12 juni 2007 Hoewel het de ´avond´ ervoor vroeg geworden was, was ik toch weer bijtijds op. Eerst ontbijten en daarna douchen, om vervolgens op weg te gaan naar San Lorenzo, een dorpje op zo´n 8 km van Salta en volgens Daniel, mijn gids van vrijdag, zeker een bezoekje waard. Met de lokale bus ging ik naar San Lorenzo, dat tussen de bergen in ligt. Van hieruit zijn hele mooie treks en wandelingen te maken. Ik ben ´n stukje de bergen in gewandeld, maar bij het (meerdere keren) oversteken van ´n riviertje, kwam ik er achter dat mijn schoenen hiervoor eigenlijk niet geschikt zijn. Alhoewel voorzien van een behoorlijk profiel, gleed ik toch weg op de natte stenen. Ik ben daarom maar niet verder gegaan, want m´n nek breken heb ik niet zoveel zin in. Dus teruggegaan richting San Lorenzo en alvorens het dorpje in te gaan, eerst ´n bakkie gedaan. Als je door het dorp wandelt, valt het op dat er zo´n geweldige rust heerst en dat de meeste ´straten´ niet verhard zijn. Aan deze onverharde straten staan giga grote huizen (villa´s) in dito tuinen en vaak is er ook een zwembad aanwezig. Bij enkele van deze optrekjes zijn gastenverblijven en paardenstallen en soms ook een graasweide. Volgens mij is de grond hier goedkoop, want de terreinen zijn behoorlijk van omvang. Ook kwam ik langs een Barrio Privado, genaamd Buena Vista, gesitueerd tegen een berghelling en dus met giga uitzicht. Dit zie je in Argentinië wel vaker. Het zijn ´n soort countryclubs, zoals je die ook in de VS tegenkomt. Grote afgezette terreinen met luxe huizen erop en vaak met een golfbaan. Voorzien van gemeenschappelijke gebouwen, zoals restaurant, cafe´s, etc. Een andere Barrio Privado waar ik langskwam heette ´Club de Campo´. Hier ook weer giga grote huizen, de meeste met een veranda en soms zelfs met een veranda rondom! Je zou San Lorenzo een beetje kunnen vergelijken met Wassenaar of Soesterberg. Op ´n gegeven moment had ik het wel gezien en toen ik weer op de verharde weg kwam en richting Salta liep, stopte ik bij een busstop. Even later kwam de bus aanrijden en ging het richting Salta, waar ik in de buurt van de busterminal ben uitgestapt. In de busterminal kocht ik een kaartje naar La Quiaca, dat op de grens met Bolivia ligt, en daarna liep ik terug naar de hostel.
10-11 juni 2007 De zondagen zijn over het algemeen erg rustig in Argentinië en dus ook in Salta. Het is op zo´n dag dan heerlijk, om door de stad te struinen en dat heb ik dan ook gedaan. Na twee vermoeiende dagen vond ik het tijd voor een kleine rustpauze en daarom kon ´n beetje slenteren geen kwaad. ´s-Avonds ben ik in ´n soort sociaal restaurant gaan eten en dat smaakte me prima. Dit soort gelegenheden wordt hoofdzakelijk bezocht door (alleenstaande) mannen, die vooraf een bepaald menu opgeven en ´s-avonds komen eten. Op maandag heb ik mezelf ook rustig gehouden, maar toen ik ´s-avonds in de hostel terugkwam, waren Nauel en Tomas (de receptionisten) ´n beetje aan het dollen met twee Zwitserse dames, die hier al ´n tijdje verblijven. We raakten aan de babbel en besloten om een kaartje te leggen. Echter dat duurde maar even, want niet lang daarna kwam er ´n Spaans stel binnen en die gingen meedoen. Vanaf dat moment deden we een of ander dom spelletje, dat eigenlijk meer met drinken te maken had, dan met kaarten. Als je ´n ronde verloor, moest je ´n glas bier leegdrinken. Ik was blij, dat ik maar enkele keren verloor... Ik ben rond zes uur naar bed gegaan en mijn kamergenoten (´t Spaanse stel) kwamen iets na achten!
09 juni 2007 ´s-Morgens eerst uitgeslapen, uitgebreid ontbeten en zitten babbelen met enkele mensen die ook in dit hostel zitten. Alvorens naar Cerro San Bernardo te gaan, ben ik eerst even op de hoek koffie gaan drinken. Cerro San Bernardo is een berg aan de rand van de stad en van hieruit heb je een schitterend uitzicht over Salta en verre omgeving. Er zijn meerdere manieren om boven te komen; per auto (maar die heb ik hier niet tot mijn beschikking), te voet of met een kabelbaan. Ik heb gekozen voor de laatste optie en kocht ´n enkele reisticket, want ik wilde na het bezoek aan de top naar beneden wandelen. Deze berg is zo´n 1.475 mtr. hoog en zoals gezegd heb je een schitterend uitzicht over de stad. Boven heb je diverse stalletjes, waar men vooral handgemaakte producten verkoopt en ook is er een veredelde snackbar. Heel apart vond ik ook de kunstmatig aangelegde watervallen, waar je ook onder door kunt lopen. Deze dag kenmerkte zich ook door het mooie weer en ik heb op ´n bankje in de zon zitten genieten van het uitzicht over de stad. Salta kent weinig hoogbouw en hierdoor zijn de diverse hogere gebouwen, zoals kerken en flatgebouwen, goed te zien. Tevens dienden deze voor mij als oriëntatiepunten en het bleek, dat ik toch wel grote delen van de stad te voet had afgelegd. Na enkele uren boven rondgehangen en genoten te hebben, ben ik aan de afdaling begonnen. Ik dacht er slim aan te doen om over de weg te gaan wandelen, om zodoende regelmatig een uitzicht over de stad te hebben. Maar helaas. Door de bebossing bleek van uitzicht niet echt sprake. Slechts af en toe kon je door de bladeren een kleine glimp van de stad opvangen. Dus ipv de weg, nam ik de ´trap´ naar beneden. Dit zijn zo´n 1.070 treden en af en toe bleef ik even stilstaan, wanneer er zich een mogelijkheid voordeed om door het gebladerte uit te kijken over de stad. De afdaling ging behoorlijk snel, sneller dan ik had verwacht en na minder dan ´n half uurtje stond ik weer beneden in het kleine parkje onderaan de berg. Omdat het al weer begon te schemeren, ben ik eerst naar de hostel terug gegaan, alvorens een hapje te gaan eten. De dagen gaan hier erg snel voorbij en dit was ook weer zo´n dag, die sneller voorbij was, dan ik eigenlijk zou willen.
