Hiermee wil ik onderstaande projecten onder jullie aandacht brengen. Tevens wil ik vragen om geld te storten op de respectieve rekeningen. Deze worden vermeld op de websites én in het filmpje, dat Paul van Hooff heeft gemaakt over Ñanta, gevestigd in Sucre, Bolivia. In het filmpje op guzzigalore.nl figureer ik ook nog even...
Ik hoop dat er veel geld binnenkomt op de respectieve bankrekeningen.
Dinsdag, 11 maart, ga ik op uitnodiging van Sayda en Dirk mee naar Tahua om daar het project te gaan bekijken en mogelijk ook een handje uit de mouw te steken. Ik ben ongeveer een week weg uit Sucre en ben dus die tijd niet te bereiken via meel of mijn weblog. Bij terugkomst zal ik mijn belevenissen weer aan jullie kenbaar maken. Tot dan.
Even melden dat met mij alles naar wens verloopt. Ben bezig om een jaarvisum voor Bolivia te verkrijgen. Het is al bij al een behoorlijke papierwinkel, maar ik heb daar gelukkig wel hulp bij. Medisch certificaat, politierapport, etc. Ook neemt het nogal wat tijd in beslag. De mensen zijn er niet altijd, of komen niet opdagen bij afspraken. Ach, dat is de Boliviaanse charme, denk ik dan. Bovendien heb ik nog even de tijd, voordat mijn huidige visum van 90 dagen verloopt. Ik vermaak me intussen opperbest in Sucre. Heb af en toe een feest(je) en geef o.a. les in Tai Chi Tao en Qi Gong. Momenteel heb ik een groep van 12 mensen, waarvan de meesten Boliviaansen. Gisteren kreeg ik nog een aanmelding van Domingo, een Boliviaanse architect en de eerste mannelijke deelnemer. De meesten zijn behoorlijk enthousiast en vertellen het door, of vragen of ze meer mensen mee mogen nemen. Denk, dat ik daarom binnenkort met twee groepen zal werken. Ook ga ik binnen afzienbare tijd een programma aanbieden aan de toeristen, die hier veelvuldig langskomen in Sucre. Nadat ik met velen van hen heb zitten babbelen, ben ik tot de conclusie gekomen dat er wel animo bestaat voor ontspannings- of relaxoefeningen. Het moeilijke vind ik, om een (3-talige) leuke, opvallende folder samen te stellen. Deze moet klein zijn, maar toch de nodige informatie bevatten en vooral toeristen aantrekken. Heb inmiddels een giga mooi lokatie aangeboden gekregen met uitzicht over de stad en de bergen rondom. Lijkt me een gewéldige plek om les te (gaan) geven. Komende dinsdag ga ik, samen met Juan de architect van het project, met de bus naar Oruro (zo´n 9 uurtjes kachelen) om vandaaruit in een vrachtwagen naar Tahua te reizen. De vrachtwagen is niet alleen vervoermiddel voor ons, maar vooral voor de bouwmaterialen die we gaan afleveren. In Tahua is een project (www.tahua-bolivia.com) dat gerund wordt door Dirk, een Nederlander die in Sucre een reisburo heeft, samen met zijn vrouw Sayda, die oorspronkelijk uit Tahua komt. Ik ben door hen uitgenodigd, om mee te gaan, dus dat was een leuke verrassing voor mij. Niet alleen zal ik het project gaan bekijken, maar wellicht ook m´n handjes uit de mouwen steken. Bovendien zie ik weer een ander stukje van Bolivia en volgens mensen, die die route al eens gedaan hebben, is het van een adembenemende schoonheid. Dat laatste geldt overigens voor veel gebieden in Bolivia. Je hebt hier namelijk een giga verscheidenheid aan natuur: van woestijnen tot regenwoud en van hoge bergen tot diepe dalen, de Alti-Plano en de zoutmeren, waar ik vorig jaar ook al eens was. Die hebben toen een diepe indruk achtergelaten op mij. Als ik ´n week later terugreis vanuit Tahua, steken we waarschijnlijk (weer) de zoutmeren over. Het is helemaal afhankelijk van de hoeveelheid water die er dan (nog) op staat. En anders wordt het ruim ´n halve dag omreizen. Ben benieuwd wat me allemaal te gebeuren staat de komende week. Wel weet ik dat ik verstoken zal zijn van internet en enige vorm van luxe. Met z´n vieren in de cabine van een vrachtwagen hobbelend door de woestijn en bergen.... we zullen het wel zien en ervaren, nietwaar?
