
U heeft tot de Bisschoppen van Afrika gezegd,
dat wij ons in een ideologische strijd bevinden. Wat wil u daarmee zeggen?
Anatrella: De Paus benadrukt
het sterk: Wij beleven vandaag een beklemmende tegenstrijdigheid. Terwijl men
van de ene kant aanspraak maakt op vermeende rechten, die willekeurig en
genotzuchtig van aard zijn, onder het voorwendsel dat ze door
overheidsstructuren worden erkend en bevorderd, worden van de andere kant de
elementaire grondrechten van een groot deel van de mensheid ontkend en
geschonden. Geëmigreerde families worden niet altijd in hun waardigheid
gerespecteerd. Het verplaatsen van industrieën verarmen de enen en buiten de
handenarbeid van de anderen uit. En op een ander vlak, heeft een kind het recht
alleen opgevoed te worden door een man en een vrouw, zijn vader en moeder, om
aan zijn behoeften te voldoen en zijn psychologische, sociale, morele en
spirituele belangen te respecteren.
Vandaag, zegt de Paus, zou het ware en het maakbare
willen doen samenvallen. Maar als efficiëntie en nuttigheid de enige
criteria van de waarheid zijn, wordt de ontwikkeling vanzelf uitgesloten.
Huwelijk en voortplanting kunnen niet onder de nuttigheid vallen om tegemoet te
komen aan de onvoldaanheid van de mens.
Reeds Paulus VI had de wereldwijde dimensie van het
sociale vraagstuk erkend en erop gewezen ... omdat het de mogelijkheid zelf
inhoudt het leven
niet alleen te begrijpen, maar ook te manipuleren. Wij
hebben dikwijls gezegd en herhaald dat de hedendaagse ketterijen niet meer
zozeer religieus zijn, maar antropologisch; daar is de genderideologie er één
van in het intellectuele landschap dat het bijna als een internationale regel
beschouwt. Geloof en rede dienen samen gedacht te worden, zegt de Paus ons in
zijn encycliek. God openbaart de mens aan de mens; de rede en het geloof
werken samen om hem het goede te tonen, als hij maar bereid is het te zien. De
natuurwet waarin de rede van de Schepper oplicht, toont de grootheid van de
mens, maar ook zijn ellende, als hij de oproep tot morele waarheid afwijst.
Het hoeft niet verborgen te worden, we zitten volop in een
ideeënstrijd waarvan de burgers dikwijls niet beseffen wat op het spel staat en
waarin alles gedaan wordt om de Kerk in de hoek te duwen. Maar de Kerk vervult
echter gewoon haar zending wanneer zij de gevolgen benadrukt van dit soort van
ideologie voor de toekomst van de mensheid. De in vraagstelling van het
huwelijk is één van de eerste aspecten van deze genderstrategie die de
seksualiteit van de mens probeert te herdefiniëren en die in tegenspraak is met
de realiteit van de incarnatie van de mens in een specifiek lichaam. De
aanhangers van de genderideologie houden vast aan de idee dat wij allemaal mens
zijn voordat we man of vrouw zijn. Deze drogreden is een illusie want de mens
op zich bestaat niet. Wij zijn geen geslachtloze wezens. Wij ontmoeten
alleen mensen die ofwel man ofwel vrouw zijn. Trouwens, buiten die twee zijn er
geen andere identiteiten. Talrijke onrealistische situaties doen zich in die
ideologie voor; ze zijn gekenmerkt door de ontkenning van het geslachtelijke
lichaam en sluiten aan bij een angst die de mensheid altijd doorkruist heeft,
de angst namelijk om het verschil in seksualiteit te erkennen, aanvaarden en
verinnerlijken. Dat is de ware zin van het anders zijn van de mens en deze zin
wordt in de christelijke openbaring voltooid. De betekenis van het huwelijk kan
slechts begrepen worden vanuit het geslachtelijk lichaam dat eenwording en
gemeenschap mogelijk maakt tussen een man en een vrouw.
Waarvan moet de Kerk en alle Christenen zich
bewust zijn? Wat staat op het spel?
