten aan weerszijden van de straat. Dit heeft men van de Inca´s overgenomen, want die hadden dat ook in hun dorpen en steden. In die tijd was het vooral bedoeld, om (regen)water op te vangen en te leiden; nu worden deze goten gebruikt voor de afvoer van regenwater. En dat het hier behoorlijk kan regenen heb ik ook ervaren. Gelukkig was ik toen óf binnen óf zat ik in een bus. Een kleiner buitje laat ik me niet door afschrikken en loop ik wel doorheen, maar plensbuien ga ik liever uit de weg. Vooral woensdagavond en -nacht en donderdag heeft het behoorlijk geregend. Als je zo rondwandeld in deze stad (het is tevens de hoofdstad van de gelijknamige provincie) dan vallen ook de vooral oudere gebouwen op; deze zijn vaak in koloniale stijl gebouwd en bevatten veel ornamenten e.d. De nieuwe(re) gebouwen zijn vaak strak en kunnen mij niet echt bekoren. Wel zijn er vele bouwputten van appartementsgebouwen. Ongelofeloos hoeveel men er hier momenteel van bouwt. En de één nog weer luxer dan de ander. Het lijkt wel een competitie. Had de stad geen echte hoogbouw, met de komst van deze appartementen gaat dat in hoog tempo veranderen. Verder zijn er giga veel parken en parkjes; zoveel zie je zelden. Typerend voor heel Latijns-Amerika zijn de stratenplannen; deze zijn in vierkanten en meestal is het verkeer in elke straat één richting op, bv van oost naar west of van zuid naar noord. Dit gaat dan om en om. Echter in Mendoza heb je ook meerdere hele brede straten, waar je tweerichting verkeer hebt. Na enkele dagen heb je wel door, welke straten dat zijn en aan dit soort avenue´s heb je ook de meeste winkels en winkeltjes. Om kort te gaan: Mendoza is een hele groene stad en ondanks het feit dat er diverse héle drukke straten zijn, heerst er op ´n bepaalde manier toch een redelijke rust. Ook de oude auto´s (soms wel meer dan 40 jaar oud!), die je hier ziet rondrijden, moeten blijkbaar aan bepaalde eisen voldoen. Soms stinken ze wel, maar de uitstoot is schijnbaar minimaal. Je ziet hier veel Fiatjes 600, Renault 12 en giga veel Peugeots 504, die vooral als taxi worden gebruikt. Omdat ik nog steeds wat last had van kortademigheid, ben ik woensdagochtend naar het ziekenhuis gegaan voor een concult cq onderzoek. Dit had nogal wat voeten in de aarde, want ik moest van de ene naar de andere afdeling en tegen de tijd dat ik die allemaal gehad had, was het middagpauze tot 15.30 uur. Ik moest tegen die tijd maar terugkomen voor de uitslag en het (eventuele) onderzoek door de arts. Er werden longfoto´s (röntgen) gemaakt, bloed afgenomen, bloeddruk gemeten, etc. etc. Toen ik ´s-middags terugkwam, hoefde ik gelukkig niet weer in de wachtkamer plaats te nemen, maar voordat ik werd geholpen door de arts, duurde nog wel bijna ´n uur. Hij bekeek mijn gegevens en beluisterde mij geruime tijd met z´n stethoscoop. Hij kwam tot de conclusie dat ik helemaal gezond was, maar dat mijn bronchiën licht waren aangetast. Hiervoor kreeg ik medicijnen (´n inhaler) voorgeschreven, die ik zo´n vijf dagen zou moeten gebruiken; ´s-morgens en ´s-avonds. Nou, dat heeft wel geholpen, want nu heb ik nergens meer last van en voel me prima. Op ´mijn´ kamer in de hostal stonden drie bedden. Eentje daarvan was de eerste dagen bezet door een Chileen, maar die reisde weer verder en verliet Mendoza. Vrijdagsmorgens kreeg ik een (nieuwe) kamergenoot; deze keer een Zweed. Een typische kerel. Toen ik de kamer binnenkwam, vroeg hij mij hoe laat het was. Hij had even op bed gelegen en geslapen. Ik vertelde hem de tijd van dat moment en hij vroeg me of dat de exacte tijd was. Een beetje verbaasd vroeg ik hem: ´Hoezo exacte tijd? Is dat zo belangrijk voor je? Het kan misschien 5 minuten vroeger of later zijn, maar dit is ongeveer de tijd.´ Hij vond dat hij het exact moest weten, om te controleren of de bussen wel op tijd reden! Hij had nl nog geen enkele keer een bus gehad, die op tijd was vertrokken. Hoe belangrijk kunnen dingen voor je zijn, als je aan het reizen bent en je eigenlijk alle tijd van de wereld hebt, nietwaar? De volgende dag ging ´ie op zoek naar een ander hostel, want blijkbaar wilde hij toch een kamer voor zichzelf.
26 maart 2007 Volgens mijn informatie zou de bus naar Mendoza eigenlijk om 00.35 uur moeten vertrekken, maar helaas... Dat bleek dus niet zo en uiteindelijk vertrok deze pas om 03.45 uur, dus ruim drie uur later. Toen ik op ´n gegeven moment bij het loket van de busmaatschappij (El Rapido!) ging vragen, wanneer de bus zou komen, bleek de man aardig geïrriteerd. Blijkbaar waren er al diverse mensen mijn voor geweest met dezelfde vraag. Hij ratelde een verhaaltje af en wat ik er uit opmaakte was, dat de bus rond 03.30 uur zou arriveren. Nog maar ´n bakkie koffie gaan drinken, wat rondwandelen en ondertussen werd het steeds rustiger op de terminal. Wel kwamen en gingen er met enige regelmaat diverse bussen van en naar allerlei bestemmingen, behalve naar Mendoza. Ik kreeg weer trek in een hapje en ging naar het eettentje, waar ik eerder de hamburger had gegeten, want die was voortreffelijk. Nu bestelde ik een lomo común, ofwel een baquette met (warm) rundvlees. Nou, dat was helemaal een grote hap, maar smaakte eveneens prima! (En kostte slechts 0.75) Nog wat gedronken en toen ben ik op een bankje gaan zitten, op een plaats waarvan ik dacht dat daar de bus zou stoppen. Ik ben op ´n gegeven moment in slaap gesukkeld, maar werd gelukkig nét op tijd wakker, om te ontdekken dat bijna alle mensen die met die bus meemoesten al ingestapt waren. Ik snel naar de bus en m´n rugzak in het bagageruim geladen en instappen. Nog geen drie minuten later vertrokken we! Wat was ik blij, dat ik op tijd wakker was geworden! De bus was tot de laatste plaats toe bezet en ik was dus blij dat ik tijdig had gereserveerd. Ik zat deze keer langs het gangpad en kon mijn benen dus iets meer ruimte geven, maar van slapen kwam niet zo veel. Af en toe viel ik wel weg, maar het was meer doezelen en bovendien was het behoorlijk warm in de bus. Later zou blijken, dat de airco kapot was. Omdat het in Argentinië één uur later is dan in Bolivia is het ´s-morgens ook ´n uur later licht; pas tegen zevenen. Echter toen reden we al weer in een grote plaats, Tucumán geheten, en stopten bij de plaatselijke busterminal. Deze was zo mogelijk nog groter dan in Jujuy en ik was blij even uit de bus te kunnen en m´n benen te strekken. Heb water gekocht, koffie gedronken en toen was het weer tijd om de bus in te gaan. Was ook nog naar de aanwezige supermarkt gelopen, maar die was helaas nog gesloten. In de diverse kiosken vond ik niks naar mijn gading wat eten betreft. In Peru en Bolivia had men bijna overal bruin brood, maar hier in Argentinië moet je dat écht gaan zoeken! Bijna niet te vinden. Ik dacht dat we na ongeveer 2 uurtjes wel weer een stop zouden hebben, maar dat bleek pas na 3.1/2 uur te zijn in Catamarca. Vanaf Tucumán waren er meerdere vrije plaatsen in bus en ik besloot om aan het raam te gaan zitten, zodat zowel mijn medepassagier als ik meer ruimte hadden voor onszelf. Ondertussen reden we door een schitterend landschap en ik heb er van genoten. Weliswaar vlak en af en toe ietsje golvend, maar op de achtergrond de bergen en het mooie zonnige weer. Maar als dit landschap dan verder de hele dag door nagenoeg hetzelfde blijft, ach dan is er niks mis mee, om af en toe een oogje proberen dicht te doen, nietwaar? En soms sukkelde ik ook even weg, maar nooit voor lang. Tegen het middaguur arriveerden we in Catamarca bij een veel kleinere busterminal, dan de vorige twee. Hier ben ik direct naar de supermarkt gewandeld en heb enkele inkopen gedaan. Toen ik later in de bus broodjes zat te maken en op te peuzelen, moest mijn medepassagier daarom smakelijk lachen. Waarschijnlijk is dat niet te doen gebruikelijk hier, maar daar kan ik geen rekening mee houden. Wel dan? Ik doe maar wat mij goed dunkt en zolang ik er niemand mee lastig val, kan het ook geen probleem zijn. Buiten was het hardstikke mooi weer en ik vond het eigenlijk jammer, dat ik nu in de bus zat, waar de temperatuur toch wel steeg. Ondanks dat er steeds minder mensen meereden. De weinige ramen, die open konden werden geopend en daardoor waaide er een ´verkoelend´ briesje, maar echt aangenaam was dat niet. De volgende halteplaats was La Rioja, waar we om kwart over twee aankwamen. Wat is het dan lekker, wanneer je even de bus uitkunt, om je buiten in een heerlijke temperatuur even te ontspannen en wat rond te wandelen. Doordat we door al die plaatsen reden, kreeg ik ook ´n beetje betere indruk van Argentinië. Men had mij al verteld, dat het niet te vergelijken was met andere landen, die ik al bezocht had, zoals Peru of Bolivia. En dat klopt ook. Om te beginnen zijn de wegen ´n stuk beter en zien de steden er meer Europees uit, dan mijn idee van Zuid-Amerika. Niet dat ik al veel van Z-A gezien heb, maar toch. Je ziet hier ook geen mensen in indianenkledij, maar wel blond- en roodharigen. Ook de kleding is ´typisch´ europees, in ieder geval westers. De Argentijn beschouwt zichzelf meer Europeaan, dan Zuid-Amerikaan. Wellicht heeft dat te maken met de giga grote hoos aan immigranten uit bv Italië, Spanje, Duitsland, Frankrijk, Hongarije, etc. etc. In La Rioja had ik mijn rugzak uit het bagageruim gehaald, want er was plaats genoeg in de bus en ik had gezien dat men hem regelmatig uit en in