Heb afgelopen nacht weer in het hostel geslapen. Gisteren is Stan teruggekomen van zijn reisje door Zuid-Peru en dat was enkele dagen eerder, dan ik verwacht (en gehoopt) had. Het is me er zéér goed bevallen en ik ga daar weer naar terug, als Stan eind april teruggaat naar Londen. Zeker wanneer je langer in/op één plaats verblijft, is het prettig om je eigen stekkie te hebben. Op de foto, genomen in Joy Ride Café, koffiedrinkend en lezend op de laptop van Paul. Groetjes aan al mijn lezers y que le vaya muy bien, Peer
PS Valt me trouwens op: heb weinig reacties gekregen op mijn foto´s, die ik uiteindelijk op mijn weblog heb gekregen.
Afgelopen zondag had ik dit verhaaltje bijna gereed, toen de computer vastsloeg en ik dus alle tekst kwijt was. Hierbij een nieuwe poging.
Zaterdag, 16 febr., was ik uitgenodigd op de bruiloft van Juana, de kokkin van Gnadenlos, en haar vriend Oscar. Tevens was ik padrino voor de Singani, een Boliviaanse sterke drank die gedronken wordt met Sprite en ´n schijfje limon. Padrino houdt in dat je de desbetreffende drank betaald. Omdat Bill, een Amerikaan, ook was uitgenodigd heb ik hem gevraagd om mee te betalen en hij vond dat geen probleem. Scheelt in de kosten, nietwaar? Bovendien wist hij niet goed wat voor kado hij moest kopen voor Juana en Oscar en dit pastte hem prima. ´s-Middags toog ik in gezelschap van Bill, Paul en zijn Boliviaanse vriendin Roxana naar de plaats van handeling. Bij aankomst bleken wij de eersten te zijn en werden met open armen ontvangen door de aanwezige familie. Langzaam maar zeker druppelden de genodigden binnen en tegen 17.00 uur begon de officiële inwijdingsceremonie, die eigenlijk om 16.00 uur had moeten beginnen, maar volgens goed Boliviaans gebruik was toen het bruidspaar zelf ook nog niet aanwezig. Blijkbaar was er een getuige niet op komen dagen en daarom werd ik van mijn stoel afgeplukt, om naast de bruidegom plaats te nemen. De (vrouwelijke) ambtenaar van de burgelijke stand had 2 grote boeken bij zich en begon met het voorlezen van de huwelijksakten en andere juridische ongein. Na de ondertekening van de documenten, moest ik ook nog ergens mijn handtekening plaatsen. De trouwringen werden door het bruidspaar aan elkaars vinger gestoken en daarna overhandigde de ambtenaar mij een speciaal document, dat ik op mijn beurt weer diende af te geven aan Oscar. In eerste instantie had ik niet helemaal door, dat dit de bedoeling was en dus stond ik er als ´n halve zool bij te kijken. Maar het is toch goed gekomen. Nadat de ambtenaar vertrokken was, begon het omhelzen en feliciteren. Ook waren er enkele vrouwen die bloemblaadjes op de hoofden van het bruidspaar en de belangrijkste gasten uitstrooiden. Ik moest bukken, omdat het anders niet lukte. De tafel werd naar buiten gesleept en ieder zocht weer zijn/haar stoel op. De bladen met (witte) wijn kwamen binnen en de bedoeling was om een klein scheutje op de grond te gieten en de rest zelf op te drinken. Bij het tweede glas werd aan de getuigen gevraagd, om een (klein) woordje te richten tot het bruidspaar. Uiteraard in het Spaans en ik had maar heel even de tijd om iets te bedenken, maar denk dat het goed is overgekomen. Na de wijn kwam men rond met de Singani en werd het feest met een eerste dansje geopend door het bruidspaar. Uiteraard