Anatrella: Zij moeten ervoor
zorgen dat de verschillende nationale parlementen burgerwetten invoeren die
niet in tegenspraak zijn met de principes van de menselijkheid. De ideologie
van het gender is tegengesteld aan de belangen van de mens en zet ze op het
spel. Een samenleving die de zin niet meer begrijpt van het verschil tussen de
seksen, verliest geleidelijk de zin voor de waarheid. Deze ideologie tast
het dragende kader van de samenleving aan. Door het verschil van de seksen
opnieuw in vraag te stellen, aangezien men laat verstaan dat de seksuele
identiteit onafhankelijk is van het biologische feit, ontbindt de
genderideologie de biologische en psychologische seksualiteit, met de bedoeling
er een sociale constructie van te maken en een machtsspel tussen man en vrouw.
De strijd tussen de seksen heeft de klassenstrijd vervangen. Hoofdzaak is het
onderscheid tussen man en vrouw te laten wegvallen. Met andere woorden, niets
mag de vrouw verhinderen in alles de gelijke te zijn van de man en dit gaat
gepaard met het aanklagen van de overheersing en macht van de man. Het
moederschap wordt als een handicap en onrechtvaardigheid gezien omdat alleen
vrouwen kinderen dragen. Men dient dus de vrouw van het moederschap te
bevrijden; dit verklaart de toename van campagnes voor contraceptie en abortus.
Een ware campagne van internationale verminking geleid door de hoogste
instanties die de ware rijkdom van een volk aantasten, namelijk zijn kinderen.
Benedictus XVI schrijft terecht: Sommige
niet-gouvernementele organisaties (NGOs) werken actief mee aan de verbreiding
van abortus en bevorderen soms in arme landen de keuze voor sterilisatie, ook
bij vrouwen die zich niet bewust zijn van de betekenis van de ingreep.
Bovendien is er het vermoeden dat af en toe ontwikkelingshulp zelf gekoppeld
wordt aan bepaalde vormen van gezondheidsbeleid, die de facto strenge
maatregelen van geboortebeperking opleggen. ... Als een samenleving de weg
inslaat van het weigeren of onderdrukken van het leven, zal zij uiteindelijk
niet meer de nodige motivatie en energie vinden om zich in te zetten voor het
ware welzijn van de mens.. De mens ziet zichzelf als meester van het
universum. Maar dat is hij niet en hij staat niet aan de oorsprong van zijn
bestaan, hij is niet zijn eigen schepper en nog minder iemand die zich uit het
niets opbouwt. Hij komt voort uit een natuur en hij wordt door de cultuur.
Er is geen tegenstelling tussen beide, wel een subtiele interactie. Eerder dan
zich te maken, ontwikkelt de mens zich volgens fenomenen die hem eigen zijn.
Hij ontvangt zichzelf als een gegeven, zegt de Paus, en gaat op weg langs vele
vormen van onderlinge afhankelijkheid. Daarom is het nodig dat hij zich ontdoet
van de narcistische en zelfgenoegzame visie van deze ideologie en van het
droombeeld van almacht om van zichzelf de architect te maken van zijn
persoonlijke geschiedenis die hij op heel de lijn volkomen in de hand heeft.
Levensverhalen zijn momenteel sterk in de mode; in het
Westen spreken mensen over zichzelf op radio en televisie; het getuigt van de
behoefte zichzelf te verantwoorden, zich voor te stellen als de held van zijn
leven of als het slachtoffer van de opvoeding en van de anderen. Het is een
symptoom van de moeilijkheid om zijn leven in bezit te nemen, er betekenis aan
te geven en te aanvaarden. De Heilige Vader benadrukt dat de mens niet alleen
aan zichzelf gegeven wordt, maar ook als gave gemaakt is. Liefde in
waarheid confronteert de mens met de wonderlijke ervaring van de gave. De gave
om niet is in zijn leven aanwezig op velerlei wijzen. De mens bestaat voor de
gave. Ze brengt zijn goddelijke dimensie tot uitdrukking en verwerkelijkt ze.