de bagageruimte had geladen. Ook was hierdoor één van de bandjes losgeraakt, waarmee ik mijn slaapzak aan m´n rugzak had vastgemaakt. Bovendien had ik nu ook een behoorlijk ´kussen´ om mijn hoofd op te laten rusten in een poging om toch nog wat slaap te pakken te krijgen. Je doet wel niet veel anders dan ´hangen´ op zo´n dag, maar mede door de temperatuur, wordt je er evenzogoed hardstikke moe van. Wanneer ik door de voorruit van de bus keek, zag ik een lange rechte weg vóór ons, die dan weer iets omhoog liep en dan weer iets daalde. Af en toe een flauwe bocht naar links of rechts en het vooral groene landschap; meestal struiken en bossages met op de achtergrond bergen. We stapten weer in de bus en gingen op weg naar San Augustin, waar we om iets na vijven arriveerden. Ondanks dat er enkele ramen openstonden en het daardoor behoorlijk doorwaaide, was het toch behoorlijk warm in de bus en ik was blij er weer even uit te kunnen. In San Augustin is een kleine terminal en er zijn helaas geen winkeltjes. Tegenover de terminal was er slechts één. Hier ben ik even naar toe gewandeld, want mijn water was op en ik had ook wel zin in ´n knabbeltje. Weer terug bij de bus, werden we verzocht in te stappen en snel daarna reden we het dorp uit. Ik had voor mezelf vier zitplaatsen en hiervan maakte ik een slaapplaats en het lukte me wonderwel toch in slaap te vallen. Toen ik weer wakker werd reden we door een geheel ander landschap, nl. wijngaarden. Hierdoor dacht ik, dat we al in de buurt van Mendoza zouden zijn. Ik ging daaraan twijfelen, toen ik het bordje Aeropuerto de San Juan zag staan en even daarna het vliegveld zelf zag. De wijngaarden zien er hier heel anders uit, dan bv in Frankrijk. Hier heeft men draden gespannen en daarop rust een bladerdek; heel apart. Het ziet er van ´n afstandje net uit als ´n zuilengallerij met een dak er op. Ook was de druivenpluk in volle gang, want ik zag op sommige plekken veel kisten met druiven staan en ook vrachtwagens volgeladen met druiven. Her en der waren ook klusters van huizen en af en toe zag ik een grote (verwerkings)hal. Een ander opvallend element vond ik de typische cypressebomen, die er hier veel van waren. Blijkbaar hoort dat bij de druiventeelt. Op ´n gegeven moment reden we een plaats binnen, maar ik had geen naambordje gezien en bij de terminal aangekomen, dacht ik in Mendoza te zijn. Dat was dus niet zo; dit was San Juan. Deze terminal was langgerekt en er was plaats voor een behoorlijk aantal bussen. Ook hier geen winkeltjes. Wel een restaurant, maar dat was (nog) gesloten en zou pas om 20.30 uur opengaan. Toch even wat wandelen en vooral enkele been-oefeningen doen. Ik was intussen al zo´n 16 uur aan het reizen en ook al had ik bij elke (zij het korte) stop wat gewandeld, op den duur begon ik m´n benen behoorlijk te voelen. We stapten weer in en tegen acht uur verlieten we San Juan voor het laatste stuk naar Mendoza. Inmiddels was het ook donker geworden en viel er dus buiten weinig meer te zien. Ik besloot om een nieuwe poging tot slapen te doen en dat lukte me deze keer bijzonder goed. Zelfs zo goed, dat één van de medepassagiers mij wakker moest maken, toen we al stil stonden bij de terminal in Mendoza. Mijn benen staken dwars over het gangpad en hij kón er over heen stappen, maar wekte mij gelukkig. Ik wist even niet waar ik was, maar besefte wel dat ik heel snel moest zijn, want er waren niet al te veel passagiers meer in de bus en bijna iedereen was al uitgestapt. Gauw m´n schoenen aangetrokken en m´n spullen gepakt en de bus uit. Net op tijd, want even later werd de binnenverlichting uitgedaan, de deuren gesloten en reed de bus weg. Er werd niet gecontroleerd, of er nog iemand in zat. De terminal in Mendoza is een giga grote terminal in een U-vorm met zo´n 60 doks voor de bussen op het binnenplein. Per dok was er minstens één deur naar een brede gang en hieraan waren winkeltjes, restaurantjes en kantoren/loketten van de busmaatschappijen. Mendoza is ook een centrum van busverbindingen, zowel noord-zuid als van west-oost (en omgekeerd) en het was daardoor ook behoorlijk druk. Nog een beetje duf stapte ik die gang binnen en ging eerst maar ´ns op zoek naar iets te eten en te drinken. Koffie zou welkom zijn. Het was al over tienen en ik wilde me ook even rustig oriënteren. Ik stapte ´n restaurantje binnen, bestelde koffie en een supertosti en nadat ik dat naar binnen had gewerkt, ging ik aan de andere zijde van de terminal m´n licht opsteken over wat de mogelijkheden waren, om ín of dichtbij het centrum van Mendoza te komen. Het eerste dat me direct opviel toen ik buitenkwam, was het vele groen; vooral veel bomen! Het tweede was de giga lange rij wachtenden voor de taxi-standplaats, dus dat was ook geen optie, alhoewel de regelateur me vertelde dat het niet zo lang zou duren en het ook niet duur was. Ik dacht er aan te gaan lopen. Dat zou tevens goed zijn voor de bloedsomloop in m´n benen, maar eenmaal onder het bladerdek van de bomen vandaan, voelde ik wat gedruppel en mede gezien het tijdstip dacht ik er beter aan te doen, een bus te nemen richting centrum. Bij de bushalte vóór de terminal vroeg ik welke bus ik daarvoor moest nemen en ik werd naar de overkant van de straat verwezen, waar iets verderop ook een halte was. Niet lang daarna stopte er een (lege) bus, die mij meenam. Ik wilde de chauffeur betalen met een bankbiljet, maar zo werkt dat hier niet in Mendoza. Ik diende kleingeld in de automaat te doen, die door de chauffeur via een apparaat op het dashboard werd bediend. Helaas had ik geen kleingeld en mocht ik gratis mee! Wat een service! Binnen no-time waren we in het centrum en onderweg had de chauffeur me enkele belangrijke straten, die we kruisten, aangeduidt. Op ´n bepaald moment stopte hij en wees me op een hotel aan de andere kant van de straat. Hij zei erbij, dat mocht dit hotel vol zijn er in deze buurt (centrum) vele hotels of hospedajes te vinden waren en dat het daarom niet al te moeilijk zou zijn, om onderdak te vinden. Ik bedankte hem hartelijk voor de geboden service en stapte uit. Wat me vooral was opgevallen tijdens deze busreis, waren de laanachtige straten; bomen aan weerskanten van de weg en hun bladerdek dat elkaar raakt. Schitterend! Ik stak de straat over en klopte aan bij het door de chauffeur aangewezen hotel. Helaas was dit volgeboekt en op mijn vraag, waar ik dichtbij andere mogelijkheden kon vinden, werd ik ´n bepaalde richting op gewezen. Ik liep nog geen 50mtr., toen er een jongen aan kwam lopen en ik vroeg hem, of hij iets wist. Nou, niet direct maar hij liep wel even met me mee. Hij bleek ook Nederlander te zijn en was blij even in het Nederlands te kunnen babbelen en wilde nog wel even ´n biertje gaan drinken, zodra we onderdak hadden gevonden voor mij. Bij de eerste de beste straathoek gingen we een volgende straat in en nog geen 100mtr. verder zagen we een hostel. Hier was nog plaats, alhoewel ik de kamer moest delen met een Chileen en er alleen maar centrale badkamers waren. Alles zag er schoon uit en het oogde bovendien erg huiselijk. Ik besloot de kamer te nemen en kon eventueel de volgende dag op zoek naar iets anders, mocht dit me alsnog niet bevallen. Ook de prijs viel me héél erg mee, tenminste voor Argentijnse begrippen. Tim (de Nederlander) stond even in de hal op me te wachten, terwijl ik mijn gegevens in het hotelboek schreef en daarna m´n spullen naar de kamer bracht. Hierna gingen we op zoek naar een cafeetje, wat we snel hadden gevonden en we bestelden ´n liter fles bier. Tim was nogal gestressed en toen ik hem vroeg, hoe dat kwam, vertelde hij overvallen te zijn en al z´n spullen kwijt te zijn. Hij zou met een of andere spray in z´n gezicht zijn gespoten en toen ´ie daarop niets meer zag, werden z´n rugzak en andere spullen van z´n lijf gerukt. Dat alles zou in de buurt van de busterminal in Mendoza zijn gebeurd aan het eind van die middag. Ik kon het eigenlijk maar moeilijk geloven, want er loopt daar niet alleen redelijk wat bewakingspersoneel rond, zowel binnen als buiten, maar ook heb ik de nodige politie-agenten daar gezien. Hoe dan ook, ik voelde me daar behoorlijk veilig. Zeker niet ónveilig. Na nog ´n fles bier besteld te hebben, kwamen de reisverhalen boven en hebben we informatie uitgewisseld. Tim was al ´n jaar aan het reizen en had heel Zuid-Amerika bereisd, inclusief Brazilië en zelfs Frans Guyana. Hij was in Mendoza aangekomen, om even tot rust te komen, alvorens richting Buenos Aires te vertrekken en dan terug te keren naar Nederland. Nu zou die, met geleend geld, de volgende ochtend vroeg naar Buenos Aires gaan, om daar een nieuw paspoort te regelen en dan zo spoedig mogelijk terug naar Nederland. Zijn reis werd door die overval dus met ´n paar weken bekort, maar dat vond ´ie niet zo erg; zijn jaar reizen zat er hoe dan ook toch bijna op en hij vond het bovendien ook weer ´ns tijd worden om terug te gaan. De ´kroeg´ ging sluiten en Tim liep nog even ´n stukje mee terug richting mijn hostal. Daar bijna aangekomen, namen we afscheid van elkaar en ik heb hem het allerbeste en veel succes gewenst. Ik kon verder ook niks aan zijn situatie veranderen. Alleen een luisterend oor bieden en dat vond ´ie voldoende; hij was blij weer even in het Nederlands te kunnen babbelen. Ik ging naar mijn kamer, waar ik niet lang daarna in een diepe coma viel.