08 juni 2007 ´s-Morgens om 06.15 uur opgestaan. Wassen en ontbijten en om 07.00 uur stond Daniel, de gids, mij op te wachten bij de receptiebalie. We zouden deze dag samen op pad zijn, want de twee Italiaanse dames die mee zouden gaan, gingen niet mee omdat één van hen ziek was geworden. Daniel sprak alleen Spaans en dus was dit tevens een dag, waarop ik mijn Spaans kon bijspijkeren. We hebben onderweg behoorlijk wat zitten babbelen en ik was blij dat ik mijn woordenboekje bij me had. Heb dat redelijk vaak ingekeken, vooral om de juiste werkwoorden op te zoeken. Het was nog donker toen we vertrokken, maar al snel begon het licht te worden. Eenmaal de stad uit, zag ik de bergen in welke richting we gingen. De eerste stop was Santa Rosa de Tastil, een plaatsje met slechts 20 inwoners en twee (kleine) musea. Zo midden in de bergen is het er opvallend rustig en stil. In het eerste museum was een tentoonstelling uit de pré-Incatijd. Er lag een mummie (!) en enkele gedeformeerde schedels. Deze deformatie was opzettelijk, want hiermee werd een bepaalde status aangegeven. Ook stonden er enkele grote potten, waarin men de doden bewaarde. Eerst werden deze begraven en na een bepaalde tijd weer opgegraven, om ze in huis neer te zetten en te bewaren. Diverse houten en metalen (koper en brons) gebruiksvoorwerpen waren er te zien en grote stukken rotsblok, die, wanneer je er met een steen opsloeg, ieder een ander geluid voortbrachten; een soort piano zou je kunnen zeggen. De museumbeheerster kon er een aardig deuntje op ´spelen´ en, afhankelijk van de plaats waar je de steen raakte, gaf deze een variatie in toon. Heel apart en fascinerend! In het andere ´museum´ waren spullen opgesteld van meer recentere datum, waaronder diverse schilderen. Heel interessant vond ik de verschillende kleuren mais en toen ik daarnaar vroeg, kreeg ik een niet minder interessant antwoord. In mijn beschrijving van de excursie rond Uyuni in Bolivia, vertelde ik over de schitterende kleurenpracht van de bergen aldaar. Hier heb je dit soort kleurvariaties ook en dat vindt zijn oorzaak in de aanwezigheid van metalen en mineralen. Afhankelijk van de plaats waar de mais werd gezaaid, verkreeg men dit soort kleurvarianten. Niet dat men gekleurde mais zo interessant vond, maar deze mais bevatte een behoorlijke hoeveelheid van dit soort metalen en mineralen. Zodoende kreeg men met het eten toch de nodige elementen binnen, zoals koper, zink, etc. Heel uitgekeind dus! Een ander opvallend aanwezig materiaal was cardon; hout van een cactussoort, die hier veelvuldig voorkomt. Nog steeds wordt dit soort hout veelvuldig toegepast en ondanks de vele aanwezige gaten, blijkt het toch heel sterk en vooral duurzaam te zijn. Slechts enkele kilometers buiten Santa Rosa de Tastil gingen we naar de ruines uit de pré-Incatijd. Hiervan is nog maar een gedeelte blootgelegd en omdat het een archeologische site is, zijn er dmv bordjes de gangbare paden aangegeven. De auto werd aan de kant gezet en we beklommen een heuvel, om zodoende uitzicht over het geheel en het gebied te krijgen. Schitterend! Vooral het uitzicht was wijds; zeker enkele tientallen kilometers en uiteraard de bergen in de verte. Ondanks dat de zon uitbundig scheen, was het toch nog niet echt warm, want er stond een behoorlijk briesje en zo ´s-morgens vroeg was het nog niet echt opgewarmd. We gingen weer op weg en reden nu door een soort canyon. Toen we hier doorheen waren, begon de weg te klimmen en passerden we onze eerste bergrug van deze dag. Op weg naar San Antonio de Cobres zagen we behoorlijk veel llama´s en af en toe enkele ezels. We reden over een onverharde weg en Daniel vertelde, dat deze wel degelijk deel uitmaakte van de Pan-Americana, de route vanaf het zuiden van Chili tot aan Alaska toe. Nu konden we met een behoorlijke snelheid doorrijden, maar Daniel vertelde dat hij hier een week ervoor niet sneller kon rijden dan 20-30 km./uur. De weg zat toen vol met kuilen en gaten, veroorzaakt door het verkeer dat er overheen rijdt. Inmiddels had men de weg met machines weer geëgaliseerd en dit gebeurde volgens Daniel wel zo´n 2 a 3 keer per maand! Ik vroeg hem, waarom men deze weg dan niet van een verharding voorzag, want op deze manier leek me dat toch wel een kostbare zaak. Een beetje cynisch antwoordde hij, dat de overheid blijkbaar andere prioriteiten stelde, want over dit soort projecten wordt door de centrale overheid in Buenos Aires beslist. Het is ten slotte een nationale weg en daarom heeft ook de lokale overheid er weinig over te vertellen. In San Antonio de Cobres hebben we zitten genieten van een uitgebreide lunch en hier ontmoetten we ook een andere gids, die op stap was met vier Engelsen. We hebben even kort met elkaar gebabbeld en we zouden hun nog vaker tegenkomen deze dag. Zij maakten ongeveer dezelfde tour, als wij. Na de lunch ging het op weg naar de Grande Salar, één van de grootste zoutmeren van Argentinië met een oppervlakte van zo´n 6.000 km2! Daar aangekomen reden we er eerst ´n stuk omheen, alvorens het meer