U heeft tot de Bisschoppen van Afrika gezegd,
dat wij ons in een ideologische strijd bevinden. Wat wil u daarmee zeggen?
Anatrella: De Paus benadrukt
het sterk: Wij beleven vandaag een beklemmende tegenstrijdigheid. Terwijl men
van de ene kant aanspraak maakt op vermeende rechten, die willekeurig en
genotzuchtig van aard zijn, onder het voorwendsel dat ze door
overheidsstructuren worden erkend en bevorderd, worden van de andere kant de
elementaire grondrechten van een groot deel van de mensheid ontkend en
geschonden. Geëmigreerde families worden niet altijd in hun waardigheid
gerespecteerd. Het verplaatsen van industrieën verarmen de enen en buiten de
handenarbeid van de anderen uit. En op een ander vlak, heeft een kind het recht
alleen opgevoed te worden door een man en een vrouw, zijn vader en moeder, om
aan zijn behoeften te voldoen en zijn psychologische, sociale, morele en
spirituele belangen te respecteren.
Vandaag, zegt de Paus, zou het ware en het maakbare
willen doen samenvallen. Maar als efficiëntie en nuttigheid de enige
criteria van de waarheid zijn, wordt de ontwikkeling vanzelf uitgesloten.
Huwelijk en voortplanting kunnen niet onder de nuttigheid vallen om tegemoet te
komen aan de onvoldaanheid van de mens.
Reeds Paulus VI had de wereldwijde dimensie van het
sociale vraagstuk erkend en erop gewezen ... omdat het de mogelijkheid zelf
inhoudt het leven niet alleen te begrijpen, maar ook te manipuleren. Wij
hebben dikwijls gezegd en herhaald dat de hedendaagse ketterijen niet meer
zozeer religieus zijn, maar antropologisch; daar is de genderideologie er één
van in het intellectuele landschap dat het bijna als een internationale regel
beschouwt. Geloof en rede dienen samen gedacht te worden, zegt de Paus ons in
zijn encycliek. God openbaart de mens aan de mens; de rede en het geloof
werken samen om hem het goede te tonen, als hij maar bereid is het te zien. De
natuurwet waarin de rede van de Schepper oplicht, toont de grootheid van de
mens, maar ook zijn ellende, als hij de oproep tot morele waarheid afwijst.
Het hoeft niet verborgen te worden, we zitten volop in een
ideeënstrijd waarvan de burgers dikwijls niet beseffen wat op het spel staat en
waarin alles gedaan wordt om de Kerk in de hoek te duwen. Maar de Kerk vervult
echter gewoon haar zending wanneer zij de gevolgen benadrukt van dit soort van
ideologie voor de toekomst van de mensheid. De in vraagstelling van het
huwelijk is één van de eerste aspecten van deze genderstrategie die de
seksualiteit van de mens probeert te herdefiniëren en die in tegenspraak is met
de realiteit van de incarnatie van de mens in een specifiek lichaam. De
aanhangers van de genderideologie houden vast aan de idee dat wij allemaal mens
zijn voordat we man of vrouw zijn. Deze drogreden is een illusie want de mens
op zich bestaat niet. Wij zijn geen geslachtloze wezens. Wij ontmoeten
alleen mensen die ofwel man ofwel vrouw zijn. Trouwens, buiten die twee zijn er
geen andere identiteiten. Talrijke onrealistische situaties doen zich in die
ideologie voor; ze zijn gekenmerkt door de ontkenning van het geslachtelijke
lichaam en sluiten aan bij een angst die de mensheid altijd doorkruist heeft,
de angst namelijk om het verschil in seksualiteit te erkennen, aanvaarden en
verinnerlijken. Dat is de ware zin van het anders zijn van de mens en deze zin
wordt in de christelijke openbaring voltooid. De betekenis van het huwelijk kan
slechts begrepen worden vanuit het geslachtelijk lichaam dat eenwording en
gemeenschap mogelijk maakt tussen een man en een vrouw.
Waarvan moet de Kerk en alle Christenen zich
bewust zijn? Wat staat op het spel?
Anatrella: Zij moeten ervoor
zorgen dat de verschillende nationale parlementen burgerwetten invoeren die
niet in tegenspraak zijn met de principes van de menselijkheid. De ideologie
van het gender is tegengesteld aan de belangen van de mens en zet ze op het
spel. Een samenleving die de zin niet meer begrijpt van het verschil tussen de
seksen, verliest geleidelijk de zin voor de waarheid. Deze ideologie tast
het dragende kader van de samenleving aan. Door het verschil van de seksen
opnieuw in vraag te stellen, aangezien men laat verstaan dat de seksuele
identiteit onafhankelijk is van het biologische feit, ontbindt de
genderideologie de biologische en psychologische seksualiteit, met de bedoeling
er een sociale constructie van te maken en een machtsspel tussen man en vrouw.
De strijd tussen de seksen heeft de klassenstrijd vervangen. Hoofdzaak is het
onderscheid tussen man en vrouw te laten wegvallen. Met andere woorden, niets
mag de vrouw verhinderen in alles de gelijke te zijn van de man en dit gaat
gepaard met het aanklagen van de overheersing en macht van de man. Het
moederschap wordt als een handicap en onrechtvaardigheid gezien omdat alleen
vrouwen kinderen dragen. Men dient dus de vrouw van het moederschap te
bevrijden; dit verklaart de toename van campagnes voor contraceptie en abortus.
Een ware campagne van internationale verminking geleid door de hoogste
instanties die de ware rijkdom van een volk aantasten, namelijk zijn kinderen.
Benedictus XVI schrijft terecht: Sommige
niet-gouvernementele organisaties (NGOs) werken actief mee aan de verbreiding
van abortus en bevorderen soms in arme landen de keuze voor sterilisatie, ook
bij vrouwen die zich niet bewust zijn van de betekenis van de ingreep.
Bovendien is er het vermoeden dat af en toe ontwikkelingshulp zelf gekoppeld
wordt aan bepaalde vormen van gezondheidsbeleid, die de facto strenge
maatregelen van geboortebeperking opleggen. ... Als een samenleving de weg
inslaat van het weigeren of onderdrukken van het leven, zal zij uiteindelijk
niet meer de nodige motivatie en energie vinden om zich in te zetten voor het
ware welzijn van de mens.. De mens ziet zichzelf als meester van het
universum. Maar dat is hij niet en hij staat niet aan de oorsprong van zijn
bestaan, hij is niet zijn eigen schepper en nog minder iemand die zich uit het
niets opbouwt. Hij komt voort uit een natuur en hij wordt door de cultuur.
Er is geen tegenstelling tussen beide, wel een subtiele interactie. Eerder dan
zich te maken, ontwikkelt de mens zich volgens fenomenen die hem eigen zijn.
Hij ontvangt zichzelf als een gegeven, zegt de Paus, en gaat op weg langs vele
vormen van onderlinge afhankelijkheid. Daarom is het nodig dat hij zich ontdoet
van de narcistische en zelfgenoegzame visie van deze ideologie en van het
droombeeld van almacht om van zichzelf de architect te maken van zijn
persoonlijke geschiedenis die hij op heel de lijn volkomen in de hand heeft.
Levensverhalen zijn momenteel sterk in de mode; in het
Westen spreken mensen over zichzelf op radio en televisie; het getuigt van de
behoefte zichzelf te verantwoorden, zich voor te stellen als de held van zijn
leven of als het slachtoffer van de opvoeding en van de anderen. Het is een
symptoom van de moeilijkheid om zijn leven in bezit te nemen, er betekenis aan
te geven en te aanvaarden. De Heilige Vader benadrukt dat de mens niet alleen
aan zichzelf gegeven wordt, maar ook als gave gemaakt is. Liefde in
waarheid confronteert de mens met de wonderlijke ervaring van de gave. De gave
om niet is in zijn leven aanwezig op velerlei wijzen. De mens bestaat voor de
gave. Ze brengt zijn goddelijke dimensie tot uitdrukking en verwerkelijkt ze.
De gave kan zich slechts realiseren door erkenning, aanvaarding en verinnerlijking
van het anders zijn en het seksueel anders zijn. Zelfgave drukt zich uit door
het lichaam naar het voorbeeld van Christus die is mens geworden en zich
lichamelijk heeft opgeofferd opdat de mens Gods mensheid zou bereiken in liefde
voor de waarheid.
Hoe priesters opleiden en Christenen
intellectueel voor deze ideologie sensibiliseren?
Anatrella: De bisschoppen van
Afrika zijn vastbesloten op te treden in de vorming aan de seminaries,
katholieke universiteiten, parochies en bewegingen voor gezinswerking, zowel om
ze voor de genderideologie te sensibiliseren als hun een kritisch intellectueel
apparaat aan te bieden en de realistische kijk op de complementariteit van man
en vrouw te geven. Man en vrouw zijn geroepen zich te verenigen en niet elkaar
de oorlog aan te doen. Zoals Johannes Paulus II sterk benadrukte, roept de Kerk
op tot een beschaving die op liefde gebaseerd is, namelijk op het koppel van
een man en een vrouw, de enigen die de zin van de liefde in het huwelijk en de
voortplanting binnen het gezin kunnen symboliseren. Men dient dit belangrijke
onderscheid tenminste verinnerlijkt te hebben, vooraleer aan liefde te kunnen
beginnen.
Alhoewel deze theorie in het Westen reeds vele jaren aan
het werk is, is de reflectie daarover op seminaries en aan katholieke
universiteiten bijna onbestaande. Men stelt vast dat onderwijzers, studenten en
de geestelijkheid in hun geheel, dikwijls de taal die aan deze ideologie
inherent is, onbewust overnemen. Dat is het schadelijkste aspect van deze
theorie: woorden in de gewone omgangstaal brengen om zo de ideeën
aanvaardbaarder te maken. Zoals het begrip santé reproductive (gezonde
voortplanting) dat niets te maken heeft met begeleiding van moeders en gezin,
maar propaganda voor contraceptiva en abortus betekent. Het zou beter vervangen
worden door santé familiale (gezondheid van het gezin) wat vader,
moeder en de kinderen omvat: kortom de gezinskern. Men dient dus de oorsprong
en draagwijdte van de begrippen te kennen en weigeren deze nieuwe taal te
gebruiken.
Men moet de katholieke verenigingen voor het gezin danken
voor al hun werk op Europees en internationaal vlak. Mensen die in de vorming
en het onderwijs staan dienen op brede schaal gesensibiliseerd te worden, en
ook de Christenen als geheel, om te reageren op deze nieuwe uitdaging op het
vlak van de gezinspolitiek. Christenen moeten zich mobiliseren wanneer de
waardigheid van het leven en het menselijk evenwicht bedreigd worden, daar waar
Benedictus XVI ons oproept tot belangeloosheid die meer openstaat voor het
leven.
Mgr. Anatrella, Genderideologie en oorsprong
van homoseksualiteit
Mgr. Tony Anatrella, psychoanalyticus en specialist in
sociale psychiatrie, geeft onderwijs in Parijs en is onder meer adviseur van
de Pauselijke Raad voor het Gezin en van de Pauselijke Raad voor
het Pastoraat in de Gezondheidszorg. Hij heeft zijn laatste boek La teoria
del gender e lorigine dellomosessualità (De gendertheorie en de
oorsprong van homoseksualiteit), uitg. San Paolo, voorgesteld in het
Cultureel Centrum van Milaan op 28 april 2012, vooravond van de 7e Wereldbijeenkomst
van Gezinnen, voor een publiek dat bestond uit universiteitsdocenten,
psychiaters en specialisten in menswetenschappen.
Hier volgt een citaat uit het interview van Zenit met Mgr.
Anatrella:
Zenit: U wijdt in uw boek een
lang hoofdstuk aan de oorsprong van homoseksualiteit. Kan u hierop nader
ingaan?
Mgr. Anatrella: Homoseksualiteit
is één van de effecten van de genderideologie. Deze bepaalt seksualiteit niet
vanuit de twee enige seksuele identiteiten die bestaan (man en vrouw) maar in
functie van de seksuele gerichtheid, die meer in aantal zijn en gevarieerd en
een conflict aan het licht brengen dat in mindere of meerdere mate gewijzigd
werd door partiële impulsen en primaire identificaties.
Wanneer men spreekt over homoseksualiteit, dient het
individuele aspect onderscheiden te worden van het sociale, meer bepaald voor
wat het huwelijk betreft tussen personen van hetzelfde geslacht en de adoptie
van kinderen.
Op individueel vlak, heeft homoseksualiteit altijd bestaan
en zal zij ongetwijfeld altijd min of meer blijven bestaan. De meerderheid
van de serieuze onderzoeken wijzen uit dat er geen genetische of
neurofysiologische oorsprong van deze bijzondere neiging is. Het is eerder
verwonderlijk dat de menselijke natuur op basis van de karakteristieken die
eigen zijn aan man en vrouw, ontkend wordt en dat men tegelijk een homoseksuele
natuur genetisch of biologisch zou willen funderen om de normale aard van deze
neiging aan te tonen. Als menselijke seksualiteit betrekkelijk
geconditioneerd wordt door biologische bepaaldheden, hangt zij ook en vooral af
de voorstelling die ieder van zijn verlangens maakt. Het driftleven ontplooit
zich in een systeem van voorstellingen die verbonden zijn met verschillende
ervaringen die het kind en de adolescent van hun lichaam hebben. De eerste
identificaties zijn velerlei en dikwijls op personen van hetzelfde geslacht
gericht om de identiteit van jongen of meisje te versterken. En het is wanneer
interne conflicten zich voordoen en niet opgelost worden dat bijzondere
gerichtheden kunnen verschijnen in tegenstelling met de identiteit die het
subject heeft. Wat betekent dat homoseksualiteit geen alternatief is voor de
seksuele anders geaardheid die zich alleen voordoet tussen man en vrouw. Homoseksualiteit
is veeleer de uitdrukking van een onontwikkelde fixatie van wat gelijkaardig is
en van wat op zichzelf gelijkt en brengt de moeilijkheid aan het licht om het
ander geslacht te verinnerlijken.
Er zijn verschillende vormen van homoseksualiteit: sommige
kunnen evolueren en zich op een natuurlijke manier naar het andere geslacht
richten, terwijl andere vormen minder veranderlijk zijn. Het drama is dat de
huidige context niet bevorderlijk is om zichzelf over dit onderwerp in vraag te
stellen, om te weten waarmee deze neiging overeenstemt. Nochtans komen velen op
consultatie in de hoop deze neiging te veranderen en sommigen komen er toe. Maar
er is een soort van taboe en verbod om te denken dat men een homoseksuele
gerichtheid zou kunnen veranderen terwijl sommigen er nochtans in slagen. Men
aanvaardt gemakkelijk dat iemand die heteroseksueel is, homoseksueel kan
worden, terwijl het omgekeerde onmogelijk zou zijn.
Het gaat wel te verstaan niet om het toepassen van
autosuggestie maar om de persoon vrij over dit onderwerp te laten spreken zodat
hij zich bewust wordt van wat hem ertoe gebracht heeft zich psychologisch op
deze manier te organiseren en om te beslissen hoe zich te gedragen.
De sociale invloed van een narcistische samenleving heeft
inderdaad de neiging op seksueel vlak onduidelijk te denken. Adolescenten en
jongeren komen op consultatie omdat zij zich na enkele amoureuze tegenslagen,
inbeelden misschien homoseksueel te zijn en gaan zelfs ervaringen opdoen om te
weten of ze het zijn. Wat aantoont hoezeer de mens van vandaag het moeilijk
heeft om zich met zijn innerlijk bezig te houden en zijn verlangens te
identificeren; alles zou zich in het doen moet afspelen. Homoseksualiteit is
nog onvoldoende bestudeerd om te begrijpen uit welke psychische werking zij
voortkomt. Er is tevens een soort van intellectuele luiheid die erin bestaat
aan de relatie tussen twee personen van hetzelfde geslacht, dezelfde
eigenschappen toe te kennen die eigen zijn - en wel op exclusieve manier - aan
het koppel van man en vrouw.
De genderideologie, die stelt dat het verschil
tussen man en vrouw niet wezenlijk is, ondergraaft Gods scheppingsordeningen.
God heeft in Zijn wijsheid de
mens geschapen als man en vrouw. In de wederkerigheid en liefde tussen deze
beide geslachten weerspiegelt zich iets van de gemeenschap van liefde die ook
in de drie-enige God Zelf bestaat, als Vader en Zoon en verbonden door de
Geest. Daarom erkent de Bijbel het huwelijk tussen man en vrouw en het daaruit
voortkomende gezin als een scheppingsordening. Ook Jezus Christus heeft het
huwelijk als een unieke en onverbreekbare gemeenschap bevestigd en geheiligd.
De kerk van alle tijden en
plaatsen heeft tot op heden aan deze scheppingsordening vastgehouden en die
verdedigd. Maar tegenwoordig eindigen huwelijken steeds vaker in echtscheiding,
waardoor gezinnen uiteenvallen. Deze tragedie wordt ten dele veroorzaakt door
moderne ideologieën, die het huwelijk en de wederzijdse rol van de geslachten
radicaal ter discussie stellen. Homoseksuele, transseksuele en interseksuele
samenlevingsvormen worden als gelijkwaardig aan het huwelijk naar voren
geschoven. Alle seksuele oriënteringen zijn gelijkwaardig, en ieder mens heeft
de vrijheid om zijn eigen geslacht uit te kiezen en dienovereenkomstig
geaccepteerd te worden. Dat strijdt met het natuurlijke schaamtegevoel (dat
deze ideologie probeert kapot te maken), met het gezond verstand en met het
natuurrecht.
Gender mainstreaming
In deze ideologie wordt het woord
geslacht, dat altijd ofwel mannelijk ofwel vrouwelijk is, stelselmatig
vervangen door het woord gender. Dat woord staat voor een sociale rol,
onafhankelijk van het biologische geslacht. Het begrip gaat terug op de
Nieuw-Zeelandse psycholoog John Money (1921-2008), die op basis van een uiterst
risicovol experiment stelde dat niet de biologische aanleg, maar de opvoeding
maatgevend is voor de vorming van de geslachtelijke rol.
Doel van de ideologie is het
zogeheten gender mainstreaming (GM): het kweken van een volledige acceptatie
van de opheffing van het verschil tussen de beide geslachten en hun rol als
ouder in het gezin (hun schepselmatige polariteit). Deze doelstelling is een
uitloper van die van de vrouwenrechtenbeweging van de negentiende eeuw. Eerst
ging het enkel om gelijke rechten voor man en vrouw, later wilde men
gelijkstelling op alle terreinen van het leven, en nu gaat het opnieuw verder
en stelt men dat alle mensen fundamenteel gelijk zijn. Tegenwoordig worden op
last van de Europese Unie op veel universiteiten zogeheten genderstudies
ingevoerd, waar studenten moeten leren om de geslachtelijke identiteit van man
en vrouw ter discussie te stellen.
Tegelijkertijd worden traditionele
waarden als deugd, moraal en kuisheid in een negatief daglicht gesteld en de
centrale begrippen uit de Europese cultuur met een nieuwe inhoud gevuld. Zo
wordt bijvoorbeeld vrijheid losgemaakt van waarheid en verantwoordelijkheid
en geherdefinieerd als doe wat je wilt. Tegenstanders worden beschuldigd van
discriminatie en homofobie.
Revolutie
GM is een gevolg van de
biologische revolutie. Na de twee eerdere grote revoluties (de Franse in 1789
en de bolsjewistische van 1917) is dit de derde wereldhistorische omwenteling.
De eerste twee waren gericht tegen door mensen geschapen instituties en
ordeningen, namelijk de standensamenleving en de economische
klassenmaatschappij. Maar deze derde richt zich tegen de scheppingsordening van
God en daarmee tegen God zelf. Het genderisme is dus atheïstisch en
antitheïstisch. Ofwel zoals paus Franciscus zegt: van duivelse afkomst.
Waar God geloochend wordt,
verdwijnt ook de menselijke waardigheid. GM vervult de Bijbelse
eindtijdprofetieën over een komende wetteloosheid. Zo zegt Jezus in Mattheüs
24:12: Omdat de wetteloosheid vermenigvuldigd zal worden, zal de liefde van
velen verkouden. En Paulus spreekt in 2 Thessalonicensen 2:1-12 over mensen
der wetteloosheid, die zich boven God verheffen.
Zo bezien is GM een beweging die
de komst van de antichrist voorbereidt. Dat is des te beangstigender, omdat het
ook in kerk en theologie voorkomt, bijvoorbeeld in de omstreden gezinsnota van
de Evangelische Kerk in Duitsland (EKD). Ook hier werd een veelheid aan
andersoortige levensgemeenschappen als gelijkwaardig naast het traditionele
gezin en huwelijk gesteld. Alle ertegen gerichte protesten heeft de EKD-leiding
tot nu toe naast zich neergelegd.
De grondslagen van onze westerse
en vanouds christelijke cultuur worden ondergraven, om ze door de utopie van GM
te vervangen. Als dat zou lukken, zal onze tot nu toe geordende samenleving
door de opheffing van alle wezenlijke verschillen en ordeningen in chaos
verzinken.
Alle mensen, maar vooral
christenen, zijn geroepen om zich hier met volle kracht tegen te verzetten. De
achtergronden en doelen van de beweging moeten publiekelijk worden ontmaskerd.
De politieke en culturele beïnvloeding (maar vooral op de scholen!) moet worden
tegengewerkt. Gelukkig is er in Europese landen als Hongarije, Noorwegen en
Rusland reeds sprake van een toenemende weerstand tegen de genderrevolutie.
Joden, moslims en humanisten staan hierbij schouder aan schouder. Alleen zo
kunnen we verhinderen dat GM de zielen van onze kinderen seksualistisch
bederft voor de toekomst.
Genderideologie: welke rol voor de Kerk? Uit :
www.rkdocumenten.nl herwerkte versie
Mgr. Tony Anatrella is psychoanalyticus en vakdeskundige in
sociale psychiatrie, adviseur bij de Pauselijke Raad voor het Gezin en de
Pauselijke Raad voor Gezondheid, lid van de Internationale Onderzoekscommissie
rond Medjugorje bij de Congregatie voor de Geloofsleer, adviseur en leraar aan
het IPC en het College van de Bernardijnen in Parijs. Dit is hier een gesprek
in een conferentie op het Symposium van de Bisschoppenconferenties van Afrika
en Madagascar in juli/augustus 2010.
Handelt de encycliek Caritas in veritate
werkelijk over problemen die de genderideologie stelt?
Anatrella: Meer dan wat
economisch op het spel staat door de huidige crisis, is de morele en spirituele
orde, namelijk de betekenis van de mens. Caritas in veritate wil het begrip
mens bekijken zoals dat zich de laatste vijftig jaar heeft ontwikkeld vanuit
de menswetenschappen. Onder een wetenschappelijke dekmantel doet hun benadering
zich voor als een ideologie die de indruk geeft dat de mens slechts het resultaat
is van de cultuur en zich ontwikkelt onafhankelijk van de menselijke natuur en
de universele wetten. De genderideologie is het meest problematische teken van
de huidige ideeën over de mens.
De genderideologie ontwricht de samenleving. Men wil in de
eerste plaats ons doen geloven dat normen het gevolg zijn van een algemene consensus.
Maar het is niet omdat een wet gestemd is door een meerderheid dat die wet morele
waarde heeft. En het is de plicht van de Kerk om dit te zeggen.
Tegenwoordig wil iedereen zijn eigen wetten uitvinden met
de bedoeling ze aan andere op te leggen. We zijn niet meer op zoek naar een
normenbesef, maar principes van menselijkheid, maar naar normen die anders
kunnen geïnterpreteerd worden. Dat zorgt ervoor dat de jongsten de objectieve
dimensies van een relatie met anderen en de samenleving moeilijk leren
kennen.Maar de menselijke ontwikkeling beoogt
het algemeen welzijn en is zich bewust van de politieke en de religieuze
dimensie van het leven.
Zal men de Kerk niet verwijten dat zij zich met
politiek inlaat? Blijft zij hier werkelijk binnen haar rol?
Anatrella: De Kerk blijft in
haar rol en moet zich mengen telkens de waardigheid van de mens in het gedrang
is. Heel de geschiedenis door hebben regeringsleiders het soms moeilijk gehad
haar taal te aanvaarden en er rekening mee te houden. Vele bisschoppen en
priesters hebben het met hun leven betaald. Over de rol van de Kerk heerst
onbegrip bij de publieke opinie en soms ook bij politieke verantwoordelijken;
de Kerk mag van het politiek debat niet uitgesloten worden wanneer zij wijst
naar wat op het spel staat met de bedoeling, de gewetens wakker te schudden.
Christus deed niet anders in het Evangelie wanneer Hij Gods waarheid uitdroeg
en de waarheid over de mens kenbaar maakte.
Het is niet de roeping van de Kerk om de samenleving
politiek te besturen, maar het komt haar wel toe te spreken in naam van haar
sociale leer, die de westerse cultuur sterk beïnvloed heeft, en wel aangaande
alle maatschappelijke onderwerpen die met het menselijk leven te maken hebben.
De scheiding van Kerk en Staat heeft betrekking op de scheiding van de
religieuze macht en de politieke macht (in de zin van regeren) maar is er niet
om te doen geloven dat er twee tegengestelde gedachtesystemen zijn die met
elkaar in tegenspraak zijn wanneer zij het hebben over het algemeen welzijn.
De burgerlijke wetgeving staat niet boven de
morele referenties. Gaat de taal van de Kerk niet in tegen de rede?
Anatrella: Zeker niet. Vele
ideologieën en politieke discours proberen aan de evidenties van de menselijke
rede te ontsnappen. Wanneer het christendom zijn eigen rationaliteit
voortbrengt, voortvloeiend uit het Evangelie, is het in haar reflectie niet in
tegenspraak met de reden der dingen. De relatie met God is, zoals Christus ons
leert, een kwestie van liefde, liefde voor de waarheid. Houdt men van de
waarheid?
Het christelijk geloof steunt op de rede om de betekenis
van het Woord Gods te onderscheiden en er alle consequenties uit te trekken.
Het gaat niet alleen om een godsdienstige kwestie maar te weten vanuit welke
werkelijkheden de mens zich in waarheid en gerechtigheid ontwikkelt. De Kerk
kan dus zowel door gelovigen als ongelovigen beluisterd worden. Caritas in
veritate spreekt vanuit die hoek wanneer zij het heeft over integrale
ontwikkeling die de mens niet herleidt tot een economisch object (heeft de
handeldrijvende samenleving niet het vervreemdende begrip, menselijk
materiaal uitgevonden?), over eerbied voor de waardigheid van de mens, over
gelijkheid tussen de mensen, over de zin van huwelijk en gezin die alleen
gebaseerd zijn op de relatie tussen een man en een vrouw, over Aidspreventie
die zich niet beperkt tot gezondheidsmaatregelen die niet oproepen tot
verantwoordelijk gedrag in het kader van de zin van de liefde maar doen
veronderstellen dat alle praktijken mogelijk zijn in de mate dat men zich
beschermt, of nog dat contraceptie en abortus sociale vooruitgang zijn terwijl
zij het menselijk leven schaden en ernstige en zware problemen meebrengen van
psychologische, sociale, ecologische, demografische en morele aard, en
tenslotte over euthanasie die nooit een gebaar van liefde is - liefde
inspireert de dood niet.
Wij zouden ook andere situaties kunnen aanhalen, waarover
de Kerk probeert zich te laten horen, daar waar men de neiging heeft te
minimaliseren of waar men haar taal wil verzwijgen wanneer ze niet past voor
het loodzware conformisme van sociale clichés en voor de media. De taal van de
Kerk wordt echter wel geloofwaardig wanneer zij bijzondere situaties
rechtvaardigt en in de lijn loopt van bepaalde opiniebewegingen. Zo niet, wordt
zij ongeoorloofd verklaard door de eerste de beste redacteur of professionele
criticus die zich tot leergezag verheft tegenover de Kerk, en paus en
bisschoppen de les spelt. Kortom, op een of andere manier probeert men haar
taal eerder als instrument te gebruiken dan er authentiek rekenschap van te
geven.
De media en opiniepeilingen dringen zich aan iedereen op
met de macht van beeld en taal, in de onmiddellijkheid van het internet ten
koste van de zin voor geschiedenis en van de termijn waarbinnen politieke
keuzes rijpen. Het feit dat geschiedenis op school steeds minder onderwezen
wordt, geeft jongeren het gevoel dat de tijd niet telt, alleen het ogenblik
domineert en het exotische van wat elders gebeurt. Hoe zijn ernstige reflectie
en regeren mogelijk in een klimaat dat beheerst wordt door het opbod van de
media en door opwinding, de blik alleen gevestigd op wat nu gebeurt, zonder het
op afstand te bekijken? zoals kardinaal Vingt-Trois onlangs zei. De Kerk roept
op tot rede, tot de waardigheid van de mens en van de werkelijkheid, en om zich
aan te sluiten bij de geschiedenis. Voor sommigen zou de Kerk mild zijn voor
vreemdelingen en misdeelden, en streng op het vlak van de zeden (vooral als men
spreekt over voorbehoedsmiddelen, homoseksualiteit, echtscheiding, abortus en
eugenetiek met onder meer trisomie 21 en zeker euthanasie). Zij is niet
streng, in tegendeel, zij is vrij, scherpzinnig en staat open voor het leven,
zoals Christus vraagt, omdat zij steeds spreekt in naam van hetzelfde principe
en haar relatie met de wereld daarnaar structureert: eerbied namelijk voor de
menselijke waardigheid, eerbied voor seksuele omgang als een manier om de
liefdevolle relatie tussen een man en een vrouw tot uiting te brengen, en
eerbied voor het leven vanaf het begin tot zijn einde. Allemaal dingen die door
de genderideologie trouwens bestreden worden aangezien ieder zijn eigen
schepper is en waarom niet, zijn eigen vernietiger en uitroeier van levens die
nutteloos zijn! Een nieuwe technocratische en idealistische ideologie, al even
moordend als de vorige!
Men zegt dat in de ideologie van de
genderideologie iedereen zijn eigen normen bedenkt.
Anatrella: We bevinden ons
volop in de narcistische illusie dat de mens zichzelf creëert door zijn eigen
referentie te zijn. Het is de zonde van de geest bij uitstek, de erfzonde die
nog steeds actief is.
De paus in zijn encycliek waarschuwt tegen de utopie van
een mensheid die teruggekeerd naar de oorspronkelijke natuurlijke toestand;
deze utopie is een manier om de vooruitgang te scheiden van de morele
beoordeling, en daarmee van onze verantwoordelijkheid. Achter de gedachte van
een mensheid die is teruggekeerd naar de oorspronkelijke natuurlijke toestand,
wordt de wil zichtbaar om het begrip man en vrouw, echtpaar, huwelijk, gezin en
opvoeding van de kinderen af te bouwen. De waarheid over de mens zou dus in de gelijkheid
liggen; zo is zij bevrijd van alle modellen en voorstellingen die in het
beschavingsproces uitgewerkt werden en opgevat worden als een bovenbouw die de
oorspronkelijke verlangens en de vereisten van het ogenblik tegenwerken.