25 maart 2007 Na een voortreffelijke nacht (ik was slechts één keer wakker geworden, om het potje op te zoeken), was ik al weer redelijk betijds wakker. Even snel onder de straal water door en dan ontbijten in het restaurant van het hotel. Het had volgens mij bijna de hele nacht geregend, want de stoep was nog behoorlijk nat, maar gelukkig begon de zon weer door de wolken heen te breken. Het was helaas niet mogelijk, om mijn rugzak in het hotel achter te laten en dus nam ik die maar weer mee. Om hem achter te laten bij de busterminal leek me, gezien de hoeveelheid bagage, niet erg verstandig. Stel ´ns voor dat ik hem ergens onderuit moet zien te vissen, wanneer ik ´s-middags terug zou komen. Het internetcafé van de avond ervoor was gesloten, dus helaas geen internetten. Later realiseerde ik me dat ik langs nog een internetcafé was gekomen, toen ik het dorp binnenkwam. Toen ik daar dus naar toe ging, kreeg ik te horen dat men om 13.00 uur ging sluiten. Ondertussen was het al bijna kwart voor één; nou ja, dan maar snel even m´n meelboks bekijken. Bij de bakker had ik broodjes gekocht en in een winkeltje beleg gehaald en dat heb ik in een parkje tegenover dit laatste intrnetcafé op zitten peuzelen. Het was heerlijk weer, kon mijn rugzak afdoen en even genieten van de rust. Want dat moet gezegd; was het in Bolivia al een heel stuk beter betreffende het geluid van auto´s, bussen en vrachtwagens, hier in Argentinië was het nóg rustiger, op ´n enkele uitzondering na. Wellicht dat het scheelde, omdat het nu zondag was. Op ´n bepaald moment ben ik naar ´n restaurantje gegaan en heb daar wat zitten eten. Ik wist niet of de bus ´s-avonds nog ergens zou stoppen, zodat ik nog iets te eten kon kopen. In ieder geval had ik dan wat warms gegeten. Heb nog even wat aantekeningen zitten maken en ben toen richting busterminal gegaan. Had onderweg daar naartoe graag nog enkele dingen ingekocht, maar helaas waren alle winkeltjes gesloten. Tegen half zes kwam ´mijn´ bus aanrijden en ik checkte in; m´n rugzak ging in het bagageruim. Het was een luxe bus en ik zat bovenin, zodat ik een goed uitzicht had. Ik vertelde al, dat La Quiaca een kleine plaats is, maar toen we gingen rijden, bleek dat er behoorlijk werd gebouwd; de zg nieuwbouwwijken. Wat ik hier nooit had verwacht en het verbaasde me daarom nogal is, dat er allemaal dezelfde huizen werden gebouwd; allemaal twee onder één kap. Ook waren deze huizen niet zo heel erg groot, eerder aan de kleine kant. Het zou bijna een nieuwbouwwijk in Nederland kunnen zijn. Ware het niet, dat op elk huis een watertank gebouwd werd. Redelijk snel reden we door landelijk gebied en dat was behoorlijk vlak met in de verte, zowel links als rechts, de bergen. Op sommige momenten reden we tussen de bergen door en dat gaf een giga uitzicht in de dalen, waar ook ´n rivier(tje) stroomde. Bij een controlepost van de politie stopte de bus en even later kwam de conducteur, om te vragen van wie de bagage was met nr. 117. Nou, dat was dus mijn rugzak en ik werd verzocht naar buiten te komen. Ik moest mijn paspoort aan de politiedame laten zien en toen ze blijkbaar mijn leeftijd zag en hoe ik gekleed was, pakte ze m´n rugzak op en zette die weer in het bagageruim. Ik hoefde niks te openen of verder te laten zien. Waarschijnlijk heb ik een vertrouwenwekkend uiterlijk, of het moet mijn onnozele houding zijn geweest, die ik altijd in dit soort situaties hanteer. Frappant vond ik wel, dat van alle bagage juist mijn rugzak er tussen uit genomen werd. Even later kachelden we weer verder. Wat mij ook opvalt in Argentinië, is dat de wegen hier erg goed zijn en de bus daarom met een behoorlijk gangetje door kan kachelen. We stopten in enkele plaatsen, om mensen uit en in te laten stappen. Op ´n bepaald moment was er weer een politiecontrole, de bus moest aan de kant en iedereen moest uitstappen. Ik kon blijven zitten als ik wilde, want ik was al gecontroleerd, maar ik wilde toch even m´n benen strekken en was ook wel ´n beetje nieuwsgierig hoe het er aan toeging bij zo´n controle. Ik vroeg aan iemand, die ook in de bus zat, waarom al die controle´s. Ze vertelde dat dat vooral te maken had met smokkel, illegalen en drugs. Ondertussen stonden alle passagiers in ´n dubbele rij en werden hun papieren en handbagage gecontroleerd. Van sommigen werd ook hun bagage uit het bagageruim gehaald en gecontroleerd. Alles bij elkaar ging het redelijk snel en na ongeveer ´n kwartiertje draaiden we weer de weg op. Ondertussen was het donker geworden en was er buiten dus weinig meer te zien. Totdat we tegen half elf Jujuy binnenreden; een behoorlijk grote plaats, waar we naar de busterminal gingen. Jujuy is niet alleen een grote plaats, maar ook een (verbindings)centrum vanwaar je diverse bussen kunt nemen naar allerlei steden in Argentinië en ook daarbuiten. De busterminal bevat ook diverse kantoren van busmaatschappijen met daartussen allerlei winkeltjes en shopjes en ook enkele eettentjes, die zich aan de buitenzijde bevinden. Volgens mijn informatie, zou ik hier ongeveer 2 uur moeten wachten op de bus naar Mendoza. Daarom ben ik eerst maar eens rond gaan wandelen en heb toen besloten, om een hamburgertje te gaan eten. Nou, dat hamburgertje was een flinke hap; ´n groot broodje, dito hamburger met ham en gebakken ei met veel salade en tomaat. En dat alles voor ´n bedrag van 0,80!
24 maart 2007 ´s-Morgens om kwart voor zeven kregen Maja en ik een bonnetje van de conducteur met de mededeling, dat we in de restauratiewagon konden gaan ontbijten. Dat was een verrassing, maar ja, eigenlijk had ik er ook ´dik´ voor betaald. Het ontbijt bestond uit brood, crackers, ´n muffin en ´n gebakken ei met koffie en jus en ik liet het me goed smaken. Ik moest wel snel zijn, want iets na zevenen rolden we het station van Villazon binnen. Mijn eerste plan was, om in Villazon te overnachten, (want ik was behoorlijk moe na drie dagen hobbelen in een jeep, weinig slaap en ´n vermoeiende treinreis) en ´n dag later de Argentijnse grens over te steken. Echter Villazon is maar een klein plaatsje en er zijn maar twee hotels, waarvan eentje vol was en bij de andere kreeg ik te horen ´s-middags terug te komen. En dan nog was het niet zeker, of ik een kamer kon krijgen. Dus besloot ik de grens nu maar over te steken en aan de Argentijnse kant een hotel op te zoeken. Om Bolivia uit te gaan kostte me ongeveer ´n kwartier, dus dat viel mee. Maar dan.... Er stond een giga lange rij wachtenden, om de Argentijnse grens over te steken. Alles bij elkaar duurde het ruim vier (!) uur, voordat ik mijn paspoort af kon geven aan de douanebeambte, die niets anders deed, dan in mijn paspoort kijken en in de computer opzocht, of ik een mogelijk gezochte persoon was. Daarna gaf hij mijn paspoort af aan twee collega´s (man en vrouw), die hevig verliefd zaten te doen en die uiteindelijk enkele stempeltjes in mijn paspoort zetten. Volgens mij kon het allemaal vijftig keer sneller, maar ach, je bent in Zuid-Amerika hè en niet in Europa. Ondertussen was het behoorlijk opgewarmd en kon ik m´n jasje uitdoen, m´n rugzak aantrekken en ben ik gaan lopen richting het centrum van La Quiaca. Het viel me op, dat het zo rustig was, maar grote verschillen met Bolivia waren er (nog) niet. La Quiaca is ook maar een klein plaatsje en ik was dus al snel in het centrum, voor zover je van centrum kunt spreken. In het centrum was ook de busterminal en hier heb ik eerst informatie ingewonnen, alvorens terug te moeten lopen voor een bank voor Argentijns geld. Dan op zoek naar een hotel, wat ik snel had gevonden. Het was niet echt goedkoop, maar ik wilde gewoon een goed bed, ´n goeie douche en effe rusten! Intussen was het al halverwege de middag en ik viel als ´n blok in slaap. Had gelukkig wel m´n wekkertje gezet en was tegen zevenen wakker. Aankleden en dan naar de busterminal, want eerder was het kantoor dat ik moest hebben, gesloten. Gelijk een busticket gekocht naar San Salvador de Jujuy en vandaar naar Mendoza. Zondagavond om 17.30 uur zou ik vertrekken naar Jujuy, een rit van iets meer dan 5 uur.
Toen de busreis geregeld was, ben ik eerst op zoek gegaan naar ´n restaurantje, want ik had behoorlijke trek gekregen. Na een copieuze maaltijd en (eindelijk weer ´ns) ´n goeie bak koffie, ben ik naar ´n internetcafé gegaan. Héél even maar, want men ging al vroeg sluiten. Toen ik buitenkwam, begon het te regenen en ben dus direct naar mijn hotel gegaan, om niet al te lang daarna in een diepe coma te raken...
23 maart 2007 Volgens plan zouden we om 05.00 uur vertrekken naar de geisers, maar dat werd uiteindelijk pas kwart voor zes. Het begon al licht te worden en er hingen wat wolkenflarden, die roodachtig begonnen te kleuren. Een practig schouwspel zo boven die bergen. De eerste stop was bij een geiser op bijna 4.900 mtr. hoogte en spoot zo´n 130 mtr. hoog volgens het bordje, dat er bij stond. Ik satk mijn hand in de ´stoom´ en deze had een aangename temperatuur van zo´n 40 graden C. Wel maakte deze geiser een behoorlijk lawaai, vooral gesis. Een paar honderd meter verder, waar ontelbare geisers waren en ook diverse borrelende modderpoelen en overal kwam ´stoom´ vandaan of uit. Indrukwekkend en héél apart. >eker wanneer je je bedenkt dat dit water z´n oorsprong heeft in de Grote Oceaan! We stonden als het ware midden in de rook en deze had een onaangename reuk, waarin zwavel overheerste. Vanaf hier gingen we naar een natuurlijke bron, Aguas Caliente. Boven deze bron had men een bassin gemaakt en vele mensen namen een duik in het warme water. Ondertussen begon het in de zon al aardig op te warmen en maakten onze gids en zijn assistent het ontbijt voor ons klaar. Heerlijk gegeten en na alles opgeruimt te hebben, ging het weer verder. Het zou weer een woestijndagje worden en het eerste (en voor mij meest) indrukwekkende stuk heette Desierto Salvador Dali. Deze naam was een eertbetoon aan de grote meester, mede gezien de gigantische kleurenpracht en de vormen van de rotsen en bergen. Fantastisch! Ook kwamen we langs de Vulcano Lincacabur, waarvan de éne helft in Bolivia en de andere helft in Chili ligt. Een bezoek aan de Laguna Verder leerder ons, dat het water groen is vanwege het aanwezige koper. Vandaar de naam. Dit meer heeft een oppervlakte van +/- 20 km2 en ligt zo´n 20 km van de Chileense grens en ongeveer 450 km van Uyuni verwijderd. Het zou ongeveer 8 à 9 uur rijden zijn vanaf hier terug naar Uyuni. Na enkele uren hobbelen stopten we in een dorpje en hier hebben we een vegetarisch lunch genoten. Zou volgens plan de Laguna Verde onze laatste stop en bezienswaardigheid zijn, onze uiteindelijk laatste stop was bij giga grote lava-rotsformatie. Prachtig en indrukwekkend om deze lava-rotsen te zien; je kunt er diverse dieren uithalen en enkele daarvan zijn bijna niet te overzien van dichtbij! Om een indruk te krijgen van de enorme afmetingen, vroeg Gry mij om vóór één van die lava-rotsen te gaan staan, zodat ze een foto kon maken. (Ze zou ook een CD-rom maken met alle foto´s van de afgelopen dagen en die naar mij opsturen, zodra ze weer terug is in Noorwegen.) Toen we weer vertrokken, reden we zeker zo´n 25 minuten lang langs lava-rotsen, die er van deze afstand uitzagen als gebouwen van een groot dorp! Ongelofeloos en onvoorstelbaar, wanneer je je bedenkt wat een natuurgeweld er hier heeft plaatsgevonden in een ver verleden. Een laatste en sanitaire stop werd gemaakt in San Cristobal, een klein dorpje op ´n kleine 100 km vóór Uyuni, waar we rond vijf uur aankwamen. We waren allemaal ´n beetje gaar van alle indrukken, gehobbel en weinig slaap en het liefst zouden we ´n douche nemen en even gaan slapen. Danny, Leisha, Maja en ik hadden al een treinticket voor deze avond geregeld. We zouden om 22.15 uur met de nachttrein uit Uyuni vertrekken naar Villazon aan de grens met Argentinië. Helaas lukt dat voor Gry en Dor niet meer en die namen hun intrek in een hotel, om het de volgende dag nogéens te proberen. Wel gingen we, ter afsluiting van deze 3 geweldige dagen, met z´n allen uitgebreid en lekker eten in een gezellig restaurant. Gry en Dor hadden het op ´n gegeven moment wel gehad en gingen naar hun hotel. Maja, Danny en Leisha wilden nog wat internetten en ik was, met het bestellen van koffie, aan de babbel geraakt met twee duikinstructeurs; Jim (uit UK) en Mary (uit Zweden). We hebben héél gezellig zitten babbelen en informatie uitgewisseld. Zij waren vanaf januari aan het reizen en wilden via La Paz en Cocacabana naar Cusco en Muchu Picchu, om vandaar richting Equador te gaan. Hier wilden ze dan proberen om duiklessen te gaan geven. Tegen half tien heb ik afscheid van hun genomen en ben naar het station gewandeld, waar even later Maja, Danny en Leisha ook kwamen aanlopen. Maja en ik zaten naast elkaar, maar hebben van plaats gewisseld met een Nederlands stel, zodat die naast elkaar konden zitten. Danny en Leisha zaten in een ander rijtuig. Voor ons was het een luxe wagon (1ste klas en we hadden daarvoor ook een hogere prijs betaald) en we kregen kussens en dekens uitgereikt. Ook al kon de stoel redelijk plat, ik heb toch bijna niet geslapen, want m´n benen zijn te lang en het was redelijk warm bovendien.