een traditionele dans. Toen waren de getuigen aan de beurt en daarna is de dansvloer niet meer leeg geweest. Singani, bier en rode wijn; alles kwam langs. Uit een kan werd dan een glas halfvol geschonken en je diende dat dan in één teug te legen. Op ´n gegeven moment werd er eten uitgedeeld; kip, rijst, aardappel en groentensalade. Ik liet het me goed smaken en het was tevens een excuus om even van de dansvloer af te zijn: ´n rustpuntje dus. Er werden jerrycans binnengebracht en die werden geleegd een grote ton, die ik al eerder in ´n hoek van de binnenplaats had ik zien staan. Dit bleek zo´n 300 liter (!) Chicha te zijn, een soort bier gebrouwen uit mais. Dit werd weer overgeschept in emmers, die op strategische plaatsen werden neergezet, zodat je alleen maar hoefde te bukken om je glas/beker opnieuw te vullen. Ik had zowat de hele avond op de dansvloer gestaan en werd op ´n bepaald moment toch wel moe. Zeker omdat de dochter (Maria, 6 jr.) van Juana constant met mij wilde dansen; soms op de vloer en regelmatig op mijn arm. Mijn baard vond ze heel interessant, want ze zat er constant in te graaien. Ook was ik overduidelijk haar vriendje geworden. Eerder in de week had ik haar hoofd behandeld. Ze was namelijk van zo´n vier meter hoogte naar beneden gevallen en had een hoofwond die was gaan ontsteken. Blijkbaar had het geholpen, want op het feest had ze geen verband meer op de wond en waren haar (lange) haren dusdanig gekamt, dat je er niets van zag of aan haar merkte.
Tegen twaalven ben ik met ´n taxi richting mijn appartement gegaan en niet lang daarna stond ik op m´n rug, om te genieten van een aangename nachtrust. Het was hoe dan ook een hele leuke avond geweest en ik was weer een ervaring rijker.
11 februari 2008 Na een gezellig etentje in de Joy Ride, zit ik samen met Anna en Marwil aan de koffie met appelgebak. Ééntje met slagroom en de ander met ijs.
Beste mensen. Het is al weer ´n tijd geleden dat ik iets op mijn weblog heb gekliederd, maar bij deze een nieuwe poging.
Ik ben (wederom) in Sucre en het was een gewéldige ervaring, om weer terug te komen. In januari, toen ik in Arequipa (Peru) was, had ik diverse meeltjes gekregen, dat men mij miste en dat ik met open armen zou worden ontvangen mocht ik terugkomen. Nou dat was niets te veel gezegd! Teksten als: "Je aanwezigheid wordt hier node gemist. Sucre is toch een ander verhaal zonder de aanwezigheid van us Peerke." maakten me ook wel een beetje onzeker. En dan kom je weer terug in Sucre. Het leek wel, of iedereen blij was mij weer te zien! Zelfs toen ik in een restaurant zat, kwamen er enkele mensen naar binnen om mij welkom te heten in Sucre. Overweldigend gewoon! Waar zou ik het aan verdiend hebben?
Ook heb ik al weer enkele feesten achter de rug. Donderdag (31 jan.) vanwege de overdracht van Joy Ride café en karnavalsmaandag hebben we een (Nederlands) carnavalsfeest georganiseerd in Gnadenlos, een leuke bar, die gerund wordt (sinds nov.) door Linda, een Nederlandse, en waarvan de winst naar een instelling gaat, die zich inzet voor de straatwerkers (lees: kinderen) van Sucre. Er waren ook vele Bolivianen aanwezig en die keken hun ogen uit naar die raar verklede Nederlanders... Hoe dan ook, het was beeere gezellig!! Ik kwam pas na 05.00 uur (!) weer terug in mijn hotel.