In die zin wordt de mens, volgens de paus, niet meer
benaderd als een gegeven dat aan zichzelf geschonken wordt met eigenschappen
die hem eigen zijn, maar als een wezen dat zichzelf creëert en vorm geeft. De
menselijke ontwikkeling is geen roeping meer die voortkomt uit het goddelijke
en die dus reeds een betekenis heeft, maar wordt dikwijls zo voorgesteld dat de
mens betekenis moet geven aan zichzelf. Maar, de mens is niet in staat
zichzelf uiteindelijke zin te geven, bemerkt Benedictus XVI. Hij zegt: Er
bestaat dus geen echt humanisme dan dat wat op God gericht is en wat de
verantwoordelijkheid erkent waartoe wij zijn geroepen en waardoor het menselijk
leven eerst werkelijk zin krijgt. Welnu, de mens gaat zichzelf bedenken door
naar zichzelf te kijken, in zijn eigen narcisme en zelfgenoegzaamheid, een
visie die de heidense geest van de westerse samenlevingen kenmerkt die
doordrongen zijn van zelfvergoding. Heilsverwachtingen die rijk zijn aan mooie
maar misleidende beloften van een droomwereld, volgens de uitspraak van
Johannes Paulus II, baseren hun eigen voorstellen altijd op de ontkenning van
de goddelijke dimensie van de ontwikkeling, in de zekerheid dat deze hun geheel
ter beschikking staat. Deze valse zekerheid in een droomwereld leidt tot de onderdrukking van de mens, terwijl
de nederigheid van degene die ingaat op een roeping, wordt omgevormd tot ware vrijheid.
De mens wordt vrij wanneer hij de oorsprong van zijn wezen kent. In dit
perspectief is het christelijk geloof een bevrijding omdat Christus, alfa en
omega, hem Zijn waarheid openbaart. Een waarheid die vrij maakt en deze
vrijheid stelt in staat zich aan te sluiten bij een constante ontwikkeling,
zegt Benedictus XVI.
Maar deze waarheid wordt helemaal niet aanvaard als een
gegeven feit. De mens wil alleen op eigen kracht en in naam van de
democratische wetten die hij maakt, tegen het kwaad vechten. Hij probeert de
zin van de zonde en het kwaad die de mens kwetsten, te negeren en beeldt zich
in dat hij die zin met burgerlijke wetten kan uitroeien, die soms niet anders
doen dan de zonde versterken. De moderne mens wil materieel en sociaal welzijn
laten samenvallen met heil, ja zelfs met geluk. Door zichzelf te willen redden,
verliest hij zichzelf niet alleen, maar hij wordt depressief omdat hij niet in
staat is zichzelf een plaats te geven tegenover de oorsprong van zijn wezen.
Heeft de genderideologie de plaats ingenomen
van de uitgedoofde ideologieën?
Anatrella: Men dient onder ogen
te zien dat de Internationale Organisaties, de UNO, de Europese Commissie en
het Parlement van Straatsburg deze nieuwe ideologie opleggen zonder dat de
burgers het beseffen. Ik geef talrijke conferenties over dit onderwerp en het
publiek is dikwijls verbaasd hoe deze ideeën geniepig doorgesijpeld zijn in de
burgerlijke wetten, de media, televisiereeksen, in het voortgezet onderwijs en
aan de universiteiten. De media hebben de invoering toegejuicht van een
Leerstoel in Gender aan de faculteit van Politieke Wetenschappen in Parijs, in
de lente van 2010, nu deze ideologie het onderwijs en de sociale instellingen
reeds jaren beïnvloedt. Zoals gewoonlijk, verdraagt een ideologie die in de
mode is, geen kritiek.
De ideologie van het gender zit nu in wetten die tot doel
hebben de sociale realiteit te scheppen. Zij is als het paard van Troje en het
is te laat wanneer men het ontdekt. De Afrikanen willen op dit punt waakzaam
zijn en hun scherpzinnigheid maakte tijdens mijn verblijf in Afrika indruk op
mij. Zij kunnen ons realiteitszin en ideeën bijbrengen.
Het Westen zou nederiger en bescheidener moeten zijn ten
overstaan van de Afrikanen, zo niet lopen we het gevaar ons ongeloofwaardig te
maken en zoeken zij samenwerking met andere landen en andere culturele
horizonten. De democratieën, voor zover zij nog democratisch zijn, en dossiers
die ideologisch zijn, scheppen in vele internationale en Europese instanties, wetten
in naam van simpele technische aanpassingen, terwijl die wetten eerder een
levensopvatting opleggen en de zin van de werkelijkheid veranderen. De
betekenis van de instelling van het huwelijk lijdt eronder. Het marxisme wou
een nieuwe mens uitvinden, het nazisme een pure mens en de genderideologie een
mens die los staat van zijn seksuele verscheidenheid: man en vrouw zijn
onderling uitwisselbaar in naam van een valse gelijkheid en de seksuele
gerichtheden zouden aan de oorsprong kunnen liggen van het echtpaar en het
gezin. Hoe kan men blind zijn voor het feit dat nihilisme hier niet aan het werk
is?
Hoe verspreidt de genderideologie zich in
Afrika?
Anatrella: De ideeën die het
Westen hierover fabriceert, probeert ze naar Afrika te exporteren, wat de
Afrikanen niet willen ondanks de financieringen die men hun op het vlak van
gezondheid, onderwijs, echtpaar en gezin voorstelt in ruil voor de verspreiding
van de genderideologie op hun continent. Christelijke verenigingen laten zich
meeslepen door subsidies die verleend worden in de mate dat zij deze ideologie
propageren in vormingscursussen georganiseerd door Caritas onder leiding van
priesters, mannelijke en vrouwelijke religieuzen. Bisschoppen hebben mij gezegd
dat zij deze vorming weigeren en de financiering van hun scholen en
gezondheidscentra afwijzen omdat zij niet gemanipuleerd wilden worden door
agentschappen van de UNO en van niet-gouvernementele organisaties (NGOs).
Van hun kant, verdragen politieke verantwoordelijken van de
verschillende Afrikaanse landen hoe langer hoe minder dat de verschillende
Europese ambassades op een tergende manier de erkenning van relaties tussen
personen van hetzelfde geslacht bijna als een huwelijk in de hand te werken.
Voor Afrikanen, spreken westerlingen onzin wanneer zij hun een levenswijze
willen opleggen die tegengesteld is aan de realiteit van een man en een vrouw
die een koppel vormen, huwen, kinderen ontvangen, adopteren en opvoeden. Een
seksuele gerichtheid is een bepalend element van de persoonlijkheid, die het
subject al of niet aanvaardt, dat is zijn zaak. Maar zij is voor de samenleving
geen referentie om zich op het vlak van huwelijk en gezin te organiseren. Er is
geen sprake van discriminatie wanneer het belang van het kind erin bestaat zich
te kunnen ontwikkelen in een gezin van een man en een vrouw. Het zou echter
discriminerend zijn het te beroven van het huwelijksleven van zijn ouders, die
zichzelf geven en het ontstaan geven aan hun gezin. Het belang van het kind
ligt niet in de affectieve zorg van mensen die zich met hem bezighouden, maar
dat het kan opgroeien als kind van een man en een vrouw die daartoe de
voorwaarden scheppen. Al het overige is slechts een vervalsing van wat een
echtpaar is en wat afstamming is en heeft schadelijke gevolgen voor de
persoonlijkheid en de samenleving.
In de genderideologie zou men ons willen terugsturen naar
een onbepaalde en kneedbare natuur naar ieders believen. De psychoanalyse heeft
ons geleerd, wat de ouden reeds wisten, dat een waanvoorstelling niet de
roeping heeft realiteit te worden.
Men heeft het gevoel dat de genderideologie het
onderscheid tussen de seksen weigert te erkennen, hetgeen nochtans één van de
fundamenten is van alle samenlevingen?
Anatrella: Inderdaad, zij
ontkent het seksueel verschil en deze overtreding van de realiteit is
ondraaglijk voor Afrikanen die in het beste geval, de zin vatten van man en
vrouw zijn en van het gezin en die niet onderworpen zijn aan opvattingen van
ongelijkheid tussen beiden en van overheersing van de man op de vrouw. Deze
ontkenning houdt verband met de omstandigheden waarin deze ideologie ontstaan
is: zij ging uit van transseksuele persoonlijkheden die hun geslachtelijk
lichaam niet aanvaardden en een ingebeeld lichaam wilden dat aan het andere
geslacht toebehoort; de eerste bedenkers van deze theorie hebben hieruit
besloten dat de ware seksuele identiteit niet op het lichaam geschreven staat
maar in de psyche. Met andere woorden, de ware sekse is de waanvoorstelling. We
bevinden ons in volle psychische bloeding. Een apart en extreem geval is algemeen
geworden. Zo is een psychologiserende ideologie ontstaan in naam waarvan de
politiek gemaand wordt wetten te maken die uitgaan van ieders subjectieve
belangen, en die de samenleving versnipperen. Feministische bewegingen, daarna
de lesbische en homoseksuele bewegingen hebben er zich meester van gemaakt om
aan hun levenswijze en eisen wetenschappelijke legitimiteit te geven.
Seksuele gerichtheid vervangt seksuele identiteit. In plaats van eenheid te
zoeken, complementariteit in een relatie tussen de seksuele verscheidenheid van
man en vrouw, wil deze ideologie (en de wetten die in haar naam gemaakt worden)
meer en meer scheiden en tegenover elkaar stellen om zich in de verwarring van
ideeën te kunnen handhaven.
De genderideologie houdt niet op man en vrouw tegenover
elkaar te stellen en tenslotte de macht van de vrouw op te eisen via de onafhankelijkheid
van de vrouw, die de man uitsluit van de voortplanting en het gezinsleven. Het
doel van menselijke rijpheid is echter de onderlinge afhankelijkheid van man en
vrouw. Dit vergemakkelijkt hun relatie van samenwerking, complementariteit en
rollen die men vervult volgens de hoedanigheden, competenties en symboliek van
iedere sekse. Het is trouwens niet zeker dat alle functies zonder onderscheid
door mannen en vrouwen kunnen uitgeoefend worden en dat dit zonder gevolgen is
voor de mens en de sociale band. Het volstaat dit te observeren bij kinderen en
adolescenten in het schoolmilieu.
Gemengdheid die gedeeld wordt door man en vrouw is niet te
verwarren met gelijkenis; in die zin heeft de gemengdheid op school gefaald. In
plaats van een betere relatie te bevorderen tussen mannen en vrouwen, heeft zij
een vrouwelijke identificatie met de mannelijke psychologie tot gevolg. Er is
nochtans een mannelijke psychologie die verschilt van de vrouwelijke
psychologie en er zijn belangen en behoeften die verschillen bij mannen en
vrouwen. Als men de zin voor dit belangrijke verschil der seksen verliest,
verliest men ook de zin voor andere verschillen van zodra men ze wil opeisen.
En dit is bedrog, want hetgeen men nastreeft, is gelijkenis.
Eén van de aspecten van de genderideologie die
u in uw boeken breedvoerig ontleed hebt, is man en vrouw voortdurend tegenover
elkaar te stellen.
Anatrella: Het risico, het
gevaar van de genderideologie is, in naam van intellectuele kunstgrepen,
menselijke realiteiten die geroepen zijn zich te verenigen, van elkaar te
scheiden en te verdelen. Wettelijke maatregelen passen bijvoorbeeld het
taalgebruik aan om de tegenstelling tussen man en vrouw beter aanvaardbaar te
maken, om het huwelijk en adoptie van kinderen door mensen van hetzelfde
geslacht te begunstigen.
De Heilige Vader benadrukt, en is heel juist in zijn
redenering, dat de mens niet kan herleid worden tot een louter cultureel
gegeven, wat de genderideologie echter beweert. Hij benadrukt meer precies het
risico om cultuur en menselijke natuur te scheiden. Mensen ontmoeten en beleven
elkaar door het anders zijn: openheid voor het leven vormt de kern van de ware
ontwikkeling die integraal is. Een anders zijn dat zijn oorsprong vindt in het
anders zijn van de drie-ene God, zoals Benedictus XVI onderlijnt: Alleen de
ontmoeting met God stelt ons in staat in de ander niet alleen de ander te
zien, doch in hem het goddelijk beeld te herkennen en zo ertoe te komen de
ander werkelijk te ontdekken en een liefde te laten rijpen die zorg om en voor
de ander wordt.
In de genderideologie staat men aan de tegenpool van het
anders zijn, om zich te nestelen in de gelijkenis, gelijkenis tussen man en
vrouw op heel de lijn. Niet de gelijkheid van man en vrouw wordt in vraag
gesteld. De Kerk is naar het beeld van Christus, de eerste instelling geweest
die de gelijkwaardigheid van man en vrouw heeft staande gehouden, tegen alle
sociale modellen in die deze waardigheid bestreden. Zij heeft bijna twintig
eeuwen moeten strijden om het huwelijk als een vrije keuze van de echtgenoten
aanvaardbaar te maken - dus tegen gedwongen huwelijken en huwelijken door
families geregeld voor gedeelde verantwoordelijkheid tussen echtgenoten en
ouders en voor het plaatsen van de seksuele beleving binnen het leven als
koppel. Er zouden nog veel voorbeelden kunnen gegeven worden, die in de
geschiedenis der ideeën vergeten zijn, om recht te doen aan wat de Kerk gedaan
heeft voor de promotie van de vrouw.
Wat nu aan de orde is, heeft echter niets te zien met de
gelijkheid van man en vrouw. Gelijkenis is slechts een voorwendsel om de macht
van de vrouw in te voeren die de man probeert uit te sluiten, vooral op het
vlak van huwelijk en voortplanting. Een houding die erin bestaat het huwelijk
te minimaliseren ten voordele van samenwonen, burgerlijk huwelijk,
éénoudergezin, die allemaal op gelijke voet staan. Dit zorgt voor extra
verwarring die de sociale band en samenhang versnipperen. Daarna zal men zich
verbazen over de stijging van het aantal celibatairen en de moeilijkheid voor
velen om een koppel te kunnen vormen en een echtelijke relatie uit te werken
volgens de leeftijd van het koppel.
Daarom herinnert de Heilige Vader eraan dat het in een
huwelijk alleen gaat om een verbintenis tussen een man en een vrouw en dat het
onredelijk en onrechtvaardig is om de eigenschappen ervan toe te kennen aan
relaties van een andere aard. De Paus benadrukt terecht: staten worden
opgeroepen politieke maatregelen te treffen die de centrale positie en de
integriteit van het op het huwelijk van een man en een vrouw gebaseerde gezin,
de eerste, levenskrachtige cel van de maatschappij, bevorderen door ook
verantwoordelijkheid op te nemen voor de economische en financiële problemen,
met respect voor hun relationele aard. Met andere woorden, de staten vergissen
zich wanneer zij de rechten die eigen zijn aan het huwelijk uitbreiden naar
situaties zoals samenwonen, burgerlijk huwelijk en homoseksuele duos die niet
dezelfde eigenschappen en vermogens als die van het huwelijk hebben.
Behoort het huwelijk niet tot de rechten van
het individu?
Anatrella: Met
reden benadrukt Benedictus XVI het feit dat het huwelijk een structurerende
instelling blijft voor man en vrouw, voor de kinderen en de samenleving. Het is
geen realiteit waarover de wetgever vrij kan beschikken, het huwelijk maakt
deel uit van het natuurrecht omdat het eraan voorafgaat. Het is geen contract,
het vereist voorwaarden die er eigen aan zijn, om te beginnen het verschil
tussen de seksen. De Paus preciseert het als volgt: Het wordt een sociale en
zelfs economische noodzaak, de jonge generaties opnieuw de schoonheid van het
gezin en het huwelijk te doen inzien, evenals het feit dat deze instellingen
overeenkomen met de diepste behoeften van het hart en van de waardigheid van de
mens. De instelling van het huwelijk wordt in de westerse samenlevingen
dikwijls benadeeld in naam van de rechten van het individu, die men verwart met
onstandvastige particularismen en die ten koste gaan van het algemeen welzijn.
De Paus schrijft: Veel mensen matigen zich tegenwoordig
aan dat ze niemand iets verschuldigd zijn behalve zichzelf. Ze denken dat ze
alleen rechten hebben en hebben het er dikwijls erg moeilijk mee een verantwoordelijkheid
voor hun eigen integrale ontwikkeling en die van anderen te laten rijpen.
Anderzijds, als de rechten van de mens alleen gebaseerd zijn op de
beslissingen van een vergadering van burgers, kunnen die op ieder moment
veranderd worden, en daarom verzwakt in het algemeen bewustzijn de plicht om ze
te eerbiedigen en te onderhouden. Dan is de echte ontwikkeling van de volkeren
in gevaar. De gelegenheidswetten om aan bijzondere vragen tegemoet te komen,
kan de zin van de burgerlijke wet alleen maar in waarde doen dalen en deze
miskenning zet ertoe aan ze niet te respecteren aangezien zij het algemeen
belang niet dient.
De menswetenschappen hebben een belangrijke rol gespeeld in
het ontstaan van nieuwe ideologieën gebaseerd op de rechten van het individu en
hebben de mensheid kunstmatig verdeeld in plaats van de fundamentele
verschillen te respecteren. Sociologen die houdingen en gedragingen
observeren, verklaren dat wanneer een fenomeen bestaat, men het niet alleen
moet aanvaarden, maar ook legaliseren en tot norm verheffen. Vandaar de
wildgroei in wetten die de zeden legitimeren terwijl de wetgever wetten dient
te maken in naam van het algemeen welzijn. Wij maken een langzame perversie van
het recht mee in naam van de rechten van het individu die aan de samenleving
opgedrongen worden en waarbij de plichten uitgeschakeld worden. Met andere
woorden, niet de rechten van het individu worden in vraag gesteld doch de
verkeerde manier waarop zij voorgesteld worden. De Paus schrijft terecht dat
de overdrijving van rechten uitmondt in het verzuim van plichten. De plichten
versterken de rechten en bieden de verdediging en de bevordering daarvan aan
als opgave in dienst van het goede.
ROZENKRANS VAN JEZUS' HEILIGE WONDEN
Gebruik hierbij de gewone Rozenkrans.
Geloofsbelijdenis Ik
geloof in God, de Almachtige Vader ...
Begin met de volgende aanroepingen
Eeuwige Vader, wees ons genadig door het Bloed van Uw enige Zoon Jezus
Christus; wij smeken U: wees ons genadig! Heilige God, almachtige God, eeuwige
God, heb medelijden met ons en met de hele wereld! O Jezus, Goddelijke
Zaligmaker, wees ons en de hele wereld genadig! Schenk ons genade en
barmhartigheid in de hedendaagse gevaren, en bescherm ons door Uw Kostbaar
Bloed!
Bid op de grote kralen
Eeuwige Vader, ik offer U op de Wonden van Onze Heer Jezus Christus om de
wonden van onze zielen te genezen.
Bid op de kralen van elk tientje
Mijn Jezus, schenk ons vergeving en barmhartigheid door de verdiensten van
Uw Heilige Wonden.
Bid op het einde 3x
V. Eer aan de Vader en de Zoon en de Heilige Geest;
A. zoals het was in het begin en nu, en altijd en in de eeuwen der
eeuwen. Amen.
MIJN
KINDEREN, ONDERDRUK DE GEEST VAN VERDEELDHEID EN BRENG HEM NAAR MIJN
ALLERHEILIGSTE WONDEN. DE MACHT VAN MIJN WONDEN ZAL DEZE GEEST VERNIETIGEN EN
JULLIE GEZINNEN EN FAMILIES VERSTERKEN!
21 NOVEMBER 2017 1:30 PM
DRINGENDE OPROEP VAN JEZUS, TOEGEWIJD AAN DE MENSHEID
Mijn kinderen, mijn vrede zij met jullie.
Kindertjes, de gender ideologie vernietigd de kinderen en
jeugd in vele landen. Deze leerstelling van de boze is binnengedrongen in de kleutertuinen,
scholen en colleges; het gif van homoseksualiteit, lesbianisme en andere
onzuiverheden worden ingeprent. Kinderen en jongeren worden geleerd dat er geen
geslacht is, dat ze geboren worden met de twee geslachten, dat het tegelijk mannelijk
en vrouwelijk kan zijn en omgekeerd. Al dit bedrog van gender ideologie leidt
de kinderen en jongeren tot een androgyn gedrag en personaliteit, het schept
twijfel en verwarring in hun seksualiteit.
Onthoud wat mijn Woord zegt: En God schiep de mens als
zijn beeld; als het beeld van God schiep Hij hem; man en vrouw schiep Hij hen.
(Genesis 1:27) Man en vrouw schiep Hij. Hij schiep hen fysiek, psychologisch en
seksueel, verschillend. Ik zorgde dat er morfologische, psychologische en
seksuele verschillen zijn tussen hen. De man noemde Ik Adam en de vrouw Eva;
daarmee gaf Ik de oorsprong van het mannelijke en vrouwelijke geslacht.
Ik schiep hen mannelijk en vrouwelijk, Ik zegende hen en
zei tot hen: Wees vruchtbaar en word talrijk; bevolk de aarde en onderwerp
haar; heers over de vissen van de zee, over de vogels van de lucht, en over al
het gedierte dat over de grond kruipt. (Genesis 1:28) Ik geloof niet in
homoseksuelen, lesbische vrouwen, homoseksualiteit en lesbianisme, het is het
werk van de boze; het zijn onzuivere geesten die de generaties binnendringen
voor de zonde van sodomie waarin jullie voorouders zijn vervallen. Deze geesten
gaan over van generatie op generatie, tot de generatie is bevrijd, door gebed
en exorcisme.
Alle seksuele onzuiverheid in de generaties is het werk van
de duivel. Mijn tegenstander kent jullie en weet dat de grootste zwakheid van
de mens het vlees is en het is door het vlees dat de geesten van onzuiverheid
binnendringen. Op het eind van de tijden wil mijn tegenstander door zijn
agenten in de kinderen en de jeugd alle praktijken van seksuele onzuiverheid
inprenten met de oproep: gender ideologie. Hij zoekt om in de toekomstige
maatschappij geen huwelijk meer te laten bestaan tussen man en vrouw, die
verenigd zijn door de heilige band van het huwelijk. Mijn tegenstander wil het
gezin vernietigen dat bestaat uit een man, een vrouw en kinderen.
Met de genderideologie dat de heersers en illuminati-elite
hebben uitgevonden, hebben ze de bedoeling om de band van het huwelijk, dat
mijn zegen heeft, te beëindigen. Omdat ze weten dat het huwelijk de eerste
gemeenschap is dat door God werd gecreëerd, en vanwaar elke geestelijke kracht
komt die morgen met gebed de plannen en de heerschappij van mijn tegenstander
zal vernietigen. De kracht van gebed, van gezinnen die mijn zegen hebben,
zullen een trompetgeschal geven dat op het einde van de tijd, de muren en
versterkingen van de boze zal doen instorten.
Mijn kinderen, blijf verenigd in gebed, help elkaar en heb
elkaar lief. Maak van je huis een geestelijke burcht, omdat de dagen van grote
geestelijke strijd nabij zijn. Welke tegenslag of lijden jullie ook hebben,
aanvaard het met liefde en offer het voor jullie bekering en dat van jullie
gezin. Ik zeg jullie dat, omdat mijn tegenstander is begonnen met het aanvallen
van de huizen van gehuwden die verenigd zijn met mijn zegen. Hij is
verdeeldheid en verwarring aan het creëren in de gezinnen om hen te scheiden.
Zo is mijn Woord vervuld: Want van nu af zullen er vijf in een huis verdeeld
zijn; drie zullen er staan tegenover twee en twee tegenover drie; de vader
tegenover de zoon en de zoon tegenover de vader; de moeder tegenover de dochter
en de dochter tegenover de moeder, de schoonmoeder tegenover haar schoondochter
en de schoondochter tegenover de schoonmoeder. (Lucas 12:52-53)
Bid daarom voor jullie huwelijk en gezin. Vasten, gebed en
boetedoening zullen het tegengif zijn dat jullie gezin zal versterken. Mijn
kinderen, onderdruk de geest van verdeeldheid en neem hem naar mijn
Allerheiligste Wonden. De kracht van mijn Wonden zal deze geest vernietigen en
jullie gezinnen en families versterken. Houd deze instructies in gedachten, die
Ik jullie geef, zodat niets jullie verrast. Mijn vrede laat Ik jullie, mijn
vrede geef Ik jullie.
Toon berouw en bekeer jullie, want het Koninkrijk van God
is nabij.
Jullie Leraar, de Heilige Jezus
Maak mijn boodschappen kenbaar aan mijn kinderen, aan de
hele mensheid
KINDERTJES, BLIJF VERENIGD IN HET GEBED, OMDAT
DE DAGEN NADERBIJ KOMEN WAAR JULLIE MET JULLIE ZUIVERING DE HEILIGE NAAM VAN
GOD ZULLEN VERHEERLIJKEN!
13 November 2017 2:10 PM OPROEP VAN MARIA, MYSTIEKE ROOS AAN HET VOLK VAN GOD
Kindertjes van mijn Hart, de vrede van mijn Heer zij met jullie allen.
Kleintjes, het Volk van God gaat sombere dagen tegemoet, maar vrees niets,
verlies nooit het geloof en nooit het vertrouwen in de Heer. Alles wat
geschreven staat zal gebeuren maar wees niet bezorgd of niet bang; als God met
jullie is, wie is dan tegen jullie? Kindertjes, mijn tegenstander staat klaar
om zijn universele verklaring af te leggen, herinner jullie dat jullie nooit
naar hem mogen kijken of naar hem luisteren, want het is de zoon van de
verdoemenis en hij heeft de macht om jullie te verleiden en te maken dat jullie
hem liefhebben. Ik zeg jullie opnieuw, vrees niets, want Mijn Vader zal jullie
niet uitleveren als schapen naar het offer. Vooraleer mijn tegenstander zijn
laatste heerschappij begint, zullen jullie naar de eeuwigheid gaan.
In de eeuwigheid zal men jullie voorbereiden en jullie onderwijzen, zodat
jullie de dagen van de grote geestelijke strijd kunnen trotseren. Heel het Volk
van God zal na de Waarschuwing (of Verlichting van het Geweten) als voornaamste
doel hebben de redding van zijn ziel te bekomen. Ik, jullie Moeder, zal door
onze boodschappers jullie leiden en in alles onderwijzen, in het bijzonder wat
betreft de geestelijke strijd. Daarom, kindertjes, moeten jullie zeer waakzaam
zijn om de instructies van de Hemel te volgen, zodat jullie de dagen van de
zuivering kunnen doorstaan.
Al degenen die uit de kudde komen van mijn Zoon, zullen van
een zegel voorzien worden in de eeuwigheid op het voorhoofd, met het kruis van
het Bloed van het Goddelijk Lam. Zo zullen jullie na de Waarschuwing weten, wie
God dient en wie het kwade dient. In de eeuwigheid zullen jullie geestelijke
gaven ontvangen die jullie nodig hebben en samen met de geestelijke
wapenrusting, de machten zullen zijn die de Hemel jullie zal geven om de
machten van het kwaad te trotseren in deze wereld. In deze dagen zal de Heilige
Geest onder jullie zijn en jullie zullen geen angst of vrees meer voelen.
Kindertjes, na de Waarschuwing zullen velen onder jullie me zien, ik zal in
deze wereld zijn in gezelschap van talrijke heilige zielen en omringd door
myriaden engelen en aartsengelen; wij zullen bij jullie zijn om jullie te
helpen en jullie te beschermen. Vrees dus niets mijn kleintjes, omdat jullie
niet alleen zullen zijn, de Hemel zal jullie helpen om te strijden, zodat
jullie zullen zegevieren in de geestelijke strijd van elke dag.
Herinner jullie, kindertjes, dat het de dagen van zuivering zijn en men kan het
niet veranderen; wij zullen jullie bijstaan in de geestelijke strijd, maar
jullie zuivering moet zich voltrekken, omdat het noodzakelijk is voor jullie
geestelijke reiniging. Er zullen moeilijke dagen zijn waar jullie zullen op de
proef gesteld worden zoals goud gezuiverd wordt door het vuur. De goede afloop
van de beproeving zal afhangen van jullie geloof en vertrouwen op God. Ik herinner jullie: om binnen te treden in de
Nieuwe Schepping, moeten jullie schitteren zoals de smeltkroes. In het Hemelse
Jeruzalem komt niets onzuivers of zondigs binnen. Alle schepselen van de Nieuwe
Schepping moeten schitteren van het licht van de Geest.
Kindertjes, blijf verenigd in het gebed, omdat de dagen naderbij komen waar
jullie met jullie zuivering, de Heilige Naam van God zullen verheerlijken. Verheug
jullie, omdat de tijd van jullie verlossing eraan komt. De Glorie van God wacht
op jullie in de Nieuwe Hemelen en de Nieuwe Aarde; hou de moed erin, mijn
kleintjes, we zijn er bijna, degenen die de beproeving doorstaan, zullen morgen
het Volk van God zijn; het Israël dat Hij uitverkoren heeft als erfenis! Blijf
in de Liefde van God, verenigd in het gebed, zodat jullie de dagen die eraan
komen kunnen doorstaan en dat jullie zo komen tot de vreugde van de zaligheid.
Ik houd van jullie, jullie Moeder, Maria, Mystieke Roos
Breng mijn boodschappen naar de hele mensheid, kindertjes van mijn Hart.
Word je nu echt gelukkiger wanneer je de nieuwste spullen
hebt? Een grotere TV of de nieuwste gadgets? Uit onderzoek blijkt dat je geluk
slechts van korte duur is na een nieuwe aankoop. Vlak na de aankoop gaat je
geluksgevoel weer terug naar het basisniveau. En dat terwijl je er
waarschijnlijk wel heel hard voor gewerkt hebt, tijd die je wellicht veel beter
in andere zaken had kunnen steken, zoals bijvoorbeeld het helpen van anderen.
Dat is een activiteit waar je daadwerkelijk gelukkiger van wordt. Ook brengen
extra spullen zorgen met zich mee, je moet ze wellicht extra verzekeren,
misschien moet je ook wel harder werken om de spullen ergens te kunnen stallen.
Gehechtheid aan mensen
Naast je te hechten aan materiële dingen, kun je je ook
hechten aan mensen. Natuurlijk is het goed om van andere mensen te houden en
hun aanwezigheid in je leven te waarderen. Wanneer er sprake is van
onvoorwaardelijke liefde, wat is er mooier dan dat? Met je hechten aan mensen,
bedoel ik dat je iemand echt nodig hebt in je leven om je gelukkig te kunnen
voelen. Dat je die persoon niet vrij laat zijn of haar eigen keuzes te maken.
Dat je je gekwetst voelt wanneer zij niet op de manier zoals jij dat zou willen
in je leven zijn. Jij geeft daarmee andere mensen macht over jouw geluk. Laat
de mensen in je leven gewoon zijn zoals ze zijn en houd van hen. Daarmee laat
je de liefde stromen.
Tips om gehechtheid los te laten
Wanneer je minder gehecht bent, zowel aan dingen als aan
mensen, voel je je gelukkiger. Daarom hier enkele tips om dat te bereiken.
1.Laat de behoefte om te bezitten los. Onthechting
betekent: je los maken van de behoefte om ergens aan gehecht te zijn. Het
betekent niet dat je niets mag bezitten of ervan mag genieten. Het betekent dat
je je realiseert dat je je niet gelukkiger voelt door meer bezit, of door
anderen controle over jouw geluk te geven. Doordat je dit realiseert, ga je
andere doelen nastreven in je leven.