22 maart 2007 Om zeven uur zaten we aan het ontbijt en nadat we onze spullen hadden ingepakt en op de imperiaal geladen, vertrokken we richting Laguna Roja, ofwel het Rode Meer. Dit meer op zo´n 330 km van Uyuni heeft een oppervlakte van +/- 60 km2 en er huist een grote kolonie flamingo´s. Het grootste deel van de dag rijden we door woestijngebied, de zg Desierto Siloli. Dat klinkt wellicht eentonig of saai, maar dat is het beslist niet. Integendeel! Adembenemende uitzichten, spectaculaire kleuren en dito rotsformaties, vaak gevormd door vulkaanuitbarstingen. Namen als Montaña de Siete Colores, ofwel de 7-kleurige berg doen de kleurenpracht van zo´n berg eigenlijk te kort. Schitterend! Zeker op een zonnige dag als vandaag zijn die kleuren spectaculair! Verder bezoeken we vandaag diverse meren en allen hebben hun eigen kleur(enpracht) en altijd met een grote kolonie flamingo´s, zoals Laguna Cañapa en Chilar Kkota Honda. Bij dit laatste meer hebben onze gids en zijn assistent weer een lunch voor ons bereid; nu met pasta, kip en salade met fruit na. Nadat alles weer was opgeruimd en ingepakt, gingen we naar een nationaal park, Reserva Nacional de Fauna Andina Eduardo Avaroa. Hiervoor moesten we extra betalen en zouden we ook de nacht doorbrengen in een groot gebouw, waar wel 12 groepen zouden overnachten die nacht. Elke slaapkamer had 6 ´bedden´ dus voor elke groep één slaapkamer en elke 2 groepen hadden daarvóór een ´eigen´ ruimte. Echter van bed kon je nauwelijks spreken; ´n matrasje van zo´n 3 cm dik op een gelaste constructie met grote gaten van zo´n 20x20cm. Omdat ik moe was, heb ik misschien één uurtje geslapen die nacht en het was op 1 na het slechtste bed tot nu toe. Ook het avondeten was niet om over naar huis te schrijven en was meer vulling, dan dat het smaakte. Het begon behoorlijk kous te worden, maar gelukkig werd er een kachel aangestoken. Het zal rond negenen zijn geweest, toen de stroom uitviel en we met kaarslicht nog even verder hebben zitten kaarten. Rond tienen ben ik in het donker m´n tanden gaan poetsen en toen naar bed. Het was koud en dus heb ik m´n T-shirtje maar aangehouden. Dat was wel nodig, want op deze hoogte, zo´n 4.800 mtr, koelt het s-nachts behoorlijk af. Ik had ook geen zin, om mijn slaapzak uit te pakken, dat zou wellicht te veel zijn van het goede.
21 maart 2007 Om 07.30 uur Uyuni in om een ontbijtje te scoren en daarna ontbijt op de kamer. Next door koffie gaan drinken en treinticket gekocht bij de travelagent. Even internetten en dan terug naar het hotel. De zon scheen heerlijk en het was een aangename temperatuur. Eindelijk had ik weer eens zon; dat was sinds Cusco niet meer zo vanzelfsprekend. In Cusco had ik de eerste regen en vanaf die tijd heb ik elke dag regen gezien/gehad. Het voordeel van de elektrakabels die zo kris-kras door de starten hangen is, dat wanneer die vóór je raam hangen, je de mogelijkheid hebt om ze te gebruiken als waslijn. En dat heb ik uiteraard ook gedaan. De zon scheen aan de goeie kant en gelukkig waaide er ´n heel klein briesje. Mijn handdoek was droog, toen ik tegen tienen weer terug kwam op mijn kamer. Mijn spullen inpakken en daarna naar de touragent next door. De twee Japanners, die eigenlijk in onze groep zouden worden geplaatst, werden in een groep geplaatst en in plaats van hun kwam Dor (uit Israel) in onze groep. We pikten hem onderweg op bij zijn touragent. Ik zat dus in een groep met vijf anderen. Vanwege onze ervaringen en gesprekken tijdens onze gedenkwaardige busreis, hadden we elkaar wat beter leren kennen en het klikte best wel. Dor paste er ook heel goed tussen. De dames waren 28 jaar en de kerels 30 jaar. Ik paste daar natuurlijk perfect tussen... Als eerste gingen we naar het z.g. treinenkerkhof net buiten Uyuni. Hier stond me toch een gigantische hoop oud-ijzer bij elkaar! Bijna niet te overzien. In lang vervlogen tijden ooit stoomlocomotieven geweest, waren ze nu half ontmanteld. We bleven hier niet al te lang, maar toch was het leuk, om nu eens ´n kijkje te nemen en te krijgen in het binnenste van zo´n gigantisch stuk techniek. Vanaf hier gingen we naar een klein dorpje, waar we een marktje bezochten met allemaal handgemaakte artikelen. Dit dorpje bestond uit +/- 60 families, die tevens in het zoutmeer werkten. Door onze gids werd verteld, dat we hier stopten om de mensen een extra inkomen te bezorgen; maw graag iets kopen! We stapten weer in en reden richting zoutmeer. Aan de rand ervan stopten we en zo ver het oog reikte zag je een witte vlakte, omgeven door bergen in verte. Je zag mensen hopen zout in de vorm van een pyamide maken en deze waren de maatstaf voor hun arbeid en inkomen. Terug in de jeep vertelde onze gids, dat het meer, Salar de Uyuni, een oppervlakte heeft van zo´n 12.000 km2 en zo´n 4 à 5 mtr diep op +/- 3.650 mtr hoogte.
We reden dwars door dit meer en dat is iets héél aparts om mee te maken. Ten eerste kwam de hele jeep onder het zout te zitten en ten tweede heb je een constante associatie met sneeuw en/of ijs, terwijl je toch met een behoorlijk gangetje over die giga grote witte vlakte rijdt. Op ´n bepaald moment stopten we bij het zg zouthotel; een groot gebouw van één bouwlaag en helemaal opgetrokken uit zoutblokken en er vóór tafels en stoelen van zout. Heel speciaal! Na ongeveer ´n goed uur rijden kwamen we aan bij Isla del Pescado. Hier hebben we de lava-rotsen beklommen, terwijl onze gids en zijn assistent de lunch gereed maakten. Vanaf de top had je spectaculair uitzicht over die witte vlakte. Het zicht zou, volgens opgave, zo´n 14 km bedragen en als je dan in de verte een klein stipje ziet, dat met het dichterbij komen, steeds groter wordt, dan blijkt dat een andere jeep te zijn. Ook bussen gebruiken het zoutmeer als kortere route van A naar B. De lunch lieten we ons goed smaken en bestond uit quinoa (´n soort rijst), rundvlees en een salade van komkommer en tomaat, met fruit na. Inmiddels was het al bijna 16.00 uur, toen het weer verder ging over die giga grote en witte vlakte. Bij de andere ´oever´ aangekomen, hadden we zo´n kleine 4 uur over dit zoutmeer gereden!! Wat een giga ervaring!!! Na nog een klein kwartiertje arriveerden we in een klein dorpje en hier reden we doorheen en reden nog ´n stukje de berg op, waar ons guesthouse was. Een andere groep was al aanwezig en een derde zou spoedig volgen. We haalden onze spullen van de imperiaal en gingen naar binnen. De zon had de hele dag geschenen en ik voelde, dat ik dat niet helemaal meer gewend was; ik was zelfs ´n beetje verbrand. Het hele guesthouse was, op de onderste meter muur na, geheel opgetrokken met zoutblokken. Zelfs de tafels en onze bedden waren van zout. Op de bedden lag een dubbele matras en de vloer was eveneens van zout, echter in de vorm van grove korrels. We sliepen met z´n allen in een grote ruimte en vanuit de slaapkamer had je uitzicht over het dorpje en het meer in de verte. Nadat ieder ´n bed had uitgezocht, werd er koffie/thee en koekjes geserveerd in de grote kamer, die diende als recreatie- en als eetkamer. Het was nog licht, toen we dit op hadden en we naar het dorpje liepen om enkele grote flessen bier in te kopen. Bij terugkomst was ons avondeten bijna gereed en konden we genieten van een spectaculaire zonsondergang! Na het diner en de koffie/thee kwam het bier op tafel en hebben we zitten kaarten. We zouden de volgende ochtend al vroeg gewekt worden en daarom gingen sommigen vroeg naar bed. Ik heb met Danny, Dor en een Engelsman (Matthew) tot tegen twaalven poker zitten spelen met diverse soorten koekjes (!) als speelgeld. Op ´n bepaald moment bij kaarslicht, omdat de stroom was uitgevallen. De hele dag was het nagenoeg onbewolkt geweest en had de zon voor een aangename temperatuur gezorgd en liep je in je T-shirt. Maar als de zon onder is, koelt het op deze hoogte toch aardig snel af en dan ben je blij als er meerdere en goeie dekens op je bed liggen. Geweldig! Redelijk snel viel ik in een diepe slaap.
19 maart 2007 Toen ik ´s-morgens wakker werd, scheen de zon en leek het heerlijk weer. Op straat zag ik de standhouders hun standjes weer opbouwen en ben, nadat ik m´n rugzak had ingepakt en bij de receptie in bewaring had gegeven tot de avond, de straat opgegaan.