De komende dagen heb ik afspraken met diverse mensen. Eentje is directeur van Ñanta (de instelling van/voor de straatkinderen). Hij vroeg mij of ik vrijwilligerswerk wilde doen en men zou dan een jaarvisum voor mij gaan regelen. Een ander (Nederlander) heeft hier een reisburo en we gaan bekijken of het wellicht interessant is, om een speciaal (ontspannings)programma op te zetten voor toeristen. Als hij er wat in ziet, kan dat héél interessant worden. Ook ga ik nog een babbeltje doen met de directeur/eigenaar van een Spaanse school. Hier zou ik dan Tai Chi lessen gaan geven. Dus wie weet wat er de komende dagen/weken allemaal gebeurd. Intussen heb ik nogal wat iemeel-adressen en/of tel.nummers verzameld van mensen die geïnteresseerd zijn in het op regelmatige basis volgen van Tai Chi Tao- of Qi Gong-lessen. Daarvoor wil ik nog een geschikte ruimte vinden; het liefst dicht bij het centrum van Sucre.
Ook hoop ik nog tijd te vinden, om mijn weblog bij te werken, want dat loopt giga achter. Ben afgelopen week zeker 3 uur bezig geweest, om foto´s op mijn blog te zetten. Zonde van de tijd, want het is me helaas niet gelukt. Wel komt er binnenkort een kort filmpje te staan op de website van Paul (
www.guzzigalore.nl) Hij had me gevraagd hierin te figureren. Het geheel handelt over het leven van de straatkinderen hier in Sucre. Ik ben zelf ook wel benieuwd naar het eindresultaat.
Dinsdag, 12 feb., ga ik verhuizen van mijn hotel naar een klein appartement. In beginsel is dit slechts voor een periode van 3 à 4 weken. De huidige huurder gaat namelijk een reisje maken naar Peru en komt daarna weer terug. De derde week van april gaat hij dan terug naar Engeland en hoogstwaarschijnlijk neem ik dan het appartement over voor een langere periode. Het grote voordeel is, dat ik dan mijn eigen bedoeninkje heb en zelf mijn eten kan koken. Toch weer iets anders dan telkens een restaurantje opzoeken. Niet dat ik iets te kort kom wat dat betreft, maar bv een hutspotje met hachee of spruitenstamppot lijkt me toch ook wel een héél aanlokkelijke gedachte.
Och, al bij al vermaak ik me prima en kom, ondanks mijn ´vele´ vrije tijd, tijd te kort.