2.Vertrouw op Gods kracht.
Wanneer je er vertrouwen in hebt, dat God met je bezig is in je leven, heb je
minder behoefte om je te hechten. Je voelt minder de noodzaak om dingen vast te
houden en te bezitten.
3.Onderzoek je overtuigingen. Kijk
eens goed naar je overtuigingen over bezit en geluk. Wat zorgt ervoor dat jij
je gelukkig voelt? Zit jouw geluk in het hebben van meer spullen? In de status
van een succesvolle carrière? Ga voor jezelf na welke overtuigingen jij hebt en
laat ze los. Ga voor je innerlijke geluk.
4.Onvoorwaardelijke liefde.
Onthechting van mensen doe je door onvoorwaardelijk te houden van de mensen in
je leven. Laat hen hun eigen keuzes maken en houd toch van ze, ook al zou het
niet jouw keuze zijn geweest. Laat hen zijn, wie ze zijn.
5.Leef. Laat je mee stromen op
de golven van het leven. Vecht niet tegen de dingen die je overkomen. Wanneer
je je laat meevoeren op de ervaringen van het leven, voel je je blijer. Wanneer
je probeert vast te houden aan wat er ooit was, creëer je je eigen lijden. Dus
beweeg lekker mee met wat het leven jou te bieden heeft. Uit:
innerlijkefocus.nl
Wanneer de meesters van het
geestelijk leven spreken van armoede van geest, begrijpen ze het op twee
manieren. In de enge zin betekent het een onthechting van het hart van aardse
bezittingen. In de brede zin bedoelen ze alle aardse dingen, ongeacht wat het
is. In deze zin is armoede van geest noodzakelijk voor allen die streven naar
perfectie. Wanneer iemand naar de Woestijnvaders kwam vroegen ze degene: Breng
je een leeg hart dat gevuld kan worden door de Heilige Geest? En ze hadden
gelijk, want een hart dat gevuld is door de aardse dingen, heeft geen ruimte
voor Gods liefde. Waarom zijn er zovelen die bidden en regelmatig naar de
Heilige Communie gaan zo weinig vooruitgang boeken in de liefde tot God? De
reden is zonder twijfel omdat het hart vol van hoogmoed, ijdelheid, eigenwil en
gehechtheid aan het materiële en schepselen.
De armen van geest
De armen van deze wereld bezitten
niet de armoede van geest omdat ze de goederen van dit leven willen. Armoede
van geest bestaat in het verlangen niets te bezitten dan God alleen. Velen zijn
arm in werkelijkheid, maar weinigen in geest en verlangen. Degenen die
werkelijk niets verlangen dan God, zijn daarom enorm rijk. Als de wereldse
goederen het hart van de mens kon tevreden kon stellen, zouden de rijken en de
machtigen perfect gelukkig zijn; maar ervaring bewijst het tegendeel. Ze zijn
eigenlijk de meest ongelukkige mensen omdat ze gekweld worden door angsten,
jaloersheid en ongelukkig. Bovendien zijn degenen die altijd hun aardse
bezittingen willen vermeerderen in groot gevaar om eeuwig verloren te gaan,
want ze vallen in de valstrikken van de duivel door hun verlangens. Het
verlangen naar geld is de bron van alle kwaad. De H. Filip Neri zegt hierover: Degene
die streeft voor aardse bezittingen, zal nooit een heilige worden.
De H. Prosper zegt dat we geen tijdelijke goederen moeten
vergaren maar deugden, nederigheid, zachtmoedigheid, kuisheid, vroomheid, want
deze zullen onze grootheid en glorie in de Hemel uitmaken. Degenen die niets
tekort komen moeten giften doen en goede werken.
Ware
onthechting
Onze gehechtheid aan de dingen van deze wereld wordt
bewezen door onze overgave aan de Wil van God in tegenslagen. Geloof leert ons dat
niets gebeurt zonder toestemming van God.
Job 1:13-22 Welnu, op de dag dat de zonen en dochters van
Job weer hun feestmaal hadden in het huis van hun oudste broer, komt daar een
bode bij Job met de tijding: 'De runderen waren aan het ploegen, vlakbij
graasden de ezelinnen, en daar komen de Sabeeën ons overvallen: ze roven
het vee en slaan de knechten neer met het zwaard. Ik kom het u vertellen, ik
ben de enige die over is.' Hij was nog niet uitgesproken, of een volgende
kwam met de tijding: 'Een geweldig vuur is uit de hemel neergeregend, heeft
vreselijk huisgehouden onder schapen, geiten, herders en ze vernietigd. Ik kom
het u vertellen, ik ben de enige die over is.' Hij was nog niet uitgesproken,
of weer kwam iemand met de tijding: 'De Chaldeeën hebben in drie groepen onze
kamelen overvallen: ze hebben de dieren geroofd en de knechten neergeslagen met
het zwaard. Ik kom het u vertellen, ik ben de enige die over is.' Hij was
nog niet uitgesproken, of een vierde kwam met de tijding: 'Uw zonen en dochters
hielden hun feestmaal in het huis van hun oudste broer; daar komt een
machtige windhoos uit de woestijn en valt op alle vier de hoeken van het huis:
het stort in en uw kinderen vinden de dood. Ik kom het u vertellen, ik ben de
enige die over is.'
Toen scheurde Job zijn kleed, schoor zijn hoofd kaal, wierp zich plat op de
grond en zei: 'Naakt kom ik uit de schoot van moeder aarde, naakt keer ik
daar terug. Jahwe geeft, Jahwe neemt, gezegend de naam van Jahwe.' Ondanks deze
gebeurtenissen zondigde Job niet; hij deed God geen enkel verwijt.
Als God ons lijden toelaat, doet Hij dat voor ons goed.
Toen een boodschapper naar de vrome Job kwam en zei dat de Sabeeën zijn
bezittingen hadden gestolen en de kinderen van Job zijn gestorven zei Job niet
dat de Heer geeft en de Sabeeën nemen, maar dat de Heer geeft en neemt, zoals
de Heer goeddunkt, zo is het gebeurd: gezegend is de naam van de Heer. (Job 1:13-22)
Uiteindelijk bewijzen we dat we ons onthecht hebben wanneer we eerder bereid
zijn om alles wat we hebben op te offeren, dan God te beledigen.
Hoe de
onthechting te bekomen
Laten we nu kijken welke middelen nodig zijn om deze
onthechting te verwerven van de dingen van de wereld:
Eerst moeten we alle ongeregelde gehechtheden van het hart
wegnemen, omdat we moeten nadenken over de dood. De H. Ambrosius zegt dat we de
wereldse bezittingen niet de onze moeten noemen, omdat we ze niet kunnen
meenemen naar de volgende wereld, waar enkel deugden ons kunnen vergezellen.
Ten tweede moeten we dikwijls mediteren over de armoede van
Jezus Christus en de waarde dat Hij eraan hechtte. De H. Bernardus zegt: Armoede
kan niet gevonden worden in de Hemel, maar ze heerste op aarde. De mensheid
erkende zijn waarde niet en daarom kwam Gods Zoon naar ons om armoede te kiezen
als Zijn onafscheidelijke metgezel om ons de waarde ervan te leren. Jezus
wenste om ons armoede te leren zoals Hij, omdat door ons te onthechten van
aardse rijkdom, we in staat zouden zijn te delen in de rijkdom van de Hemel.
Ten derde moeten we dikwijls de leer van Onze Heer
overwegen dat de armen van geest een grote beloning zullen krijgen. De armen
van geest zullen zelfs volgens de bergrede- geluk kennen in dit leven! Hier op
aarde ontvangen ze bijzondere genaden.
Ten vierde moeten we God liefhebben zonder voorbehoud. Een
ziel dat diep doordrongen is van goddelijke liefde onthecht zich, met behulp
van genade, van alle wereldse zaken. Hij die God liefheeft zoekt niet om
gewaardeerd en geliefd te worden door mensen. Zijn inspanningen dienen om God
tevreden te stellen, het enige doel van zijn liefde. De H. Franciscus zegt: Ik
ben enkel hetgene wat ik ben voor God.
Een
verborgen leven
Een gewoon leven zonder in de spotlights te staan biedt een
grote veiligheid voor degenen die werkelijk verlangen God lief te hebben. Jezus
heeft het voorgedaan door Zijn eigen voorbeeld, want hij bracht 30 jaren door
in het gewone leven te Nazareth en de werkplaats van een nederige timmerman.
Hij had geen ambitie om door de mensen toegejuicht te worden. Wanneer de H.
Vincent Carafa een zieke vriend bezocht die net tevoren was aangesteld op een
zeer belangrijke functie, smeekte de zieke man hem te bidden voor zijn herstel.
Maar de H. Vincent antwoordde: Nee, mijn vriend, ik wil mijn liefde voor je
niet ontrouw zijn. Nu je in staat van genade verkeert, roept God je naar de
volgende wereld omdat Hij je redding wenst. Als Hij je liet leven, weet ik niet
of je je ziel zou redden in je nieuwe functie. De zieke man accepteerde zijn
dood uit Gods hand en stierf met perfecte overgave.
Ware
onthechting
Onthechting van mensen betekent niet dat we niemand graag
mogen zien, maar het betekent dat we in overeenstemming moeten zijn met Gods
Wil en Hem moeten tevreden stellen. Onze liefde voor iemand mag er niet toe
leiden dat we God beledigen, en dat het ons deugdzaam leven in de weg staat.
Onze Heer zegt ons dat hij die teveel hangt aan zijn familie, niet zijn
leerling kan zijn. Matt 10:37 Wie vader of moeder meer bemint dan Mij, is Mij
niet waardig; wie zoon of dochter meer bemint dan Mij, is Mij niet waardig.
Er zijn er velen die ontroostbaar zijn bij de dood van een
familielid of vriend. Ik vraag me af wie ze denken tevreden te stellen met zon
ongeregelde droefheid en tranen! Is het God? Zeker niet, want God verlang dat
we ons overgeven aan Zijn heilige Wil. Is het de ziel van de overledene? Nee,
want als die ziel in de Hel zit, veracht het die tranen en degene die weent.
Wanneer ze gered is en in de Hemel zit, dan wenst die ziel dat de mensen zich
verenigen met de ziel om God te danken. Als de ziel in het Vagevuur zit,
verlangt ze vurig om gebeden van zijn vrienden en familieleden, en een perfecte
overgave aan Gods Wil zodat allen verenigd zullen zijn op een dag in de Hemel.
Overgave
aan Gods wil
Boven alles moeten we onthecht zijn van onszelf, van onze
eigen wil. Degene die weet hoe zichzelf te overwinnen zal gemakkelijk alle
andere moeilijkheden overwinnen. Matt 16:24 Wie mijn volgeling wil zijn, moet
Mij volgen door zichzelf te verloochenen. De kern van heiligheid wordt gevonden
in 1 woord: zelfverloochening. We moeten daarom God liefhebben zoals God het
wenst en niet zoals wij wensen. Maar God verlangt dat onze ziel leeg is, van
alle aardse zaken bevrijd, om het te kunnen verenigen met Hemzelf en het te
vullen met Zijn liefde. De H. Catharina van Siena zegt: De weg tot vereniging
met God, leidt doorheen kwellingen en zorgen. Dit zijn de middelen die God
gebruikt om ons te zuiveren van alle duivelse neigingen. Ziekte, armoede,
minachting, bekoring en tegenslagen worden door God toegelaten om ons de kans
te geven te strijden tegen onze neigingen en de overwinning te bezorgen over
onze hartstochten.
Wat moet een ziel doen om zich volledig over te geven aan
God? Eerst moet ze vermijden wat God mishaagt en doen wat Hem tevreden stelt.
Ten tweede moet ze aanvaarden wat er haar overkomt door de hand van God. En als
laatste moet ze de Wil van God verkiezen boven haar eigen wil.
Kom Heilige Drie-eenheid, Heilige Familie, en
de H. Michael als Beschermer van Gods woorden
26 oktober 2017, Feest van Onze Lieve Vrouw van
de overwinning [Senlis, Frankrijk]
Mijn geliefde zoon, dit is Jezus van Liefde en
Barmhartigheid. De tijd is gekomen en nu zullen jullie veel rampen zien
gebeuren buiten hetgeen de laatste paar weken is gebeurd. Jullie, volk van
Amerika, zijn zeer koppig en jullie hebben stenen harten. Zeer weinig mensen
veranderen en bekeren zich en jullie God moet zelfs nog hardere kastijdingen op
hen doen komen.
Dit zal een zeer harde winter zijn voor jullie land. Jij en
je gebedsgroep hebben reeds verschillende maanden gebeden voor goed weer maar
de tijd is gekomen dat heel je land zal rampen zien die jullie land tot op de
grond zullen doen beven. Bid veel want
Gods gerechtigheid komt over jullie en een groot deel van de wereld. Sorry,
mijn zoon, maar het moet zo.
Jullie Jezus van Liefde en Barmhartigheid
26 oktober: OLV
van Senlis (1225)
De Abt Orsini schreef: Inzegening van OLVrouw van de
Overwinning, bij Senlis, in het jaar 1225, door Guarin, Bisschop van Senlis, en
Kanselier van Frankrijk. Deze abdij werd gebouwd door Filip Augustus (Filips II
van Frankrijk), als dank voor de overwinning die hij behaalde over Keizer Otto
IV te Bouvines, in het jaar 1214.
Slag bij Bouvines, koning Filips II plaatst zijn kroon op het altaar
Slag bij Bouvines
(wikipedia): De Slag bij
Bouvines werd op 27 juli 1214 geleverd ten oosten van de rivier
de Marke, tussen Bouvines en Cysoing in het zuidelijk deel van
het graafschap Henegouwen, tussen enerzijds koning Filips II van Frankrijk en
anderzijds Ferrand van Portugal, de graaf van Vlaanderen, geallieerd met
koning Jan I van Engeland (Jan zonder Land), keizer Otto IV van
het Heilig Roomse Rijk, Hendrik I, hertog van Brabant en hun
bondgenoten. De Vlaamse alliantie werd, hoewel numeriek in de meerderheid,
verpletterend verslagen.
Voorbeschouwing : Ferrand
van Portugal, echtgenoot van Johanna van Constantinopel, de gravin van
Vlaanderen, wilde Ariën en Sint-Omaars, die hij pas aan de Franse koning had
verloren in 1212, terugwinnen. Hij brak daarom met zijn Franse leenheer en ging
een coalitie aan met de Duitse keizer Otto IV. Hij verplichtte ook hertog Hendrik
I van Brabant mee in de coalitie te stappen. Jan zonder Land, die zich
eveneens aansloot, zou landen in het zuiden van Frankrijk in een poging
om Aquitanië en Anjou te veroveren en dan naar Parijs op te
marcheren. Otto zou vanuit het noorden oprukken. Filips II versloeg de Engelsen
echter in 1214 waardoor hij grotere bewegingsvrijheid kreeg.
OLVrouw van Overwinning te Senlis: De Franse Koning Filips
ging naar de Mis met zijn troepen net voor de strijd. Zijn leger was kleiner
dan deze van de geallieerden. De Koning deed zijn kroon af en plaatste ze op
het altaar, en hij zei: Als iemand hier denkt dat hij deze kroon waardiger kan
dragen dan ik, laat hem dan naar voor treden en de kroon nemen.
De slag : De Franse koning
verzamelde 2400 ridders en 5000 man infanterie. Otto kon beschikken over
evenveel ridders en 7500 man infanterie. Filips August, die als eerste op het
slagveld aankwam, had alle tijd om zijn leger op te stellen in een 3 km lang
front van noord naar zuid, dwars over de Romeinse Weg tussen Doornik en
Bouvines. De rechtervleugel van de Fransen, opgesteld tegenover de troepen van
Ferrand, viel aan terwijl het centrum en de linkervleugel de reactie van de
vijand afwachtten. Na drie uur strijd werd Ferrands leger uiteengeslagen.
Daarna viel Otto aan in het centrum, en Vlamingen in zijn strijdmacht slaagden
erin de Franse koning uit het zadel te lichten, maar ze wisten hem niet
gevangen te nemen. Het was door de interventie van de H. Maagd Maria dat zijn
leven gespaard bleef.
De keizer vluchtte toen de
Fransen zijn aanval tot staan brachten. De rechtervleugel van de
coalitietroepen, onder leiding van Reinout van Dammartin, graaf van
Boulogne, hield stand maar geraakte geïsoleerd door de ineenstorting van het
centrum. Ferrand, en met hem Reinout van Dammartin, William Longespee (halfbroer
van Jan zonder Land), alsook Arnulf IV van Oudenaarde, de aanvoerder van
de Vlamingen, werden gevangengenomen.
Nabeschouwing :
In 1220 werd Otto IV opgevolgd door keizer
Frederik II.
William Longespee, graaf van Salisbury, werd al snel
omgewisseld voor een Frans edelman in Engelse gevangenschap.
Ferrand werd, naar oud Romeins gebruik, vastgeketend
aan handen en voeten in een open draagstoel door Parijs gevoerd. Het
gepeupel van Parijs kom hem ongestoord bespuwen en uitjouwen. De Franse koning
reed te paard voorop. Ferrand bleef tot januari 1227, twaalf jaar later en
zes jaar voor zijn dood, in Frankrijk opgesloten. Hij kwam, als een
gebroken man, vrij door het sluiten van de Vrede van Melun.
Reinoud van Dammartin pleegde zelfmoord in een
Franse kerker.
Frankrijk werd voor het eerst machtiger dan
Vlaanderen dat meer en meer betrokken geraakte bij de Frans-Engelse
tegenstellingen en afhankelijker werd van de Franse kroon. Vlaanderen kwam
na de nederlaag onder bestuur van de jonge gravin Johanna van Constantinopel.
Zij moest een verdrag tekenen dat bepaalde dat de muren en vestingen van
de voornaamste Vlaamse steden zouden worden gesloopt. De gravin regeerde
voorlopig onder toezicht van het hoofd van de Franse partij, Jan van
Nesles. Op 11 april 1226 werd de ongunstige Vrede van Melun getekend
tussen Frankrijk en Vlaanderen. De Vlaamse adel en steden moesten
leenhulde brengen aan de Franse koning, in ruil waarvoor de
graaf-gemaal Ferrand van Portugal na twaalf jaar
krijgsgevangenschap vrijkwam.
Koning Jan I van Engeland (Jan zonder Land), die
zijn bezittingen in Normandië, Maine, Anjou de la Touraine
en Bretagne kwijt was sedert 1206, beëindigde de
vijandelijkheden tegen Frankrijk en keerde terug naar Engeland. Om zijn
kroon te redden werd hij verplicht om in 1215 de Magna Carta ten
voordele van de barons te ondertekenen.
Het lot van Arnulf IV van Oudenaarde is
onbekend.
Als dank voor zijn
overwinning stichtte Koning Filips II de abdij van Overwinning bij Senlis om de
Moeder van God te danken voor zijn overwinning.
De grote duisternis omringt de aarde - Hille Kok 13/11/2017
De grote duisternis omringt de aarde Hille Kok
13/11/2017
Mijn volk,
Zij die de Weg van het Licht verlaten zullen in de
duisternis geraken en het Licht van God verlaten. Luister wat Ik, de Vader, U
zeg. Bekeer U, de tijd is NU. Het kwaad is om U heen. Wees op Uw hoede, wees
waakzaam. Mijn kleine Restkerk, blijf dicht bij elkaar. De Moeder Gods en de
Vader zullen over U waken. De valse profeet is huichelachtig en slim. Zijn
woorden zijn niet de Mijne. De Duivel regeert over de wereld.
O Gij Mens, velen luisteren nog steeds naar die valse paus.
Hij zal Gods woorden en gebeden doen veranderen. Systematisch zal het kwaad het
Heilig Misoffer veranderen en niet meer geldig meer zijn. Dit is zijn
kwaadaardig plan, Gods Sacramenten te vernietigen. Let op, dat de priesters nog
wel de geconsecreerde woorden uitspreken. Zoniet dan ben Ik niet meer
aanwezig!!! Dan is de Hostie ongeldig.
Gij, Mijn priesters, spreken over Mijn gebed in valse
veranderde woorden. Dat het Mijn woorden zijn? Neen, het zijn mensenwoorden
geworden. Hoe durft gij Mijn woorden te veranderen. Gij bedriegt Mij Jezus
en de gelovigen die Uw volgelingen zijn in de valse waarheid. Gods gramschap
zal U treffen.
Mijn volk, ziet gij dan niet wat er gebeurt? Blinde
gelovigen zijt gij geworden. Open Uw ogen!! Het Rooms Katholieke geloof is de
Weg, de Waarheid en het Leven. Gij mocht Gods woorden nooit veranderen. Zij die
niet geloven zijn al veroordeeld. Zij behoren God niet toe, hoe triest!!! De
wereld is in grote duisternis. De valse profeet zal alles belachelijk maken wat
heilig is om God te kwetsen.
Hij is boosaardig, het kwaad zelf die zich zal openbaren
door hoogmoed en valsheid. Hij is de duivel zelf in eigen persoon tussen de
mensen. Velen aanbidden hem. Hun vreugde zullen tranen worden als hij zichtbaar
wordt als het kwaad door het vernietigen van het Rooms Katholieke Geloof. Hun
verdriet en verwarring zullen groot zijn door het bedrog dat hen is overkomen.
Velen luisteren niet naar God de Vader. De Vader waarschuwt
de priesters en de gelovigen dat de Satan alles zal vernietigen. Bescherm de
Heilige Sacramenten en de Tien Geboden die de Waarheid bevatten. Weinig
gelovigen zullen nog overblijven die de Vader in de Waarheid blijven volgen.
Weinig goede zuivere priesters zullen er nog zijn die het Heilig Sacrament van
de Biecht nog waardig uit mogen voeren.
Alleen een gezalfde priester van God kan van uit zijn naam
Uw zonden vergeven. Geen ander heeft die macht en kracht ontvangen. Laat U niet
misleiden door bedriegers die de Sacramenten misbruiken. Gij wordt misleid en
laat U vertellen dat de Hel niet bestaat. Luister niet naar hen. De Hel bestaat
echt. Vele zielen zullen daardoor verloren gaan.
Wat een vreselijke misleiding. Het is een duivels plan van
de zielenrover van God. Gij zult dan van het eeuwig leven beroofd zijn. Bidt
tot God voor kracht en liefde om te strijden tegen het kwaad. Roep God om hulp.
Draag Zijn goddelijk geschenk, het heilig blauwwitte Liefdeskruisje, dat Uw
bescherming zal zijn!!! Draag het om Uw hals. Het goddelijk Licht zal U
omringen.
Het kwaad zal van U wijken. De wereld is overweldigd door
seksueel geweld. De Satan verwijst U naar de afgrond door de valse liefde
waardoor Uw ziel verloren gaat. Misbruik van elkaars lichaam, uitbuiting. De
tempel van de Heilige Geest wordt geschonden. Misbruik van Zijn schepping.
Mannen met mannen, vrouwen met vrouwen. Een gruwel in Gods ogen!!! Gij zondig
mens, vermaan U. Losbandig volk, gij pijnigt Uw God.
Richt Uw blik naar de Hemel. Bidt de Rozenkrans!! Vraag om
vergeving!! God is Liefde. Amen.
Volgens de H. Jozefmaria Escriva kun je op elke positie in
de maatschappij heilig worden. Blijf op de plaats waar je bent. Je moet niet
alles in de steek laten en in Afrika gaan prediken, je moet niet alle
bedevaartsoorden van Europa te voet gaan bezoeken, je moet niet aan een kruis
hangen om heilig te worden. Allemaal niet nodig. Blijf op de plaats waar bent.
Je kunt daar ook heilig worden. Het is de bedoeling dat je de mensen rond je
vanop die positie in vuur en vlam zet met liefde tot God en de naaste. Doe dit
gewoon in je gezin, op je werk, in je vrije tijd. Wees jezelf, maar met een
voortdurende blik op God gericht. Doe zoals een Christen doet, woon de
sacramenten bij, bid, lees de Bijbel. Neem het leven zoals het komt, draag alle
zorgen en tegenslagen als een kruis op de rug en zet je kleine kruis bij dat
van de Heer. Dank de Heer voor alle kansen, genaden, gelukkige momenten,
personen waarop je kan steunen. Onthoud dat het leven op aarde maar een verblijfplaats
is op doortocht naar het eeuwige leven bij God in de Hemel.
Er is geen slechter gevoel dan een gevoel van
machteloosheid. En onmacht is de wortel van een reeks gevoelens die eruit kunnen
volgen. Gevoelens zoals teleurstelling, verdriet, wanhoop, jaloersheid,
boosheid Als je voelt dat je vastzit in onmacht dan moet je dit gevoel zo vlug
mogelijk onderkennen en zorgen dat de andere gevoelens geen kans hebben.
Voorbeelden van onmacht zijn:
Een man verliest zijn vrouw die sterft aan kanker. Deze man
zit in een situatie van machteloosheid en daaruit kan een gevoel van verdriet
en wanhoop volgen.
Een collega krijgt de kans op promotie. Degene die deze
kans niet gekregen heeft kan zich machteloos voelen en misschien boos worden
omdat hij zelf hard gewerkt had om die promotie te verdienen.
Je wordt getroffen door een chronische ziekte die je in de
onmogelijkheid stelt om nog een job te kunnen uitoefenen. Uit het gevoel van
onmacht kan wanhoop volgen.
De buurman heeft een nieuwe wagen gekocht. Maar je hebt
zelf geen geld genoeg om een nieuwe wagen te kopen. Uit het gevoel van onmacht
kan jaloersheid volgen.
Onmacht is op zichzelf niet verkeerd maar het mag geen
gevoel van onmacht blijven. God houdt zich aan het beste plan dat voor jouw
bestemd is. Je moet terug het vertrouwen in God stellen, dat Hij het beste met
je voor heeft. Het is een test om te zien of je door onmacht je van God gaat
afkeren, of dat je dichter tot Hem gaat naderen. Je mag niet denken dat het
uitzichtloos is, want God schept altijd nieuwe kansen. En zelfs als de situatie
een einde van het leven betekent is dit enkel dit leven dat eindigt, maar het
biedt de kans om eeuwig bij God te leven.
Mijn moeder had darmkanker dat was uitgezaaid en bij het
nieuws heeft ze zich kranig gehouden. Ze heeft het leven tot haar einde van dag
tot dag geleefd, haar vriend en ons gezegd dat ze van ons hield. Niet geklaagd,
maar met de palliatieve zorg gepraat en een priester. Ze heeft met een
positieve kijk in haar einde berust. Ze heeft in haar onmacht geen kans gegeven
aan wanhoop, verdriet of boosheid.
Heer, ik kom tot U. Hier ben ik met al mijn zonden en gebreken, met
mijn klein geloof en met mijn gebrekkige liefde. Ik stel mijn vertrouwen op U
Heer. Ik verlang naar Uw Liefde, en vernieuwde gedachten. Maak mij bereid Heer
en verlos mij van mijn onmacht.
Naastenliefde is een Latijns woord dat christelijke liefde,
naastenliefde en het betonen daarvan, liefdadigheid betekent. In het
Grieks wordt dit agapè genoemd en wordt vertaald in "gevende
liefde". Agapè of naastenliefde is de laatste in de rij van de liefdebegrippen:
genegenheid, vriendschap, eros en agapè. Ze zit in de lijn van de
voorgaande, maar is er toch wezenlijk van onderscheiden. We zouden kunnen
zeggen dat ze uitgezuiverd wordt, tot haar essentie en wezen wordt
teruggebracht. Er is niets meer boven de naastenliefde of de agapè.
Het gaat over de liefde
Het uitgangspunt is het liefdesgebod van Jezus: Gij zult de Heer uw God
beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand. Dit is het
voornaamste en eerste gebod. Het tweede, daarmee gelijkwaardig: Gij zult uw
naaste beminnen als uzelf. Aan deze twee geboden hangt heel de Wet en de
Profeten (Mt. 22, 37-40). Doe dit, en ge zult ten volle leven! Naastenliefde
bij Jezus is terug te brengen in het liefdesgebod. Dus alles wat Jezus zegt en
doet met betrekking tot de naastenliefde moeten we lezen in het licht van Mt.
22, 37-40. Het wordt door Jezus zelf geconcretiseerd in de werken van
barmhartigheid (Mt. 15,30-31). Ook bij de zending van de apostelen horen
we Jezus zeggen: Genees zieken, wek doden op, reinig melaatsen en drijf
demonen uit. Voor niets hebben jullie gekregen, voor niets moet je geven
(Mt. 10, 8)
Wat wordt eigenlijk in dit liefdesgebod gezegd?
1. Dat we God boven alles moeten liefhebben, maar dat de Godsliefde toch
gelijkwaardig is aan de naastenliefde en de liefde tot zichzelf. Het
onderscheid zit niet in de wijze van liefhebben, wel in het subject dat we
moeten liefhebben. De liefde van en tot God komt op de eerste plaats omdat de
liefde van God tot de mens het eerst is. God heeft ons het eerst liefgehad (1
Joh. 4, 10).
2. De Godsliefde, de naastenliefde en de liefde tot zichzelf worden op dezelfde
lijn geschreven, waardoor een quasi-gelijkwaardigheid ontstaat. De
naastenliefde zit dus vervat tussen de Godsliefde en de liefde tot zichzelf.
3. Johannes zegt dat de liefde tot God ook liefde tot de naaste tot gevolg
heeft, zoniet is de liefde tot God geveinsd. Als iemand zegt dat hij God
liefheeft, terwijl hij zijn broeder haat, hij is een leugenaar. Want als
hij zijn broeder die hij ziet niet liefheeft, kan hij God niet liefhebben die
hij nooit heeft gezien. Dit gebod hebben we dan ook van Hem gekregen: wie
God liefheeft moet ook zijn broeder liefhebben (1 Joh. 20-21).
Is de naaste de ondergeschikte van God, toch wordt deze in dit gebod de unieke
plaatsvervanger van God. De naaste kunnen we zien en God niet, dus kan onze
liefde tot God slechts zichtbaar en tastbaar worden doorheen onze liefde tot de
naaste.
De naaste beminnen is niet hetzelfde als God beminnen, maar wie zijn naaste
bemint, gehoorzaamt reeds aan het eerste gebod. Jezus zegt in Mt. 25:40: Al
wat je aan één van deze geringsten hebt gedaan, heb je aan Mij gedaan.
Wat is er zo bijzonder aan dit liefdesgebod?
1. Dat het een gebod is: Als we de menselijke liefde nemen, dan is deze niet te
vatten door een gebod. Liefde is een emotie, dat spontaan ontstaat en dat niet
kan worden opgelegd. Door de liefde hier te vatten in een gebod, wordt
uitdrukking gegeven aan het feit dat het hier fundamenteel over iets anders
gaat dan een emotie. We zitten met het Goddelijk liefdesgebod dan op een ander
niveau dan deze uit spontane emotie gegroeid graag zien.