Om 18.00 uur m´n rugzak ophalen en dan naar de busterminal voor een rit naar Uyuni. Dit zou een nachtrit zijn van zo´n 12 uur. Toen ik tegen 19.00 uur instapte, had ik nog geen idee, dat dit mijn meest gedenkwaardige busreis zou gaan worden, die uiteindelijk zo´n 21 uur zou duren. Dus in plaats van dinsdagmorgen 07.00 uur, kwamen we pas om 16.00 uur aan in Uyuni. In de terminal had ik al kennis gemaakt met Danny en Leisha uit Ierland. Zij zaten ergens anders in de bus en we konden dus alleen bij stops e.d. met elkaar praten. Naast mij kwam Maja zitten (een Nederlandse), die hiervóór al enkele maanden in Argentinie had gereisd. Voor haar was het de eerste keer, dat ze een Nederlander ontmoette en voor mij de tweede keer. Aan gespreksstof hadden we geen gebrek en we hebben aangenaam zitten keuvelen. Iets over zevenen vertrok de bus uit La Paz. De eerste 2 à 2.1/2 uur uur ging alles prima en verliep de reis volgens plan. Op ´n bepaald moment stopte de bus, echter er werd niet verteld waarom, maar even later reden we weer verder en leek er dus niets aan de hand. Na weer ´n tijdje stopte de bus en dat duurde toch wel wat langer en de chauffeur zette de motor af. Uit het raam kijkend zag ik nog meer voertuigen, maar kon niet zien of dat allemaal bussen waren. Dit duurde zeker zo´n 3 kwartier en toen startte de chauffeur motor weer, maar al die tijd werd ons niets meegedeeld. Wat we op konden maken uit de flarden van gesprekken, bleek er een roadblock te zijn. De bus ging zelfs keren op die toch wel smalle weg en na ´n klein stukje gereden te hebben ging die van de weg af en volgde blijkbaar een ´zand´weg. Dit werd een behoorlijk gehobbel. De bus stopte regelmatig en reed ook wel ´ns een stuk terug; het leek wel of de chauffeur de weg kwijt was, of niet goed wist waar hij heen moest. Het was wel ´n behoorlijk gehobbel over die onverharde wegen. Er waren meerder voertuigen, die ons tegemoet kwamen of ons volgden en blijkbaar was de route die we volgden een ´normale´ weg. De bus stopte weer en er werd ons verzocht om uit te stappen. In het donker zagen we niet zo héél erg veel, maar wel dat er ´n moeilijk stuk vóór ons was en de chauffeur wilde niet het risico lopen, dat hij met bus én passagiers om zou vallen. Maar alles ging gelukkig goed. Ik was blij weer in te kunnen stappen, want buiten was het behoorlijk fris; het had veel geregend en er stond ook wat wind. We hobbelden weer verder. Echter niet voor lang en wéér werden we verzocht om uit stappen. Vóór ons was het een puinhoop; een andere bus was weggezakt in de modder en had blijkbaar ook z´n vooras gebroken en iets links daarvan zat een vrachtwagen vast in een greppel, die geprobeerd had die bus in te halen. Eerst moest die vrachtwagen worden weggeduwd en dat lukte uiteindelijk, maar hij kwam iets verder weer in de mdder vast te zitten. Met stenen voor de wielen en duwen lukt dit ook. Er werden meer stenen aangedragen, om een soort doorgang te creëren voor onze bus en de ´weg´ werd daarna geïnspecteerd door onze chauffeur. Hij stapte de bus in en probeerde in één keer deze hindernis te nemen en dat scheen aardig te lukken, maar omhoog lukt niet omdat het modderig was. En daar stond onze bus schuin omhoog en wij stonden, ondertussen blauwbekkend. daar naar te kijken. Gelukkig regende het niet. Nog meer stenen zoeken en sjouwen en met heel veel moeite en menskracht lukte het uiteindelijk onze bus weer vrij te krijgen. Voor de zekerheid reed hij nog ´n heel stuk door en we mesten daarom ´n eind lopen. Onze schoenen zaten natuurlijk onder de modder en we probeerden die zo goed als mogelijk een beetje schoon te krijgen alvorens in te stappen. Tijdens deze stop hebben we ook kennis gemaakt met Gry (uit Noorwegen) Hierna leek het ´n hele tijd goed te gaan en volgens de berichten zouden we spoedig weer op een verharde weg uitkomen. Volgens schema zouden we, gezien de tijd (01.30 uur), al zeker zo´n 5 uur rijden van LA Paz af zijn, maar dit was het door al deze ellende natuurlijk bij lange na niet. Op ´n bepaald moment werd er weer gestopt en de motor afgezet. Buiten was het donker en je zag dus niets. Alleen het schijnsel van de koplampen van de bus en buiten het gepraat van mensen. De motor werd weer gestart en we kwamen door ´n dorpje, maar voordat we dat weer uit waren, stopte de bus weer en werd de motor wederom afgezet. Er werd ons niets verteld, maar blijkbaar zouden we daar overnachten. Echt slapen doe ik niet in zo´n stoel, maar je probeert het wel. Het begon ´n beetje licht te worden en de bus werd weer gestart en we gingen weer rijden. De zon kwam op en het zou een hele mooie dag worden wat dat betreft. Langzaam werd het ons duidelijk dat er meerdere roadblocks waren geweest. Gelukkig stopte de chauffeur bij een wegrestaurant waar we ons ´n beetje konden opfrissen en waar we hebben ontbeten. De rest van de reis leek heel goed te gaan, want we reden al weer uren door een mooi landschap. Inmiddels was het al even in de middag en werd er in een dorpje gestopt voor een lunch. Ik was wel weer toe aan ´n hapje en nam een grote bak soep, die me goed smaakte. Het hoofdgerecht durfde ik echter niet aan, om mogelijke maag' en darmproblemen te voorkomen. We gingen weer verder, maar ongeveer ´n uur rijden vóór Uyuni was er wéér ´n roadblock. Iedereen was er helemaal flauw van want we waren al meer dan 20 uur onderweg en sommigen hadden hun aansluitende verbinding of geboekte tour al gemist. Bovendien was er ook ´n baby, die zich heel goed had gedragen tijdens de hele reis, maar nu toch af en toe van zich liet horen. Het duurde zeker 1.1/2 uur praten met de mensen van die roadblock, voordat we weer verder konden. Als je hun verhaal hoorde dan kun je alleen maar begrip hebben voor hun situatie, maar het was wel vervelend dat het voor ons de zoveelste blokkade was. Uiteindelijk kwamen we pas om 16.00 uur aan in Uyuni. Gelukkig was het nog steeds mooi weer. Maja, Danny, Leisha, Gry en ik gingen op zoek naar een hotelletje en op weg daar naartoe kwamen we voorbij de reisagent, waar Maja haar tour had geboekt. We besloten om met z´n allen een nieuwe tour te boeken voor de volgende dag en hierna gingen we naar een hotelletje ´n deur verder, waar we gelukkig allemaal nog ´n kamer konden boeken. ´s-Avonds ben ik met Maja en Gry gaan eten en we zijn daarna vroeg naar bed gegaan. Moe van de (avontuurlijke) reis en we wisten ook niet wat ons nog allemaal te wachten stond, maar dat het wellicht vermoeiend zou gaan worden was wel zeker.
Vanuit Uyuni ga ik woensdagmorgen een 3-daagse rit maken per jeep met nog 5 anderen: 1 nederlandse, 1 noorse, 1 iers stel. Uyuni ligt in het zuiden van Bolivia en daar zijn oa de zg zoutmeren. Het schijnt iets geweldigs te zijn. Ik weet dus nog niet, wanneer ik mijn verhaaltjes zal kunnen afmaken. Maar jullie zien het wel.
18 maart 2007 Was al vroeg op en na het douchen, heb ik op m´n kamer zitten ontbijten. Buitengekomen was het niet helemaal droog, maar ik ben toch gaan wandelen. Klimmend en dan weer dalend en soms erg stijl en via trappen. Omdat het zondag was, is er minder verkeer, maar de diverse stalletjes en markten zijn gewoon in bedrijf. Ik ben nog nergens eerder geweest, waar ik zoveel kraampjes en markten heb gezien. Ik keek m´n ogen uit en ben regelmatig ´n marktje ingelopen en dan weer bleef ik bij ´n stalletje staan. Schitterend! En dan al die mensen... Eigenlijk ben ik helemaal geen stadsmens, maar na nogal ´n groot gedeelte te hebben belopen en bekeken, moet ik zeggen dat La Paz iets hééft dat geen enkele stad heeft. Toen ik het daar met anderen over had, zeiden die dezelfde ervaring te hebben. Jammer vind ik wel, dat men vele oude panden laat verpauperen. Die panden geven een stad ´n bepaald cachet. In ieder geval meer dan alle nieuw- en hoogbouw. In een restaurantje had ik enkele uit de kluiten gewassen broodjes kip en groenten gegeten en toen ik buiten kwam was er tegenover een feest aan de gang, kompleet met band op ´n podium. De mensen die daarbij aanwezig waren, waren allemaal groepsgewijs vrolijk uitgedost in bepaalde kostuums en dansten dat het een lust was. Langs de kant stonden de kratten bier opgestapeld en er werd behoorlijk ingenomen. Het miezerde en begon wat harder te regenen en toen ben ik maar weer verder gelopen. (wordt vervolgd)
17 maart 2007 Het had ´s-nachts weer behoorlijk geregend en ´s-ochtends was de zon doorgebroken. Ik ging al vroeg (07.30 uur) de deur uit, om broodjes te scoren zodat ik mijn ontbijt weer op m´n kamer kon nuttigen. Het voordeel van dit soort landen is, dat je van ´s-morgens vroeg tot ´s-avonds laat kunt winkelen of straatverkopers tegenkomt achter hun standjes. Het was heerlijk om even in het zonnetje buiten te wandelen en het leek een mooie dag te gaan worden. Leek, want nadat ik had gegeten, mijn slaapzak in een extra plastic zak gedaan en m´n rugzak had ingepakt, begon het weer te regenen. Vanuit mijn kamer zag ik dat de zon nog scheen, maar dat duurde niet lang meer en toen het bijna droog was, ben ik naar buiten gegaan maar het bleef miezeren. Daarom zocht ik, onderweg naar het centrum, een internetcafé op met een vrije kompjoeter. Heb m´n meelboks geopend en enkele meeltjes verstuurd, maar dat ging wel héél erg traag en daarom heb ik niks meer op m´n weblog gezet. Ik zat me gewoon te ergeren aan die traagheid en ben maar ´n bakkie koffie gaan doen in het Akwaaba Artcafé. Één van de weinige plaatsen in Copacabana waar ze echte koffie schenken. Bovendien draaien ze hele goeie muziek en dat is ook niet te versmaden. Toch? Even later was het tijd om me bij de gereedstaande bus te melden en in te checken. Ik schrok me wezenloos, toen ik daar ook 24 nonnen zag staan met een hoeveelheid bagage, dat wil je niet weten! Ongelofeloos! Dat kan nooit met de bus mee, dacht ik. Maar gelukkig zit men hier nooit voor één gat gevangen en het meeste werd bovenop de bus geladen. Mijn rugzak ging onderin het laadruim en dat was inmiddels al bijna vol. Echter, voordat alles boven op de bus was vastgebonden, duurde nog wel even. Uiteindelijk vertrokken we ´n kwartier te laat. Maar ach, dat mag de pret niet drukken, nietwaar? Het eerste stuk ging stijgend de berg op en zodoende kreeg ik een heel mooi uitzicht over Copacabana en over het Titicacameer. Omdat ik nu enkele referentiepunten had, waaronder de kathedraal, kon ik me goed oriënteren waar het eea zich bevond. De eerste 2.1/2 uur waren zowel stijgend als dalend, maar meestal met een spectaculair uitzicht over het Titicacameer. Wat een grote plas water is dat zeg! Op ´n bepaald moment kwamen we aan in San Pablo de Tiquina. Hier moesten we de bus uit en een kaartje kopen voor de (personen)veerpont. De bus zelf ging op een grote platte bak met buitenboordmotor. Heel apart om dit mee te maken en vooral te zien. Het bootje waarmee ik naar de overkant ging deinde behoorlijk en ik had niet verwacht, dat er zoveel golfbeweging was op het Titicacameer. Maar tussen de twee oevers was een druk scheepvaartverkeer, vooral van kleine bootjes en die grote bakken, waar slechts één voertuig tegelijk in werd vervoerd. Heb aan de kant zo´n bak eens staan te bekijken, en dan vraag je je af: zouden er geen ongelukken gebeuren met het overvaren? Ook zag enkele mensen bezig, om water uit zo´n bak te scheppen, waarschijnlijk lekte deze. Toen onze bus ook over was, duurde het nog even voordat we konden instappen, want hij bleef eerst ergens staan wachten. Het was weer gaan regenen en toen we ingestapt waren, moest eerst nog de bagage van de nonnen met een zijl worden ingepakt. Dat duurde nog ´n een hele tijd, maar er lag ook nogal wat bovenop de bus! Uiteindelijk kachelden we weer verder. Vanaf San Pablo de Tiquina kregen we langzaam aan een steeds vlakker landschap; de zg Altiplano. Een heel apart landschap waar je niet op uitgekeken raakt. Ondanks de regelmatige regenbuien. En dan komen we uiteindelijk aan in de voorsteden van La Paz. Het regende nog steeds, alhoewel het begon af te nemen, maar als je ziet wat een water er afgevoerd moet worden door geulen en straten... gigantisch! Het centrum La Paz ligt in een soort dal en tegen de hellingen van de omringende bergen aangebouwd. Als je dat van bovenaf beziet, is dat een spectaculair gezicht. Ik kreeg een goed uitzicht over de stad en keek m´n ogen uit. Niet alleen de omvang ervan, meer nog de bouwwijze van de stad zo tegen die berghellingen. Ook passeerden we enkele fabrieken, zomaar tegen het centrum aan, en weldra arriveerden we bij de busterminal. Ik de bus uit en m´n rugzak uit het laadruim halen en daarna op zoek naar een overnachtingsplaats. Buiten aangekomen kreeg ik al direct een plattegrond van La Paz in m´n handen gedrukt van iemand, die mij naar ´zijn´ hotel probeerde te lokken. Het leek mij veel te duur en daarom liep ik richting centrum, uiteraard gebruik makend van die plattegrond. Het eerste stukje ging bergafwaarts, maar het volgende stuk was konstant klimmen. Ik had al enkele hostals gehad zonder resultaat en uiteindelijk heb ik me ingechecked in een hotel in het centrum van de stad. Het was zeker niet het voordeligst, maar het zag er heel goed en luxe uit en vond dat ik mezelf maar ´ns moest verwennen. Ik zou slechts ´n paar dagen in La Paz blijven. Althans dat was mijn bedoeling. Na me opgefrist te hebben, ben ik de stad ingegaan en kwam uiteindelijk in ´n restaurantje terecht, waar meer gedronken werd, dan gegeten. Heb hier voor weinig geld een copieuze maaltijd genuutigd en zat intussen de aanwezige menigte gade te slaan. Er werden kratten bier bij de tafels neergezet of die stonden er al bij sommige en daarna was het gewoon simpel zuipen. Dat viel me wel op hier; dat men nogal veel drinkt. Na mijn maaltijd ben ik ergens anders koffie gaan drinken in een rustige en gezellige gelegenheid. Tegenover het restaurant waar ik had gezeten, schonk men geen koffie. Het was een heel gezellig (en prijzig) restaurant en café en er zaten ook behoorlijk wat mensen te eten en te drinken. Nou, drinken doe ik hier niet zoveel en dat laat ik graag aan anderen over. Op weg terug naar m´n hotel heb ik nog wat inkopen gedaan en ben vroeg naar bed gegaan. Het miezerde en ik wilde de volgende dag graag vroeg op, om La Paz te gaan verkennen.