op te rijden richting auto van de andere groep, die ergens in die onmetelijke witte vlakte stond. We hebben hier zeker ´n uur rond gewandeld en staan babbelen m.a.w. uitleg gekregen over deze omgeving en hoe dit soort zoutmeren zichzelf in stand houdt. Het meeste gewonnen zout wordt geraffineerd, maar er worden ook blokken gehakt, die gebruikt worden als likblok voor o.a. koeien. Blijkbaar is het arbeidsloon hier laag, want men doet hier alles met pikhouweel of met hamer en beitel voor de blokvormen. Een niet alleen zwaar, maar tevens langdurig karwei. Er lagen heel veel hopen zout en in de vrijgekomen gaten stond water. Al deze gaten hadden dezelfde afmetingen en het gewonnen zout wordt dan later met vrachtwagens opgehaald. Allemaal handwerk, want ook de vrachtwagens worden met de schop geladen. Er komt geen machine aan te pas. Wellicht om vervuiling te voorkomen, maar dan nog; wat een werk! Daniel beantwoordde mijn vraag ontkennend of dit een overheidsaangelegenheid is; het is/zijn particuliere ondernemingen die hier actief zijn. We gingen weer op weg en passeerden Puesta de Lipam. Eigenlijk niet meer dan een naam in een heel groot niemandsland. Hetzelfde geldt voor Tres Morres, alhoewel hier wel enkele huizen stonden. We waren op weg naar een schitterend dorpje, Purmamarca geheten, en het mooiste deel van onze reis van deze dag hadden we nog voor de boeg. Ik zag enorme bergen voor ons en Daniel legde uit, dat we eerst omhoog zouden gaan en daarna een adembenemende afdaling tot in Purmamarca. Hij had niks te veel gezegd. Was de klim al een ervaring op zich met schitterende uitzichten, de afdaling was een rit, die mij niet lang genoeg kon duren. Fantastisch! Giga uitzichten en evenzovele kleuren! Ook de (soms grillige) vormen van de bergen! Je hebt er geen woorden voor, om het allemaal te beschrijven en Daniel was het daar mee eens. Hij stopte af en toe, om foto´s te maken en beloofde me deze op CD-Rom te zetten voor mij. Helaas is daar na vier dagen nog niks van gekomen en leef ik in de wetenschap, dat er schitterende foto´s zijn waar ik ook regelmatig op sta. Maar daar heb ik verder niks aan. Hopelijk stuurt hij ze me nog toe, of zet ze op de meel. Ik heb Alejandra er ook nog naar gevraagd, maar ze vertelde me dat Daniel intussen griep had gekregen. Ja, dat komt hier dus ook voor. In Purmamarca aangekomen, zette Daniel de auto aan de kant en gingen we het dorpje te voet verkennen. Er heerst hier een geweldige en relaxerende energie, als je hier rondwandeld. Heel apart! Ook in het kerkje, waar we naar binnen gingen. Op de achtergrond zag ik de zg Cerro de los Siete Colores, de zevenkleurige berg. Ik kon er geen genoeg van krijgen en heb deze berg vanuit alle mogelijke hoeken bekeken. SCHITTEREND! Woorden schieten me tekort, om dit soort adembenemende pracht te beschrijven. Wederom verwijs ik hierbij naar Google Earth om een indruk te krijgen, maar in het echt is de kleurenpracht vele malen mooier! We hebben in dit (kleine) dorpje zeker ´n uur rondgewandeld, inclusief een korte koffiepauze, alvorens weer verder te reizen. We hadden nog ´n paar honderd kilometer voor de boeg, voordat we terug zouden zijn in Salta en het was inmiddels al tegen half zeven en het begon al ´n beetje te schemeren. Toen we rondwandelden in Purmamarca, spraken we oa over Tai Chi en Qi Gong, vanwege de aparte en voelbare energie die hier heerst en Daniel bleek hier ook het eea over te weten. Onderweg richting Salta spraken we daar verder over en kwam ik erachter, dat hij een 2de graad heeft in Reiki, net als ik. Ik had hierover nog ´n hele hoop meer met hem willen bespreken, want het is een giga interessant onderwerp, maar met mijn beperkte kennis van het Spaans, kwam ik niet ver. Helaas. Bovendien was het inmiddels donker en kon ik dus ook geen gebruik meer maken van mijn kleine woordenboekje. Ons gesprek beperkte zich daarna tot het evalueren van de afgelopen dag en we waren het er beiden mee eens, dat het een perfecte dag was geweest. Alles had meegewerkt vandaag; het weer was schitterend met een stralende zon aan een strakblauwe hemel, de (opnieuw) geëgaliseerde weg en ook de andere groep, die we hadden ontmoet. Vooral hun gids, Fernando. Het bleek, dat Daniel´s broer met hem bevriend was en dat ze elkaar van vroeger kenden. Vandaag hadden ze voor het eerst uitgebreid met elkaar kunnen babbelen. Voorheen was het gebleven bij vriendelijkheden, wanneer ze elkaar ontmoetten. Terug in Salta, het was inmiddels al bijna negen uur, parkeerde Daniel zijn auto bij de hostel en gingen we op de hoek nog even koffie drinken. We wisselden onze iemeel-adressen uit en toen hij op ´n gegeven moment telefoon kreeg, kon hij niet lang meer blijven. Bovendien was het de volgende ochtend weer héél vroeg dag voor hem, want een nieuwe excursie wachtte, en moest hij ook nog de zéér stoffig geworden auto schoonmaken. We liepen terug naar de hostel, waar we afscheid van elkaar namen. Moe, maar zéér voldaan na zo´n fantastische (en lange) dag ging ik daarna nog even ´n klein hapje eten.