De gave kan zich slechts realiseren door erkenning, aanvaarding en verinnerlijking
van het anders zijn en het seksueel anders zijn. Zelfgave drukt zich uit door
het lichaam naar het voorbeeld van Christus die is mens geworden en zich
lichamelijk heeft opgeofferd opdat de mens Gods mensheid zou bereiken in liefde
voor de waarheid.
Hoe priesters opleiden en Christenen
intellectueel voor deze ideologie sensibiliseren?
Anatrella: De bisschoppen van
Afrika zijn vastbesloten op te treden in de vorming aan de seminaries,
katholieke universiteiten, parochies en bewegingen voor gezinswerking, zowel om
ze voor de genderideologie te sensibiliseren als hun een kritisch intellectueel
apparaat aan te bieden en de realistische kijk op de complementariteit van man
en vrouw te geven. Man en vrouw zijn geroepen zich te verenigen en niet elkaar
de oorlog aan te doen. Zoals Johannes Paulus II sterk benadrukte, roept de Kerk
op tot een beschaving die op liefde gebaseerd is, namelijk op het koppel van
een man en een vrouw, de enigen die de zin van de liefde in het huwelijk en de
voortplanting binnen het gezin kunnen symboliseren. Men dient dit belangrijke
onderscheid tenminste verinnerlijkt te hebben, vooraleer aan liefde te kunnen
beginnen.
Alhoewel deze theorie in het Westen reeds vele jaren aan
het werk is, is de reflectie daarover op seminaries en aan katholieke
universiteiten bijna onbestaande. Men stelt vast dat onderwijzers, studenten en
de geestelijkheid in hun geheel, dikwijls de taal die aan deze ideologie
inherent is, onbewust overnemen. Dat is het schadelijkste aspect van deze
theorie: woorden in de gewone omgangstaal brengen om zo de ideeën
aanvaardbaarder te maken. Zoals het begrip santé reproductive (gezonde
voortplanting) dat niets te maken heeft met begeleiding van moeders en gezin,
maar propaganda voor contraceptiva en abortus betekent. Het zou beter vervangen
worden door santé familiale (gezondheid van het gezin) wat vader,
moeder en de kinderen omvat: kortom de gezinskern. Men dient dus de oorsprong
en draagwijdte van de begrippen te kennen en weigeren deze nieuwe taal te
gebruiken.
Men moet de katholieke verenigingen voor het gezin danken
voor al hun werk op Europees en internationaal vlak. Mensen die in de vorming
en het onderwijs staan dienen op brede schaal gesensibiliseerd te worden, en
ook de Christenen als geheel, om te reageren op deze nieuwe uitdaging op het
vlak van de gezinspolitiek. Christenen moeten zich mobiliseren wanneer de
waardigheid van het leven en het menselijk evenwicht bedreigd worden, daar waar
Benedictus XVI ons oproept tot belangeloosheid die meer openstaat voor het
leven.
Mgr. Anatrella, Genderideologie en oorsprong
van homoseksualiteit
Mgr. Tony Anatrella, psychoanalyticus en specialist in
sociale psychiatrie, geeft onderwijs in Parijs en is onder meer adviseur van
de Pauselijke Raad voor het Gezin en van de Pauselijke Raad voor
het Pastoraat in de Gezondheidszorg. Hij heeft zijn laatste boek La teoria
del gender e lorigine dellomosessualità (De gendertheorie en de
oorsprong van homoseksualiteit), uitg. San Paolo, voorgesteld in het
Cultureel Centrum van Milaan op 28 april 2012, vooravond van de 7e Wereldbijeenkomst
van Gezinnen, voor een publiek dat bestond uit universiteitsdocenten,
psychiaters en specialisten in menswetenschappen.
Hier volgt een citaat uit het interview van Zenit met Mgr.
Anatrella:
Zenit: U wijdt in uw boek een
lang hoofdstuk aan de oorsprong van homoseksualiteit. Kan u hierop nader
ingaan?
Mgr. Anatrella: Homoseksualiteit
is één van de effecten van de genderideologie. Deze bepaalt seksualiteit niet
vanuit de twee enige seksuele identiteiten die bestaan (man en vrouw) maar in
functie van de seksuele gerichtheid, die meer in aantal zijn en gevarieerd en
een conflict aan het licht brengen dat in mindere of meerdere mate gewijzigd
werd door partiële impulsen en primaire identificaties.