16 maart 2007 Heb afgelopen nacht heel goed geslapen en ben slechts één keer wakker geworden, om hoognodig het potje op te zoeken. Omdat ik gisteravond op weg terug naar de hostal inkopen had gedaan (brood en beleg), hoefde ik dus niet meteen de deur uit en kon eerst rustig ontbijten op mijn kamer. Tegen half negen en vier broodjes verder regende het nog steeds en had ik ook niet echt zin, om de deur uit te gaan. Door de gekopiëerde bladzijden uit de Lonely Planet boeken had ik het nodige te lezen. Ook had ik enkele kaarten gekopiëerd en deze waren een stuk duidelijk, dan de kopieën die ik eerder had laten maken in Cusco. Heb een grove planning gemaakt, mede naar aanleiding van diverse gesprekken met mensen, die al op plaatsen waren geweest, waar ik eventueel nog naar toe wil. Niet dat ik een vast reisprogramma wil, maar positieve ervaringen van anderen en dito beschrijvingen in bv Lonely Planet en andere boeken, plus het uitwisselen van adressen van hostals etc. maken bepaalde keuzes eenvoudiger. Zeker wanneer sommige plaatsen of gebieden door meerdere mensen als geweldig worden ervaren. Het regende nog steeds toen ik ging douchen, maar uit het raam kijkend leek het of de bewolking lichter werd. Toen ik buiten kwam, was het nagenoeg droog en op de gallerij heb ik nog ´n tijdje staan babbelen met de señora van de hostal. Ze vroeg me o.a. hoe lang het vliegen was vanuit Nederland naar Bolivia. Ik wist dat niet precies, maar schatte in dat dat ongeveer 14 uur zou zijn. Nou, dat was toch wel ´n héél eind weg volgens haar. Op ´n gegeven moment ben ik het ´dorp´ ingegaan en besloot maar ´ns te gaan informeren naar mogelijke busreizen naar bv La Paz. Naar de eilanden kan altijd nog, wanneer ik terugkom in Copacabana. Ik heb niet zoveel zin om daar naartoe te gaan, als de kans op nattigheid behoorlijk groot is. Uiteindelijk heb ik bij een vriendelijke dame van een reisagentschap ´n busticket gekocht naar La Paz. Volgens haar een rit die zo´n 3.1/2 uur zou duren. Het toeristische leven in Copacabana speelt zich in hoofdzaak af in/langs de hoodstraat. Slechts in enkele zijstraten hiervan zijn winkeltjes of vind je straatventers met ieder hun eigen standje of bedoeninkje. Heel leuk om daar ook eens doorheen te wandelen en het verbaasde me soms om te zien met welk ´n beperkt assortiment die mensen in hun levensonderhoud proberen te voorzien. De een met ´n zak aardappelen, de ander met ´n handvol groenten of een doos met broodjes. De winkeltjes hebben een behoorlijk ruim assortiment en het is verbazingwekkend om te zien hoeveel producten in een kleine ruimte opgeslagen kunnen worden. De loopruimte is meestal héél beperkt. Men stapelt de spullen vanaf de vloer tot aan het plafond en in ´t midden staat dan vaak ook nog een vitrinekast. Ook buiten de winkel heeft men de spullen hoog opgestapeld. Soms denk je dat niemand aanwezig is, maar als je iets zegt dan zie opeens iemands hoofd te voorschijn komen. Ook begint soms iemand te praten, zonder dat je de persoon zelf al ziet. Er zijn meerdere internetcafé´s in Copacabana, maar de meesten hebben slechts 6 à 8 computers en vanwege de vele toeristen is het vaak moeilijk om ´n vrije machine te vinden. Bovendien is de internetverbinding heel erg traag, terwijl je er wel Nederlandse prijzen voor betaald. Althans hier. Ik wilde nog even op het net, maar vond geen vrije computer en ben in plaats daarvan naar het strand gelopen, want de zon begon al te zakken. Wel kwam er weer ´n beetje bewolking opzetten en ik dacht dat dat wel en apart effect op zou leveren en dat bleek later ook zo. De zon zakte verder en begon zich achter de bergen in de verte te verstoppen. Het gevolg was een gewéldige rode gloed over de toppen van die bergen, net of die in brand stonden. Ook de bewolking kleurde rood, maar dat gaf geen extra effect. Ter plaatse waar de zon achter de bergen verdween, onstond een soort gloeiende vuurzee. Zo´n zonsondergang had ik nog zelden gezien! Geweldig impossant en vooral spectaculair! Prachtig! Toen de rode gloed helemaal verdwenen was, ben ik weer in hetzelfde restaurantje gaan eten als de avond ervoor. Nu nam ik runderstoof met puree en groenten. In eerste instantie zat ik in het voorste deel aan een vierpersoonstafel. Maar toen alle tafels bezet waren en er drie mensen binnenkwamen, werd mij gevraagd naar achter te verhuizen. Dit wilde ik maar al te graag, want ik zat dichtbij de deur en als die openging, kwam er telkens een koude stroom lucht naar binnen. Achter heb je vijf 2-persoonstafeltjes op een rij en er waren er nog twee vrij, waarvan ook de middelste. Ik vond dat een strategische plaats om te gaan zitten. Links van mij zat een Amerikaans stelletje heel verliefd te doen en rechts zat ´n jongen druk aantekeningen te maken en hij keek niet op toen ik ging zitten. Zo verdiept was hij kennelijk in z´n bezigheden. Rechts van hem was het laatste vrije tafeltje en daar kwamen even later twee meisjes zitten, die ik de avond ervoor ook in dit restaurantje had gezien maar niet gesproken. Omdat ik mijn bestelling al veel eerder had gedaan, kreeg ik vrij snel m´n behoorlijke bord met eten voorgeschoteld. Het zag er goed uit en smaakte me voortreffelijk. Ondertussen knoopte ik ´n gesprek aan met de jongen rechts van mij, Sam (uit New Castle). En even later ook met Ellen (uit Aken) en Yvonne (uit Keulen). Ik ging bij Sam aan het tafeltje zitten en met z´n vieren hebben we tot bijna sluitingstijd zitten babbelen. Ellen en Yvonne hadden hun studie (mechanical engineering!) onderbroken en waren nu aan het laatste stuk van hun wereldreis bezig. Ze waren begonnen in Azië, India, Nepal, Vietnam en vandaar naar Australië en Nieuw Zeeland. De Grote Oceaan overgestoken naar Santiago de Chile en via Peru waren ze nu in Copacabana terecht gekomen. Sam had z´n baan als accountant bij ´n grote firma opgezegd en was bezig aan zijn wereldreis, die begonnen was in Buenos Aires. Hij had grote gebieden van Argentinië bereisd en vooral veel gelopen (hiking en trekking) en was via Chili het zuiden van Bolivia binnengekomen. Noordwaarts trekkend, had hij al heel wat van Bolivia gezien. Hij gaat hierna naar Peru, Ecuador, Honduras en Guatamala en zou dan oversteken naar Japan. Je begrijpt dat we aan gespreksstof geen gebrek hadden. Ook hebben we adressen van diverse hostals en gegevens van andere wetenswaardigheden uitgewisseld. Hoe dan ook, de avond was weer veel te snel voorbij en we hadden het gevoel nog wel úren te kunnen doorbabbelen. Buiten gekomen, namen we afscheid van Sam, want hij logeerde in het hostal schuin tegenover het restaurant. Ik liep met Ellen en Yvonne mee, want op weg naar mijn hostal kwam ik langs dat van hun. Hier namen wij afscheid van elkaar, maar wellicht komen we elkaar later nog ergens tegen. Zij gaan ook nog richting Zuid-Bolivia en ik ook. Maar eerst ga ik dus naar La Paz en zij naar de eilanden Isla del Sol en wellicht ook Isla de la Luna.