Donderdag (24 jan.) ben ik wederom van Arequipa naar Puno aan het Titikakameer gereisd. Met de bus zo´n 6 uur rijden. Voor mij dus een korte rit in vergelijking met andere reisjes, die ik gemaakt heb. Telkens wanneer ik in Puno aankwam regende het en nu was het niet anders; het water viel met bakken uit de hemel. In de terminal werd ik aangesproken door ene Miriam, die mij niet alleen een toeristische trip wilde aanbieden, maar ook hotelaccomodatie. Toen ik haar vertelde dat ik nu voor de derde keer in Puno was en de vorige keren al toeristisch bezig geweest was, kreeg ons gesprek een andere wending. Miriam liet mij toen een folder zien van een recidential op slechts 4 blokken van het centrum. Dit zag er heel goed uit, maar ik veronderstelde dat de prijs aan de hoge kant zou zijn. Nou, dat viel me alleszins mee en dus besloot ik met haar mee te gaan naar de Duque Inn, zoals de naam van dit hostel luidde. We namen een taxi en binnen no-time waren we op de plaats van bestemming. Miriam vond het aan de ene kant geweldig dat ik al zoveel kende, maar aan de andere kant had ze me graag één of meerdere trip(jes) willen verkopen. Tenslotte krijgt ze daar een kleine vergoeding voor betaald. Ik kreeg een kamer aan de voorkant van het hostel met een giga schitterend uitzicht over de stad én Lago Titicaca. Tot nu toe één van de mooiste kamers, die ik gehad heb en dat voor een prijs van amper 4 euro. Ook het bed was uitstekend. Nadat ik mezelf ´n beetje had opgefrist, ging ik naar beneden alwaar ik ´n hele tijd met de eigenaar (Ricardo) heb staan babbelen. Hij is een (ex)archeoloog en samen met zijn vrouw (Norma) drijft hij deze residencial. Ook geeft hij in eigen beheer kleine boekwerkjes uit met zéér interessant leesvoer over vooral de archeologische ontdekkingen in de staat Puno. Dat is wellicht ´n beetje verwarrend, maar je hebt hier zowel een staat, provincie, regio alsmede stad die allemaal 'Puno' heten. Ik kreeg van Ricardo één van de boekjes en hoop dat gelezen te hebben, voordat ik weer terugga naar Puno. Hij vertelde me zoveel interessante dingen, dat ik besloten heb om een en ander op een later tijdstip (wanneer het niet zoveel regent) te gaan bezoeken. Sommige sites zijn behoorlijk toeristisch, maar Ricardo vertelde me dat de meest interessante sites geen tot heel weinig bezoekers trekken. Dit vooral vanwege het feit, dat er weinig 'reclame' voor gemaakt wordt, óf dat er niks in de verre omgeving te beleven valt. Toeristisch gezien dan. Ook dien je haast een gids te hebben, om op die plaatsen te komen. Er gaan namelijk geen bussen die kant op, dus je dient een (privé)taxi of minibusje te nemen. Maar met de uitleg van Ricardo, lijkt me dat geen probleem. Bovendien weet hij ook de prijzen van de taxi´s of busjes. Zo heb ik dus enkele leuke dagtripjes in het vooruitzicht, als ik weer terugga naar Puno, waarschijnlijk in mei wanneer het minder tot niet regent. Kost overigens bijna geen drol en dit alles spreekt mij dus geweldig aan. Heb enkele dagen door de stad lopen dolen en ben zaterdagmiddag met de bus (wederom) naar mijn geliefde Bolivia gereisd.
Ja, het is al weer ´n hele tijd geleden dat ik iets heb toegevoegd aan dit weblog. Dus laat ik maar eens beginnen met mijn laatste avontuur: het reisje naar Cotahuasi, ongeveer 12 uur bussen van Arequipa in het zuiden van Peru. Afstanden worden hier meestal niet uitgedrukt in KM, want reizen door de bergen brengt soms z´n eigen avontuur en dan kunnen reistijden wel eens fluctueren.
In de bus van Desaguadero (op de grens tussen Bolivia en Peru) naar Arequipa zat ik naast ene Leonel, die me vertelde zeker naar Cotahuasi te gaan. Cotahuasi is een dorpje in de Cordillera Occidental, zoals dit deel van de Andes hier genoemd wordt. Vooral de omgeving zou daar schitterend zijn en de Cañón de Cotahuasi is de diepste cañón ter wereld, met op z´n diepste punt zo´n 3.400 mtr. hoogteverschil! Ook Nino, de hoteleigenaar in Arequipa, vond dat het zeker de moeite waard zou zijn daar een kijkje te gaan nemen en gaf me later ook nog enkele tips.