06 juni 2007 Toen ik ´s-morgens wakker werd, voelde ik we weer behoorlijk goed. Wel had ik trek in een uitgebreid ontbijt en omdat de hostel een (standaard) ontbijt serveert bestaande uit croissants, ben ik naar de bakker om de hoek van het blok van de hostel gegaan. Heb uitgebreid zitten ontbijten en daarna voelde ik me weer helemaal de oude. Ik zat nog aan een kopje thee, toen Alejandra binnenkwam en me aansprak over de eventuele mogelijkheden van excursies in de (verre) omgeving. In mijn Alzheimergeheugen had ik al enkele plaatsen genoteerd, die het bezichtigen meer dan de moeite waard zouden zijn. Alejandra liet me ook foto´s zien van die en andere plaatsen. Ik besloot maar direct een tour te boeken voor de vrijdag. Na het ontbijt ben ik de stad ingegaan voor een eerste kennismakingsronde. Al eerder meldde ik, dat er veel laagbouw was in Salta en de meeste gebouwen dateren uit eind 19de en begin 20ste eeuw en zijn ook rijkelijk gedecoreerd. Sommige gebouwen zijn ook heel kleurrijk beschilderd en dat geeft toch een bepaald cachet aan zo´n stad. Het prettige van weinig hoogbouw is, dat je bijna voortdurend in de zon loopt te wandelen. Het centrale plein van Salta, Plaza 9 Julio, is een fraai parkje met daar omheen schitterende gebouwen, zoals de kathedraal van Salta en het paleis van de Aartbisschop. ´s-Avonds zijn alle gebouwen schitterend verlicht, zodat het geheel zeer sfeervol is. Één van de mooiste kerken is de Iglesia de San Francisco, maar ook andere kerken zijn beslist de moeite van een omweg waard. Heb dus nogal wat omwegen gemaakt en aldus kris-kras door de stad lopen struinen. Een ander opvallend iets vond ik de relaxte sfeer, die er blijkbaar in Salta heerst en ´s-avonds na negenen wordt het behoorlijk rustig op straat. Via Google Earth heb ik ontdekt, dat er diverse foto´s van gebouwen in Salta te zien zijn. Wellicht een tip voor jullie?
07 juni 2007 Donderdag ben ik weer andere delen van de stad gaan verkennen en zodoende kwam ik erachter, dat de stad diverse parken en groene plaza´s herbergd. Ook is Salta omgeven door hoge bergen, die je bijna overal kunt blijven zien waar je ook bent in de stad. Weer een voordeel van hoofdzakelijk laagbouw en het stratenplan, dat merendeels bestaat uit vierkante blokken en lange, rechte straten. Dit soort opzet is standaard doorheen heel Amerika, zowel Noord als Zuid. Het grote voordeel hiervan is ook, dat je snel je weg weet in een stad. Zeker wanneer je doorhebt waar de nummeringen beginnen en die ook op de straatnaambordjes worden aangegeven. Je weet dan ongeveer hoeveel blokken je nog moet naar ´n bepaald punt.
04 juni 2007 Na het ontbijt douchen en daarna mijn rugzak inpakken. Halverwege de middag zou ik de hostel verlaten, om richting busterminal te gaan. Heb nog heel even achter de PC gezeten, om op zoek te gaan naar eventuele overnachtingsmogelijkheden in Salta en de plaatsen die ik daarna wilde gaan bezoeken. Uitgebreid afscheid nemen van iedereen en toen op stap richting busterminal. Op maandag is het toch wel een héél stuk drukker in de stad, dan op de zondagen en dus probeerde ik zoveel mogelijk de minder drukke straten te nemen. Ik ben gaan wandelen, omdat ik nog zoveel mogelijk van de schitterende architectuur en enkele parken wilde genieten. Bovendien was het aangenaam weer. Onderweg nog ergens ´n hapje gaan doen en bijna bij de busterminal in ´n supermarkt ´n fles water gekocht. De busterminal is naast enkele treinstations en daarom was het laatste stukje zigzaggend tussen de mensen en de straatverkopers door. Je wilt tenslotte niet iedereen omver lopen, he? De busterminal heeft 63 (!) perrons en het is dus een komen en gaan van mensen en bussen. En dat vanaf of naar diverse bestemmingen in of buiten Argentinië! Mijn bus zou vertekken vanaf een perron tussen nummer 12 en 24, maar was nog niet gearriveerd. Ik was royaal op tijd en stond te wachten, toen er een dame naast mij kwam staan, die nogal wat bagage bij zich had. Ze begon bijna meteen tegen mij omhoog te babbelen, maar dat ging mij in een véél te snel tempo en daarom vroeg ik haar, om iets langzamer te praten. Binnen no-time wist ik dat ze van oorsprong uit Italië kwam, twee kinderen en vier kleinkinderen had en dat ze in Bs.As. inkopen had gedaan voor de winkel van haar en haar man. Ook haalde ze enkele glossy magazines voor de dag, om mij te laten zien welke spullen zij verkochten; in hoofdzaak alles mbt bruisjurken en wat daar bijhoort. Zo kan ik nog wel even doorgaan met hetgeen ze mij allemaal vertelde, maar écht interessant vond ik het allemaal niet. Het voordeel van dit soort ´gesprekken´ is, dat je weer enkele Spaanse woorden leert en daarom bleef ik even met haar aan de babbel. Mijn bus kwam aanrijden en ik kon dus vriendelijk goeiendag zeggen en inchecken. De bus, een dubbeldekker, zou om 19.00 uur vertrekken, maar dat werd iets later omdat er veel mensen meegingen. Bijna alle plaatsen waren bezet. Ik zat beneden, waar ook het toilet was en achteraf kwam dat héél goed uit. Maar hierover later meer. We vertrokken en eenmaal de stad uit en op de snelweg ging het met een gestaag gangetje richting Rosario, de eerste stop en ruim 4 uur rijden vanaf Bs.As. Onderweg kregen we drinke en een warme maaltijd uitgereikt en dat smaakte me redelijk. Niet dat ik veel honger had, maar een hapje ging er toch wel in. Tenslotte zou de hele reis naar Salta zo´n 21 uur gaan duren. In Rosario stapten veel mensen uit en kwamen er weer anderen voor in de plaats. Al bij al duurde de stop ongeveer 20 minuten en gingen we weer op weg, maar eenmaal buiten de stad kwamen we al snel in een file terecht. De weg bleek geblokkeerd vanwege een ongeval. Onze en andere bussen keerden bij de eerste de beste mogelijkheid en we namen een andere route; ipv langs de zuidkant van Rosario via de noordkant. De volgende stop was Santiago del Estero, zo´n 9.1/2 uur rijden. En dat non-stop! Ik vroeg mij af, of er niet van chauffeur gewisseld hoefde te worden. Ook eerdere en lange busreizen die ik gemaakt heb, werd er niet gestopt en dat soms 10 of 11 uur lang! Maar blijkbaar kan dat hier in Zuid-Amerika. Toen we Rosario al even achter ons gelaten hadden, begon het een beetje te