15 maart 2007 Ik schrok pas om 10.35 uur écht wakker. Had afgelopen nacht wel érg slecht geslapen. Het is ook behoorlijk stil, waar ik sliep en dat ben ik niet meer gewend, sinds ik uit Drenthe weg ben. Alhoewel ik om 23.30 uur al in bed lag en redelijk snel in slaap viel, schrok ik op ´n gegeven moment wakker, omdat ik bijna geen lucht meer kreeg. Op m´n rug liggend en ademhalingsoefeningen doen maakte het ook niet echt beter. Het leek wel ´n beetje op hyperventilatie. Eerst maar ´ns naar de WC en toen ik op de rand van het bed zat, dacht ik dat wellicht de geoliede vloer debet was aan m´n rare ademhaling.Eigenlijk vreemd, want de deur stond open toen ik aankwam en ik had meteen de ramen geopend; dus het luchtte wel. Kleedde me aan en ben naar buiten gegaan, om daar op de gallerij enkele Tai Chi en Qi Gong oefeningen te doen, gericht op de ademhaling en dat ging beter dan liggend. ´N tijdje later weer naar bed gegaan, maar kon niet echt meer in slaap komen. Had wat C-Zinc in m´n neusgaten gespoten in de hoop hierdoor meer lucht te krijgen. Het duurde nog ´n hele tijd en zowel op m´n rug als op m´n linker- of rechterzij lukte het niet echt de slaap te pakken. Uiteindelijk ben ik dus toch in slaap gevallen, om pas om 10.35 uur weer wakker te worden. Het had zowat de hele nacht en ochtend geregend en blijkbaar was het nu droog. Ik kleedde me aan en ging op zoek naar een restaurantje voor een vroege lunch. Onderweg heb ik enkele straten doorgewandeld, om uit te vinden waar ik het beste inkopen kon doen. Ook was ik op zoek naar een bakkertje, want het (meeste) brood dat men hier bakt smaakt me heerlijk. Behalve de vele winkeltjes, heb je hier ook vele straatstandjes met allerlei producten. Op ´n bepaald moment kwam ik bij een ronde en overdekte markt. Aan de buitenkant ervan waren allemaal vleesstalletjes en binnen was de buitenring voor een deel ook ingericht als vleesstalletje. De andere helft van de buitenring én binnenring waren groente- en fruitstalletjes evenals in de kleine cirkel in het midden. Ik zag meerdere koeienkoppen, waarvan slechts de huid gestroopt was. Ogen zaten er nog in en met de tong uit de bek lagen ze daar op hun kop. Heel apart! In zo´n markt kijk ik m´n ogen uit en als je dan ziet hoe het allemaal gaat... prachtig om gade te slaan. ·· Inmiddels was de bewolking opengebroken en scheen de zon en zonder erbij na te denken liep ik ´n straat in, om in de zon te kunnen blijven lopen. Ik bemerkte dat ik dicht in de buurt van mijn hostal was en ging even naar m´n kamer. Trui wegbrengen en dollars ophalen, want m´n portemonnee was nagenoeg leeg. Dus op zoek naar een geldwisselaartje, maar dat is niet zo moeilijk, want je struikelt hier zowat over de uithangborden en standjes in o.a. de hoofdstraat. Toch probeerde ik er enkele uit in de hoop om een betere koers te krijgen, maar volgens mij hebben ze allemaal onderling afspraken gemaakt, want de koers was overal hetzelfde. Nadat m´n portemonne weer wat gevuld was, ben ik naar het strand gewandeld en heb zitten genieten van het uitzicht en de zon. Zo tegen 16.30 uur komen de schepen met toeristen weer van de eilanden terug. Isla del Sol en Isla de la Luna zijn ware trekpleisters, waarvoor men speciaal naar Copacabana komt. Zowel toeristen als backpackers. Heb dat even aan zitten kijken en bemerkte dat er weer meer bewolking begon te komen, zodat van een spectaculaire zonsondergang weer weinig terecht kwam. Wellicht volgende dag beter, nietwaar? Omdat men hun warme chocolate con crema behoorlijk aanprijst, ben ik naar het Akwaaba Artcafé gegaan om deze eens te gaan proeven. De warme chocolade was inderdaad heerlijk en had wel wat meer mogen zijn! Ja, iets wat lekker is, is altijd te weinig of zo-wie-zo veel te snel op. Er waren weinig mensen, om een babbeltje mee te maken, maar erstaat een grote rij Lonely Planet-boeken, waar ik toch ook wel even m´n neus in wilde steken. Nu had ik daar in alle ´rust´de tijd voor. Op ´n gegeven moment ben ik naar ´n restaurantje gegaan, waar het blijkbaar elke avond hartstikke vol zit. De vorige avond had ik pech, want alle tafeltjes waren toen bezet en ik hoopte nu op tijd te zijn. Dit restaurantje bestaat uit een voor- en achterdeel en ook nog enkele terrasjes, maar die zijn ´s-avonds niet open omdat het dan te koud is. Het voorste deel was al volledig bezet en achter waren nog twee twee-persoons tafeltjes vrij. Ik ging zitten en begon te schrijven, nadat ik had besteld. De meeste mensen waren druk met elkaar in gesprek, dus liet ik het zo. Heb héérlijk gegeten (sopa de verduras en kipstoof met groenten) en het is dus niet voor niets, dat dit restaurantje elke avond vol zit. Het is ook heel gezellig ingericht. Na de koffie ben ik op m´n gemak, en her en der blijven staan bij de diverse stalletjes, weer richting hostal gewandeld. Wilde niet al te laat naar bed en hoopte op een goede nachtrust deze keer.
´s-Morgens regende het behoorlijk in Puno en heb daarom eerst maar uitgeslapen tot tegen 08.30 uur, daarna gedouched en m´n rugzak ingepakt. Bij Rico´s Pan, wat in de buurt van het hostal was, een uitgebreid laat ontbijt of héél vroege lunch genomen. Na de koffie naar een internetcafé in de buurt, om tot en met gisteren m´n weblog bij te werken. Toen ik weer buiten kwam, was de bewolking gelukkig opengebroken en de scheen de zn door de lichte bewolking heen, maar echt opgewarmd was het nog niet en de straten waren nog nat en aan de zijkant stroomde het water naar lager gelegen delen. In ´n winkeltje nog enkele inkopen gedaan en toen snel naar de hostal, want ik moest hoognodig even uit de broek. Mijn blaas stond gespannen. Mijn rugzak uit de afgesloten ruimte gehaald en in de lobby even wachten, totdat Elvirio mij kwam ophalen. Het was enkele minuten vóór twee, toen hij verscheen; precies op de afgesproken tijd. De taxi stond in de smalle straat vóór de hostal te wachten en we stapten snel in, om het overige verkeer niet te veel te hinderen, en dan op weg naar de terminal. Onderweg gaf Silvirio mij de busticket en bij de terminal aangekomen wees hij me de weg naar de juiste bus. Eerst moest ik nog een terminal-kaartje kopen en daarna kon ik inchecken. M´n rugzak ging in de laadruimte en ik legde alvast enkele spullen op mijn gereserveerde zitplaats. Buiten in de zon was het lekker en hier heb ik het douaneformulier ingevuld, zodat ik dat niet meer bij de grens hoefde te doen. Iets over half drie vertrok de bus richting Copacabana; een rit van alles bij elkaar 2.3/4 uur, inclusief de douaneformaliteiten. Tijdens de rit kreeg je af en toe spectaculaire uitzichten over het Titicacameer. We passeerden enkele dorpjes en reden door hoofdzakelijk landbouwgebied. De veldjes allemaal tegen de berghellingen aan tot op behoorlijke hoogte! Blijkbaar werkt dat beter dan op het vlakke land. Opvallend waren ook de (diverse) graven op verschillende erven en ook enkele klusters van graven, zomaar in het land of langs de weg. Heel apart zijn ook de toiletgebouwtjes, die ik ook al eerder had gezien tijdens mijn reis van Cusco naar Puno. Deze zijn van stalen golfplaat, blauw geschilderd, een ontluchtingspijp door het schuine dakje en ongeveer één meter in het vierkant. Ze staan vaak ´n eind van de huizen af en op het platte land zie je soms één zo´n toiletgebouwtje tbv zes of meer huizen. De grensovergang was ok iets aparts. De bus stopte aan de Peruaanse zijde alwaar we allemaal moesten uitstappen. In het douanekantoortje moesten we ´uitchecken´ en hierbij was het héél belangrijk, dat je het gedeelte van het douaneformulier, dat je bij binnenkomst in Peru had ontvangen, nog bij je had. Ook het nummer dat daar opstond moest overeenkmen met het nummer in je paspoort. Het ging allemaal redelijk snel en toen moesten we zo´n 200 mtr. lopen naar het douanekantoortje van Bolivia. Dit ging ook redelijk snel en ook hier kreeg ik een afgestempeld deel van het eerder door mij ingevulde formulier terug. Volgens het extra stempeltje mag ik 30 dagen in Bolivia blijven. Dat leek mij wel voldoende om ´even´ de cultuur van Bolivia op te snuiven. Inmiddels was de bus ook in Bolivia gearriveerd en konden we instappen en weer verder. Amper ´n kwartier later kwamen we aan in Copacabana. Tijdens de busreis had de conducteur al kaartjes uitgedeeld van een htel aan het strand met uitzicht op het Titicacameer en per kamer zou dit 5,00 US dollar kosten. Bovendien, zo vertelde hij erbij, had je vanuit je kamer een spectaculaire zonsondergang. Uiteraard stopte de bus bij dit hotel en menigeen ging hier ook naar binnen. Maar Bram en Nienke hadden mij het adres gegeven van een goedkoop en goed hostal. Weliswaar was dit aan de andere kant van Copacabana, maar wel de helft voordeliger. Nadat ik mijn rugzak uit het laadruim had genomen, ben ik naar ´boven´ gelopen. Het was wel een hele klim; de weg liep op en soms zelfs behoorlijk stijl. Toen ik bij hostal ´Emperador´ aankwam, moest ik een smalle lange gang door en zat aan de overzijde van het gezellige binnenpleintje een vriendelijk dame in klederdracht achter een open raam aan een tafel en lachte me vriendelijk toe. Ja hoor, er waren nog kamers vrij, ook met eigen badkamer. Nadat ik in een groot boek mijn naam en gegevens had ingevuld, riep de dame iemand, die mij de weg en m´n kamer moest wijzen. Alles zag er heel kleurig en schoon uit en de kamers lagen allen rondom een soort binnenpleintje. Bij mijn kamer aangekomen, bleef het meisje (Pamela) staan en nodigde me uit om naar binnen te gaan. De deur stond open en de sleutel stak in het slot. Ik zag twee opgemaakte bedden met een nachtkastje ertussen en ´n blinkende parketvloer, die blijkbaar recent was geolied. Het zag er picobello uit en ik stapte naar binnen, na eerst Pamela te hebben bedankt. Binnen zag ik nog een staande kapstok, ´n stoel en ´n tafeltje. Deed m´n rugzak af en opende de deur naar de badkamer. Die was wel erg klein, maar alles was aanwezig: toilet, fonteintje en duche. Ik bedacht, dat als ik onder de douche zou staan, alles wel behoorlijk nat zou worden. Ook de houten deur, die niet helemaal dicht kon, omdat die aan de onderzijde was uitgezet. Heb me wat opgefrist en ben Copacabana ingegaan. De overheersende rust was me al eerder opgevallen tijdewns mijn wandeling naar de hostal. Er is nagenoeg geen gemotoriseerd verkeer, anders dan van taxi´s en bussen, maar die volgen de hoofdwegen. Ook zie je maar ´n enkele vrachtwagen. Niet alleen de rust is overweldigend, maar ook merk je weinig van uitlaatgassen. De auto´s zijn kennelijk in een betere staat dan elders, waar ik tot nu toe ben geweest. Wat je wel veel zoet zijn typische duwkarretjes waar van alles en nog wat mee wordt vervoerd. Dichtbij de hostal aan een groot plein staat een grote en hele mooie kathedraal met een plein ervoor en helemaal ommuurd. Het plein is belegd met kleine steentjes en er zijn figuren in kleur ingemaakt. De kathedraal heeft kleurrijk tegelwerk net zoals de bijgebouwen, koepels en torentjes. Alles goed onderhouden, zowel binnen als buiten. ´n heel verschil met de zg Sixtijnse Kapel, die ik eerder had gezien. Ik liep verder richting het meer en kwam in de hoofdstraat met allemaal restaurantjes, hotels, hostals, recidencials en alojamientos. Ook waren er diverse winkeltjes en stalletjes en straatverkopers. Bij het meer aangekomen was het helaas bewolkt en daarom kwam er van een spectaculaire zonsondergang weinig terecht. In één van de restaurantjes heb ik redelijk gegeten (´n menuutje) en daarna ben ik beland in het Akwaaba Artcafé. Dit is een hippy-achtig café met oude banken en kussens op de grond, maar het heeft wel een hele goeie sfeer. Net als de muziek die men er draait. Vanavond in hoofdzaak jazz. Op ´n bepaald moment gingen drie mensen live-muziek spelen; gitaar, djembé en eitje. Klonk best goed en blijkbaar speelden ze bekende muziek, want de hele tent zong mee. Heel gezellig! Maar toch ben ik op ´n redelijk tijd weer weg gegaan, want ik wilde niet al te laat naar bed.