2. Dit totaal anders zijn dan de emotionele liefde wordt nog versterkt door wat
verder vermeld wordt als Bemin uw vijanden. Emotioneel kunnen we dat
niet! Maar we horen Christus in alle duidelijkheid de vraag
stellen: Wat voor buitengewoons doe je dan als je alleen maar liefhebt die jou
liefhebben (= wederkerige, emotionele liefde). Doen de heidenen dat ook
niet? (Mt. 5, 46). Het typisch christelijke van de naastenliefde wordt juist
bepaald door haar grenzeloosheid: iedereen, overal, in alle omstandigheden
(altijd) liefhebben.
Bemin ook in omstandigheden waar geen enkele aanleiding is om te
beminnen! Hierbij kunnen we verwijzen naar de parabel van de
barmhartige Samaritaan. De naastenliefde die hier via een daad van
barmhartigheid wordt voorgesteld, gaat verder dan de vriendschap
(wederkerigheid), de verwantschap, de emotionele liefde, gaat de redelijkheid
voorbij. De christelijke naastenliefde kenmerkt zich juist door haar totale
onbaatzuchtigheid en het totaal ontbreken van wederkerigheid.
Onbaatzuchtig: gewoon omdat de andere er is, zelfs als er geen nood is en zelfs
als geen hulp meer kan baten (de zogenaamde doden begraven is daar een
voorbeeld van). Ontbreken van wederkerigheid: ik verwacht letterlijk niets
terug, zelfs geen dank.
3. Het is ook een gebod dat niets verbiedt. We kunnen alleen niet ver genoeg
gaan. We kunnen dus nooit zeggen: we hebben genoeg liefgehad. Dit geeft
natuurlijk een gevoel van onverzadigbaarheid. De maat van de liefde is
inderdaad liefde zonder maat.
Hoe kunnen we met het liefdesgebod omgaan?
a. We kennen de vraag van de apostelen: Wie kan er dan nog gered worden? Het
is steeds een liefde zonder maat en dat kunnen we niet wegwerken, maar het
hoeft daarom geen frustratie te worden. Het antwoord zit in het liefdesgebod
zelf: Bemin God bovenal, laat u beschijnen door Gods liefde en bid om Gods
liefde en Gods liefde zal u liefdebekwaam maken. Wij hebben lief, we
kunnen liefhebben omdat Hij ons het eerst heeft liefgehad (1 Joh. 4, 19).
b. Bemin je naaste als jezelf bevat ook geen enkele richtingwijzer naar de te
volgen weg. En het bemin je vijand geeft een mateloosheid aan. Christus zelf
heeft dit begrepen door zelf de naastenliefde te vertalen, te kaderen in de
werken van barmhartigheid. (zie Mt. 25) En ook de christelijke traditie heeft dat
begrepen en is aan die moeilijkheid tegemoetgekomen door een de werken van
barmhartigheid op te stellen. Daardoor wordt het gebod niet minder radicaal,
maar het wordt handelbaar. We moeten er onmiddellijk aan toevoegen dat het
verrichten van de werken van barmhartigheid op zich nog geen naastenliefde is.
Nemen we het voorbeeld van het voedsel geven aan de hongerigen. Je kunt dit
doen uit medelijden, emotioneel voel je je betrokken op de andere. Dat is
barmhartigheid tonen. Barmhartigheid wordt naastenliefde wanneer je die
andere voedsel blijft geven, ondanks het feit dat die andere niet positief
reageert op je barmhartigheid. De naastenliefde wordt geboren als de daad
stopt een spontane reactie van helpen te zijn.
We kennen de 7 lichamelijke en 7 geestelijke werken
van barmhartigheid:
De 7 geestelijke werken van barmhartigheid: onwetenden onderrichten, twijfelaars
raad geven, bedroefden troosten, zondaren vermanen, lastigen verdragen,
beledigingen vergeven en voor allen (levenden en doden) bidden
Het laatste werk geeft ons de mogelijkheid onze eigen beperking aan te vullen,
te vervolledigen met het bidden. Als alles gedaan is voor het welzijn van de
naaste, kunnen we nog altijd iets doen: voor hen bidden, zelfs voor de doden.
We kunnen ons ook nog afvragen hoe we
die naastenliefde, met dat steeds maar geven, kunnen uithouden?
Zij die nooit emotioneel liefde hebben ontvangen, zullen
het wellicht moeilijk hebben om de naaste lief te hebben met een liefde die het
emotionele overstijgt. Christus had twee soorten vrienden: enerzijds de armen,
zieken, behoeftigen en zondaars aan wie Hij bewust het beste van zijn tijd
besteedde, anderzijds hartsvrienden, de mensen bij wie Hij graag vertoefde en
bij wie Hij zich ging herbronnen. Het is onmogelijk om zich met hart en ziel te
blijven inzetten voor de hulpbehoevenden, indien men tezelfdertijd niet kan
bogen op een vriendschap die beantwoordt aan een spontaan verlangen en die geen
enkele wilskrachtige inspanning vergt. Zonder de ruggengraat van de
onverplichte vriendschap blijft de volgehouden naastenliefde onleefbaar.
Hoe als individu het ideaal van de naastenliefde beoefenen?
De naastenliefde vraagt steeds meer en steeds verder. Maar dit moeten we
koppelen aan een bescheidenheid die ons behoedt voor fanatisme. Jezus reageert
op het kwaad dat mensen overkomt of aangedaan wordt nooit met een totalitaire
strijd waarmee Hij het probleem van het kwaad definitief wil oplossen.
Zijn goed doen, waarmee Hij opkomt tegen allerlei vormen van lijden en
aangedaan kwaad, blijft heel bescheiden, beperkt en partieel, volstrekt
voorlopig. Hij gaat al weldoende rond, geneest hier en daar een
zieke. Hij heeft geen totaal-plan om het kwade te breken en het goede
definitief te vestigen. Hij had dit kunnen doen, dit lag in zijn macht, maar
Hij heeft het niet gedaan. Zijn optreden had niets weg van een
obsessionele gedrevenheid. Hij ging alleen maar in op hetgeen aan Hem
voorbij kwam, en in deze situaties gaf Hij een radicaal antwoord.
Dat was de methode van Jezus: op de plaats waar men staat en komt en bij de
mensen met wie men in contact komt het goede doen en verkondigen, radicaal voor
zichzelf, maar zonder dwang naar de andere toe. Ruimte geven aan Gods
genade betekent juist dat men de weg opent voor het goede doorheen de liefde. Het
fanatisme ontstaat wanneer we het goede dwangmatig willen opleggen aan de
andere, het goede dat wij denken goed te zijn. Onze strijd tegen het kwade en
voor het goede mag geen strijd worden tegen de mens die het kwade bedrijft. De blijvende liefde voor deze medemens zal
juist ruimte scheppen opdat Gods genade het kwade kan omvormen tot het goede.
Alleen met de liefde kan het kwade worden overwonnen.
God beminnen, onze naaste beminnen doen we niet omdat het ons tot nut kan zijn,
maar gewoon omdat God en de naaste er zijn. Dat is en dat mag onze enige
motivatie zijn. Als we tenslotte opnieuw de vraag stellen hoe we als individu
erin slagen om de naastenliefde te blijven beoefenen, dan is één zaak nog het
meest essentieel, nl. ons gericht zijn op God. We kunnen de naaste maar
echt liefhebben als we ons laten beschijnen door de liefde van God. Regelmatige
herbronning is dan ook levensnoodzakelijk. Zonder regelmatig gebed, bezinning
en geestelijke lectuur is het gevaar groot dat de invulling nog enkel gericht
is op resultaat, op wederkerigheid en op nuttigheid.
Omgaan met verschil
Bij het Laatste Avondmaal zegt Jezus tot zijn leerlingen: Een nieuw gebod geef
Ik u: gij moet elkaar liefhebben, zoals Ik u heb liefgehad, zo moet ook gij
elkaar liefhebben. Hieruit zullen allen opmaken dat gij mijn leerlingen zijn:
als gij de liefde onder elkaar bewaart (Joh 13, 34-35).
Jezus zegt hier niet: Voel u goed bij elkaar, maar bewaar de liefde onder
elkaar. Hij nodigt ons uit om goed om te gaan met de verschillen die er zijn
tussen mensen en ons met die verschillen juist verbonden te voelen door die
diepere grond die ons draagt. Want allen hebben wij dezelfde Vader, die elk van
ons bemint. Jezus nodigt ons uit om met die waarheid, met die blik van God naar
mensen te kijken, misschien in de eerste plaats naar diegene die we spontaan
voorbij zouden lopen.
God heeft aandacht voor elke mens en nodigt ook jou en mij daartoe uit. Wie
zich door God bemind weet, weet dat God dat niet doet uit nieuwsgierigheid, uit
een drang naar kritiek of om op zoek te gaan naar zelfbevestiging. Ook wij
zouden zon aandacht voor mensen moeten proberen opbrengen: echt luisteren, met
eerbied en respect, zonder vooroordelen of kritiek, zonder verwachtingen van de
ander aan jezelf, hen als mens ernstig nemen. Wellicht weet je uit eigen
ervaring wat een mens met die houding voor een andere mens kan betekenen! Uit: www.holyhome.nl
Het is onmogelijk om de Heer onze God lief te hebben zonder
tegelijk onze naaste lief te hebben. De H. Jeroom vertelt ons dat wanneer de
leerlingen van de H. Johannes hem vragen waarom hij zo dikwijls spreekt over
broederlijke liefde, hij antwoordde: Omdat het het gebod van de Heer is, en de
vervulling van dit alleen is voldoende voor eeuwige redding. We moeten onze
naaste liefhebben, omdat hij geliefd is door God. Onze Heer beloofde: Voorwaar,
Ik zeg u: al wat gij gedaan hebt voor een dezer geringsten van mijn broeders
hebt gij voor Mij gedaan. (Matt 25:40). Daaruit besluit de H. Catharina
van Genua: Als je wilt weten hoeveel een persoon zijn God liefheeft, zie
hoeveel hij van zijn naaste houdt.
Christelijke naastenliefde is een van de belangrijkste
vruchten van de Verlossing. De H. Lucas zegt over de eerste Christenen: De
menigte gelovigen had 1 hart en 1 ziel. (Handelingen 4:32) Broederlijke liefde
zorgt voor wederzijdse verdraagzaamheid tussen verschillende naties en zou in
praktijk moeten omgezet worden. Dit is waarvoor onze Verlosser bad tot Zijn
hemelse Vader op de avond van Zijn Heilig Lijden: Ik blijf niet langer in de
wereld, zij echter blijven in de wereld, terwijl Ik naar U toe kom. Heilige
Vader, bewaar in uw Naam hen die Gij Mij gegeven hebt, opdat zij één mogen zijn
zoals Wij. (Johannes 17:11)
Vooroordelen
Als je naastenliefde wilt beoefenen moet je in de eerste
plaats vooroordelen en wantrouwen in je naaste verdrijven. Hij die oordeelt zal
zichzelf veroordelen. Jezus zegt: Oordeelt niet, opdat gij niet geoordeeld
wordt. Want met het oordeel dat gij velt, zult gij geoordeeld worden en de
maat die gij gebruikt, zal men ook voor u gebruiken.Waarom kijkt gij
naar de splinter in het oog van uw broeder en merkt gij de balk niet op in uw
eigen oog? Of hoe kunt ge tot uw broeder zeggen: laat mij de splinter uit
uw oog halen, en zie, in uw eigen oog zit de balk nog! Huichelaar, haal
eerst die balk uit uw eigen oog, en dan zult ge scherp genoeg zien om de
splinter te kunnen verwijderen uit het oog van uw broeder. (Matt 7:1-2)
Bovendien moet je niet letten op wat anderen over je zeggen.
Doe het goede en laat de anderen maar praten. Hoe graag heeft God die het goede
over iedereen spreekt! Als gedurende zijn leven, een mens nooit kwaad sprak
over zijn naaste, zou ik hem aanzien aan een heilige, zeg de H. Maria
Magdalena de Pazzi. Zie erop toe er geen gewoonte van te maken onvriendelijk
over anderen te praten, en vooral over superieuren. Het is een veel voorkomende
fout dat sommige mensen over hun naaste praten en beginnen met lof en eindigen
met afkeuring. Bijvoorbeeld: Deze is zeer bekwaam, maar is het niet erg dat
hij zo hoogmoedig is?. En als je weet dat je naaste een fout begaan heeft,
zwijg er dan over.
Wanneer je te kwaad bent is het beter om niets te zeggen,
want anders zal je spijt hebben over hetgeen je hebt gezegd. En wanneer iemand
die je heeft beledigd om vergeving vraagt, wees dan vrijmoedig genoeg om hem
vergeving te geven. Als je een ander hebt beledigd, wees dan vlug om de schade
die je hebt aangericht te herstellen. En dat doe je het best door nederig te
zijn. Jezus zegt: Als gij uw gave komt brengen naar het altaar en daar schiet
u te binnen dat uw broeder iets tegen u heeft, laat dan uw gave voor het
altaar achter, ga u eerst met uw broeder verzoenen en kom dan terug om uw gave
aan te bieden. (Matt 5:23-24)
Het
geven van aalmoezen
Een zeer belangrijke taak van naastenliefde bestaat in het
geven van aalmoezen wanneer hij arm en behoeftig is en jezelf in de positie
bevindt om er te geven. Geeft wat overblijft als aalmoes; dan is voor u alles
rein. (Lucas 11:41) Als je niets anders kunt doen, beveel hem dan aan bij God,
want gebed is ook een aalmoes.
Heb je
vijanden lief
Boven alles zou ik je aanbevelen om naastenliefde te
betonen aan je vijanden. Maar
ik zeg u: Bemint uw vijanden en bidt voor wie u vervolgen, opdat gij
kinderen moogt worden van uw Vader in de hemel, die immers de zon laat opgaan
over slechten en goeden en het laat regenen over rechtvaardigen en
onrechtvaardigen. Want als gij bemint die u beminnen, wat voor recht op loon
hebt gij dan? Doen de tollenaars niet hetzelfde? En als gij alleen uw
broeders groet, wat voor buitengewoons doet gij dan? Doen de heidenen dat ook
niet? Weest dus volmaakt, zoals uw Vader in de hemel volmaakt is. (Matt
5:44-48)
Hoe triestig is het om Christenen te zien die naar de Kerk
gaan en zelf naar de Heilige Communie en toch vijandschap in hun hart hebben!
Als je weerwraak wilt plegen moet je het volgende doen. De H. Paulinus zegt dat
je vijand liefhebben een hemelse weerwraak is. Misschien zal iemand zeggen: ik
heb zo geen sterkte en genade. Maar de H. Ambrosius antwoordt: Als er kracht
nodig is, bid tot God en Hij zal het je geven. Als we anderen vergeven, zijn
we zeker dat we onszelf vergeven: spreekt vrij en ge zult vrijgesproken
worden. (Lucas 6:37). Als je niets kunt doen, bid dan voor degenen die je
beledigt hebben of je verwondt hebben. De liefde die gericht is op het
geestelijke welzijn van je naaste is ongetwijfeld het beste. In Gods ogen is
een ziel meer waard dan de hele wereld. Zou er dan niets meer subliem kunnen
zijn dan te werken samen met Jezus Christus voor de redding van de zielen?,
zegt de H. Bernardus.
De zielen die we helpen redden zullen smeken in onze naam
voor de troon van God. En God zal hun smeking beantwoorden:Laat hen uitrusten van hun
moeiten, want hun daden vergezellen hen. (Openb 14:13) De H. Gregorius zegt
dat we vele kronen zullen verdienen als we zielen winnen voor God. Zo moet ook
uw licht stralen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en
uw Vader verheerlijken die in de hemel is. (Matt 5:16) Onze Heer zei op een
dag aan de H. Maria Magdalena de Pazzi: Zie hoevele Christenen er in de handen
van de duivel zitten; als Mijn uitverkorenen hen niet bevrijden door gebed,
zijn deze ongelukkigen eeuwig verloren. Als je een kans hebt om de stervenden
bij te staan, onthoud dan dat je een daad van naastenliefde stelt die zeer
aangenaam is voor God. De H. Filip Neri zag dikwijls de engelen woorden van
troost op de tongen leggen van degenen die de stervenden bijstonden. Zie dat de
priester op tijd wordt opgeroepen om de laatste Sacramenten toe te dienen
terwijl de patiënt nog bij bewustzijn is. Uit: 12 steps to holiness and
salvation Rev. Warren
Opdracht van mijn apostolaat aan Maria (overgave van de
eigen wil aan God)
Lieve Moeder Maria,
Onbevlekte Koningin van het Paradijs, in Uw ziel, geest, Hart en lichaam werd
het zuiverste Licht van God de Vader gestort.
Allerheiligste Maagd en Moeder van de Messias, door U is het Licht van Christus
in de wereld gekomen.
Onoverwinnelijke Schrik der duivelen, op Uw Voorspraak komt weldra het Licht
van de Heilige Geest onze wereld van duisternis herscheppen, opdat Gods Rijk
kome.
Bekroning van Gods Schepping, vanop het Kruis heeft Jezus mij aan U gegeven als
Uw kind. Vandaag werp ik mij voor Uw voeten neer om mijzelf uit vrije wil aan U
te geven als Uw dienares voor de verwezenlijking van Gods Plan van Heil in een
nieuwe wereld van Liefde en Vrede.
Ik erken U als mijn Hemelse Meesteres, en smeek U, mij te aanvaarden als Uw
eigendom, mij te beschermen en te leiden, opdat ik van heden af dienstbaar moge
zijn als Uw instrument in de strijd voor de spoedige vestiging van het Rijk van
Christus op aarde.
O Maria, vlekkeloze Parel van Hemel en aarde, U is de macht gegeven om de kop
van de duivelse slang te verpletteren en de Wederkomst van Christus, het Licht
der wereld, over ons af te roepen.
O heilige Dageraad van het nieuw Rijk van het Licht, opdat U onbeperkt over mij
zou kunnen beschikken, bied ik U mijn geloften van een totale gave van mijzelf
aan Uw Onbevlekt Hart, waaraan God de leiding heeft toevertrouwd van de strijd
tegen alle krachten die Zijn Schepping vernietigen, zielen in het verderf
storten, de mensheid gevangen houden in wereldse belangen en haar wegleiden van
de Weg, de Waarheid en het Eeuwig Leven.
Ik schenk U mijn gelofte van een volkomen overgave aan Gods Wil in een
betrachting van alle christelijke deugden en een leven in overeenstemming met
de Geboden en het Evangelie.
Ik schenk U mijn gelofte van een onvoorwaardelijke Liefde tot de Heilige Drievuldigheid
en Uw Smartvol en Onbevlekt Hart.
Ik schenk U mijn gelofte van zuiverheid naar geest, hart en lichaam, opdat ik
een waardige tempel van de Heilige Geest en Uzelf moge zijn.
Ik schenk U mijn gelofte van eeuwige trouw aan Uw leiding op de Weg van
Christus.
Ik schenk U mijn gelofte van onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan Uw
ingevingen, en volgzaamheid tegenover de paus die zich met U verenigt.
Ik schenk U mijn gelofte van gebed tot zuivering van de wereld en redding van
zielen.
Ik schenk U mijn gelofte van een leven in navolging van Uw heilige deugden en
overgave aan Gods belangen boven alle wereldse genoegens.
Ik schenk U mijn gelofte van bereidheid tot offers naar lichaam en geest voor
het afsmeken van genaden voor dwalende zielen en tot eerherstel voor
heiligschennissen en beledigingen jegens alle Hemelse machten.
Ik schenk U mijn gelofte van totaal vertrouwen in Uw leiding over mijn ziel,
geest, hart en lichaam, en van geloof in de macht die U daartoe door God is
gegeven.
O Koningin van de Apostelen, U bent aan mij gegeven, ik wil van U zijn. Geef
mij de kracht, deze heilige geloften volkomen na te leven, opdat God en Uzelf
in mij verheerlijkt worden.
Je bent niet de eerste die het denkt: bij het dienen van
God móet er zoveel. Je moet naar de Mis gaan, je moet in de Bijbel lezen, je
moet op je woorden letten, je mag niet
De Farizeeën willen het wel eens weten. Ze gaan naar Jezus
toe met de vraag: Meester! Wat is nu het grote gebod in de wet? Jezus
herhaalt dan de woorden van God uit Deut.6:5 Gij moet Jahwe uw God beminnen
met heel uw hart, met heel uw ziel en met al uw krachten. Het woord beminnen
staat centraal. Liefde is de kern van het leven met de Heer.
Als de vonken overspringen tussen een jongen en een meisje,
hebben we het over verliefdheid. De liefde tussen twee mensen hier op aarde kun
je als voorbeeld nemen als je nadenkt over het dienen van de Heer. Want ook
daarin staat de liefde centraal.
- Aan liefde gaat kennis vooraf. Want hoe kun je iemand
liefhebben die je niet kent? Tegelijk is het ook waar dat je in de
liefdesrelatie elkaar steeds beter leert kennen. In de Bijbel maakt God
Zichzelf bekend, dáar leren we Hem kennen. De Heilige Geest verlicht het
verstand en laat ons de deugden van God ontdekken, zoals Zijn heiligheid,
wijsheid, geduld en genade.
- Als je elkaar liefhebt, wil je elkaar zo vaak mogelijk zien en spreken. Als
je God liefhebt, zoek je Zijn aanwezigheid. Je wilt Hem zoveel mogelijk
ontmoeten; daarom ga je naar de Kerk en de sacramenten, zoek je Hem steeds in
Zijn Woord en wil je met Hem spreken in je gebed.
- Als je verliefd bent, kun je er niet mee leven als je vriend(in) ook nog van
een ander houdt. Je wilt hem/haar helemaal. Ook God vraagt van ons om Hem lief
te hebben met ons hele hart. Hij wil niet dat wij onze liefde delen tussen Hem
en de wereld/zonde.
Ongelooflijk hoe je leven verandert door de genade van God.
Door Zijn liefde wil je Zijn Woord bewaren en doen. Je wilt wandelen zoals
Jezus Christus gewandeld heeft, je gaat haten wat tussen jou en God in staat,
je vraagt je bij een keuze af wat Jezus gedaan zou hebben. Het Volg Mij!
krijgt gestalte in je leven.
Hoe is dat mogelijk? Onze liefde tot God komt niet vanuit
onszelf, maar het is een wederliefde van dat wat Christus in ons hart heeft
gelegd. 1 Joh.4:19: Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft.
Het dienen van de Heer is geen last, maar een lust. Geen moeten, maar een mogen.
Dan zing je mee met David in Psalm 119:49 Hoe lief heb ik Uw wet! Het is mijn
doel om de ganse dag haar ijverig te betrachten! Uit: www.hhjo.nl
De liefde tot God is een goddelijk ingeprente deugd die ons
leidt om de Heer Onze God lief te hebben als het soevereine goede, en puur om
Zijnentwil. Het motief waardoor we God liefhebben is Zijn onbegrensde
perfectie, waardoor Hij verdient geliefd te worden. Degene die God liefheeft
omdat Hij verdient geliefd te worden, heeft de ware en echte liefde van
vriendschap. Het is geen zelfzuchtige liefde om Hem lief te hebben alleen om de
eeuwige beloning in de Hemel. Dat wil niet zeggen dat we niet mogen verlangen
naar de Hemel. We moeten verlangen naar de Hemel zodat we God kunnen bezitten
en Hem op een meer perfecte manier kunnen liefhebben.
Alle perfectie bestaat in de liefde tot God, want liefde is
de deugd die ons het meest innig verenigd met God. Al de andere deugden zijn
nutteloos als ze niet vergezeld zijn van liefde. Hij die God liefheeft boven
alles, verafschuwt een belediging tegen Hem meer dan de dood zelf, en streeft
ernaar alles te doen om God te behagen. God heeft ons liefgehad met een
oneindige liefde, Hij verlangt dan ook dat we Hem oprecht liefhebben, en Hij
verlangt ons hele hart te bezitten. En God geeft Zichzelf aan degenen die Hem
liefheeft. Bovendien wie is er liefdevoller, mooier, rijker, machtiger,
barmhartiger, dankbaarder dan God? Hij is alle liefde waardig. En Hij ziet ons
graag. De H. Johannes Chrysotomus zegt dat God ons meer liefheeft dan wij
onszelf kunnen liefhebben. Degenen die ons eerst op aarde liefhadden waren onze
ouders; maar ze begonnen ons pas lief te hebben wanneer ze ons kenden. God
integendeel, had ons lief voor we een bestaan hadden. Zelfs voor onze ouders
leefden, had God ons lief. Hij heeft ons liefgehad zolang Hij God is, en dat is
in alle eeuwigheid.
De
natuur draagt ons op God lief te hebben
De H. Augustinus zegt: De Hemel en de aarde schreeuwen het
uit, alles wat ik zie spreekt tot mij en dringt aan om U lief te hebben, mijn
Heer; alle schepselen zeggen me dat U ze geschapen hebt uit liefde voor mij.
Het
lijden van Christus is een bewijs van liefde
Voor de Incarnatie van het Eeuwig Woord kon de mens nog
twijfelen of God hem teder liefhad of niet; maar nu dat Jezus Christus mens is
geworden en voor ons stierf, is zon twijfel onmogelijk. Hoe kon onze Heer Zijn
liefde voor ons beter bewezen hebben dan door zoveel pijn en zoveel minachting
te lijden voor ons? En Hij heeft Zijn leven beëindigd in een bittere
doodsstrijd op de Calvarie. Omdat zovelen de liefde vergeten die Hij ons
betoond heeft, leven ze zonder Hem lief te hebben. Een ziel dat rekening houdt
met de liefde die Jezus heeft voor de mensheid wordt gedwongen om op zijn beurt
Jezus lief te hebben. De H. Maria Magdalena de Pazzi zei hierover: O Jezus, U
bent gek geworden van liefde. Ik zeg het en blijf het zeggen: liefde heeft U
gek gemaakt, mijn Jezus. Als geloof ons niet verzekerd had van de waarheid van
het grote mysterie van onze Verlossing, wie zou het dan voor mogelijk houden
dat de Schepper van het universum wilde lijden en sterven voor Zijn schepselen?
De H. Paulus vertelde dat het prediken van de Gekruisigde
Christus aan de Joden een hindernis was, en voor de Heidenen dwaasheid. Hoe
kunnen we geloven, zeiden ze, dat een God die van niemand afhankelijk is en die
perfect gelukkig is op Zichzelf, naar de aarde zou komen, de menselijke natuur
aannemen en sterven voor Zijn ellendige schepselen? De H. Augustinus zegt dat
Jezus dit gedaan heeft opdat de mens de onuitsprekelijke liefde die God heeft
voor hem zou erkennen. Het is de liefde die God tot zon daden heeft aangezet.
Wat een geluk voor ons als we gloeien met het vuur dat onze Heer en God
verteerde! Hoeveel pijlen van liefde komen voort uit de heilige wonden en
doorboren de versteende harten! De H. Thomas zegt dat de liefde die het hart
van God verteert het doet lijken alsof in de mens Hij Zijn God zag, en Hij niet
gelukkig zou kunnen zijn tenzij de mens ook gelukkig is.
Maar O God, waar is onze dankbaarheid? We zouden moeten
overstromen van liefde wanneer we de dood van Jezus Christus overwegen. Maar
wat we hebben nagelaten te doen in het verleden kunnen we tenminste doen in de
toekomst, als God ons nog wat tijd geeft. Jezus stierf voor ons, zegt de H.
Paulus, opdat Zijn liefde perfect meester zou worden over onze harten. Daarom
stierf Christus en verrees Hij, opdat hij de Heer van zowel de doden als de
levenden zou zijn. (Rom. 14:9). En jij, Christelijke ziel, wat heb jij gedaan
voor je Goddelijke Verlosser! Wat bewijs van liefde heb je Hem gegeven? Jezus
stierf voor jou, evenals voor een H. Agatha, een H. Agnes, een H. Barbara Denk
aan de bijzondere genaden die Hij je gegeven heeft en die anderen niet gekregen
hebben. Je bent in een land geboren waar er geloof is. Je hebt de genade
gekregen om geboren te worden in de boezem van Gods Kerk! Denk aan de grote
genade die God je betoond heeft, door de vele beledigingen te vergeven die je
hebt gepleegd. En als je berouw toont, doet Hij dat opnieuw met dezelfde grote
liefde!
Vooruitgang
boeken in Gods liefde
De H. Teresa zegt dat het een buitengewone genade is voor
een ziel om geroepen te worden tot de perfecte liefde van God. Jij behoort tot
deze gelukkige zielen. Om je echter volledig over te geven aan de liefde van Je
Goddelijke Redder, moet je gebruik maken van de volgende middelen:
Het eerste middel is een vurig verlangen naar deze
perfecte liefde. God geeft enkel Zijn genaden in overvloed aan degenen die
hongeren en dorsten naar deze genaden. Maar dit verlangen is absoluut
noodzakelijk omdat we anders nooit zouden standhouden in onze inspanningen om
de schat van liefde voor God te verkrijgen. Dan worden alle moeilijkheden licht
en zoet wanneer onze inspanningen gedragen worden door dit vurig verlangen.
Het tweede middel om de perfecte liefde van God te
verkrijgen is alle liefde opgeven die niet tot God behoort. God verlangt
alleen onze harten te bezitten, Hij tolereert geen rivalen omdat Hij de ene
ware God is. We moeten uit ons hart alle gehechtheden (aan mensen, aan materiële
bezittingen) verdrijven die niet God als doel hebben. Zolang het hart niet vrij
is van aardse neigingen, kan de liefde van God geen ingang vinden. De H.
Bonaventuur zegt: God is oneindig liefdevol en het hoogste goed, en Hij
verdient onze onverdeelde liefde; Hij heeft gelijk wanneer Hij wenst dat een
hart dat Hij geschapen heeft, alleen aan Hem behoort, en sinds Hij Zich als
offer gegeven heeft voor ons, heeft Hij nog een groter recht op onze
onverdeelde liefde.
Het derde middel is zelfverloochening. Om de
perfecte liefde van God te verkrijgen is het noodzakelijk om alles te
aanvaarden wat tegen de eigenliefde ingaat, en weigeren wat de eigenliefde
verlangt. We moeten bijvoorbeeld ons een plezier ontzeggen omdat we het juist
willen, voor een ondankbare persoon iets doen omdat hij juist ondankbaar is
Het vierde middel om de perfecte liefde van God te
verkrijgen bestaat in een veelvuldige overweging van het lijden van Jezus
Christus. Het lijkt alsof doordat onze Verlosser zovele verschillende
kwellingen, martelingen en beledigingen heeft ondergaan, zoals Zijn verraad,
Zijn doodsstrijd, Zijn geseling, Zijn doornenkroning, Zijn lijdensweg en Zijn
Kruisiging om te zorgen dat we over vele zaken kunnen mediteren. En we moeten
niet alleen het lijden van Jezus overwegen om troost te brengen, maar enkel om in
onze harten de liefde te ontsteken voor onze lijdende Redder en te weten wat
Hij verlangt van ons. Tegelijkertijd moeten we klaar staan om alles geduldig te
verdragen uit liefde voor Hem die zoveel geleden heeft uit liefde voor ons.