Kerst en oud-en-nieuw heb ik in Arequipa doorgebracht en mijn bedoeling was, om de vrijdag na nieuwjaar met de bus naar Cotahuasi te gaan. Doordat ik mijn kleren niet eerder dan zaterdagnamiddag kon ophalen, moest ik mijn reisje uitstellen tot zondag. Omdat er slechts twee bussen per dag rechtstreeks van Arequipa naar Cotahuasi rijden en allebei ook nog op dezelfde tijd, ging ik zaterdag direct na de lunch naar de busterminal om een kaartje te kopen. Ik wist niet zeker, of er ATM´s zouden zijn in Cotahuasi en dus pinde ik meteen wat extra contant geld. Op het moment echter dat ik mijn PIN-pas uit de gleuf wilde pakken, zag ik die zo floeps weer de automaat ingetrokken worden! Op het beeldscherm zag ik nog net in ´n flits de bedanktekst, voordat deze overging in de gebruikelijke reclame-uitingen. Ik stond perplex en probeerde nog enkele knopjes in te drukken, maar het beeldscherm veranderde slechts omdat het zo geprogrammeerd was en vroeg op ´n bepaald moment om je PIN-pas in de gleuf te steken. Toen ik die tekst las en ondanks dat ik toch wel baalde, moest ik eigenlijk ook wel weer glimlachen bij de gedachte: ´en dan meteen je pasje kwijt zeker?´ Gelukkig was het een ATM, dus een officiële machine van een bank, die mijn pas had ingeslikt en dus maakte ik me niet zo heel erg druk, dat ik mijn pas niet meer terug zou zien. Ook heb ik het internationale nummer in NL niet gebeld, om het verlies van mijn pas te melden. Het zou alleen maar een hoop rompslomp geven en wellicht ook nog de (on)nodige Euro´s gaan kosten. Ik zou alleen mijn reisje moeten uitstellen tot maandagnamiddag. Nu, zaterdagmiddag, waren alle bankkantoren gesloten. Misschien raar en misschien ook niet, maar ik voelde totaal geen paniek en had het volste vertrouwen in een geode afloop. Maandagochtend meteen naar de desbetreffende bank gegaan om te kijken, of ik mijn pasje op enigerlei wijze kon terugkrijgen. Ik werd verwezen naar het hoofd geldautomaten en we hebben even gezellig zitten babbelen. Hoe lang ik in Peru was en nog zou blijven, wat ik van Peru vond, het eten en over welke plek(ken) ik de mooiste vond, etc. etc. Het valt me overigens wel keer op keer op, hoe trots de mensen in Zuid-Amerika zijn op hun stad, dorp, streek of land. Meestal geef ik een diplomatiek antwoord, wanneer men vraagt welk land ik het mooiste vind tot nu toe. Soms antwoord ik met: ¨Nepal in verband met de Himalaya, de hoogste Bergen ter wereld.¨ Juan-Carlos, de naam van mijn gesprekspartner, maakte op ´n gegeven moment een kort telefoongesprek en zei me om vijf uur ´s-middags terug te komen. Dan zou mijn pasje in zijn bezit zijn en zou ik er weer over kunnen beschikken. Toen ik ´s-middags weer naar de bank terugging, heb ik inderdaad mijn pasje weer teruggekregen op vertoon van mijn paspoort, dat ik gelukkig had meegenomen. Juan-Carlos had trouwens ´n heel stapeltje PIN-passen in z´n hand. Allemaal ingeslikt door ATM´s en allemaal van Peruanen. Die van mij viel als enige op vanwege z´n groene kleur; de PIN-pas van een of andere domme toerist. Wel moest ik na het bankbezoek van die ochtend naar de busterminal, om mijn reisje wederom uit te stellen, want de bus zou om 17.30 uur vertrekken. En ik zou nooit op tijd kunnen zijn.
Voor iedereen mijn allerbeste wensen voor een gíga gewéldig, gezond en vrolijk 2008! Maak en beleef plezier in de dingen, die je doet of onderneemt, maar blijf vooral lachen!
Hierbij een foto gemaakt tijdens een gezellig etentje in Sucre tgv het afscheid van Wibke (links van mij op de foto) uit Leipzig, die hier ook ´n hele tijd is geweest.