Wanneer men spreekt over homoseksualiteit, dient het
individuele aspect onderscheiden te worden van het sociale, meer bepaald voor
wat het huwelijk betreft tussen personen van hetzelfde geslacht en de adoptie
van kinderen.
Op individueel vlak, heeft homoseksualiteit altijd bestaan
en zal zij ongetwijfeld altijd min of meer blijven bestaan. De meerderheid
van de serieuze onderzoeken wijzen uit dat er geen genetische of
neurofysiologische oorsprong van deze bijzondere neiging is. Het is eerder
verwonderlijk dat de menselijke natuur op basis van de karakteristieken die
eigen zijn aan man en vrouw, ontkend wordt en dat men tegelijk een homoseksuele
natuur genetisch of biologisch zou willen funderen om de normale aard van deze
neiging aan te tonen. Als menselijke seksualiteit betrekkelijk
geconditioneerd wordt door biologische bepaaldheden, hangt zij ook en vooral af
de voorstelling die ieder van zijn verlangens maakt. Het driftleven ontplooit
zich in een systeem van voorstellingen die verbonden zijn met verschillende
ervaringen die het kind en de adolescent van hun lichaam hebben. De eerste
identificaties zijn velerlei en dikwijls op personen van hetzelfde geslacht
gericht om de identiteit van jongen of meisje te versterken. En het is wanneer
interne conflicten zich voordoen en niet opgelost worden dat bijzondere
gerichtheden kunnen verschijnen in tegenstelling met de identiteit die het
subject heeft. Wat betekent dat homoseksualiteit geen alternatief is voor de
seksuele anders geaardheid die zich alleen voordoet tussen man en vrouw. Homoseksualiteit
is veeleer de uitdrukking van een onontwikkelde fixatie van wat gelijkaardig is
en van wat op zichzelf gelijkt en brengt de moeilijkheid aan het licht om het
ander geslacht te verinnerlijken.
Er zijn verschillende vormen van homoseksualiteit: sommige
kunnen evolueren en zich op een natuurlijke manier naar het andere geslacht
richten, terwijl andere vormen minder veranderlijk zijn. Het drama is dat de
huidige context niet bevorderlijk is om zichzelf over dit onderwerp in vraag te
stellen, om te weten waarmee deze neiging overeenstemt. Nochtans komen velen op
consultatie in de hoop deze neiging te veranderen en sommigen komen er toe. Maar
er is een soort van taboe en verbod om te denken dat men een homoseksuele
gerichtheid zou kunnen veranderen terwijl sommigen er nochtans in slagen. Men
aanvaardt gemakkelijk dat iemand die heteroseksueel is, homoseksueel kan
worden, terwijl het omgekeerde onmogelijk zou zijn.
Het gaat wel te verstaan niet om het toepassen van
autosuggestie maar om de persoon vrij over dit onderwerp te laten spreken zodat
hij zich bewust wordt van wat hem ertoe gebracht heeft zich psychologisch op
deze manier te organiseren en om te beslissen hoe zich te gedragen.
De sociale invloed van een narcistische samenleving heeft
inderdaad de neiging op seksueel vlak onduidelijk te denken. Adolescenten en
jongeren komen op consultatie omdat zij zich na enkele amoureuze tegenslagen,
inbeelden misschien homoseksueel te zijn en gaan zelfs ervaringen opdoen om te
weten of ze het zijn. Wat aantoont hoezeer de mens van vandaag het moeilijk
heeft om zich met zijn innerlijk bezig te houden en zijn verlangens te
identificeren; alles zou zich in het doen moet afspelen. Homoseksualiteit is
nog onvoldoende bestudeerd om te begrijpen uit welke psychische werking zij
voortkomt. Er is tevens een soort van intellectuele luiheid die erin bestaat
aan de relatie tussen twee personen van hetzelfde geslacht, dezelfde
eigenschappen toe te kennen die eigen zijn - en wel op exclusieve manier - aan
het koppel van man en vrouw.
|