Het vijfde middel om de schat van Gods liefde te verkrijgen
is gebed. Het voortdurend gebed van een Christen ziel moet zijn: Jezus, geef me Uw heilige liefde; Maria, mijn Moeder,
verkrijg voor mij de liefde van God; mijn Engelbewaarder en al mijn
patroonsheiligen, bemiddel voor mij zodat ik mijn God moge liefhebben met mijn
hele hart en ziel. De Heer is vrijgevig in het uitstorten van Zijn
gaven; maar Hij is in het bijzonder vrijgevig om Zijn liefde te geven aan
degenen die ze zoeken. Uit: 12 steps to holiness and salvation Rev. Warren
Ik heb werk voor jullie. Jullie moeten je hart voorbereiden
met smetteloze gewaden: reine harten, smetteloze gewaden. Deze gewaden kunnen
enkel gevonden worden in het Heilige der Heiligen. Ze kunnen niet gekocht
worden. Ze kunnen niet verdiend worden door goede werken die in het vlees
worden uitgevoerd, buiten Mijn Wil en de volheid van Mijn Geest. Ze kunnen
enkel verkregen worden door het werk van Mijn kruis dat Ik heb voltooid wanneer
Ik de vijand heb verslaan en Mijn Liefde heb uitgestort.
Het werk die je moet doen als Mijn leerling is werken aan
je redding met vrees en erkennen dat je een REDDER nodig hebt, beven bij de
gedachte dat je zou kunnen wegvallen op de brede we gen dat niemand de sleutel
vastheeft behalve IK. Je moet je leven, je wil, je wegen, overgeven aan Mij en
beslissen dat je niet langer zelf de controle wilt hebben. Je moet Mij zoeken
gedurende de dag en Mij je voortdurende metgezel maken die waakt tegen de boze
die komt om te doden, stelen en vernietigen.
Alles wat je doet in je eigen wil zal zonder een volle
olielamp zijn, zonder een relatie met je God, in het vlees buiten de Geest is
nutteloos, hoewel de wereld het anders denkt. Jullie God kent het hart. Ik onderzoek en ken de
harten. Ik ken de harten die kloppen voor MIJ. Ik herken wie MIJN
schapen zijn en wie MIJN stem kent.
Kom naar buiten en wees vervuld van MIJN GEEST, loop naar
MIJN redding. Bid om in MIJN WIL te zijn. Laat MIJ jullie uit de woestijn
leiden om afgescheiden te zijn van de wereld. De wereld begint te zien wat er
voor haar ligt. Mijn trouwe gelovigen die sterven aan hun eigenwil zullen
waardig bevonden worden om te ontsnappen aan wat over de wereld komt.
Werk aan je redding met vrees en beven. Ik alleen kan je
naar het smalle pad leiden dat weinigen vinden.
Dit is je Hemelse Redder, de Leider van de
kleine kudde
Bijbehorende
verzen:
Openb 7:14: Ik antwoordde hem:
Heer, dat weet gij. Toen zei hij: Dat zijn degenen die komen uit de grote
verdrukking, die hun gewaden hebben wit gewassen in het bloed van het Lam.
Fillip 2:12: Dierbare vrienden, gij hebt altijd naar mij geluisterd; maakt dus nu, in
mijn afwezigheid, met niet minder ernst werk van uw heil dan toen ik bij u was.
Joh 10:27: Mijn schapen luisteren
naar mijn stem en Ik ken ze en zij volgen Mij.
Matt 7:13: Gaat binnen door de
nauwe poort; want de weg die naar de ondergang voert is wijd en breed, en velen
zijn er die hem inslaan.
Woorden van de Heer:
"Verspil geen tijd want tijd staat niet
aan jullie kant."
(Susan, 19 oktober
2017)
Mijn kinderen:
Dit is jullie Heer en
Redder. Ik
keer terug om Mijn getrouwe gelovigen uit te plukken: degenen die Mij zoeken op
de knieën en met open harten. Ik heb een bijzondere plaats in Mijn hart voor
Mijn bruid, de kerk die alles laat liggen om Mijn wegen, Mijn nederige wegen te
volgen.
Deze kerk, Mijn eigen ware volgelingen, zullen Mij in het
binnenste van hun hart houden voor eeuwig. Ik zal altijd lijken op deze schapen
met grote liefde, liefde als naaste metgezellen. We zullen dichter bijeen zijn
dan een broer. Ik heb eeuwige schoonheid in mijn gedachten voor Mijn ware kerk,
voor degenen die voor niets wijken om Mij te zoeken, degenen die hun gewaden in
heiligheid bewaren.
Deze wereld is ellendig, het heeft een verwoestende
invloed. Ik zal het spoedig aan zichzelf overlaten en het laten lijden aan zijn
eigen walgelijke wegen. De wereld maakt zijn bed en spoedig zal het erin slapen
en Mijn Glorie zal buiten zijn bereik zijn, vervangen door de hand van het
kwade. Mijn rol als liefhebbende Vader voor degenen die achtergelaten worden
nadat Ik Mijn kerk weghaal zal niet langer zijn. Ik zal de Rechtvaardige
Rechter worden en Mijn straffen uitvoeren over de hele aarde. Ik zal Mij niet
inhouden voor degenen die Mij en Mijn nederige offer dat Ik gegeven heb uit
pure liefde, verwerpen.
Deze dag is op handen. Mijn kinderen moeten hun gewaden
voorbereiden en Mijn bescherming zoeken want niemand zal gespaard blijven die
Mij, de Gever van Leven, verwerpt.
Verspeel geen tijd in het maken van beslissingen. Nu is het
uur om naar Mij te komen voor je redding en om in de Wil van God te blijven.
Laat alle vormen van kwaad voor wat ze zijn, was jullie handen in Mijn Woord.
Jullie moeten naar de kristalheldere wateren van waarheid komen en Mij jullie
zonden laten wegnemen. Kom naar Mijn vuur en laat Mij jullie afval wegbranden
en je heel maken.
Verspeel geen tijd want de tijd staat niet aan jullie kant.
Dit is de God van alle waarheid, Christus de
Messias
Bijbehorende
verzen:
Hooglied 7:5-6: Je
hals is als de ivoren toren, je ogen zijn als de vijvers van Bat-rabbim, de
poort van Chesbon. Je neus is als de Libanontoren, die uitziet op Damascus. Je
hoofd is als de Karmel, je haarlokken zijn omwonden met een band van
koningspurper.
Handelingen 16:14: Ook
een zekere Lydia uit de stad Tyatíra, die purperen stoffen verkocht - zij was
een godvrezende -, hoorde toe en de Heer maakte haar hart ontvankelijk voor wat
door Paulus gezegd werd.
Spreuken 25:4: Haal
het schuim weg van het zilver en de edelsmid maakt het tot een stralend schoon
stuk.
De Vaders en bedoelde schrijvers hebben ook verklaard;
dat waar over zonde gehandeld
wordt, de H. Maagd Maria aan welke ter algehele overwinning van de zonde
overvloedige genade geschonken is, niet aan zonde was onderworpen
dat deze roemrijke Maagd de
herstelster was van de eerste ouders, de levendmaakster van hun
nakomelingen, de uitverkorene van eeuwigheid, door de Allerhoogste zelf bereid,
door God voorzegd als Hij tot de slang sprak: "Ik zal
vijandschap stellen tussen u en de vrouw"
dat zij zonder twijfel de
giftige kop van het serpent heeft verpletterd
dat de allerzaligste Maagd door
de genade van alle smet van de zonde ongedeerd was en naar lichaam, ziel en
verstand van alle aanraking met de zonde vrij is geweest
dat zij altijd met God heeft
verkeerd en in een eeuwig verbond met Hem verenigd is geweest, altijd in
het licht
dat zij een waardige woonplaats
was voor Christus niet om het lichaam dat zij gedragen heeft, maar om de
oorspronkelijke genade waarin zij altijd is geweest
ARTIKEL 15 - De
natuur voegde zich bij de Onbevlekte door de genade: het vlees werd uit Adam
genomen, maar nam de smet niet op
Als zij spreken over de Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd
verklaren zij dat de natuur zich bij de genade gevoegd heeft. De H. Maagd werd
niet eerder door Anna ontvangen voordat de genade haar vrucht baarde. Zij
verklaren dat het vlees van de Maagd uit Adam genomen is, maar de smet van Adam
niet heeft opgenomen, en dat de H. Maagd op die manier een tent is die door God
is geschapen en door de H. Geest gevormd. Het is een tent van onvervalst
purperdoek, hetwelk een andere Bezaleël met goud en verscheidenheid van kleuren
gestikt en gespannen heeft.
Bezaleël (wikipedia) : wordt in het Bijbelboek Exodus 31:1-6 genoemd als de
man die wordt uitverkoren door God om het tabernakel te bouwen, de
draagbare tempel die Mozes in opdracht van God liet bouwen volgens de
instructies die hij ontvangen had op de berg Sinaï. Bezaleël was ook
verantwoordelijk voor de priesterkleding die moest gemaakt worden en de olies
en reukwerken die moesten gemengd worden. Zijn opdracht omvatte ook het bouwen
van de Ark van het Verbond.
De naam "Bezaleël" betekent: "in de schaduw
(bescherming) van God". In het boek 1 Kronieken 2:19-20 wordt
hij genoemd als de zoon van Uri en de kleinzoon van Hur en in Exodus
wordt zijn afstamming op dezelfde wijze beschreven. Vervolgens wordt het
vakmanschap van Bezaleël beschreven en geprezen en zijn assistent Aholiab wordt
vernoemd. Het Bijbelboek gaat dan verder met een omstandige beschrijving
van het maken van de verschillende onderdelen van het tabernakel en de
priesterkleding. Zelfs de kostprijs wordt toegelicht.
Zij wordt gevierd als een die het eerste eigen werk van God is, die
voor de vurige pijlen van de boze beveiligd was, en die in een schone natuur en
zonder enige smet als de dageraad in de wereld is ingetreden bij haar
Onbevlekte Ontvangenis. Dit uitverkoren vat mocht niet de schennissen lijden
die alle anderen overkomen, omdat zij van alle anderen zeer verschillend is. Ze
deelt wel in de menselijke natuur maar niet in de schuld. De Eniggeborene moest
zoals Hij in de hemel een Vader had die de serafijnen als driemaal Heilig
loven, ook op aarde een Moeder hebben, die de glans van heiligheid had.
En deze leer had de geest van de oude Vaders zo zeer doordrongen,
dat zij van de Moeder Gods zeiden, dat zij is onbevlekt is en alleszins
onbevlekt, onschuldig en de onschuldigste, onbezoedeld en van alles
onbezoedeld, heilig en aan alle onreinheid van de zonde vreemd, geheel zuiver,
geheel ongeschonden, zo goed als de zuiverheid en de onschuld in eigen gestalte,
schoner nog dan de schoonheid, behagelijker dan de behagelijkheid, heiliger dan
de heiligheid, en de enig heilige, de reinste van ziel en van lichaam die alle
ongeschondenheid en maagdelijkheid overtreft, en die helemaal, enig en alleen een
verblijf voor al de genaden van de Heilige Geest geworden is, en die boven
alles, God alleen uitgezonderd, verheven is en van nature schoner, waardiger en
heiliger is dan de cherubijnen en serafijnen en heel het engelenlegioen.
De aardbewoners en hemelbewoners zijn niet in staat haar verdienste
te loven. Deze wijze van spreken is in de heilige liturgie als vanzelf overgegaan,
en komt overal daarin voor, omdat de Moeder Gods daar aanroepen en geprezen
wordt als enige ongeschonden duif van schoonheid, als roos die altijd in volle
bloei staat, de zuiverste, de altijd onbevlekte en gelukzalige, en gevierd
wordt als de onschuld die nooit werd geschonden. Zij is de tweede Eva die de Emmanuel
heeft gebaard.
ARTIKEL 16 - De Onbevlekte Ontvangenis werd altijd geprezen
De herders van de Kerk en gelovige volkeren hebben de leer van de
Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd en Moeder Gods altijd overgedragen. Zij
dienden met het meest warme hart de zonder erfsmet ontvangen Moedermaagd. Ze eerden
en loofden haar. Van oudsher hebben kerkoversten, geestelijken, reguliere
orden, en zelfs ook keizers en koningen bij onze apostolische Stoel erop
aangedrongen, dat de Onbevlekte Ontvangenis van de allerheiligste Moeder Gods
als leerstuk van het katholieke geloof zou worden vastgesteld. Ook in onze tijd
werden deze beden herhaald en werden ze gericht aan onze voorganger Gregorius
XVI, evenals aan ons door bisschoppen, wereldgeestelijken, religieuze
verenigingen, vorsten met oppergebied bekleed en gelovige volkeren.
ARTIKEL 17 - Een nauwkeurig onderzoek werd door de godgeleerden
ingesteld, en er werd om schriftelijke steunbetuigingen van de Christelijke
wereld gevraagd ( )
ARTIKEL 18 - De Christenheid riep om een dogmaverklaring zodat er
uiteindelijk een consistorie werd belegd
Toen de antwoorden van de eerwaardige broeders bij ons zijn binnengekomen
hebben zij de bevestiging gegeven van het Onbevlekt-Ontvangen-zijn van de
allerzaligste Maagd, en hebben zij de wens geuit dat door ons opperste gezag en
hoogste uitspraak het Onbevlekt-Ontvangen-zijn van de H. Maagd zou worden
vastgesteld. Onze eerbiedwaardige broeders kardinalen van de heilige Roomse
kerk en de voormelde godgeleerden die wij als raadslieden aan hen hadden
toegevoegd, hebben na onderzoek evenzo op de uitspraak van de Onbevlekte
Ontvangenis van de Moeder Gods bij ons aandrongen. Hierna hebben wij een
consistorie aangekondigd en belegd, waarin wij tot onze eerwaardige broeders de
kardinalen van de heilige Roomse Kerk het woord hebben gericht; en wij mochten
een dogmatische bepaling over de Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd en
Moeder Gods afkondigen.
ARTIKEL 19 - Na deze voorbereiding volgde de dogma-afkondiging
Toen we op de Heer vertrouwden dat het geschikte ogenblik was gekomen
om de Onbevlekte Ontvangenis van de allerheiligste Moeder Gods en Maagd Maria
vast te stellen, zijn wij van oordeel geweest niet langer, te moeten wachten om
de Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd door onze hoogste oordeelvelling te
bekrachtigen en vast te stellen, en zodoende voldoening te geven aan het
verlangen van de Katholieke wereld en aan onze eigen tedere liefde voor de H.
Maagd, en in haar meer en meer haar eniggeboren Zoon, onze Heer Jezus Christus
te eren, vermits toch aan de Zoon alle eer en lof toekomt, welke aan de Moeder
gegeven wordt.
Na zonder ophouden in vernedering en
vasten onze bijzondere gebeden en openbare gebeden van de Kerk aan God de Vader
door Zijn Zoon te hebben opgedragen, opdat Hij door de kracht van de Heilige
Geest ons zou besturen en versterken; - wij de hulp ingeroepen hebben van heel
het hemels hof, en met verzuchtingen de H. Geest onze Parakleet om bijstand
gesmeekt hebben, en deze het ons ingeeft, zo is het dat wij, ter ere van de
heilige en ondeelbare Drievuldigheid, tot luister van de H. Maagd en Moeder
Gods, ter verheffing van het Katholiek geloof, en ter uitbreiding van de
christelijke godsdienst, op gezag van onze Heer Jezus Christus, van de apostelen
Petrus en Paulus en het onze, verklaren, uitspreken en bepalen, dat de leer,
welke inhoudt dat de allerzaligste Maagd Maria als eerste van haar Ontvangenis
door een enige bijzondere genade en voorrecht van de almachtige God, omwille
van de verdiensten van Christus Jezus de Behouder van de mensheid, van alle
smet van de erfzonde is bewaard, door God is geopenbaard, en zo door alle
gelovigen vast en bestendig moet geloofd worden.
ARTIKEL 20 - Moge Maria bij God verkrijgen dat de mensen tot de ene
kudde, de Rooms Katholieke Kerk, zullen komen
Wij zeggen nederig, maar grote dank en zullen die altijd blijven
zeggen aan onze Heer Jezus Christus, dat Hij door bijzondere gunst het voor ons
onwaardigen heeft weggelegd deze eer, lof en glorie aan Zijn allerheiligste
Moeder toe te wijzen en op te dragen. De H. Maagd Maria is geheel schoon en
onbevlekt. Zij verpletterde de giftige kop van het wrede serpent en heeft het
heil aan de wereld gebracht. Zij is het voorwerp van lof van profeten en
apostelen, de eer van de martelaren en de vreugde en de kroon van alle
heiligen: die voor allen die in gevaar verkeren een veilige toevlucht en trouwe
helpster is. Zij is de middelares en verzoenster van de wereld die bij haar
eniggeboren Zoon het meest bekomt. Zij is het hoogste sieraad, het erepand en
de onwankelbare beschermster van de Kerk. Zij heeft altijd alle ketterijen vernietigd
en de gelovige volkeren en naties uit allerlei zware rampen gered. Zij heeft
ons van zovele dreigende gevaren bevrijd.
Maar wij koesteren ook de zekere hoop en het vaste vertrouwen, dat
van haar kant de gelukzalige Maagd er ook haar welbehagen in zal vinden om door
haar vermogende begunstiging onze heilige Moeder de Katholieke Kerk alle
belemmeringen zal uit de weg ruimen en alle dwalingen teniet zal doen. Dat ze
alle volkeren dagelijks zal doen toenemen in kracht en in bloei. Dat ze zich
zal doen regeren van de zee tot de zee en van de vloed tot aan het uiteinde van
de aarde, en dat ze alle vrede, rust en vrijheid zal schenken, opdat de
schuldigen vergiffenis krijgen, de zieken genezing, de kleinmoedigen sterkte,
de neerslachtigen vertroosting, de beproefden hulp krijgen, en alle dwalenden
van verduistering van de geest verlost worden en tot het pad van de waarheid en
van de gerechtigheid terugkeren, en het één schaapskooi en één herder wordt.
ARTIKEL 21 - Mogen de Christenen hun toevlucht tot Maria nemen
Mogen alle kinderen van de Katholieke Kerk die onze woorden horen
voortaan met vroomheid, godsdienstigheid en liefde de allerzaligste Maagd en
Moeder Gods Maria die zonder erfsmet ontvangen werd, eren, aanroepen en smeken,
en in alle gevaren, angsten, behoeften en noden, met alle vertrouwen tot deze
zoete Moeder van barmhartigheid en genade hun toevlucht nemen! Niets is te
vrezen, niets is te wanhopen, onder haar leiding, aanvoering, gunst en
bescherming van haar, die ons een moederhart toedraagt, en onze heilsbelangen
bepleit. Zij werd door de Heer aangesteld tot koningin van hemel en aarde, en zij
werd verheven boven alle engelenkoren en heiligen. Zij staat aan de rechterhand
van haar eniggeboren Zoon onze Heer Jezus Christus. In haar moederlijk gebed
kan ze het meest verkrijgen, en het is niet mogelijk dat haar iets geweigerd
wordt.
ARTIKEL 22 - Slot
Opdat onze bepaling betreffende de Onbevlekte Ontvangenis van de
allerzaligste Maagd Maria in heel de universele Kerk wordt verspreid, hebben
wij ter eeuwigdurend aandenken dit apostolisch schrijven opgesteld. ( )
Gegeven te, Rome bij St. Pieter, van onze pauselijke regering het
negende jaar.
Paus Pius IX
Maria verplettert de slang maar doet dit niet onafhankelijk
van de macht van Christus. Paus Pius IX maakt het duidelijk dat het omwille van
haar onverbrekelijk en innig verbond met Christus is dat ze de vijand van onze
redding kan verpletteren. Maar
er is meer. Als zijn dienaren in zijn heilswerk betrokken zijn is dit
eenvoudigweg de manier van werken die de Heer verkiest. Hij
blijft altijd de Bron van elke macht die uitgevoerd wordt tegen de duivel of
voor het opbouwen van de Kerk. Maar als Hij alles zou zelf doen, zouden er geen
profeten, priesters, apostelen, leraars en bedienaren van de Kerk meer nodig
zijn. Daarom stelt de Heer zijn dienaren aan om zijn wil uit te voeren, door de
kracht van zijn Geest en zijn genade. Zoals de H. Schrift het vermeldt, heeft
de Heer zijn Moeder aangesteld om de kop van de slang te verpletteren, door het
gebruik van zijn eigen kracht en verlossende genade. Hij heeft haar naar de
frontlinie van de strijd gestuurd, door vijandschap te stichten tussen haar en
de satanische slang.
Als de Vrouwe die met de zon bekleed is, de Koningin van de
Kerk, een immense macht heeft van God gekregen om ons bij te staan in de geestelijke
oorlogsvoering, zullen we er veel voordeel uithalen als we kiezen ze te
gebruiken. Veilig in de Hemel, is Maria ver buiten het bereik van enige
aanvallen van de duivel om haar te treffen, maar de strijd gaat nu verder
tussen de slang en de nakomelingen van de Vrouw. Dat zijn degenen die de
geboden van God naleven en getuigenis dragen van Jezus (Openb. 12:17). Hoewel
ze vredig in de Hemel verblijft, is de Moeder voortdurend waakzaam voor het
welzijn van haar kinderen, aan wie ze de genade van God brengt in al hun noden.
Exorcisten hebben getuigd dat in hun ervaring de duivel
verschrikkelijk bang is voor de Moeder van God en vlucht wanneer ze wordt
aanroepen. Vele exorcisten roepen Maria aan, en wanneer ze dit doen, zegt de
auteur Matt Baglio,is de demon zo bang van haar dat hij nooit haar naam zal
uitspreken. Hij zal zeggen die vrouw of ze vernietigd me. En opnieuw: in
zijn besluit van het boek [Een Exorxist vertelt door Fr Gabriele Amorth]
beschrijft hij Marias rol als een instrument van het goddelijk plan, in de
strijd tegen het kwaad. Ook in een hoofdstuk waar hij het gedrag van de demonen
beschrijft, vertelt hij hoe de demonen reageren op bepaalde heilige namen. Natuurlijk
haten de demonen de Heilige Naam van Jezus. Maar de meesten onder hen kunnen
ook de naam van Maria niet zeggen, en zeggen zij of de Vrouwe om Maria aan
te duiden. Als de demon die een persoon bezet een hoge rang heeft, kan hij deze
namen zeggen, maar ze worden altijd gevolgd door verschrikkelijke godslasteringen.
Hier is er een uittreksel van The Rite, door Matt Baglio,
betreffende de rol van OLVrouw in het bevrijden van een bezeten vrouw van de
duivel. Dit gebeurde in Rome in
2006. De
vrouw werd jarenlang gekweld door de duivel zonder verlichting te krijgen. De
exorcist had de duivel bevolen om te vertrekken in naam van Jezus Christus en
van de Onbevlekte Maagd Maria: Opeens, voelde de bezeten vrouw een
ongelofelijk gevoel van liefde als Maria voor haar verscheen. Maria was gehuld
in een wit met goud bekleedde sluier die half haar gezicht bedekte. Ze was
verbaasd toen ze verscheen, en ze was nog meer verrast te zien dat Maria onder
tranen naar haar keek.
Als de exorcist keek,
had de demon opnieuw een bui. Nee, nee, nee, niet huilen! schreeuwde
hij, en het lichaam van de vrouw ging in schokken. Voor een ogenblik kwam de
vrouw uit de trance en zei Een traan van Maria is alles wat er nodig was. De
macht van de duivel was gebroken en hij werd door de exorcist in een paar
minuten uitgedreven.
De demonen zijn vol van angst en haat voor de Heilige
Maagd, niet alleen omwille van haar enorme macht van haar heiligheid, maar ook omwille
van hun eigen monsterlijke hoogmoed. Ze kunnen het feit niet verdragen dat zij,
de grote geestelijke wezens van een hogere natuur dan de onze, gedwongen worden
te vluchten wanneer de kleine Dienstmaagd van Nazareth naderbij komt!
Een andere vrouw die bevrijd was van de duivel getuigt dat
wanneer de naam van Maria werd aanroepen, ze voelde alsof een grote golf van
een zeer hel wit licht haar trof. Het was alomvattend, een licht dat ik kon
zien en zelfs voelen, en het gaf mij een gevoel van zeer zoete vrede, terwijl
voor de demon het een verschrikkelijke pijn veroorzaakte. Ik wist dat het licht
dat mij omhelsde een geestelijk licht was. Toen ik mijn ogen opnieuw sloot, kon ik zien dat het
zelfde licht de ogen van het monster doorstak zoals een duizend zwaarden. Intussen
was het monster aan het schreeuwen, bewoog in het wilde weg, en zei dat de
sluier van Maria (hij verwees naar haar als die daar) hem verstikte en hem
enorm veel pijn veroorzaakte. Het was zo erg dat hij verschrikkelijke,
onbeschrijflijke spasmen kreeg. Tegen
het einde schreeuwde hij als nooit tevoren. Dan was er plotseling een
kalmte en een stilte. De vrouw was spoedig volledig bevrijd, en ze ontving als
een teken uit het Evangelie van de H. Lucas over Jezus die gezonden werd om te
verkondigen dat de gevangenen en de verdrukten zouden vrijgelaten worden.
Lucas 4:16-21 Zo kwam Jezus ook in Nazaret, waar Hij was
grootgebracht, ging volgens zijn gewoonte op de sabbatdag naar de synagoge en
stond op om voor te lezen. Ze reikten Hem de boekrol van de profeet Jesaja
aan. Hij opende de rol en vond de plaats waar geschreven stond: De geest
des Heren is over mij gekomen, omdat Hij mij gezalfd heeft. Hij heeft mij
gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen, aan gevangenen hun
vrijlating bekend te maken, en aan blinden, dat zij zullen zien; om verdrukten
te laten gaan in vrijheid, om een genadejaar af te kondigen van de
Heer. Daarop rolde Hij het boek dicht, gaf het terug aan de dienaar en
ging zitten. In de synagoge waren aller ogen gespannen op Hem gevestigd. Toen
begon Hij hen toe te spreken: 'Het Schriftwoord dat gij zojuist gehoord hebt,
is thans in vervulling gegaan.'
De vrouw besloot: Terwijl ik tranen huilde van vreugde,
begon ik de Heer en de Onbevlekte Maagd te danken, en dat zal ik blijven doen
zolang ik leef.
We kunnen rekenen op de machtige voorspraak van de Moeder
van God in onze geestelijke strijd. De duivel kan haar niet overwinnen, want ze
heeft de macht gekregen om hem te verpletteren, en ze zal deze macht uitoefenen
tot de Dag des Oordeels. Nu is de tijd om haar te aanroepen. De beste manier om
dit te doen is door het bidden van de Heilige Rozenkrans, het is een zeer
krachtig wapen in de strijd tegen Satan, legde een exorcist, Pr Francesco
Bamonte uit. Dat is waarom Maria erop staat dat we de rozenkrans zouden
bidden; de rozenkrans is een gebed dat werkelijk de demon neerslaat. Op
talrijke gelegenheden, heeft Pr Bamonte Maria gesmeekt om hulp, en de persoon
waarvoor hij bad zei: Ze is daar! of de duivel zei: Je kunt niet indenken
wat ik zou doen als ze mij niet zou stoppen!.
Het is iets om over na te denken wanneer je tegen de
machten van het kwade vecht
"Wanneer de kracht van de demon is uitgeput door
razernij, wordt hij een lafaard. Moed is een deugd en de demon heeft geen zon
deugd. Vandaar is hij niet moedig maar wild, juist zolang hij energie heeft.
Van zodra zijn kracht hem verlaat, wordt hij een zwakkeling. "Genade, genade! Oh, wat moet ik lijden!
Genoeg! Genoeg! Ik kan het niet langer uitstaan! Ik ben verloren! Ik ben miserabel!
Heb medelijden met mij en laat me niet langer zo
verschrikkelijk lijden!" Zo is het geschreeuw van de
demon, zelfs de sterkste, van zodra hij overweldigd is.
"De demonen ervaren andere vernederingen die hen furieus doen worden met
razernij. Wanneer ze hun slachtoffers martelen maken ze hen heilig. Ik heb
altijd bemerkt dat deze nobele zielen vlugge schreden maken op de weg van
perfectie. Om de demon te vernederen vermelde ik de vooruitgang dat deze zielen
maakten die hij had gekweld: Kijk naar die ziel, hoe mooi ze is! Je hebt haar
zo mooi gemaakt. Wanneer je naar haar kijkt op het laatste oordeel in haar
luister, kun je glorie halen in het feit en zeggen: Dat is mijn werk! Dit sarcasme zorgde dat hij tierde. Maar
hij bleef verder strijden zolang hij de kracht had. Zijn trots liet hem niet
toe te geloven dat hij zou overwonnen worden, noch dat hij zou falen in het
beschadigen van haar ziel. "Ik
laat mijzelf nooit toe om ontmoedigd te raken," zei hij me. "Zolang als ik kracht heb, zal ik mijn
aanvallen verder zetten. Ik zal mij niet
terugtrekken." "De
demon is bijzonder beschaamd wanneer een van zijn kostbare slachtoffers [die
eerst ver van God was verwijderd] zich bekeert, heilig wordt, en uiteindelijk
vecht om hem van meer zielen te beroven Het is een ondraaglijke marteling voor
de demon om gevangen te zitten in een offerziel en aan haar gebonden te zijn. Het
zicht van dat alles is deugdzaam en veroorzaakt een intense pijn bij hem, want
ik heb dikwijls gehoord dat hij het uitschreeuwde: "Ik zou liever in de hel zijn dat in deze vuile persoon!"
Opnieuw zei hij: "Denk je dat
het plezant is om in dat moeras te zijn en getuige te zijn van al deze daden
van liefde?"
"De demonen smeekten dikwijls: "Laat
me vrij! Laat me vertrekken! Je hebt de macht om het te doen! Dit is werkelijk
een gloeiende oven. Laat me vertrekken!" Ik vroeg hen: "Wie heeft je bij deze persoon opgesloten
"De Maagd," antwoordde hij. "OK," zei ik, "als
zij degene is die je heeft opgesloten, dan is het haar zaak om je te bevrijden
als ze de toelating geeft."
"De gedwongen vereniging van de demon met een offerziel deed hem
uitschreeuwen: "Als ze me maar
zou laten gaan!".Wat
betekent al dit geweeklaag? "Dit is
een gloeiende oven! Ik zou liever in de hel zijn dan in dat huis van
smerigheid," en andere gelijkaardige uitdrukkingen. Dit smeken van de demon met de
exorcist:"Laat me
vertrekken! Laat haar (het slachtoffer) mij vrijlaten!" is een
bewijs van het feit dat de demon een gevangene is van degene die hij eerst
controleerde. Hij drong oorspronkelijk het slachtoffer binnen als een heerser,
in de hoop haar te doen ineen storten. Het heroïsche geduld en oprechte liefde
van de offerziel voor haar missie deed de kracht van de demon breken.
Nadat de strijd verloren is wilde hij ontsnappen uit deze vernederende strijd. Maar
God beval hem: "Blijf daar!"
En hij werd gedwongen om te blijven verder doen. Hij moet het gevecht verder
voeren en mag niet vertrekken uit de ziel tot hij helemaal is overwonnen. Opgesloten
in zijn slachtoffer, kan hij niet langer rondzwerven of mensen kwaad doen zoals
hij zou willen.