rommelen in mijn maag. In eerste instantie dacht ik dat het mee zou vallen, maar op ´n gegeven moment voelde ik toch een aandrang, om mijn eerdere maaltijd na te gaan meten. Gelukkig had ik een plastic tasje bij me, waarin ik de eerste twee keer naar hartelust kon overgeven. De dame naast mij ging op een ander vrije plaats zitten en dat kwam mij goed uit; ik zat nl aan de raamkant en zou haar telkens hebben moeten lastigvallen, om naar het toilet te gaan. Al bij al denk ik zeker zo´n twaalf keer naar het toilet te zijn geweest, alvorens ik mezelf iets beter begon te voelen. Van het uitgereikte ontbijt heb ik slechts de droge crackers gegeten, maar ook die bekwamen me allerminst en moesten er blijkbaar ook uit. Tegen de middag kwamen we aan bij de busterminal van San Miguel de Tucumán en hier hadden we een stop van ongeveer ´n half uur. Ik voelde me nog steeds niet helemaal geweldig, maar nam op het perron een warme thee. In de bus was alleen (zoete) koffie te krijgen en dat durfde ik nog niet aan. De thee beviel me prima en langzaam, maar zeker begon ik op te knappen. Gelukkig! Ik had de halve nacht en hele ochtend tussen stoel en toilet doorgebracht en wilde eindelijk rust. Één van de medereizigers had me pillen aangeboden tegen wagenziekte, maar die heb ik maar niet genomen. Ik vertelde hem, dat de maaltijd van de avond ervoor de oorzaak was van mijn ongesteldheid en dat het zeker niet lag aan het reizen in een bus. Tenslotte had ik er al enige duizenden kilometers in Zuid-Amerika opzitten en soms was het meer hobbelen geweest dan rustig rijden. Na nog een laatste stop, kwamen we om 16.30 uur aan bij de busterminal in Salta, mijn (voorlopige) eindbestemming. Alhoewel het verder een prima reis was geweest, was ik blij dat we er waren. Kon ik eindelijk op m´n gemak in de busterminal van een kopje thee gaan genieten. Ik had bij de toeristinformatiebalie een plattegrond van de stad gekregen en heb die zitten bekijken, om uit te zoeken waar ik naar toe moest. Enkele namen van hostels, die ik van mensen had gekregen of van het net had geplukt, had ik opgeschreven en markeerde er ´n paar op de plattegrond. Ik begon te lopen en kwam als eerste door een park. Hier waren nogal wat straatverkopers en hun stalletjes aanwezig en het viel me meteen op, dat de mensen hier over het algemeen donkerder getint zijn, dan in Bs.As. of andere plaatsen, die ik eerder in Argentinië had bezocht. Later werd dat bevestigd door de gids van een tour, die ik gemaakt heb ten noorden van Salta. Een ander opvallend iets was, dat er hier veel meer laagbouw was, dan in eerdere door mij bezochte plaatsen. De aanwezige hoogbouw dateerde van recentere datum. Lopend door de straten van Salta en mezelf realiserend dat deze stad toch meer dan 1 miljoen mensen herbergt, vond ik het toch rustig. Enkele (brede) straten zijn blijkbaar doorgaande routes en deze zijn wel druk, maar in vergelijking met Bs.As., toch veel minder hectisch. De eerste hostel (Hostel Quara), waar ik naar toe ging, heb ik ingechecked. Het zag er allemaal redelijk goed uit en de ontvangst was vriendelijk. Bovendien was het aan de rand van het centrum. Na de nodige formaliteiten, ben ik naar m´n kamer gegaan, heb mezelf wat opgefrist en ben in bed gedoken; ik had de hele nacht geen oog dichtgedaan en even slapen was meer dan welkom. Dat ´even slapen´ bleek toch iets langer, want ik werd pas rond elven wakker. Mijn blaas moest nodig worden geleegd en daarna ben ik naar de keuken gegaan, waar ik onder het genot van (weer) ´n kopje thee met enkele mensen heb zitten babbelen.
02 juni 2007 Het is zaterdagmorgen en ik heb tijdens het ontbijt in de keuken gezellig zitten babbelen met drie Engelse dames, die een wereldreis aan het maken zijn. Via Rusland, Zuid-Oost Azië, Australië en Nieuw-Zeeland zijn ze nu in Bs.As. Het nadeel (althans dat vind ik) van dit soort reizen is, dat je een min of meer vast reisschema hebt. De dames waren daar inmiddels ook achter gekomen. De vluchtdata staan van te voren vast en soms wil je sneller weg dan gepland en soms wil je ergens langer blijven. Helaas is geen van beiden dan mogelijk, tenzij je een (vaak) aanzienlijk bedrag bijbetaalt. Bovendien heb je niet echt de gelegenheid, om één of meerdere plaatsen uitgebreid te verkennen, terwijl je dat (eenmaal ter plaatse) wel graag zou willen. Na het ontbijt ben ik de stad ingegaan, om enkele inkopen te doen. Gelukkig was het weer aangenamer dan in Montevideo; de zon stond aan een blauwe hemel, maar vanwege de hoogbouw liep ik toch merendeels in de schaduw. Ik had eerder al een iemeeltje gestuurd naar Pablo, die mij in Montevideo van de straat geplukt had, dat ik naar Bs.As. zou komen, maar helaas had ik van hem nog geen berichtje terug ontvangen. In een van de vele telefooncellen heb ik geprobeerd hem te bellen, echter zonder resultaat. Terug in de hostel heb ik alsnog een iemeeltje gestuurd. Ik wilde Pablo graag weer ontmoeten en mijn berichten had ik in het Spaans geschreven. Althans... voor zover mijn Spaans leesbaar zou zijn... Hoe dan ook, voor mij was dit weekend meer een rustperiode, dan een actieve verkenning van de stad. Tenslotte had ik daarvoor al genoeg tijd gehad. Niet dat je in ´n paar weken tijd een stad als Bs.As. kunt leren kennen, want er blijven nog genoeg plaatsen over om te ontdekken, maar toch..! ´s-Avonds ben ik uitgebreid gaan schransen in een Tenedor/Parrilla Libre, ofwel een buffetrestaurant waar je voor een vast bedrag zoveel kunt eten als je wilt. Meestal gerund door eigenaren van Chinese afkomst en ook met Chinese gerechten en dus een kolfje naar mijn hand. Helaas serveert men geen koffie na, maar daarvoor ben ik naar een café/restaurant gegaan tegenover de hostel. Terug in de hostel bleek het vrij rustig te zijn, daar de meesten uitgechecked hadden en dus weg waren en de anderen het ´dorp´ in om te gaan stappen. Marcos, de hostel-eigenaar, zijn broer Mario, enkele vrienden en een Mexicaanse studente waren de enige aanwezigen. Zitten babbelen onder het genot van gezellige muziek, vooral cumbia. Dit is een mix van Columbiaanse, Cubaanse en traditionele muziek met Mexicaanse invloeden en vooral vrolijk, ook al is het nogal smartlapachtig.