12 maart 2007 Halverwege m´n ontbijt kwam Manuel binnen en vroeg, of ik gereed was om te vertrekken. Het was beter, om meteen te vertrekken, want we moesten nog ´n heel stuk met de taxi. Geen probleem; ik had alles al gepakt klaar staan en met nog ´n broodje in m´n hand liepen we naar beneden. Buiten gekomen hield Manuel een taxi aan. We stapten in en reden naar het kantoor van de busmaatschappij, vanwaar de bus ook zou vertrekken. Hier aangekomen overhandigde Manuel mij de busticket en we namen afscheid van elkaar. Ik stapte de wachtruimte binnen en wilde nog ´n kop koffie nemen, voordat we vertrokken. Helaas lukte dat niet, want koffie of thee was onderdeel van een compleet ontbijt en was dus niet gratis. Ook al zou dat wel het geval geweest zijn, dan nog had ik geen tijd gehad om de koffie op te drinken, want we konden op dat moment instappen in de gereedstaande bus. Ik had als enige een dubbele zitplaats tot mijn beschikking. Geweldig! Deze (toeristische) busreis had ik enkel en alleen maar geboekt, omdat er onderweg zo´n vijf keer een stop gemaakt zou worden en er tevens een uitgebreid lunchbuffet aangeboden werd. De stops vond ik prettig om dan mijn benen even te kunnen strekken en bovendien de gelegenheid te krijgen, om enkele plaatsen die je anders voorbij rijdt, nader te bekijken. Voor al die toeristische bezienswaardigheden moest overigens wel extra betaald worden. De eerste stop was in een klein dorpje en hier was een marktje, waar men souvenirs kon kopen. De tweede stop leek me interessanter en was in Andahuaylillas. Hier zou een kerk bezocht gaan worden, die voorgesteld werd als dé Sixtijnse Kapel van de America´s met een varieteit aan schilderijen en wand- en plafondschilderingen uit de 16de en 17de eeuw. De kerk zelf zou een voorbeeld zijn van coloniale kunst. Omdat ik hier wel benieuwd naar was, heb ik hiervoor extra betaald. Inderdaad de plafond- en muurschilderingen waren prachtig, maar zeker niet spectaculair. Hetzelfde gold voor de schilderijen, die er hingen. Ik heb mooiere en wellicht ook wel betere voorbeelden gezien. In ieder geval beter onderhouden, dan deze. Men was weliswaar bezig met restauratiewerkzaamheden, maar om nu deze kerk het predikaat te geven van dé Sixtijnse Kapel van de America´s leek me ietwat overdreven. Halverwege het bezoek aan deze kerk ben ik naar buiten gegaan. Rondom het plein vóór de kerk ging het gebruikelijke en dagelijkse leven zijn gewone gang en dat vond ik veel interessanter. Ook was er ´n klein grasvelde met enkele heel mooie gebeeldhouwde beelden. Je kon er helaas niet omheen lopen, want het grasveldje was afgezet met een hek. Jammer dat het begon te miezeren en even later ben ik in de bus gaan zitten, omdat het iets harder begon te miezeren en ik geen regenkleding uit m´n rugzak had gehaald. Niet lang daarna kwam de groep de kerk en werd de reis voortgezet. De volgende stop was Raqchi waar een Inca-tempel bezocht zou gaan worden, maar het dorpje (San Pedro) waar de bus stopte was mijn inziens leuker om te bezichtigen. Heb hier rondgewandeld en giga genoten van de omgeving en niet te vergeten het normale leven in zo´n typisch (indianen)dorpje, waar de mensen, maar vooral de vrouwen in typische en kleurrijke klederdracht rondlopen. Prachtig! Ook zat er een vrouw op de grond op een eeuwenoude manier te weven. Geweldig! Ze vertelde dat ze ongeveer 30 dagen nodig had, om een kleed te weven van +/- 1 mtr bij +/- 2.1/2 mtr. Het wassen van de wol, het spinnen (met een klos) en het eventueel kleuren daarvan niet meegerekend. Uiteraard was ze hier niet de hele dag mee bezig, want ze had ook nog andere (bv huishoudelijke) dingen te doen. Wat ook opvalt is, dat hoe zuidelijker je komt de mensen veel vriendelijker zijn en vooral niet zo opdringerig als b.v. in Cusco. Men probeert je wel iets te verkopen, maar als je nee zegt blijft het daar ook bij. Bovendien blijven ze vriendelijk lachen. De volgende stop was Sicuani en hier heb ik de beest uitgehangen tijdens een zeer uitgebreid en typisch Peruaans lunchbuffet. Wat de naam was van die gerechten, weet ik niet en werd ook niet nader uitgelegd. Wel weet ik, dat ik na een groot bord heerlijke sopa alla criolla drie keer ben teruggegaan, om alle gerechten te proeven. Aardappel met alpacavlees, rijst met kip in ´n heerlijke saus en rijst met diverse gemengde groeten met verse kruiden. Het toetje heb ik achterwege gelaten, evenals de salades. Ik had héérlijk gegeten en had er ook de tijd voor genomen. De kop koffie na moest ik daardoor wel snel leegdrinken, want we werden gesommeerd weer de bus in te gaan. La Raya was slechts een hele korte stop en alleen bedoeld om ons duidelijk te maken, dat we hier het hoogste punt van de dag hadden bereikt, namelijk 4.460 mtr. boven zeenivo. Het water van alle rivieren en riviertjes, die we hiervoor hadden gezien werd via de Amazonerivier uiteindelijk afgevoerd naar de Atlantische Oceaan. Vanaf nu zou al het water worden afgevoerd naar het Titicacameer. La Raya was dus het hoogste punt van deze reis en langzaam daalden we af naar de Peruaanse Altiplano. De Altiplano is een giga groot gebied en ligt in vier landen; Peru, Bolivia, Brazilië en Argentinië. Met het dalen wordt ook het landschap beduidend anders; het wordt redelijk vlak en de bergen zijn nog wel hoog, maar in vergelijking met wat ik hiervoor heb ervaren, lijken het wel heuvels in plaats van bergen. Ook kun je nu gigantisch ver weg kijken en dat is behoorlijk wennen, want eerst keek ik ook wel ver weg maar dat was altijd in een dal of vanaf een grote hoogte. Nu was het over een immense vlakte. Een heel apart gevoel! Volgens de reisbeschrijving zou de laatste halte vóór Puno Pukara zijn, alwaar ook een Inca-complex bezocht zou worden. Echter we gingen naar een klein dorpje in de buurt, om een museum te bezoeken. Vanwege de druilerige regen hebben we Pukara overgeslagen, alhoewel dat op loopafstand lag. Het laatste stuk rijden we dus over de Altiplano en bijna al die tijd (zo´n kleine 2 uur) kijk ik mijn ogen uit. Ook zie je hier veel mensen op de fiets en zelfs bakfietsen, die hier tricicletas genoemd worden, rijden hier veel rond. Niet alleen om goederen te vervoeren, maar in de stad ook om mensen te vervoeren; een soort goedkope taxi dus. Voor mij een aparte ervaring, want ik had niet verwacht hier zoveel fietsen te zullen tegenkomen. Het landschap van de Altiplano is dus heel wijds en redelijk vlak en her en der staan kleine huisjes. Er zijn ook bijna geen dorpjes of leefgemeenschappen. Eigenlijk zou je hier veel akkerbouw verwachten, maar het is hoofdzakelijk veeteelt: koeien, schapen, lama´s en alpaca´s. Wel komen we door een grote stad, Juliaca genaamd, met veel industrie en zo´n 450.000 inwoners. Volgens onze gids is hier een levendige handel in smokkelwaar uit vooral Bolivia. Blijkbaar betaald men ook geen belasting en is het een soort enclave binnen Peru. Even later begint het te onweren en te regenen; eerst zachtjes maar dat veranderd in behoorlijke buien. De lichtflitsen zijn prachtig om te zien en erg groot, maar lijken wel statisch te zijn. In Saoedie-Arabië waren deze ook prachtig om te zien, maar bewogen ze over grote afstanden. Op een gegeven moment maakte onze gids bekend, dat we Puno naderden en wees ons op het opzicht op het Titicacameer. Vanwege de regen waren de ramen van de bus niet helder doorzichtig en ook het gigantische uitzicht werd erdoor beperkt. Toch kreeg je wel een idee van de grootsheid. Eindelijk reden we Puno binnen en gingen naar het station van de busmaatschappij. Het regende nog steeds, maar gelukkig niet meer zo hard. Ik deed de regenhoes over m´n rugzak en ben gaan lopen. Op ´n kruispunt stond ik naast een man te wachten om over te steken en ik vroeg hem de weg richting centrum. Hij zag mijn rugzak en vroeg of ik onderdak zocht. Op mijn bevestigend antwoord zei hij me om hem te volgen. Niet alleen de straten zijn in Puno aan de smalle kant, de trottoirs zijn nog smaller en je kunt amper naast elkaar lopen. Zeker niet als er mensen tegemoet komen. Bij een zeker kruispunt bleef de man staan en wees in drie richtingen waar meerdere hotels en hostals te zien waren. Ik had dus keuze genoeg en bedankte de man met een hartelijke handdruk. Binnen no time had ik ´n goed hostal voor een redelijke prijs gevonden. Ik ging naar m´n kamer en probeerde om nog even wat te slapen, alvorens ergens iets te gaan eten, want ik had niet al te best geslapen en dan de hele dag in de bus komt je rust ook niet ten goede. Helaas kwam van slapen weinig, want na zo´n half uurtje werd er op de deur geklopt. Toen ik openmaakte stond daar ene Silverio, die ik bij het inchecken al had gesproken. Hij kwam vragen, of ik de volgende dag naar één van de eilanden in het Titicacameer wilde. Nou, dat wilde ik dus niet. Voorlopig had en heb ik genoeg van al die toeristische avonturen. Dus in plaats van slapen, heb ik mezelf ´n beetje opgefrist en ben Puno in gegaan. Gelukkig was het inmiddels droog geworden. Ik kwam nog een leuke markt tegen, maar het merendeel van de kraampjes was helaas gesloten. Er tegenover was een chinees restaurant (Chifa) en daar heb ik een heerlijke maaltijd genomen. Daarna nog even rondgewandeld en op tijd terug naar de hostal, om nog wat te schrijven en vroeg naar bed te gaan.