"De gevangen demon laat zijn furie los op de levende persoon zoals een
wild dier dat in een kooi zit en probeert er wanhopig uit te geraken. Toch kan
hij niet ontsnappen. Natuurlijk, lijdt de offerziel als de demon niet bevrijd
is. Maar door geduldig de razende demon te verdragen, maakt de offerziel hem
geleidelijk aan machteloos. Hoe
meer de demon voelt dat zijn invloed wegglipt hoe kwader hij wordt. Demonen
geven het toe: "Hoe zwakker ze
zijn, hoe wilder ze worden."
"Naast de mensen die ze hebben gewonnen voor hun kant, gebruiken de
demonen ook geheime organisaties als troepenmacht. Met hun hulp verbreiden de
demonen het kwaad steeds verder zoals een bosbrand. Ondanks deze hulp, weten de
demonen de nutteloosheid van de strijd op voorhand. Ze geven ook hun eigen
nederlaag toe en de ultieme nederlaag van de geheime organisaties in hun
huidige strijd. Ze geven het toe: "We zullen terug in de hel geworpen worden maar we weten niet juist
wanneer. Het uur wordt bepaald door jullie Meester, die ook onze Meester is. Lucifer
is niet onze meester; hij is onze leider." Met Meester
bedoelen ze God.
"God heeft bekrachtigd dat er altijd demonen op de aarde zullen zijn om de
mensheid op de proef te stellen en te testen. Maar de hoofdleiders zullen naar
de hel moeten terugkeren en degenen die overblijven zullen verzwakt worden. Ze
zullen niet langer in staat zijn om de mensen te verleiden. De demonen zeiden
het zelf. Ze zeiden me ook dat eens ze zijn verslagen, de tijd ook zal komen
wanneer de leden van de geheime organisaties zullen vernederd worden.
"De Maagd zal de geheime
organisaties vernietigen. Ze heeft zich reeds tegen hen gekeerd. Jullie zullen
gered worden door de Toren van Babel. Ik neem aan dat met de Toren
van Babel de demon bedoelt dat al de goddelozen een arrogante poging zullen
doen dat zal eindigen in een algemene verwarring tot hun schaamte, net als de
goddeloze mensen van het Oude Testament die probeerden de Toren van Babel op te
richten om hun intrede te doen in de hemel. "De gekruisigde zielen zijn degenen," zei de demon,
"die zullen een oorlog voeren
tegen ons Een gelovige ziel is machtiger dan de hel, maar een gekruisigde ziel
is machtiger dan een duizend hellen." Dan zullen de offerzielen
de vrede terugbrengen in de Kerk wanneer ze hun lijden hebben voltooid.
"Wanneer de demon zijn toekomstige nederlaag opbiechtte dwong ik hem om
meer informatie te lossen In die tijd, zullen we deel hebben in de
barmhartigheid van God, in de plaats van zijn straf? Hij antwoordde Het is echt waar!...en als het niet was
door Haar (H. Maagd) machtige arm ! Is het Haar arm die de arm van God tegenhoudt?Ja, en dat is de reden waarom Ze
offerzielen wenst.
"Van deze ontboezemingen van de demon mogen we besluiten dat de H. Maagd
Maria nobele offerzielen selecteert die willen lijden uit liefde tot God. De H.
Maagd laat hen toe te strijden met de demonen die rondzwerven op aarde en de
Kerk onderdrukken en zielen doen ineen storten.
"De H. Maagd voorziet een oplossing voor al ons groot kwaad op deze
manier: Ze bevrijdt de Kerk en de zielen van de macht van deze duivels; ze
troost en kalmeert het Hart van haar Geliefde Zoon; ze maakt eerherstel voor
Gods Gerechtigheid in plaats van de zondaars en smeekt om Gods genade in hun
naam. Uiteindelijk, verwijdert ze de straffende gerechtigheid van God van ons
of verzacht ze de straffen. Ze vergeet niet de nobele zielen die haar
vergezellen om haar plan uit te voeren. Ze worden geheiligd door het kruis die
ze vrijwillig hebben aanvaard, en door de H. Maagd, wordt voor hen een beloning
voorbereid voor God in evenredigheid met de onderwerping en grootte van hun
liefde.
"Het doel dat gepland is door de H. Maagd Maria zijn van het grootste
belang. Dat maakt het begrijpelijk dat God toelaat dat deze uitverkoren zielen
zich onderwerpen aan de invloed en [soms] de echte bezetenheid van Satan. De
praktische resultaten gewogen in de schaal van een almachtige God zullen het godsoordeel
rechtvaardigen van deze verschrikkelijke beproevingen om Zijn ultieme doel te
bereiken. Het is waar dat er onschuldige zielen worden overgegeven aan de wreedheid
van de demonen. Maar liet God ook Zijn eniggeboren Zoon, die onschuldig was en
heilig, niet toe te lijden en sterven op het kruis om de wereld te bevrijden
van de macht van Satan en de redding van zielen te brengen? Het was niet door
Zijn leer en gebed, maar door Zijn bitter lijden en dood dat Hij ons verloste. En
heeft de H. Maagd Maria niet toegestemd in het offer van Haar Goddelijke Zoon,
toen ze onder het Kruis stond? Heeft Ze haar smarten niet opgeofferd om de
machten van de hel te verpletteren en de redding van zielen te brengen? Ze heeft
haar Geliefde Zoon zo heroïsch voor ons geofferd, en dat doet Ze nu nog altijd
voor ons. Ondanks de sympathie van haar moederlijk hart offert Ze haar
liefdevolle kinderen, de offerzielen, door hen toe te laten te lijden ten
gunste van de Kerk en voor de redding van zielen, met het oog op de glorierijke
overwinning dat Ze bereikt over de machten van de hel.
"Dat is het programma van de
H. Maagd. Wat ik erover heb gezegd is de echte waarheid; het is geen
theorie dat ik heb verzonnen, maar het is een realiteit dat
ik wens kenbaar te maken en de echtheid ervan kan ik definitief bewijzen. De
ontboezemingen van de demonen bewijzen het; de bovennatuurlijke openbaringen
zijn er getuige van.
"Wanneer ik begon met mijn carrière van exorcist schreef ik de details van
de openbaringen op na elk exorcisme. Ik maakte een dagelijkse notitie van de bovennatuurlijke
manifestaties die plaatsvonden gedurende de exorcismen of tussen een serie van
exorcismen. Ik beschouw mezelf als gekwalificeerd om een exacte weergave van de
feiten te geven zoals ze zich ontwikkelden in de tijd zonder mijn notities te
moeten raadplegen. Ik kan exact zeggen wat ze zeiden. Ik heb alles wat ik heb
gezegd gezien en gehoord en ik heb het trouw opgeschreven gedurende de 25 jaar
van mijn dienst als exorcist.
" Het is door het vrijmoedig lijden van de offerzielen dat de H. Maagd
zoekt genoegdoening te bieden voor de beledigingen die gepleegd worden tegen
het H. Hart van Haar Goddelijke Zoon. Ze wenst daarbij Zijn toorn te
verminderen; genoegdoening te brengen voor de Goddelijke Gerechtigheid, en op
die manier genade en barmhartigheid voor de zondaars te verkrijgen. Het is haar
plan om voortdurend strijd te voeren tegen de demonen; om een groot aantal
zielen van hen te beroven, en de hulpeloze demonen terug in de hel te werpen. Het
werk van de offerzielen is een werk van barmhartigheid tegenover de zondaars
evenals een werk van verzoening en genoegdoening voor hun schuld.
~Heilig Hart van Jezus, ontferm U
over ons; Onbevlekt Hart van Maria, bid voor ons!
Maria
verplettert de slanguit:icxcmary.wordpress.com
In Genesis 3:15 vinden we wat soms het proto-evangelie
wordt genoemd. Het is de eerste indicatie van de verlossing van de mensheid van
zonde. Het volgt onmiddellijk op de erfzonde die Adam en Eva veroorzaakt
hebben. Iets belangrijk over God wordt hier geopenbaard: van zodra zijn
kostbaarste schepselen (degenen die hij schiep naar zijn eigen beeld en
gelijkenis) ernstig hun relatie verbraken met Hem door ongehoorzaam te zijn aan
zijn gebod, en zodoende een ernstige straf over zich riepen. De Heer God
bedacht een verlossing uit deze straf voor hun toekomstige nakomelingen. Het
deed Hem pijn hen te moeten straffen (omdat de gerechtigheid dit meebracht),
daarom was zijn hart barmhartig
De tekst van Genesis 3:15 waarin God zich tegen de slang
richt, wordt sinds eeuwenlang vermeld: Vijandschap sticht ik tussen u en de
vrouw, tussen uw kroost en het hare. Het
zal uw kop bedreigen, en gij zijn hiel! De Hemel heeft het bevestigd
wanneer de Moeder van God verscheen aan de H. Catharina Labouré in 1830. Er
waren verschillende elementen in dit visioen, en onder hen was een beeld van
een slang onder Marias voeten. De heilige werd verteld om een medaille te
laten maken volgens het visioen. Deze verschijning van OLVrouw is een van de
weinige die formeel goedgekeurd is door de Kerk na diepgaand onderzoek over
zijn authenticiteit. De realiteit van haar macht over de duivel is ook
belangrijk voor ons begrip van Marias rol in het helpen van onze eigen geestelijke
strijd.
OLV van de Wonderdadige Medaille in Rue du Bac
Wanneer [de H. Paus Pius IX] het dogma van de Onbevlekte
Ontvangenis instelde in 1854 in zijn apostolische constitutie Ineffabilis Deus had
hij het over de H. Maagd Maria die de slang heeft verpletterd.
INEFFABILIS DEUS 8
december 1854 Z. Paus Pius IX
ARTIKEL 1 - Maria, de uitverkoren Maagd
God is onuitsprekelijk, zijn wegen zijn barmhartig en waarheid,
zijn wil is almacht en zijn wijsheid bereikt van grens tot grens alles en
ordent alles in liefde. God heeft van alle eeuwigheid het treurig bederf
voorzien die door Adams overtreding over heel de mensheid zou komen en in de
verborgenheid van eeuwen heeft Hij besloten het eerste werk van Zijn goedheid
in de vleeswording van het Woord te vervolmaken, opdat de mens die door het
bedrog van de duivel tot schuld gevoerd werd, niet tegen Gods barmhartige
bedoeling mocht vergaan. Hetgeen in de eerste Adam verloren ging, werd in de
tweede Adam (Jezus) tot hoger geluk opgericht. God heeft van in het begin en vóór
de aanvang der eeuwen, voor Zijn Eniggeboren Zoon een moeder gekozen en
toebereid. Uit Haar zou Hij het vlees aannemen en in de volheid van de tijden
geboren worden. Hij heeft haar boven alle schepselen aan Zijn liefde deelachtig
gemaakt in zon mate, dat Hij in haar een enig welbehagen gevonden heeft.
Hij heeft Haar boven alle engelen en heiligen uit de schat van Zijn
goddelijke voorraad met alle hemelse genadegunsten wonderbaar begiftigd.
Zodanig dat zij vrij van alle zondesmet is, in heel haar wezen schoon en
volmaakt, een volledige onschuld en heiligheid droeg zoals er buiten God geen is.
Zij schitterde voor altijd met de glans van de volkomenste heiligheid. Ze was
vrij van alle zondesmet, waaronder de erfzonde en zij behaalde de hoogste zege
over het oude serpent. God heeft besloten Zijn enige Zoon uit haar, de hoogwaardige
Moeder, te laten geboren worden. God die Zijn Zoon uit zijn eigen schoot aan
Hemzelf gelijk heeft geboren doen worden en die Hij daarom als Zichzelf bemint,
gaf door Haar Zijn Zoon dat Hij zowel de natuur van de Zoon van de Maagd zou
hebben, als de Zoon van de goddelijke Vader zou zijn. De Zoon heeft zelf haar
uitgekozen om waarachtig Zijn Moeder te zijn. De Heilige Geest heeft dan zo
gemaakt dat de Zoon door haar ontvangen en geboren werd.
ARTIKEL 2 - De heiligheid en verheven waardigheid van Gods Moeder
in de leer van de Kerk
Deze oorspronkelijke schuldeloosheid van de Maagd, waarmee haar
heiligheid en hoog verheven waardigheid van Moeder Gods samenhangen, heeft de
Kerk als een leer die zij van God in bezit heeft verkregen, onophoudelijk
kenbaar gemaakt en voorgedragen. De Kerk is omdat zij altijd door de Heilige
Geest onderwezen wordt, een zuil en grondslag van de waarheid. Deze openbaring
komt van de hemel en is door de Kerk met veel liefde aanvaard. Deze leer
bestond reeds in de oudste tijden en was in het bewustzijn van de gelovige diep
gevestigd door het toedoen van de kerkoversten over de hele katholieke wereld.
Daarom heeft de Kerk dit op het oog gehad, toen zij besloten heeft de
Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd aan de openbare dienst en verering van
de gelovigen voor te stellen. De Onbevlekte Ontvangenis is van alle andere
mensen helemaal onderscheiden, en moet als heilige feestdag gevierd worden. De
Onbevlekte Ontvangenis van de Heilige Maagd, die met de menswording van de
goddelijke Wijsheid bij eenzelfde Godsbesluit werd vastgesteld, moet zo in het
kerkelijk officie als in de gewijde liturgie van die feestdag gebruikt worden.
ARTIKEL 3 - De Onbevlekte Ontvangenis
De Romeinse Kerk is het middelpunt van de katholieke waarheid en
eenheid, en alleen in deze is de godsdienst ongeschonden bewaard en moeten alle
andere kerken de geloofsoverlevering ontlenen. Daarom moet dit nog eens
benadrukt worden bij de leer van de Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd.
Daarom bevestigt de Romeinse Kerk de Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd, haar
verering en leer. De Kerk verdedigt haar, bevordert haar en handhaaft haar.
Hiervan geven een menigte akten van Roomse pausen onze voorgangers getuigenis, die
in de persoon van de prins van de apostelen door de Heer Christus zelf bij
goddelijke beschikking de opperste zorg en macht is toevertrouwd tot het weiden
van de schapen, en het bevestigen van broeders en het regeren en besturen van
de Kerk.
ARTIKEL 4 - De feestviering van de Onbevlekte Ontvangenis
Onze voorgangers hebben het feest van de Ontvangenis krachtens hun
apostolische macht in de Romeinse Kerk ingesteld, en het met een eigen officie
en een eigen Mis, waarin het ontbreken van de erfzonde duidelijk is uitgedrukt,
te eren en op te luisteren; en toen die dienst eenmaal was ingesteld, haar met
alle kracht te bevorderen en uit te breiden, door het verlenen van aflaten, door
steden of provinciën te machtigen om de Moeder Gods bepaald als Onbevlekt
Ontvangen tot patrones te nemen of door kerkelijke goedkeuring te geven aan
broederschappen, congregaties en religieuze orden ter ere van de Onbevlekte
Ontvangenis, of door lof te brengen aan de vrome zin, welke kloosters,
gasthuizen, altaren of kerken onder de titel van de Onbevlekte Ontvangenis
stichtten, of met een eed zich verbonden om de leer van de Onbevlekte
Ontvangenis te verdedigen.
Met grote vreugde hebben zij vastgesteld, dat het feest van de Onbevlekte
Ontvangenis (8 december) voor de hele Kerk van gelijke hoogte als de feestdag
van Marias Geboorte (8 september) zou zijn, en dat het de hele Kerk door als
feest van verplichting en met octaaf zou gevierd worden, en dat jaarlijks op de
feestdag van Maria Onbevlekt Ontvangen de pauselijke kapel in onze patriarchale
basiliek Maria de Meerdere zou gehouden worden. En door dezelfde wens gedreven,
om de leer van de Onbevlekte Ontvangenis in de gelovigen meer en meer zich te
doen hechten, en aan de zin van de verering van de Onbevlekt Ontvangen
Moedermaagd een nieuwe opwekking te geven, verleenden zij steeds graag en met
vreugde, dat men bij de litanie van Loreto en in de prefatie van de Mis, de vlekkeloosheid
van Maria's Ontvangenis zou verkondigden. Wij hebben niet enkel goedgekeurd
hetgeen door hen was verordend, maar wij hebben ook, met het oog op de
verordening van Sixtus IV, aan een eigen officie van de Onbevlekte Ontvangenis
onze bekrachtiging gegeven, en het gebruik aan de hele Kerk toegestaan.
ARTIKEL 5 - Het voorwerp van de viering en de leer werden steeds
voor ogen gehouden
Met duidelijke woorden hebben de pausen geleerd, dat het feest van
de Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd, de Onbevlekte Ontvangenis moet
gevierd worden en niet de heiliging. Ook een verzwakking van de leer van de
Onbevlektheid van de Ontvangenis is verworpen voor zij die een onderscheid
maakten tussen het eerste moment van de Ontvangenis en een later ogenblik. Ook
werd verworpen degenen die beweerden dat wel de Ontvangenis moest gevierd
worden maar niet die van het allereerste ogenblik. Het is het feest voor de
Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd, maar ook van die Ontvangenis vanaf haar
eerste moment. Vandaar deze afdoende woorden, waarmee onze voorganger Alexander
VII de ware bedoeling van de Kerk heeft verklaard, "Het is een oude
piëteit van de gelovigen tegenover de Allerzaligste Moedermaagd Maria, dat haar
ziel vanaf het eerste ogenblik van haar schepping en haar instorting in het
lichaam, door een bijzondere genade en voorrecht Gods, om de verdiensten van
Jezus Christus, haar Zoon de Verlosser van de mensheid, van de smet van de
erfzonde vrij bewaard is, en dat zij het feest van haar Onbevlekte Ontvangenis
plechtig houden en vieren". ( )
ARTIKEL 8 - De leer van de Onbevlekte Ontvangenis is altijd door de
godgeleerden onderwezen en door de kerkvergadering van Trente bevestigd
Vervolgens is het aan allen bekend met welke geestdrift de leer van
de Onbevlekte Ontvangenis van de H. Maagd door de aanzienlijkste religieuze
orden, door de meest beroemde godgeleerde academies en de in de goddelijke
wetenschap uitmuntendste leraren is onderwezen, verdedigd en voorgestaan. Ook
weet een ieder hoezeer de kerkoversten er een voorwerp van zorg van gemaakt
hebben om zelfs in kerkelijke vergaderingen openlijk belijdenis af te leggen,
dat de allerheiligste Moeder Gods en Maagd Maria omwille van de voorziene
verdiensten van Christus, de Heer en Verlosser, nooit aan de erfzonde onderworpen
is geweest, maar van de oorspronkelijke smet helemaal bewaard is gebleven en zo
op verhevener wijze verlost is geworden. Hierbij komt nog dat de
kerkvergadering van Trente, toen zij haar dogmatisch decreet over de erfzonde
uitvaardigde, op het gezag van de getuigenissen van de H. Schrift, van de
heilige Vaders en van de meest gezaghebbende Concilies, bepaalde dat alle
mensen geboren worden met de erfschuld, behalve de H. Maagd. De Trentse vaders hebben
toen ook genoegzaam betekend, dat de allerzaligste Maagd van de erfsmet vrij
is, en zo te kennen gegeven dat er niets uit de H. Schrift, noch uit de
Overlevering en de lering van de kerkvaders, iets geldigs kan worden ingebracht
tegen het grote voorrecht van de H. Maagd.
ARTIKEL 9 - Zowel het Oosten als het Westen heeft dit leerstuk
onveranderd bewaard ( )
ARTIKEL 10 - De heiligheid, waardigheid en reinheid van Maria
werden in de loop van de eeuwen in hogere eer gesteld
Aan de Vaders nu en aan de kerkelijke schrijvers die door de
orakelen van de hemel onderricht waren, was niets liever dan in de werken die
zij schreven, hetzij ter verklaring van de H. Schriftuur, hetzij ter handhaving
van de leerstukken van de Kerk of tot onderrichting van de gelovigen, Maria's
hoge heiligheid, haar verheven waardigheid, alsmede haar reinheid van alle
zondesmet en haar roemrijke zege over de afschuwelijke vijand van de mensheid
hoger in ere te stellen. Zij legden de woorden uit toen God bij de aanvang van
de wereld de middelen aankondigde die Zijn liefde ter vernieuwing van de mensen
bereid had. Hij zei: Ik zal vijandschap stellen tussen u en de vrouw, tussen uw
zaak en haar zaad. Op dat moment dwarsboomde God de stoutheid van de
verleidende slang en verlevendigde Hij de hoop in het hart van de mensheid. In
deze Godspraak werd duidelijk aangekondigd dat de barmhartige Verlosser, Jezus
Christus de eniggeboren Zoon Gods zou komen, en bovendien ook zijn Moeder, de
H. Maagd Maria, en dat ook hun beider vijandschap tegen de duivel met kracht
was uitgedrukt. Christus, de Middelaar tussen God en mensen, heeft dan de
menselijke natuur aangenomen en het handschrift van het besluit dat tegen ons
was teniet gedaan op het Kruis. En ook de H. Maagd heeft met Jezus door de
nauwste en onlosmakelijke band verenigd, tegelijk met Hem en door Hem, het
giftige serpent met onbezoedelde voet zijn kop verplet en zo de zegepraal
behaald.
ARTIKEL 11 - De deugden van Maria zag men vele keren in de Schrift
Dezelfde grote zegepraal van de H. Maagd, haar onschuld,
zuiverheid, heiligheid en reinheid van elke zondevlek, evenals de onuitsprekelijke
veelheid en grootheid van alle genaden van de hemel en van deugden en
voorrechten haar geschonken zagen de Vaders ook
in de ark van Noah die op Gods bevel vervaardigd werd en van de
ondergang van de hele wereld werd behouden;
in de ladder die Jacob van de aarde tot de hemel zag reiken, en
waar Gods engelen op en afklommen en waar de Heer op rustte;
in het braambos dat Mozes aan alle kanten branden zag zonder dat
het door de knetterende vuurvlammen verbrand of beschadigd werd, maar voor zijn
oog groeide en bloeide;
in die onoverwinnelijke toren die voor de vijand staat en waarvan duizend
schilden afhangen en de hele wapenrusting van de sterken;
in die gesloten tuin die niet geschonden mag worden, noch door enig
listig overleg bedorven worden;
in de glanzende stad Gods wier grondvesten in de heilige bergen
zijn;
in de eerwaardige tempel Gods die schitterend van goddelijke glans
is van de heerlijkheid van de Heer;
in vele andere beelden, waarin de Vaders geleerd hebben, dat de
verheven waardigheid van de Moeder Gods, haar ongeschonden onschuld en haar onbevlekte
heiligheid is voorzegd.
ARTIKEL 12 - Hierbij werd ook geput uit de profeten, uit de groet
van de Engel en van Elisabeth
Zo ook hebben zij zich van de woorden van de profeten bediend om
het geheel van goddelijke gaven en de oorspronkelijke zondeloosheid van de
Maagd, uit welke Jezus geboren is, te kennen te geven, en haar, als een reine
duif, als het heilig Jeruzalem, de verheven troon van God, de ark van de
heiligmaking, de woonstede welke de eeuwige Wijsheid Zichzelf gebouwd heeft, de
koningin die overvloeiende van geneugten en steunende op haar Geliefde gekomen
is uit de mond van de Allerhoogste geheel volmaakt, schoon en door God geliefd
en door geen vlek van enige besmetting ooit bezoedeld. De Vaders en kerkelijke
schrijvers vestigden hun aandacht er ook op, dat de allerzaligste Maagd door de
engel Gabriël, wanneer deze haar de verheven waardigheid van Moeder Gods
boodschapte, uit naam en op bevel Gods vol van genade genoemd werd, dat de
Moeder Gods geweest is als de zetel van alle goddelijke genaden; een rijk
versierde met al de genadegaven van de goddelijke Geest. Ze was als een
onuitputtelijke schatkamer en een bodemloze afgrond van diezelfde genadegaven;
zodat Zij nooit aan de vloek van de zonde onderworpen was maar zoals haar Zoon
deelgenote was van een eeuwige zegen. Elisabeth zei woorden tot de H. Maagd die
door de Heilige Geest waren ingegeven: Gezegend zijt gij onder de vrouwen, en gezegend is de vrucht van uw
schoot.
ARTIKEL 13 - Maria is boven de lof van Engelen en mensen verheven
De roemrijke Maagd aan welke de Allermachtigste grote dingen gedaan
heeft, door een rijkdom van alle hemelgaven en een volheid van genade te geven,
is zij uitgeblonken door een ongekrenkte onschuld. Zij is als een
onuitsprekelijk Godswonder, het hoogste wonder, en zij was het waardig om Gods
Moeder te zijn. En zij is voor zover dit van enig schepsel gelden kan, van de
Godheid het dichtst bijzijnde, boven het lof van mensen en engelen verheven.
Bij de verdediging van haar oorspronkelijke onschuld en gerechtigheid
vergelijken zij haar niet alleen vaak met Eva die nog maagd, nog schuldeloos,
nog onbedorven is en nog niet door de dodelijke list van de sluwe slang verleid
werd, maar verheffen haar boven Eva. Eva is, door toegevendheid aan de slang, uit
de oorspronkelijke onschuld vervallen én slavin van de verleider geworden,
terwijl de gelukzalige Maagd de oorspronkelijke gaven altijd heeft vermeerderd.
Bovendien heeft Zij de sterkte en macht van het serpent met de door God
geschonken kracht neergeslagen.
ARTIKEL 14 - Zij bleef naar lichaam en ziel vrij van alle zondesmet
Onophoudelijk wordt de Moeder Gods door hen genoemd
een lelie onder de doornen;
een ongerepte, maagdelijke,
onbesmette, onbevlekte aarde altijd gezegend en van alle aanraking van de
zonde vrij, waaruit de nieuwe Adam gevormd is;
een niets missend, hel verlicht
en schoon paradijs van onschuld en onsterfelijkheid en genieting dat door
God zelf is geplant en tegen alle listen van het giftige serpent
beveiligd;
een nooit verwelkende boom die
van de worm van de zonde niet is beschadigd;
een bron zonder slijk en door
de kracht van de Heilige Geest bezegeld;
een goddelijke tempel;
een schatkamer van
onsterfelijkheid;
de ene en enige dochter, niet
van de dood, maar van het leven;
de spruit, niet van de toorn
maar van de genade, die altijd groeit uit de bedorven en aangestoken
wortel, door de voorzienigheid Gods, buiten de vaste en algemene wetten
om, geschoten is.
Citaten uit het Oude en Nieuwe Testament over
demonen
Deut 32:16-17 Zij tartten Hem met
vreemde goden en tergden Hem met gruwelijke beelden; aan geesten
offerden zij niet-goden, godheden die zij nooit hadden gekend, nieuwelingen,
pas opgekomen, die hun vaders nooit hadden geëerd.
Ps 106:37-38 zij brachten ten offer hun
zonen, hun dochters aan de demonen, vergoten schuldeloos bloed, -
het bloed van hun zonen, hun dochters die zij Kanaäns afgoden offerden! -, door
bloedschuld werd de aarde ontwijd.
Lev 17:7 Zij mogen niet langer
slachtoffers opdragen aan de saters, die zij ontuchtig achterna lopen. Dit
is een blijvend voorschrift voor hen, al hun geslachten door.
Jes 13:21 De dieren van de woestijn
hebben er hun rustplaats, de huizen zitten vol uilen, struisvogels wonen er en saters
dansen er in het rond.
Jes 34:14 Woestijndieren en hyena's
komen er samen, saters
ontmoeten elkaar. Ook Lilith vindt er rust, zij woont er ongestoord.
Matt 8:31 De duivels nu smeekten Hem: Als
Gij ons uitdrijft, stuur ons dan in die kudde zwijnen.
Boze en onreine geesten
Openb 16:13 Toen zag ik uit de muil van
de draak en uit de muil van het beest en uit de muil van de valse profeet drie onreine geesten te voorschijn komen in de gedaante van kikvorsen.
Openb 16:14 Duivelsgeesten zijn het, die
wonderen doen en uitgaan naar de koningen van de gehele wereld, om hen te
verzamelen voor de strijd op de grote dag van God, de Albeheerser.
De boze geesten die zoveel mensen bezet
hadden toen de Heer op aarde was, waren demonen, en uit de vermelde gevallen
leren we veel aangaande hen. In de synagoge te Kafarnaüm, waar Jezus leerde,
openbaarde zich een onreine geest in een bezoeker.
Marc 1:23-28 Er bevond zich in hun
synagoge juist een man die in de macht was van een onreine geest en luid begon
te schreeuwen. 'Jezus van Nazaret, wat hebt Gij met ons te maken? Ge zijt
gekomen om ons in het verderf te storten. Ik weet, wie Gij zijt: de heilige
Gods.' Jezus voegde hem dreigend toe: 'Zwijg stil en ga uit hem weg.' De
onreine
geest schudde hem heen en weer, gaf nog een luide schreeuw en ging
uit hem weg. Allen stonden zó verbaasd, dat ze onder elkaar vroegen: 'Wat
betekent dat toch? Een nieuwe leer met gezag! Hij geeft bevel aan de onreine
geesten en ze gehoorzamen Hem.' Snel verspreidde zijn faam zich naar alle
kanten over heel de streek van Galilea.
Deze geest sprak door de mond van de
bezetene. Hij wist wie Jezus was en erkende zijn macht. Hij wist van de straf
die hem in de toekomst wacht. Hij beheerste niet alleen de tong, maar ook het
lichaam van de bezetene: hij liet hem stuiptrekken. Bezetenheid gaat verder dan
beϊnvloeding. De satan en zijn demonen kunnen mensen beϊnvloeden zonder hen te
bezetten. De Farizeeën zeiden dat de Heer demonen uitdreef door Beëlzebul, de
overste van de demonen. De Heer legde dit als Satan uitwerpen door satan uit,
waardoor wij leren dat de demonen dienaren van Satan zijn, en dat Satan als een
sterke man moet worden geboden voor zijn koninkrijk kan worden binnengevallen.
Matt 12:24-29 Maar de Farizeeën die dat
hoorden, antwoordden: Hij drijft de duivels alleen maar uit door Beëlzebul, de
vorst der duivels. Omdat Hij hun gedachten kende, zei Hij tot hen: Elk rijk
dat innerlijk verdeeld is, vervalt tot een woestenij; en geen stad of huis, in
zichzelf verdeeld, houdt stand. Als nu de satan de satan uitdrijft, is hij
met zichzelf in strijd: hoe kan zijn rijk dan standhouden? Bovendien als
Ik door Beëlzebul de duivels uitdrijf, door wie drijven uw zonen ze dan uit?
Daarom zullen zij uw rechters zijn. Maar als Ik door de geest Gods de
duivels uitdrijf, dan is inderdaad het Rijk Gods tot u gekomen. Of hoe kan
iemand binnendringen in het huis van een sterke en zijn huisraad roven, als hij
niet eerst die sterke heeft geboeid? Dan pas kan hij zijn huis leeghalen.
De demonen waren ook sterken, wat
gebleken is door hun behandeling van bezetenen en door de kracht die ze bewezen
door zeven mannen te verwonden en te doen vluchten.