Zondag, 03 juni 2007 Rond het middaguur de stad in en met de metro naar de busterminal, om te informeren naar mogelijkheden en prijzen voor een busreis naar Salta in het noorden van Argentinië. Tot mijn verbazing zat er niemand achter de loketten en stonden de poortjes naar de perrons open, zodat ik een gratis metroreis had. Dit was trouwens niet de eerste keer, dat ik dit meemaakte. Het gebeurde de laatste tijd wel vaker dat het personeel uit onvrede de passagiers gratis liet reizen en tijdens mijn verblijf in Montevideo was er zelfs een staking uitgebroken onder het metropersoneel. Hierdoor was er een giga chaos ontstaan in de stad; met over-overvolle bussen en verstopte wegen als gevolg. Gelukkig was ik toen elders... Aangekomen in Retiro, Terminal de Omnibus, ben ik diverse loketten van busmaatschappijen langsgegaan en heb bij een van hen een ticket gekocht naar Salta. Onvoorstelbaar, hoeveel busmaatschappijen er van hieruit opereren! Trouwens, lang niet elke maatschappij heeft een lijndienst naar Salta. Dat zijn er maar enkelen. Sommigen onderhouden diensten in centraal Argentinië, anderen alleen in/naar het zuiden en weer anderen in/naar het noorden. Weer anderen bedienen alleen de kustgebieden langs de Atlantische Oceaan, etc. etc. De busreis naar Salta zou 21 uur (!) gaan duren en, afhankelijk van het geboden comfort, liepen de prijzen nogal uiteen. Van $ 150,00 tot $ 280,00 (Lees Argentijnse Pesos) Met een reservering en een ticket op zak verliet ik de terminal en besloot terug te gaan wandelen richting centrum; het was tenslotte mooi weer en op zondag is het aanzienlijk rustiger in de stad en daardoor ´n stuk aangenamer. Bovendien heb je dan de gelegenheid, om te genieten van de geweldige architectuur die Bs.As. te beiden heeft.
31 mei 2007 De afgelopen week was het behoorlijk frisjes en woensdag tegen de avond regende het. Niet echt hard, maar toch... Ik had enkele mensen gesproken, die terugkwamen vanuit het noorden van Uruguay en die vertelden, dat het weer daar niet echt veel beter was dan in Montevideo. De luchtvochtigheid was er ook hoger en daarom voelde het nog kouder en killer aan. Mijn plan was eigenlijk, om ook die richting op te gaan en vandaar Brazilië in te trekken. Maar, in combinatie met andere verhalen, heb ik besloten mijn plannen drastisch te wijzigen en terug te gaan naar Buenos Aires en van daaruit snel in noordelijke richting te reizen. Ik verlangde naar wat meer natuurlijke warmte; tenslotte ben ik in Zuid-Amerika nietwaar... Terug naar Uruguay of andere plaatsen in het midden of zuiden van Argentinia kan altijd nog. Ben donderdagmiddag naar de busterminal gegaan, om tickets te kopen voor de bus naar Colonia en de ferry naar Bs.As.
01 juni 2007 ´s-Morgens een uitgebreid ontbijt in de hostel, douchen en mijn rugzak weer inpakken. Had gisteravond mijn was opgehaald bij de wasserette en dus was alles weer schoon. Nog snel even wat inkopen doen voor ´n eenvoudige lunch en daarna afscheid nemen van iedereen in de hostel. Buitengekomen kwam ik Silvana, de schoonmaakster van de hostel, tegen en na de gebruikelijke omhelzing en hartelijk afscheid heb ik een taxi aangehouden, die mij naar de busterminal bracht. Door al het gebabbel en uitgebreid afscheid nemen, was het later geworden dan ik had gepland, want eigenlijk had ik willen gaan lopen maar daarvoor was helaas geen tijd meer. De bus vertrok om 14.30 uur en na een vlotte en aangename rit van zo´n 2.1/2 uur kwam ik in Colonia aan. In de Terminal del Omnibus heb ik even wat zitten eten en daarna ben ik naar de terminal van de ferry gegaan. Eerst natuurlijk de douaneformaliteiten. Uitchecken in Uruguay bleek iets moeilijker, omdat ik een (douane)papiertje had moeten hebben, dat ik echter nooit gekregen had, toen ik vanuit Buenos Aires naar Uruguay ging. Maar uiteindelijk ging alles toch nog heel snel. Een uitstempel van Uruguay heb ik niet gekregen en bij een eventuele inreis hoop ik geen moeilijkheden te ondervinden. Maar dat is van latere zorg. De omroeper gaf aan, dat iedereen zo snel mogelijk moest instappen, want de boot zou elk moment vertrekken. Ik liep snel de loopplank op en stapte een giga grote ferry binnen; de crucero ´Eladia Isabel´, waar ook auto´s op/in meekonden. Dit keer geen snelle catamaran, maar een boot met meerdere dekken en groot en ook weer behoorlijk luxe. Er was plaats genoeg, dus je kon kiezen waar je wilde gaan zitten. Ook was het wel prettig, om rond te wandelen en naar het buitendek te gaan. Het was volle maan en deze scheen in het water, zodat de waterverplaatsing duidelijk waarneembaar was. De hele reis duurde iets meer dan drie (!) uur en dat om een rivier over te steken! Onderweg heb ik mijn laatste Uruguaya Pesos opgemaakt aan koffie en ´n chocoreep, want meer had ik niet meer over. Heb nog even rondgeneusd in de grote taxfreeshop aan boord, maar de prijzen vielen me tegen; ik vond het aan de dure kant. Tegen 22.00 uur kwamen we aan in de haven van Bs.As. en toen ik van boord ging, kon ik zo doorlopen naar de uitgang van terminal. Daar stond ik dus: wederom in Buenos Aires. Ik wilde weer naar hetzelfde hostel, als waar ik eerder had vertoefd en begon richting centrum te lopen, mezelf realiserend dat de metro gesloten zou zijn tegen de tijd dat ik het eerste station zou tegenkomen. Onderweg en enkele blokken bij de hostel vandaan heb ik nog wat zitten eten. Tegen half één kwam ik bij de hostel aan en Hernando, de nachtportier, was blij verrast mij weer te zien en begroette mij hartelijk. De huiskamer zat redelijk vol en er waren slechts twee mensen die ik van eerder kende. Ik zette mijn rugzak aan de kant, vulde het formulier weer in, kreeg mijn beddegoed en bracht alles eerst naar ´mijn´ kamer, alvorens naar de huiskamer terug te gaan, waar ik met diverse mensen heb zitten babbelen. Op ´n gegeven moment kwamen Jorge (uit Colombia) en Alejandro (uit Argentinië) binnen. Met hen had ik eerder dezelfde kamer gedeeld en het was een hartelijk weerzien. Vooral Jorge was verbaasd mij weer te zien en vroeg meteen, hoe mijn tijd in Uruguay was geweest. Ik vertelde hem van mijn ervaringen en hij wilde weten wat voor soort drug het was geweest, die de dame in mijn koffie had gedaan. Maar dat kon ik hem uiteraard niet vertellen. Wat later gingen enkele mensen de stad in om te gaan stappen. Ja, het nachtleven in Bs.As. begint vroeg... en ik ben, als verstandige jongeman, m´n bed maar op gaan zoeken. Leek me wel zo verstandig.
26 mei 2007 Nu mijn hechtingen waren verwijderd en alhoewel nog steeds ´n beetje pijnlijk, voelde mijn hand veel beter. Bovendien hoefde ik niet meer bang te zijn, om met de draadjes ergens achter te blijven haken. Rond de middag wandelde ik via wéér een andere route naar de Ciudad Vieja, het oude stadsdeel van Montevideo. Onderweg kwam ik voorbij diverse standjes met handgemaakte en andere spullen van straatverkopers. Bij de Mercado aangekomen, bleek dit niet een echte markt te zijn, maar een giga verzameling van allemaal eetgelegenheden. De ene minder groot dan de andere, maar allemaal voorzien van een geweldige parrillada, ofwel een BBQ. Hierop lagen niet alleen worstjes, maar ook complete kippen en ´halve´ koeien... Op alle plaatsen kon je aan de bar zitten en eten en had je dus ook een mooi zicht op het bereiden van het vlees. Enkele eetgelegenheden hadden ook een apart en afgeschermd restaurant. Overal waar je keek zaten mensen te eten en alle plaatsen waren bezet met als gevolg, dat de gangpaden ook volstonden met mensen die hier ´n hapje wilden komen doen. Zo rondslenterend kreeg ik toch ook wel trek in een hapje en toen er een kruk vrijkwam, nam ik die snel in en ging zitten. Het duurde even, voordat mijn bestelling werd opgenomen en daarna was het wachten op de enorme lomosteak (rundvlees) waar ik het eerste half uur genoeg aan te werken had. Het smaakte voortreffelijk en met nog ´n koffie na, vertrok ik voldaan om buiten te genieten van diverse percussiemuzikanten. Toen ik de mercado van een iets grotere afstand bekeek, staken er uit het dak vele buizen waar giga veel rook uitkwam afkomstig van de vele parrillada´s. ´s-Avonds heb ik in de hostel slechts ´n klein hapje gegeten, want ik had die middag behoorlijk zitten bunkeren.
27 mei 2007 Vandaag stond er een behoorlijke wind en het was daardoor nogal fris. Ik voelde er niet veel voor, om ver de straat op te gaan en bleef dus in de hostel ´hangen´ en babbelen. ´s-Avonds ben ik met 2 Ieren, 2 Denen, ´n Ierse en een Zweeds stel gaan poolbiljarten in het poolcentrum naast ons hostel. Voor mij de eerste keer, dat ik dit deed en dus schoot ik de zwarte bal maar gelijk in de pocket. Men maakte mij duidelijk dat dit toch niet de bedoeling was, maar men was vergevingsgezind en ik mocht een ander bal uitkiezen, die de zwarte zou vervangen. Het was heel gezellig en we hebben tussen het poolen door veel gelachen om de diverse verhalen, die verteld werden over oa reizen in den vreemde en wat je dan allemaal niet mee kunt maken. Omdat ik de volgende ochtend naar de kliniek zou gaan, om een tetanusinjectie te halen, ben ik tegen vieren teruggegaan naar de hostel om m´n bed op te zoeken. Toen ik ´s-morgens (inmiddels maandag 28 mei) wakker werd, bleken de heren nog steeds aan het feesten te zijn en zaten op het dakterras van een volgend biertje te genieten. Ik ging er naartoe en was blij, dat ik er niet meer bij hoorde! Wonderbaarlijk genoeg luisterden ze naar mij, toen ik ze maande wat rustiger te zijn, omdat ze door het hele gebouw te horen waren. Paula (van de receptie) vroeg aan mij toen ik de deur uitging, om snel terug te komen, want blijkbaar had men respect voor mij en luisterden ze naar mij. Bij de kliniek aangekomen, werd mij verteld om die middag terug te komen en dus ging ik onverrichter zake weer terug naar de hostel. Daar aangekomen zaten de heren nog steeds aan het bier! Ongelofeloos! Op ´n bepaald moment besloot men om wat te eten te gaan halen bij de McDonalds (!) en toen ze daar van terugkwamen, ben ik wederom richting kliniek gewandeld. Bij terugkomst waren de Denen naar bed, terwijl de Ieren op de bank in slaap waren gevallen. Zo-wie-zo was het toen rustig. Toen ik bij de kliniek aankwam, zaten er slechts enkele mensen te wachten. Het duurde maar even en een vriendelijke meneer kwam mij halen, om hem daarna te volgen naar een klein kamertje. Hij vroeg naar mijn inentingscarnet, maar dat had ik dus niet. Verbaasd keek hij mij aan en begon mij te vragen, welke inentingen ik de laatste jaren had gehad. Nou dat was dus nada; geen enkele. Hierop schreef hij een nieuw carnet voor mij en daarna kreeg ik de injectie, een hartelijke handdruk en kon ik weer vertrekken. Het was dus een fluitje van ´n cent. Via een warenmarkt, ´n boeken- en CD-markt en wederom een warenmarkt ben ik op m´n gemak richting hostel gewandeld, waar ik tegen de avond aankwam.