Hand 19:11-16 God deed door Paulus ook
buitengewone wonderen en men nam zelfs de hoofddoeken en het lijfgoed dat hij
gedragen had mee naar de zieken, waardoor de kwalen van hen werden weggenomen
en de boze geesten hen verlieten. Ook een paar rondtrekkende joodse
duivelbezweerders probeerden over hen die door boze geesten bezeten waren, de
naam van de Heer Jezus uit te spreken door te zeggen: Ik bezweer u bij de
Jezus, die Paulus predikt. Het waren de zeven zonen van een zekere
Skevas, een joodse hogepriester, die dit deden. Maar de boze geest gaf hun
ten antwoord: Jezus ken ik, wie Paulus is weet ik ook; maar gij, wie zijt
gij? Toen sprong de man waarin de boze geest huisde,
op hen toe, overweldigde hen allen en zijn kracht was zo groot, dat ze naakt en
overdekt met wonden uit dat huis moesten wegvluchten.
Met rede begiftigd
We weten ook dat ze met verstand en
redeneervermogen begiftigde wezens zijn, want ze kennen de Heer Jezus en bogen
onmiddellijk voor Zijn gezag. Ze weten ook dat hun straf te wachten staat:
sommigen vroegen de Heer tot Hij tot hen was gekomen om hen vóór de tijd te
pijnigen.
Matt 8:28-32 Toen Hij aan de overkant
gekomen was in het land der Gadarenen, liepen Hem twee bezetenen tegemoet; zij
kwamen uit de grafspelonken te voorschijn en waren zeer gevaarlijk, zodat
niemand daarlangs kon gaan. Plotseling begonnen ze te schreeuwen: Wat
hebt Gij met ons te maken, Zoon van God? Zijt Gij hier gekomen om ons voor de
tijd te kwellen? Een eind van hen vandaan was men een grote kudde zwijnen
aan het hoeden. De duivels nu smeekten Hem: Als Gij ons uitdrijft,
stuur ons dan in die kudde zwijnen. Hij zei hun: Gaat heen. En zij
verlieten hen. Nauwelijks hadden zij bezit genomen van de zwijnen, of de hele
kudde stortte zich van de steile oever in het meer en kwam in het water om.
Marc 1:34 Velen die aan allerhande
ziekten leden, genas Hij en Hij dreef tal van geesten uit, maar Hij liet niet
toe dat de boze
geesten spraken, omdat zij Hem
kenden.
Hun kennis over Jezus
In de confrontatie met de Heer Jezus
geven zij er blijk van Hem te kennen: zij noemen Hem de Heilige Gods, Luc
4:34, de Zoon van God, Luc 4:41. Ze weten dat Hij de Christus is, Luc 4:41,
en dat hij hen eens zal in de hel werpen, Luc 4:34.
Luc 4:33-35 Eens bevond zich in de
synagoge een man die bezeten was door een onreine geest en luid begon te
schreeuwen: 'Jezus van Nazaret, wat hebben wij met elkaar te maken? Zijt
Ge gekomen om ons in het verderf te storten? Ik weet wie Gij zijt: de Heilige Gods.' Jezus voegde hem toe: 'Zwijg stil en ga van
hem weg.' De boze geest slingerde hem tussen de mensen en ging van hem weg
zonder hem enig letsel te hebben toegebracht.
Luc 4:41 Uit velen gingen ook duivels
weg, die schreeuwden: 'Gij zijt de Zoon van God.' Hij gaf een streng
bevel en liet niet toe dat zij spraken, want zij wisten dat Hij de Messias was.
Verleidende geesten
We worden aangemaand geesten, valse
profeten, die tot ons komen te beproeven:
1 Joh 4:1-3 Vrienden, vertrouwt niet
elke geest. Onderzoekt de geesten, of ze wel van God komen, want onder hen die
tot de wereld zijn uitgegaan zijn veel valse profeten. Hieraan onderkent
gij de Geest van God: iedere geest die belijdt dat Jezus Christus werkelijk
mens is geworden, is van God; maar iedere geest, die Jezus neerhaalt, is
niet van God, en dat is de eigenlijke antichrist'. Men heeft u gezegd dat hij
komen zou, maar hij is reeds in de wereld, nu al.
Met deze aanmaning stemt de mededeling
in 1 Tim 4:1-2 overeen:
De Geest zegt nadrukkelijk, dat in de
laatste tijden sommigen zullen afvallen van het geloof, omdat zij gehoor geven
aan dwaalgeesten en demonische leringen, verleid door huichelachtige
leugensprekers, wier geweten met een brandijzer is toegeschroeid.
Spiritisten en theosofen hebben contact
met verleidende geesten en worden door hen geleerd.
Demonen en natuurverschijnselen
God draagt, onderhoudt en bestuurt de
waarneembare schepping. En onder Gods toelating speelt zijn tegenstander,
satan, ook een rol van veroorzaker van natuurfenomenen. Dat de geest op stof
kan inwerken bewijzen wijzelf. Onze onstoffelijke geest staat in wisselwerking
met ons stoffelijk lichaam.
Boze geesten kunnen aardse fysische
gebeurtenissen beϊnvloeden.
Job 2:7-8 En Satan verliet de
vergadering. Hij sloeg Job met kwaadaardige zweren van voetzool tot
kruin. Job krabde ze af met een scherf, gezeten in as en vuil.
Ook de eerdere rampen die Jobs
veestapel en kinderen overkwamen, lijken door satan veroorzaakt te zijn. God
gaf hem tijdelijk zulk een vrijheid van handelen ten opzichte van Job. De
occulte tovenaars van Egypte konden staven in slangen veranderen, water in
bloed veranderen en een kikkerplaag veroorzaken. Het Beest uit de aarde zal
vuur uit de hemel laten neerdalen op aarde. Openb 13:13
Afgoderij en demonen
De H. Schrift openbaart dat afgoderij
in wezen aanbidding van demonen is, de afgod zelf is niets.
Deut 32:17; 1 Kor 10:19-20 Ze offerden
aan demonen, niet aan God.
Lev 17:7; Openb 9:20 Zij zullen niet
meer hun offers aan demonen brengen.
2 Kron 11:15 Jerobeam was zo diep
gezonken omdat hij priesters had aangesteld voor de demonen en voor de kalveren
die hij gemaakt had.
Ps 106:37 Sommige Israëlieten offerden
hun zonen en hun dochters aan de demonen.
1 Kor 10:19-21 Achter de aanbidding van
afgoeden en afgodsbeelden zitten boze, onreine geesten, zodat het zedelijk
onmogelijk is om gemeenschap te hebben met de Heer Jezus en met deze demonen.
Deut 32:16-17 Zij tartten Hem met
vreemde goden en tergden Hem met gruwelijke beelden; aan geesten
offerden zij niet-goden, godheden die zij nooit hadden gekend, nieuwelingen,
pas opgekomen, die hun vaders nooit hadden geëerd.
Toekomst
In een toekomstige tijd, wanneer God
Zijn oordelen over de aarde zal brengen, zullen de mensen zich niet bekeren,
maar demonen en allerlei afgoden blijven aanbidden, Openb 9:20. De geesten van
demonen zullen door tekenen de koningen van de aarde verzamelen tot de oorlog
op de grote dag van de almachtige God, Openb 16:14. En Babylon, het valse
godsdienstige stelsel van de eindtijd, zal zijn de woonplaats van demonen, en
een bewaarplaats van alle onreine geesten, en een schuilplaats van alle onrein
en verfoeilijk gevogelte. Openb 18:2
Wanneer Jezus zijn vrederijk vestigt op
aarde, zullen de demonen worden opgepakt en in de hel, die voor hen en de satan
is bereid, worden geworpen. Ze zullen in het verderf worden gestort. Ze weten
dat hen deze straf te wachten staat.
Marc 1:24 'Jezus van Nazaret, wat hebt
Gij met ons te maken? Ge zijt gekomen om ons in het verderf te storten. Ik
weet, wie Gij zijt: de heilige Gods.'
De Maagd Maria, de offerzielen en de demonen 30
jaar van ervaringen als een exorcist vertelt in zijn eigen woorden door Rev.
Theodore Geiger.
In Maria verplettert de Slang lezen we:
De H. Maagd Maria heeft een klein leger van nobele zielen geselecteerd die
bereid zijn alles te lijden en zich vrijwillig aan God te offeren als een
holocaust in de verzoening van zielen. Ze heeft hen geselecteerd om rechtstreeks
te vechten tegen de demonen. Ze zullen de macht van Lucifers legioenen breken
op aarde en zullen hen beroven van een heel deel slachtoffers die hij reeds als
de zijne aanzag.
"Deze geselecteerde zielen zullen moedig de aanvallen van de demonen
dragen. Ze zullen bezetenheid lijden om de zielen van de medemens te bevrijden
van het juk van de boze. Ze nemen de plaats in van de schuldigen om hen te
bevrijden van de macht van de demon die hun begrip heeft verduisterd en die
probeert hun misleide wil te verharden. Het is een wereldwijde strijd tussen de
wreedheid van de demon en de liefde van de offerziel voor het kruis.
"De offerzielen verduren lichamelijke lijden evenals directe aanvallen
tegen de fijngevoelige machten van de ziel. Ze zullen echter overwinnen met hun
geestelijke helpers. Hun lagere natuur zal verpletterd worden door demonische
martelingen, maar hun hogere geestelijke natuur zal triomferen over de
boosaardige geesten door hun vrijmoedige onderwerping aan het lijden. Hun
geestelijke machten zullen toenemen naarmate hun lijden toeneemt die ze
verdragen, want in elk liefdevol lijden zullen ze een toename van liefde
ontvangen.
"De macht van de demonen zal geleidelijk verminderen, tenminste uiterlijk.
Al hun energie zal uitgeput raken
in hun hevige aanvallen tegen deze offerzielen. Zou de offerziel
standhouden in haar offer, dan zal haar invloed toenemen, en dat van de demon
zal geleidelijk verminderen. Daaruit volgt dat de offerziel zal overwinnen en
de vijand volledig verpletterd zal zijn. De strijd tussen zon offerziel en de
demon is een echt duel tot de dood. Ze zijn als twee gladiatoren die gedwongen
zijn te vechten tot een slachtoffer valt in de strijd. De demon is vol haat
tegen al wat goed is.
"Bij jullie is alles liefde, maar bij ons is alles haat. Hij houdt van de slechten enkel uit haat voor
het goede. Een demon vertelde me dat hij mensen verleidt tot verschillende
ondeugden niet omdat hij van deze ondeugden houdt, maar omdat hij hun deugden
verafschuwt. Wanneer hij een deugdzame of welwillende ziel ziet die God kan
gebruiken om iets kostbaars te voltooien, wordt zijn haat aangestoken en
probeert hij alles te doen om die ziel van haar deugden te beroven en probeert
hij het haar onmogelijk te maken iets goeds te doen. Hij kan niet voorspellen
wat de resultaten van zijn aanvallen zullen zijn. Hij zei me: "We weten
niet waar we zullen uitkomen." Hij gebruikt elke kans om kwaad te
doen en jaagt blindelings zijn haat tegen het goede na zonder te weten waar hij
met zijn woede en zijn streven naar het kwaad zal uitkomen.
"Geleid door
trots hoopt hij altijd op succes en overwinning. "Ik ben te
hoogmoedig," zei hij, "om te geloven dat ik zal falen
in mijn poging." Daarom doet hij blindelings voort en tot zijn
eigen schaamte is hij een instrument in het brengen van veel goeds. De demon
zelf vertelde me dat er vele dingen zijn die gij niet zou doen als hij op
voorhand zou weten wat het resultaat is. Al deze verklaringen werden opgenomen
in een echte strijd van demonen met hun slachtoffers.
"De demon is zich bewust van deze deugdzame zielen die offerzielen zijn en
hij weet dat ze veel goeds kunnen doen. Gedreven door haat valt hij hen aan
zonder te weten wat de gevolgen zullen zijn, maar hij twijfelt niet aan zijn
eigen succes. Hij heeft ze onder zijn controle om hen te doen vallen en om God
hun eer te ontnemen. God laat dit toe, maar eens de demonen vrijmoedig heeft
ondernomen deze zielen aan te vallen, dwingt God Zijn afgezanten de strijd
voort te zetten tot het einde. De demon zal ofwel overwinnen of neergeslagen
worden. Hij zei mij:"Het
lijkt alsof God ons zegt: Ga ervoor! Ik moet verder
doen. Ondanks zijn trots
om een strijd aan te gaan voor een mogelijke overwinning, weet hij en geeft hij
toe dat liefde zal winnen. "Omdat," zegt hij,
"liefde machtiger is dan haat."
"De strijd van deze offerzielen tegen de demonen brengt de heiliging van
deze zielen met zich mee. De demon verklaart dat een bepaald aantal van zielen
onder de heerschappij is van elke demon die ronddwaalt op aarde. Het doel is
niet de demonische bezetenheid zelf, maar eerder de controle over de ziel door
zonde en een gewillige aanhang aan het kwaad. Hij aanziet deze zielen als zijn
oorlogsbuit, omdat hij hun hart verduistert en daarbij maakt hij hun terugkeer
naar het goede bijna moreel onmogelijk.
"Over deze zielen wiens wil onderworpen is aan zijn controle zegt de
demon: "Wanneer ik de wil van een individu heb, dan bespot ik jullie
God." Toch geeft hij toe dat de bekering van die ziel niet
onmogelijk is. Ze kunnen berouw tonen, maar het is zeer moeilijk.
"Gelukkig zijn
er offerzielen die zich meester maken van deze gekwelde zielen vanonder de
greep van de demon. Als ze niet allen op deze manier worden bevrijd, zijn er
toch een groot deel zo bevrijd:
Volgens de bekentenissen van de demonen, verliezen ze hun macht in de strijd
met deze offerzielen. Niet alleen verliezen ze het slachtoffer, maar ze worden
ook hulpeloos gemaakt. Ze verliezen ook controle over de zielen die hun slaven
geworden zijn door zonde. Nadat ze bevrijd werden kunnen deze zielen voor wie
de offerzielen hebben geleden en verzoening hebben gebracht voor de Goddelijke
Gerechtigheid, opnieuw genieten van Gods barmhartigheid en kunnen ze zich
gemakkelijk bekeren. De duivel heeft dan niet langer macht om hen tegen te
houden.
"Ik vroeg aan een overwonnen demon die gedwongen was om alle zielen te
bevrijden die hij in slavernij van zonde hield: "Zijn al deze zielen
bekeerd?" Waarop hij antwoordde : "Sommigen zijn inderdaad
bekeerd; de anderen kunnen zich bekeren als ze willen." De hulpeloze demonen blijven in hun slachtoffers achter als in een
gevangenis, zonder de mogelijkheid te hebben ergens anders te gaan, of extern
actief te zijn. Ze wachten op de nederlaag van hun hele groep, wat gebeurt als
hun leider volledig overwonnen is. Van zodra hun leider alles verloren heeft
dat hij en zijn metgezellen hebben bezeten op aarde, moet hij terugkeren naar
de hel, en moet hij al zijn volgelingen meenemen. Want de demonen zeiden mij: We
kunnen niet op aarde blijven als we hier niet langer de controle uitoefenen."
"Een demon deed de volgende bemerking nadat ik hem had gedwongen om een
non te verlaten over wie ik een exorcisme had uitgevoerd: "Laat me
hebben wat ik bezit op aarde en ik zal haar onmiddellijk verlaten. Maar als ik uit
haar moet vertrekken, dan moeten we alles opgeven en terugkeren naar de hel. Omwille
van deze reden laat God ons toe om ons tot het allerlaatste te verdedigen."
"De demonen beweren dat de zonden van de mens hen macht over hen geven. Ze
zeggen dat God demonen toelaat om te houden wat ze hebben overwonnen door de
misleide wil van de mens, en enkel de vrije wil van de mens kan van hen
wegnemen wat de vrije wil van de mens hen heeft gegeven. Door het vrijwillig
lijden van de offerzielen worden de demonen beroofd van wat de mensen hen
gegeven hebben door zonde.
"Gedurende het exorcisme van een offerziel vroeg ik de demon wanneer het
lijden van dit slachtoffer zou ophouden. Hij antwoordde dat het volledig afhing
van de offerziel zelf. Ze moest enkel het verlangen hebben haar lijden te beëindigen
en de demonen gerust laten in plaats van tegen hen te strijden om ze te beroven
van gevangen zielen. "Ze zou bij haar geliefde (Jezus) moeten
blijven, zei de demon van
het slachtoffer, "en we zullen haar in vrede laten Waarombemoeit ze zich in onze familie? Omdat ze het
niet anders wilt. Ze is er tevreden
mee."
"De demon geeft
toe dat de offerziel wilde lijden en dat door dit lijden ze in het rijk van de
demon binnendrong en zielen roofde van hem. Volgens de demonen is het de
Heilige Maagd die de lijdende zielen tegen de demonen leidt en hen dwingt te
strijden tegen de offerzielen tot ze overwonnen zijn. De H. Maagd verbindt een
leider aan een offerziel. Wanneer een groep hulpeloos is gemaakt, volgt een
andere om hetzelfde lot te ondergaan
"Dat een zwak menselijk schepsel, een offerziel, hen overweldigt vernedert
de trots van de demonen. "Zij (de H. Maagd) zou zelf moeten komen om
ons te verpletteren," schreeuwde de overwonnen en vernederde demon,
"maar te denken dat twee zwakkelingen zoals jij en zij (de exorcist
en het slachtoffer) mij op zon manier vernederen !"
Hoop is een noodzakelijk onderdeel voor een volledig,
vervuld leven als christen. Er is het gezegde Waar hoop is, is leven, of
Hoop doet leven. Daar zit volgens mij veel waarheid in. Maar laat ik zeggen
dat het omgekeerde ook waar is: Waar geen hoop is, daar is geen leven. Naar mijn mening is hopeloosheid één van de
meest trieste dingen die een mens kan meemaken. Ik kan me moeilijk iets
droevigers en uitzichtlozers voorstellen dan wanhoop en toch, ontelbare
miljoenen mensen in onze wereld vandaag zijn hopeloos. Maar gelukkig, je hoeft
niet hopeloos te zijn en je kan zelfs anderen helpen om uit die beproeving te
komen!
Samenwerken
Om ons begrip van hoop te vergroten, kijken we naar 1 Tess
1:2-6. In deze passage laat Paulus een beeld zien van Gods volk, de christenen
van Thessalonica, die genieten van hun hele erfenis. Ze hebben geloof, ze
hebben hoop en ze hebben liefde. Let erop dat hij alle drie deze deugden
vermeldt en dat hij God voor hen dankt. Dit is wat Paulus zegt:
Wij zeggen God dank voor u
allen, telkens wanneer wij uw naam noemen in onze gebeden. Onophoudelijk
gedenken wij voor het aanschijn van God, onze Vader, uw werkdadig geloof, uw
onvermoeibare liefde en uw standvastige hoop op onze Heer Jezus
Christus. Wij weten, broeders, dat God u liefheeft en dat gij door Hem
zijt uitverkoren, want wij hebben u het evangelie verkondigd niet alleen
met woorden maar met kracht en heilige Geest en volle overtuiging. Gij weet
trouwens zelf wel hoe ons optreden bij u is geweest: het was gericht op uw
heil. En gij van uw kant zijt navolgers geworden van ons en van de Heer,
toen gij het woord hebt aangenomen onder allerlei beproevingen en toch met
vreugde van de heilige Geest.
Het is duidelijk dat de geestelijke gesteldheid van deze
christenen in Thessaloniki Paulus ervan overtuigde dat zij echt mensen waren
die in God waren. Wat hij in hen zag waren deze drie voortdurend aanwezige
realiteiten: geloof, liefde en hoop. In het woord van goedkeuring dat hij over
hen uitspreekt, gebruikt hij een aantal karakteristieke woorden om te
beschrijven wat er aan elk van deze waarheden zo bijzonder is. Hij heeft het
over het werkdadig
geloof, de onvermoeibare liefde en de standvastige hoop. Tegen
christenen in Thessalonica zegt hij: de standvastigheid van (jullie) hoop. We
zien dus dat hoop volharding, vasthoudendheid, standvastigheid,
uithoudingsvermogen voortbrengt. Zonder deze kwaliteiten van
uithoudingsvermogen, standvastigheid en volharding die hoop produceert, zouden
we gemakkelijk de eerste twee deugden namelijk geloof en liefde kunnen
verliezen.
De bron van hoop
Hoe kunnen we deze hoop verkrijgen? Het antwoord is dat
hoop het directe resultaat is van de wedergeboorte. Ze is het directe gevolg
van het door de Heilige Geest wederom geboren worden door geloof in Jezus
Christus. Hoop komt niet door gewoon algemeen geloof in Jezus Christus, maar
eerder een specifiek geloof in Zijn dood, begrafenis en opstanding. Deze
waarheid bevestigt de apostel Petrus in zijn eerste brief:
Gezegend is God, de Vader van
onze Heer Jezus Christus, die ons in zijn grote barmhartigheid deed herboren
worden tot een leven van hoop door de opstanding van Jezus Christus uit de dood.
(1
Petrus 1:3)
Let op die erg belangrijke zin: herboren worden tot een
leven van hoop door de opstanding van Jezus Christus uit de dood Dit leert ons
dat als wij geloven in de dood van Jezus Christus en Zijn opstanding we geboren
worden in een levende hoop. Hoop komt in ons door de verrijzenis van Jezus
Christus uit de dood. We moeten deze ultieme, historische basis voor alle hoop
goed begrijpen. De basis voor
werkelijke, blijvende hoop is de opstanding van Jezus. Zonder de
opstanding van Jezus, zou het leven hopeloos zijn. Het is de opstanding van
Jezus die ons in een levende hoop brengt.
Hoop gaat door
Het is belangrijk om ons te realiseren dat deze hoop moet
blijven doorgaan tot de voltooiing van onze redding. We zien een andere
essentiële waarheid in dezelfde brief van Petrus, vers 13:
Weest daarom wakker en actief,
weest nuchter, vestigt heel uw hoop op de genade die uw deel wordt, wanneer
Jezus Christus zich zal openbaren.
Wat Petrus hier zegt, is dat het proces van redding nog
niet compleet is. Het zal uiteindelijk pas volledig voltrokken worden bij de
Tweede Wederkomst van Jezus Christus. Intussen moeten wij onze hoop volledig
stellen op die toekomstige gebeurtenis. Terwijl wij onze weg gaan door dit
leven, moeten wij aan dit bevel van Petrus gehoorzamen. Wij moeten onze hoop
volledig stellen op de genade en zegen die ons ten deel zal vallen door de
terugkomst van Jezus in heerlijkheid.
Tot het einde
Zoals dit belangrijke principe, brengt de schrijver van
Hebreeën een ander belangrijk facet van hoop naar voren in Hebreeën 3:6:
Christus echter is getrouw als zoon, aangesteld over het
huis van God. En dat huis zijn wijzelf, als wij tenminste ons vertrouwen en de
hoop die onze trots is ongeschokt bewaren tot het einde.
Let er opnieuw op dat deze hoop moet worden vastgehouden
tot het einde toe. We mogen ons hopen niet opgeven, totdat die vervuld is door
de gebeurtenis. Dat is waarom de schrijver van Hebreeën de aansporing hierboven
geeft. Om deel te zijn van het volk van God, moeten we ons vertrouwen en de
vrijmoedigheid van onze hoop vastberaden vasthouden tot het eind.
De soort hoop die we moeten vasthouden is geen passieve,
innerlijke verwachting. Nee, het is eerder heel sterk, heel zelfverzekerd, vol
vertrouwen. Het is een hoop die het uitroept, die vrijmoedig de Heer roemt.
Deze opdracht om uitdrukking te geven aan onze hoop en zo die hoop in stand te
houden, is deel van wat God voor ons heeft voorzien. De voortdurende verklaring
van onze zekere verwachting van de komst van de Heer Jezus en de opstanding uit
de dood - tot het einde van ons leven of de komst van Jezus Christus. Uit:
www.derekprince.nl
Hoop is een bovennatuurlijke deugd waarbij we
vertrouwensvol Gods belofte verwachten, het eindeloze geluk van de Hemel en de
noodzakelijke middelen om het te bereiken. Om overtuigd te zijn van de
onschatbare waarde van deze deugd, en het voortdurend in praktijk brengen
ervan, is het goed om de doelstelling van onze hoop te overwegen. Het eerste
doel van onze hoop is het bezit van God in de Hemel. De hoop om God eeuwig in
de Hemel te bezitten is verenigd met liefde, want enkel in de Hemel zal de
voltooiing en perfectie van liefde gevonden worden. Volgens de leer van de H.
Thomas sluit liefde de hoop op een beloning die God heeft voorbereid voor ons
in de Hemel niet uit. Want God alleen is het doel van het eeuwig geluk voor de
uitverkorenen.
Het goede waar ik op hoop, zegt de H. Franciscus van
Assisi is zo groot dat alle lijden voor mij een plezier wordt. Dit verlangen
is een daad van perfecte liefde. De H. Thomas leert ons dat de hoogste graad
van liefde wat een ziel op aarde kan bereiken is een vurig verlangen naar de
Hemel, om daar verenigd te zijn met God en Hem voor eeuwig te bezitten.
Kardinaal Bellarmine denkt dat in het Vagevuur er een plaats is waar zielen
geen pijn door de zintuigen ervaren, maar gemarteld worden enkel omdat ze de
aanwezigheid van God missen. De H. Gregorius, de H. Vincent Ferrer, de H.
Brigitta en de H. Bede noemen een aantal omstandigheden op waar de zielen
worden gemarteld niet op basis van hun zonden, maar omdat ze geen verlangen
hadden naar de Hemel. Er zijn zielen die streven naar perfectie, maar zonder
enig speciaal verlangen om de aarde te verlaten en verenigd te zijn met God.
Maar sinds het eeuwig leven een kostbare schat is dat Jezus Christus voor ons
heeft gekocht door Zijn dood, moeten de zielen die maar een zwak verlangen
hadden later lijden hiervoor. Er zijn drie dingen noodzakelijk voor het
bereiken van het eeuwig leven: de vergeving van onze zonden, de overwinning
over bekoringen en de kroon van alle genaden: een heilige dood. Deze drie zaken
zijn de voorwerpen van onze hoop.
De
vergeving van onze zonden
Aan elke zondaar die berouw toont, belooft God vergeving.
God zal een berouwvol en nederig hart niet weigeren. Het is Jezus Christus,
onze Verlosser die het oordeel zal vellen, maar het zal ook onze liefdevolle
Verlosser zijn die om ons te redden van de eeuwige dood, zichzelf heeft
overgeleverd aan de dood, en dit nu handelt als onze voorspreker bij de Vader
in de Hemel. We moeten dus niets vrezen, zegt de H. Thomas van Villanova,
zolang we onze zonden haten. In de openbaringen van de H. Maria Magdalena de
Pazzi lezen we dat op een dag God tot haar sprak: Door de wraak die Ik
uitwerkte op het lichaam van Mijn Zoon, veranderde Mijn gerechtigheid in
genade. Zijn Bloed schreeuwt niet om wraak, zoals het bloed van Abel; het
vraagt om barmhartigheid, en Mijn gerechtigheid kan zijn smeking niet
weerstaan. Het bloed van Jezus bindt de handen van Gerechtigheid zodat ze niet
kunnen opgeheven worden om te straffen.
Overwinning
over bekoring
Om ons overeind te houden in de genade van God is het
noodzakelijk om onze hoop te plaatsen op de verdiensten van Jezus Christus, en
niet te bouwen op onze eigen kracht. We moeten ons vertrouwen niet stellen op
onze goede voornemens. Met Zijn hulp zullen we volhouden. Er zullen keren zijn
wanneer bekoringen zo hevig zijn dat de zonde onvermijdelijk lijkt, maar dan
mogen we onze moed niet verliezen en ons haasten naar de gekruisigde Jezus.
Alleen Hij kan ons helpen. De Heer laat soms zon stormen van bekoringen toe,
zodat we onze eigen zwakheid ondervinden en dat we onze miserie erkennen en
niet vertrouwen op onszelf maar in God, die de doden verrijst (2 Kor 1:9). We
moeten dan nederig om Zijn hulp vragen zodat we ons niet overgeven. Dan geeft
Hij in Zijn genade ons de kracht om onze vijanden te weerstaan.
Een goede
dood
We hopen op de genade van een goede dood. Het uur van de
dood is voor ons de tijd van de grootste benauwdheid. Jezus alleen kan ons de
kracht geven om te lijden, met geduld en verdiensten, en de beproevingen op dit
laatste beslissende moment te verduren. Bij het naderbij komen van de dood
hebben we meer dan ooit te vrezen voor de aanvallen van de Hel. Hoe dichter we
bij ons doel komen, hoe meer de Hel er naar zal streven om te voorkomen dat we
in de Hemel geraken. De Heer wenste de menselijke natuur en zijn miserie te
ervaren, zodat hij beter medelijden met ons kon hebben. Op deze manier kon Onze
Heer ons beter bijstaan om ons te helpen in alle bekoringen van het leven, en
vooral in het uur van de dood.
Beweegredenen
voor onze hoop
De eerste vinden we in de beloften die door God gedaan
zijn. Op bijna elke bladzijde in de H. Schrift vinden we redenen om te hopen op
de Heer. We lezen er dat God eeuwige redding belooft en de middelen om het te
bereiken als je in Hem gelooft en bidt: Amen, amen, Ik zeg jullie: als je de
Vader iets in mijn naam vraagt, zal Hij het je geven. (Joh 16:23). De beloften
worden aan alle mensen gegeven zonder uitzondering. De Hemel en de aarde zullen
voorbijgaan, maar de woorden en beloften van God zullen niet voorbijgaan. Laten wij onwrikbaar
vasthouden aan de belijdenis van onze hoop, want Hij die de beloften deed is
betrouwbaar. (Hebr 10:23)
De tweede beweegreden van onze hoop is het oprechte
verlangen van onze Heer om ons gelukkig te maken. God houdt van alle mensen,
Hij moet dus ook verlangen dat alle mensen het eeuwige geluk bereiken, want dit
is het hoogste en enige goed van de mens sinds het het doel is waarom de mens
is geschapen. Maar
nu, bevrijd van de zonde en dienstknechten geworden van God, oogst gij
heiligheid en tenslotte eeuwig leven. (Rom 6:22) De Heer wil niet dat iemand
verloren gaat, maar dat ze boete doen en gered worden. We moeten onszelf niet
veroordelen tot eeuwige verdoemenis.
De derde beweegreden is dat we de verdiensten van Jezus
Christus hebben gekregen. Door onze zonden hebben we een goede reden om de
eeuwige dood te vrezen, maar we hebben nog meer reden om te hopen op het eeuwig
leven door de verdiensten van Jezus Christus. En ze zijn krachtiger om ons te
redden dan dat onze zonden zijn om ons te vernietigen. Hij heeft de straf van
God op het Kruis genageld en het uitgeveegd met Zijn Kostbaar Bloed. We kunnen
dus hopen op vergeving en op eeuwige redding. Het enige dat we moeten doen is
naar Jezus gaan en vragen dat Hij ons helpt. Hij is het die genade kan
schenken. De verdiensten van Jezus hebben voor ons de schat van God geopend
voor ons doordat Hij voor ons het recht heeft verdiend op alle mogelijke genaden
die we maar kunnen wensen.
Een vierde beweegreden is de machtige voorspraak van Maria
onze Moeder. De H. Bernardus zegt dat we toegang hebben door de Eeuwige Vader
door Zijn Goddelijke Zoon, die de bemiddelaar is in gerechtigheid. Maar we
hebben toegang tot de Zoon door Zijn heilige Moeder, die de middelares is van
genade en die, door haar voorspraak voor ons verkregen heeft wat Jezus heeft
verdient door Zijn dood. Alle deugden en genaden die we ontvangen van God komen
tot ons door de voorspraak van Maria. Dit heeft God zo gewild. De H. Bernardus
roept ons op om voortdurend ons tot Maria te wenden, omdat haar verzoeken zeker
worden beantwoord. Zij is de ladder van veiligheid voor de arme zondaars. De
heilige noemt Maria zijn grootste zekerheid en de enige grond van zijn hoop.
Hij die deze goede Moeder liefheeft en zich onder haar bescherming plaatst kan
zeggen met de H. Bonaventuur: Ik ben verheugd want mijn vonnis op het laatst
Oordeel hangt af van Jezus, mijn Broeder en op Maria, mijn Moeder.
Eigenschappen
van onze hoop
Eerst en vooral moet onze hoop vast zijn en onwankelbaar.
Er is een verschil tussen menselijke hoop en Christelijke hoop. Menselijke hoop
is altijd verbonden met de vrees dat degene die een belofte gedaan heeft zijn
gedacht zal veranderen. Christelijke hoop, daarentegen, die kijkt naar de
eeuwige redding, heeft geen twijfel of vrees dat God Zijn belofte houdt. De
Heer verleent ons met plezier het eeuwig geluk, en Hij heeft het belooft aan
alle die Zijn geboden onderhouden.
Ten tweede moet onze hoop enkel en alleen op God gebaseerd
zijn. Dat wil echter niet zeggen dat Maria hierbuiten staat. Jezus verlangt om
ons te verrijken met Zijn genaden; maar als een groot vertrouwen van onze kant
nodig is om ze te verkrijgen, heeft Hij om ons vertrouwen te vergroten, ons
Zijn eigen Moeder gegeven als onze Moeder en Middelares om ons te helpen.
Daarom wenst Hij dat onze hoop op redding en van alle deugden en genaden in
haar gesteld wordt. Door Maria te aanroepen met vertrouwen, is het niet dat we
de barmhartigheid van God niet vertrouwen, maar gewoonweg dat we onze
onwaardigheid vrezen.
Ten derde moet onze hoop een actieve hoop zijn. We moeten
handelen alsof het verkrijgen van onze redding volledig van onszelf afhangt, en
toch al ons vertrouwen in God stellen en ervan overtuigd zijn dat we niet in
staat zijn ons verlangen te bereiken. God voltooid alles door middel van Zijn
genade, maar Hij verlangt toch onze medewerking. We moeten dus bidden en de
Geboden van Christus navolgen.
Boodschappen aan Mario te Brindisi : tot en met 5/11
Ik
nodig jullie uit om al Mijn boodschappen te beleven want zij zullen jullie
vervullen van zuivere Liefde, Mijn moederlijke liefde.
5 oktober 2017 : De Moeder van Verzoening aan
Mario dIgnazio in de Gezegende Tuin van de wijk Santa Teresa, Brindisi
Vandaag wenste het heilige Hemelse Hof om ons met eindeloze
liefde te overstromen en liet ons allen deze buitengewone gebeurtenissen intens
beleven: de verschijning van de Madonna, het afscheiden van de heilige olie, de
verschijning van Jezus die mij de Heilige Eucharistie gaf.
Mario: Vlak voor het begin van de heilige Rozenkrans stond
ik bij het beeld van de Heilige Michael en ik begroette enkele pelgrims uit
Duitsland die gekomen waren om de Maagd van de Verzoening te eren en daarna
verscheen Onze Heer Jezus. Hij was helemaal gekleed in het wit en werd omgeven
door een immens licht, een licht dat niet kan beschreven worden met een
bestaande kleur. Nadat Hij mij met het kruisteken zegende en mij de Heilige
Eucharistie gaf zei Hij:
Ik zegen je in Mijn
Heilige Naam. Ik ben Jezus, de Goede Herder.
Mijn zoon, ontvang
Mijn Heilig Lichaam en aanbid Mij.
Ik wens dat de
kleine kudde trouw blijft aan Mijn Heilig Evangelie van Leven en dat ze zich
voeden met Mij, het Hemels Brood. Zij die zich met Mijn Heilig Lichaam voeden,
zullen eeuwig leven.
De Maagd Maria verscheen helemaal gekleed in het wit,
gekroond door twaalf schitterende sterren en met een lange rozenkrans aan Haar
rechterarm. De Madonna was buitengewoon stralend. Zij heeft de mensen allemaal
gezegend en naar hen gekeken met ogen van oneindige moederliefde. De Heilige
Moeder heeft gezegd:
Geloofd zij Jezus
Christus.
Lieve kinderen, Ik
wil nog lang bij jullie blijven en jullie opvoeden om intens te beminnen, te
vergeven en te heiligen met het gebed. Ik nodig jullie uit om al Mijn boodschappen
te beleven want zij zullen jullie vervullen van zuivere Liefde, Mijn
moederlijke liefde.
Blijf standvastig in
de Leer van Jezus door je broeders te vermanen tot bekering van het hart. De
weg van de bekering geldt voor iedereen want God maakt geen onderscheid tussen
personen. God bemint iedereen en verlangt dat iedereen herrijst door Zijn Geest
van Leven. In deze maand zul je veel dank ontvangen wegens Mijn tussenkomsten
van universele Moeder. Ik verenig jullie allen met Mijn heilige geparfumeerde olie
om jullie te zegenen in de naam van de Allerheiligste Drie-eenheid die Mij naar
de aarde zendt."
Mario: Toen Zij de laatste woorden sprak begon uit de
sokkel van het beeld van O.L.Vrouw van Fatima, waar het beeld op staat, de
geparfumeerde olie van de Heilige Maagd te vloeien. De olie kwam er zo
overvloedig uit dat er meer vaatjes nodig waren om alles te verzamelen.
Berichten ontvangen door mario, tijdens de meetings in het
buitenland op 28 oktober 30, 29 oktober 2017, terwijl ze bidden voor de
rozenkrans voor zijn getuigenis.
Net als andere keren werd mario in het buitenland uitgenodigd voor zijn
publieke evangelisatie, over de authentieke verschijning van contrada s. Teresa
-. honderden en honderden gelovigen, priesters en religieuze, bezochten zijn
vergaderingen. In elke vergadering werd de heilige rozenkrans gebeden, er was
een buitengewone verschijning van de goddelijke moeder. Men waardeerde de
aansporingen van de kleine eik, ook de moeder van god, door het kleine
teken van kruis op het voorhoofd - en de uitstorting van de heilige geest - door
de handen van mario ware leerling en apostel van de heer. Vele mooie
emoties hebben de harten van de mensen gevuld, die voortaan het beeld van maria
maagd van verzoening zullen eren, met grote toewijding en waardering voor de
hemel. Denk aan de berichten in deze dagen van genade door mario, ware krijger
van de heilige harten, verenigd naar het voorbeeld van de heilige Jeanne d'Arc zijn gids en beschermer, evenals voorbeeld om te volgen in de vernietiging van de ketterij nl. de vrijmetselarij. Die bestaat uit valse
christenen en valse bedienaren van de Kerk, vervolgers van de verschijningen.
28 oktober
De madonna verschijnt in het wit. Nadat hij ons gezegend had met het teken van
het kruis, zei hij:
"wees gezegend, geprezen H. Drie-eenheid. Mijn kinderen, open je hart en aanroep
mij elke dag. Ik heb veel tekenen gegeven met mijn jezus, maar veel harten zijn
hard, ze geloven niet in het goddelijke en zijn klaar om te oordelen, en
veroordelen elk teken dat van boven komt. Kinderen, geloof in ons in de hemel
en veracht onze hulp en onze wonderbaarlijke wonderen niet. De man van vandaag
is erg sceptisch en geen teken kan hen bekeren tot hun Vader (behalve door een
speciale gratie). Laat me je vertrouwen in mijn hart, wijd het toe, om te leven
als echte christenen. De ware christen houdt van iedereen en bidt voor
iedereen. Wees barmhartig en luister naar mijn instrument die zo vervolgd wordt
en verkeerd begrepen door de meesten. Zegen met een klein teken van kruis op het
hoofd van mijn kinderen en leg hen hun handen voor de uitstorting van de geest
van de liefde".
29 oktober
De maagd maria verscheen in het wit. Hij zei:
"Loof jezus christus.
Ik ben de levende moeder. In deze heilige vergadering van het gebed en
eerherstel en ik ben hier door het bevel van de vader. Ik dring er bij u op aan
om in de vrede van de heer te blijven en niet te vrezen voor de vervolging van
de agenten van het beest. Mijn verschijningen zullen steeds meer worden bestreden
en als onnodig worden beschouwd, maar zal de naties en de kerk van zo ' n
verwarring redden. Bevrijd jezelf van elke angst en laat mij jou naar de Heer
jezus leiden. Bid dat de harten de oproepen verstaan en navolgen, anders zullen
zij in de hel vallen en met hen allen die in hen geloven. Het is tijd om mij te
volgen en mij zonder twijfel te eren.
30 oktober
De maagd maria is in het wit en dicht bij haar is de H. aartsengel Michael.
"Loof jezus christus.
Lieve kinderen, vandaag ben ik hier onder jullie, omdat ik jullie wil zegenen
met mijn moederlijke liefde. Ik verzamel jullie allemaal onder mijn mantel en
jullie zullen veilig zijn: beschermd. Geloof is als een vlam die altijd gevoed
moet worden: bidden. Je moet volledig van christus zijn, ver van de wereld en
alleen in god. Ik laat je niet achter. Wees op je hoede voor iedereen die bij
je in de buurt komt, om hulp vragen, stuur ze naar mij. Vandaag is de H.
Michael hier om je te bevrijden van satan die je kwelt met zijn verleidingen en
vleierij. Bid elke dag mijn rozenkrans ".
Heilige Aartsengel Michael,
machtige hemelse strijder,
help ons met uw zegen,
bevrijd ons door uw macht,
verdedig ons met uw hemelse legermacht.
aan u vertrouwen wij ons toe,
bescherm ons en neem ons mee naar het Hoogste Goed.
H. Michael, onze hemelse bewaker,
kom ons te hulp en vertroost ons,
o bewaker van degenen die geloof hebben,
vervul ons met de liefde van de Vader,
de vrede van de Zoon,
de genade van de Heilige Geest. Amen.
5
november 2017 : Boodschap van de Maagd van de Verzoening aan Mario dIgnazio in de Gezegende Tuin van
de wijk Santa Teresa, Brindisi
De H. Maagd Maria verscheen helemaal wit gekleed met Haar
Hart zichtbaar en omringd door drie gele rozen.
De Maagd Maria: "Geloofd zij Jezus Christus."
Mario: "In alle eeuwigheid.
De Gezegende Moeder: "Ik zegen jullie Mijn kleintjes
in de Naam van de Allerheiligste Drievuldigheid die Mij naar de aarde zendt om
jullie aan te sporen tot gebed en tot vrede.
Ik heb jullie vele tekens en boodschappen gegeven in deze jaren.
Prijs God voor dit alles; wees dankbaar jegens de Heer voor elke ontvangen
genade op deze heilige plaats veracht door atheïsten en valse Christenen die
niet tot de ware Christus behoren. Velen geloven dat ze Mij toebehoren, maar in
waarheid behoren ze niet bij Mij omdat ze leven gebonden aan de dingen van deze
wereld.
Blijf verenigd in de beproeving en verwijder jullie niet van Mij. De Boze zal
vernietigd worden met heel zijn leger. Bid, bid en wees alleen maar van Mij.
Mario na de verschijning: De Madonna was bijzonder
schitterend, stralend. Dit licht omhult me elke keer volledig en breidt zich
uit naar allen: het is het Licht van God, want de Allerheiligste Maagd Maria
brengt Gods Licht om ons te bevrijden van duisternis.
Onze ziel, om beter gelijkvormig te worden met Jezus Christus en om steeds meer
en meer op Hem te gaan gelijken, moet vele beproevingen, vele tegenslagen, vele
obstakels overwinnen. Zij moet de strenge winter ervaren van misverstand,
veroordeling, vonnis. Maar eenmaal overwonnen worden we één in Jezus Christus
en het mooie komt bij ons tot uiting omdat er het goede is. Dat goede kan
alleen ontstaan door onze overgave aan de Goddelijke Wil, vast in Jezus te
geloven en Jezus zal het goede voortbrengen dat Hijzelf is: Jezus is het
Hoogste Goed!
Dank aan de Maagd Maria die ons ook op deze 5de november is komen zegenen.
Laten we het gebed van de heilige Rozenkrans blijven bidden bijzonder voor de
zielen van onze overledenen, voor allen die we tijdens ons leven hebben gekend
en die van ons hielden, ons hebben geholpen, aangemoedigd, ondersteund en
getroost.
Laten we deze zielen niet vergeten, dierbaar aan God, zodat ze in het Paradijs
kunnen komen en niet meer moeten lijden zodat ze vrede, licht en vreugde in God
kunnen vinden, deel uitmaken van het Hemelse Hof en het Licht van Christus
kunnen ervaren, het Licht van Zijn Wederopstanding en eens in de Hemel voor ons
allemaal kunnen bemiddelen.
MIJN
VOLK, ALS EEUWIGE EN SOEVEREINE PRIESTER, VRAAG IK JULLIE OM VELE GEBEDEN EN
EERHERSTEL VOOR DE PRIESTERS. MIJN KERK IS IN EEN CRISIS, HET SCHISMA KOMT
NADERBIJ, LAAT ZE NIET IN DE STEEK!
6 november 20171:55
PM
DRINGENDE OPROEP VAN JEZUS, DE EEUWIGE EN SOEVEREINE
PRIESTER AAN ZIJN TROUWE VOLK
Mijn vrede zij met jullie, mijn Volk.
Mijn kinderen, elke dag wordt de geestelijke strijd
heviger; de krachten van het kwaad vallen mijn kudde aan, de zwaarste aanvallen
zijn voor mijn Uitverkoren Zonen en mijn Instrumenten, door de missie die ze
moeten voltooien. Bid veel, mijn kleintjes, voor mijn Priesters en hoogwaardigheidsbekleders
van mijn Kerk, omdat mijn tegenstander hen hevig aanvalt. Houd met hen rekening
in jullie gebeden, laat ze niet alleen, omdat mijn tegenstander hen wil doen
vallen in het priesterlijk ambt dat ik hen heb toevertrouwd.
De rozenkrans van mijn Moeder met de Droevige mysteries,
het kroontje van mijn wonden en het kroontje van mijn Allerkostbaarste Bloed,
zijn krachtige wapens die de plannen van het rijk der duisternis vernietigen.
Dompel, mijn kinderen, mijn priesters in mijn wonden, zodat het kwaad ze niet
doet afkeren van hun priesterlijk ambt; bid en doe eerherstel voor mijn
uitverkoren Zonen en in het bijzonder van degenen die verloren gaan door het
modernisme, het vlees, New Age, de zorgen en de pleziertjes van deze wereld.
Mijn volk, vele van mijn uitverkoren Zonen geloven niet
meer in de transsubstantiatie, van mijn Lichaam en mijn Bloed; bepaalde
priesters dragen de mis op in snel tempo en anderen enkel om zich aan de orders
te houden. Wat een grote smart voel ik in mijn Liefdevolle Hart, als ik deze
priesters zie van mijn Kerk, die het Heilige Priesterambt bezoedelen! Hun
onverschilligheid en hun nalatigheid, doen mijn Hart bloeden. Hoeveel lijd ik
en ween ik als ik zoveel van mijn Priesters zie die zich laten verleiden door
de New Age! In vele van mijn Huizen zijn er Priesters, die yoga, reiki en
andere occulte technieken praktiseren. En het droevigste, is dat ze mijn kudde
besmetten en het laten doorgaan alsof het goddelijk is.
Vele van mijn huizen zijn wereldse huizen geworden, men
organiseert er feesten en markten en activiteiten die niets met het religieuze
leven te maken hebben. In vele van mijn huizen, zijn er priesters die onzuivere
daden plegen; de geest van Asmodeus is er binnengedrongen. Welke droefheid voel
ik als ik al deze degradatie binnen mijn Kerk zie! Iedereen zwijgt, niemand
staat recht, deze schuldige stilte is een belediging voor mijn Goddelijkheid
die mij diep verdrietig maakt en de Hemel doet wenen.
Vele van mijn uitverkoren Zonen, zijn tegenwoordig als
Judas die me verraadde, ze laten zich verleiden door de wereld en het vlees en
ze hebben de deuren van mijn huizen geopend voor mijn tegenstander. In vele
huizen woont mijn Heilige Geest niet meer. O ontrouwe priesters, als jullie geen
berouw tonen en geen eerherstel bieden voor jullie grove beledigingen, verzeker
ik jullie dat de eeuwige dood jullie beloning zal zijn! Wanneer jullie aankomen
in de eeuwigheid, laat ik het gewicht van mijn Gerechtigheid los op jullie,
ontrouwe priesters en jullie zullen sterven zoals de vetgemeste schapen! Ik doe
een dringende oproep aan jullie, ontrouwe priesters van mijn Kerk, zodat jullie
terug op de goede weg komen, voor de komst van mijn Waarschuwing; omdat als
jullie het niet doen, en jullie komen in de eeuwigheid aan, de plaats die
jullie zal wachten zal het rijk der duisternis zijn.
Mijn volk, als eeuwige en soevereine priester, vraag ik
jullie veel gebeden en eerherstel voor mijn priesters. Mijn Kerk is in een
crisis, het schisma komt naderbij, laat de Kerk niet in de steek. Bid
rozenkransen, vast en doe boete, voor heel mijn clerus; zodat de Wijsheid en
het Licht van mijn Heilige Geest mijn Kerk en mijn priesters kan leiden op de
weg van de zaligheid.
Jullie Meester, Jezus, eeuwige en soevereine Priester
Breng mijn boodschappen naar al mijn uitverkoren Zonen
In deze context zal het Mariale
jaar een nieuwe en diepgaande lezing moeten bevorderen ook van wat het Concilie
gezegd heeft over de heilige Maagd Maria en Moeder van God in het mysterie van
Christus en de Kerk, van datgene dus waarop de overwegingen van deze encycliek
zich beroepen. Het gaat hier niet alleen over de geloofsleer maar ook
over het geloofsleven en dus over de authentieke Mariale
spiritualiteit, gezien in het licht van de Traditie en in het bijzonder van de
spiritualiteit waartoe het Concilie ons opwekt.
De Mariale spiritualiteit vindt
evenals de overeenkomstige devotie bovendien een uitermate rijke bron
in de historische ervaring van de personen en de verschillende christelijke
gemeenschappen die overal op aarde leven onder de diverse volken en naties. In
dit opzicht wil ik graag onder de vele getuigen en meesters van deze
spiritualiteit herinneren aan de heilige Louis Maria Grignion de Montfort die
aan de christenen de toewijding aan Christus door Maria voorhield als
doeltreffend middel om te leven in trouw aan de verplichtingen van het doopsel.
Met voldoening merk ik op dat ook in onze dagen nieuwe uitingen van deze
spiritualiteit en devotie niet ontbreken.
Wij hebben dus veilige
oriënteringspunten waarop wij ons kunnen richten en waarmee wij ons kunnen verbinden
in de context van dit Mariale jaar.
Het zal beginnen op het
hoogfeest van Pinksteren, 7 juni a.s. Het gaat er niet alleen om te herdenken
dat Maria is voorafgegaan aan de intrede van Christus de Heer in de
geschiedenis van de mensheid, maar tevens om in het licht van Maria te
onderstrepen dat de geschiedenis van de mensheid vanaf de verwerkelijking van
het mysterie van de menswording binnengetreden is in de volheid van de tijd
en dat de Kerk het teken van deze volheid is. De Kerk maakt als volk
Gods haar pelgrimstocht naar de eeuwigheid in geloof temidden van alle volken
en naties vanaf de dag van Pinksteren. De Moeder van Christus die
aanwezig was aan het begin van de tijd van de Kerk toen zij de Heilige Geest
afwachtte en ijverig in het gebed volhardde temidden van de apostelen en
leerlingen van haar Zoon, blijft de Kerk voorgaan op deze tocht door
de geschiedenis van de mensheid heen. Zij is ook degene die precies als
dienstmaagd des Heren onophoudelijk meewerkt aan het heilswerk dat Christus,
haar Zoon, verricht.
Zo wordt door middel van dit
Mariale jaar de Kerk opgeroepen, niet alleen om alles te herdenken wat in
haar verleden getuigt van de speciale moederlijke medewerking van de Moeder
Gods aan het heilswerk in Christus de Heer, maar ook om van haar kant voor de
toekomst de wegen voor te bereiden van deze medewerking: want het
einde van het tweede christelijk millennium opent als het ware een nieuw
perspectief.
Er is reeds aan herinnerd dat
ook onder de gescheiden broeders velen aan de Moeder van de Heer de
verschuldigde eer bewijzen, vooral onder de oosterse christenen. Het is een
mariaal licht dat op het oecumenisme valt. Ik wil er speciaal nog aan
herinneren dat gedurende het Mariajaar de duizendste verjaardag gevierd
zal worden van het doopsel van de heilige Wladimir, Grootvorst van
Kiev (in het jaar 988), dat het begin was van het christendom in de gebieden
van het Rus van die tijd en vervolgens in andere gebieden van Oost-Europa.
Langs deze weg is door het werk van de evangelisatie het christendom ook buiten
Europa verspreid tot in de noordelijke streken van het Aziatische continent.
Wij zouden ons dus vooral gedurende dit jaar in gebed willen verenigen met
allen die deze duizendste verjaardag van dit doopsel vieren, orthodoxen en katholieken,
en wij hernieuwen en bevestigen met het Concilie de gevoelens van vreugde en
troost omdat de oosterse Christenen . . . met vurige geestdrift en vrome
zin wedijveren om de Moeder van God, altijd Maagd, te vereren.
Ook al ondervinden wij nog steeds
de smartelijke gevolgen van de scheiding die enige tientallen jaren later (in
het jaar 1054) heeft plaatsgevonden, toch kunnen wij zeggen dat wij ons
tegenover de Moeder van Christus waarlijk broeders en zusters voelen binnen het
messiaanse volk dat geroepen is om op aarde een enkele familie van God te
vormen, zoals ik reeds verklaard heb aan het begin van het nieuwe jaar: Wij
willen opnieuw deze universele erfenis van alle zonen en dochters van deze
aarde bevestigen.
Toen ik het Mariajaar
aankondigde heb ik tevens gezegd dat dit volgend jaar besloten zal worden op
het hoogfeest van de Tenhemelopneming van de allerheiligste Maagd,
om het grote teken aan de hemel te doen uitkomen waarover de Apokalyps spreekt.
Op deze wijze willen wij ook gevolg geven aan de aansporing van het Concilie
dat naar Maria opziet als teken van vaste hoop en vertroosting voor het
pelgrimerende volk van God. Het Concilie spreekt deze aansporing uit met de
volgende woorden:
Laten alle gelovigen de Moeder
van God en de Moeder van de mensen dringend erom smeken, dat zij, die de
beginnende Kerk met haar gebed heeft bijgestaan, ook nu zij in de hemel boven
alle gelukzaligen en engelen verheven is, in de gemeenschap van alle heiligen
bij haar Zoon ten beste zal spreken, totdat alle volkerenfamilies, zowel zij
die de erenaam van christenen dragen als zij die hun Verlosser nog niet kennen,
in vrede en eensgezindheid tot een enkel volk van God gelukkig verenigd worden,
tot glorie van de allerheiligste en onverdeelde Drievuldigheid
DEEL 4 - Besluit
Aan het einde van de dagelijkse
getijden stijgt onder andere de volgende aanroeping van de Kerk tot Maria op:
Verheven Moeder van de
Verlosser,
die de open deur des hemel blijft en de sterre der zee
snel het volk te hulp, dat valt en poogt op te staan.
Gij die tot verbazing der natuur uw heilige Schepper hebt gebaard.
Tot verbazing der natuur. Deze
woorden van de antifoon drukken de verbazing van het geloof uit die
het mysterie van het goddelijke moederschap van Maria vergezelt. Zij vergezelt
het in zekere zin in het hart van de natuur en direct in het hart van het
gehele volk Gods, in het hart van de Kerk. Hoe wonderlijk ver is God, Schepper
en Heer van het heelal, gegaan in de openbaring van zichzelf aan de
mens. Hoe duidelijk heeft Hij alle ruimten overwonnen van de oneindige afstand die
de Schepper scheidt van het schepsel! Hij blijft onuitsprekelijk en
onnaspeurlijk in zichzelf, maar nog meer in de werkelijkheid van de
incarnatie van het Woord dat mens is geworden door de Maagd van Nazareth.
Als Hij de mens van eeuwigheid
af heeft willen roepen om deel te krijgen aan het goddelijke wezen, dan kan men
zeggen dat Hij de vergoddelijking van de mens beschikt heeft
overeenkomstig diens historische condities, zodat Hij ook na de zondeval bereid
is om het eeuwige plan van zijn liefde uit te voeren tegen een hoge prijs, door
middel van de vermenselijking van de Zoon die één in wezen met Hem
is. De natuur en meer direct de mens kan niet ontkomen aan de verbazing
tegenover deze gave waaraan hij deelachtig is geworden in de Heilige
Geest: Zozeer immers heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn
eniggeboren Zoon heeft gegeven (Joh. 3, 16).
In het middelpunt van dit
mysterie, in het hart van de verbazing van het geloof staat Maria. Als verheven
Moeder van de Verlosser heeft zij deze het eerst ervaren: Gij die tot
verbazing der natuur uw heilige Schepper hebt gebaard!
In de woorden van de liturgische
antifoon ligt ook de waarheid uitgedrukt van de grote wending die
het mysterie van de menswording bewerkt heeft voor de mens. Deze wending hoort
tot heel zijn geschiedenis, van het begin af dat ons geopenbaard is in de
eerste hoofdstukken van genesis, tot aan het laatst toe, in het
perspectief van het einde van de wereld waarvan Jezus ons de dag noch het
uur heeft geopenbaard (Mt. 25, 13). Het is onophoudelijk en voortdurende
omkeer van het vallen naar het opstaan, tussen de mens van de zonde en de mens
van de genade en de gerechtigheid. De liturgie plaatst ons vooral in de Advent
in het zenuwpunt van deze wending en raakt het onophoudelijke heden en
nu ervan aan, terwijl zij uitroept: Snel het volk te hulp dat valt
en poogt te op te staan!
Deze woorden betreffen iedere
mens, alle gemeenschappen, alle naties en volkeren, alle geslachten en
tijdvakken van de mensengeschiedenis, ons tijdvak, deze jaren van het
millennium dat ten einde loopt: Snel te hulp, ja snel het volk te hulp
dat valt!
Dit is de aanroeping die gericht
is tot Maria, de verheven Moeder van de Verlosser; het is de aanroeping
die gericht is tot Christus die door Maria de geschiedenis van de mensheid is
binnengetreden. Van jaar tot jaar verheft de antifoon zich tot Maria en roept
zij het moment op waarop deze wezenlijke historische wending zich voltrokken
heeft, die onomkeerbaar voortduurt: de omkeer van het vallen naar
het opstaan.
De mensheid heeft
bewonderenswaardige ontdekkingen gedaan en wonderbaarlijke resultaten bereikt
op het gebied van de wetenschap en de techniek; zij heeft grote werken verricht
op de weg van de vooruitgang en de beschaving en men zou zeggen dat zij in de
jongste tijden erin geslaagd is de loop van de geschiedenis te versnellen; maar
de fundamentele wending, de wending die oorspronkelijk genoemd kan
worden, begeleidt altijd de tocht van de mens en vergezelt door de
verschillende historische gebeurtenissen heen allen en iedereen. Het is de
omkeer van het vallen naar het opstaan, van de dood naar het
leven. Het is ook een onophoudelijke uitdaging aan het menselijke
bewustzijn, een uitdaging aan heel het historische bewustzijn van de mens: de
uitdaging om de weg van het niet vallen te volgen op de altijd oude
en nieuwe wijzen en van het opstaan als hij gevallen is.
Terwijl de Kerk met de gehele
mensheid de grens tussen de twee millennia nadert, neemt zij van haar kant met
de gehele gemeenschap der gelovigen en samen met iedere mens van goede wil de
grote uitdaging aan de vervat ligt in de woorden van de antifoon over het
volk dat valt en poogt op te staan. Zij richt zich zowel tot de Verlosser als
tot zijn Moeder met de aanroeping: Kom te hulp. Zij ziet de heilige
Moeder van God immers en dit gebed ziet haar diep betrokken bij de
geschiedenis van de mensheid, bij de eeuwige roeping van de mens, volgens het
providentiële plan dat God van eeuwigheid voor hem beschikt heeft; zij ziet
haar moederlijke aanwezigheid en betrokkenheid bij de veelvuldige en
ingewikkelde problemen waarmee heden ten dage het leven van de
enkelingen, van de gezinnen en van de volkeren vergezeld gaat; zij ziet haar
het christenvolk te hulp snellen in de onophoudelijke strijd tussen goed en
kwaad, opdat het niet zal vallen en, als het gevallen is zal
opstaan.
Ik hoop van harte dat ook de
overwegingen die in deze encycliek vervat zijn, mogen dienen tot de vernieuwing
van deze visie in het hart van alle gelovigen! Als bisschop van Rome zend ik
aan allen voor wie deze beschouwingen bestemd zijn de vredeskus en groeten en
zegen in onze Heer Jezus Christus.
Amen.
Gegeven te Rome bij Sint Petrus,
op 25 maart, het hoogfeest van de Aankondiging van de Heer, van het jaar
1987,
het negende van mijn pontificaat.
Paus Johannes Paulus II
Kroontje van dank aan Maria
INLEIDEND GEBED:
Allerheiligste Maagd Maria, machtige Schatbewaarster en
Uitdeelster van Gods Genaden. Ik breng U mijn dank voor al Uw weldaden die ik
niet waardig ben, voor al Uw Liefde die ik nog niet voel, en voor Uw gebeden
die mij de Eeuwige Gelukzaligheid verdienen.
3 x "Wees gegroet Maria "
daarna (op een gewone rozenkrans) 5 tientjes
als volgt:
* Op de GROTE KRALEN (kralen van het "Onze
Vader"):
Mijn liefhebbende Moeder Maria, Middelares van alle
Genaden, ik dank U voor de gunsten die ik uit Uw handen heb bekomen, voor de
kussen van Liefde die U op mijn hart hebt gedrukt, en voor de onzichtbare
bloemen van Eeuwig Leven die U in mijn ziel hebt gezaaid.
* Op de KLEINE KRALEN (kralen van het
"Weesgegroet"):
Dank U, Hemelse Moeder, voor Uw bescherming, hulp,
bemiddeling en Voorspraak.
Na de 5 tientjes:
Het volgend SLOTGEBED:
Geprezen zij Maria, Middelares voor de hele mensheid.
Geprezen zij Maria, Voorspreekster voor de hele mensheid.
Geprezen zij Maria, Medeverlosseres van de hele mensheid.
Aanvaard de toewijding van mijn hele wezen als dank, want zonder U ben ik
verloren.