25 mei 2007 Heb even ´n paar dagen overgeslagen. De meeste tijd heb ik besteed om door de stad te wandelen en te slenteren. Montevideo is een schitterend mooie stad met dito gebouwen uit vooral de tweede helft van de 19e eeuw en eerste helft 20e eeuw. In vergelijking met andere hoofdsteden in Zuid-Amerika is Montevideo vooral een relaxte stad; het verkeer is er véél rustiger dan in bv Santiago de Chile of Buenos Aires. Ook prettig is, dat men stopt wanneer je de straat wilt oversteken. Behalve de schitterende architectuur van oude gebouwen, is er ook veel nieuwbouw en dat lijkt vaak hetzelfde als in welke andere willekeurige stad; hoog, recht en lang niet altijd smaakvol. Soms zelfs een aanfluiting voor de omgeving. In de betere wijken staan veel luxe appartementgebouwen, waarvan sommige best wel mooi zijn. Net zoals Santiago de Chile of Buenos Aires, heeft Montevideo veel brede wegen die de stad doorkruisen. Vrijdagochtend ben ik naar een (Yoga)centrum gegaan voor Un Curso de Milagros (Een Cursus in Wonderen). De meeste aanwezigen waren dames en, behalve mijzelf waren er nog twee mannen. Ik werd hartelijk ontvangen en na afloop drukte men mij op het hart zeker terug te komen. Dat heb ik maar niet beloofd, want mijn Spaans schiet behoorlijk te kort, om alles goed te kunnen volgen. Hoe dan ook, ik heb een uitstekende ochtend gehad en het gaf me een voldaan gevoel. ´s-Middags heb ik eerst in de hostel uitgebreid geluncht, alvorens richting oude stad te wandelen. Hier bevindt zich ook het ziekenhuis, waar ik die avond mijn hechtingen zou laten verwijderen. Mijn hand was dan wel ´n stuk beter, maar de wond was toch nog redelijk opgezwollen. Ook had ik die ochtend mijn laatste antibioticatablet ingenomen en ik wilde een nieuw recept voor nog ´ns ´n doosje met 8 pillen. Ben ´n beetje zigzaggend door de stad gewandeld en kwam tegen de avond in het oude stadsdeel aan, waar ik nog wat heb gegeten alvorens naar het ziekenhuis te gaan. In de wachtkamer was het minder druk dan de vorige keer, maar toch nog behoorlijk wat mensen. Ik meldde me bij het loket en na ´n kwartiertje wachten werd ik al geroepen. De (vrouwelijke) arts verwijderde mijn hechtingen en heeft me daarna onderzocht; ogen, longen, hart, etc. Alles was prima in orde. Ook vroeg ze, of ik een tetanusinjectie had gehad in de laatste jaren. Toen ik daar negatief op antwoordde, zei ze dat dat verplicht was in Uruguay en ze verbaasde zich erover dat ik dat niet wist. Ze gaf me twee recepten mee: één voor de antibioticatabletten en één voor de tetanusinjectie, die ik in een privékliniek moest gaan halen. Hierna kon ik weer vertrekken. We namen vrolijk afscheid van elkaar en ik vond het jammer, dat ik deze arts waarschijnlijk niet meer zou zien. Behalve heel aardig en behulpzaam, was ze het aanzien meer dan waard... Hoewel mijn hand nog wel iets pijnlijk was, was ik toch heel blij dat de hechtingen verwijderd waren; ze begonnen me te irriteren en nu gaf me dat een bevrijdend gevoel. De wond is, op het buitenste vel na, weer helemaal genezen. Och, en een nieuw velletje zal zich wel weer snel vormen...
22 mei 2007 Was ´s-morgens wel op tijd wakker, maar ipv naar het (Yoga)centrum te gaan, besloot ik om eerst naar het ziekenhuis te gaan. Mijn hand was nog redelijk opgezwollen en pijnlijk en ook kreeg ik het (gaas)verband er niet helemaal af. In het ziekenhuis aangekomen, kreeg ik te horen om diezelfde middag terug te komen. In de tussentijd heb ik door het oude en schitterende deel van Montevideo gewandeld. Prachtige architectuur, ook van de gebouwen die slecht onderhouden zijn of zelfs soms in vervallen staat verkeren. In één van de vele restaurantjes even wat gegeten en toen weer terug naar het ziekenhuis. De wachtkamer zal behoorlijk vol, maar volgens de dame aan het loket, zou ik snel geholpen worden. En dat was ook zo. Blijkbaar krijg je als buitenlander voorrang op de lokale bevolking. In de behandelkamer kwamen nogal wat artsen en assistent-artsen en ik kreeg uitgebreid de gelegenheid, om mijn verhaal van de vrijdag ervoor te vertellen. Één van de mannen maakte nog een grapje in de trant van makkelijk vrouwen versieren, maar ik maakte hem duidelijk dat dat zeker niet mijn bedoeling was geweest. Ook maakte ik kennis met de arts-assistent die mij had geholpen. Ik had steeds het idee, dat het een blonde dame was geweest, maar ze bleek zwart haar te hebben. Ik herinnerde me er niets meer van. Het laatste stukje verband werd verwijderd en de wond schoongemakt. Ook kreeg ik een recept mee voor anti-bioticatabletten, om zodoende een ontsteking te voorkomen. Vrijdagavond moest ik terugkomen, om de hechtingen te laten verwijderen. Hierna verliet ik de behandelkamer en het ziekenhuis en wandelde richting mijn hostel. Onderweg kocht ik in een farmacia de anti-bioticatabletten en later in ´n supermarkt nog wat eetbaars voor die avond.