... moet op de blaren zitten, maar wie een marathon loopt heeft kans enkele dagen op de blaren te moeten lopen. En dat is bij mij dus het geval. Ligt het aan de slijtage van mijn schoenen (nieuwe zijn besteld) of had ik (alweer) een foute sokkenkeuze gemaakt, wie zal het zeggen, maar feit is wel dat ik moeite heb om fatsoenlijk te gaan. Maar ach, dat neem ik er graag bij nadat ik gisteren mijn 29ste marathon tot een goed einde heb gebracht.
Nu is een 'goed einde' misschien sterk overdreven, want na een goed begin werd na ruim 25km duidelijk dat de fut langzaam uit de benen wegtrok. Een maximale duurtraining van amper 15km is niet genoeg, maar dat was niets nieuws voor me. Even voor kilometerbord 30 begon de lijdensweg, die duurde tot aan de Kleine Nete. Daar zag ik plots JCK-collega Eddy Buyckx en samen bereikten we alsnog de finish. Met 4:24:12 bruto, 4:23:25 netto ben ik dan ook best tevreden. Maar het is wel zeker dat ik voor mijn dertigste het net iets anders ga aanpakken en met wat meer kilometers in de benen van start ga.
Voor waar of wanneer deze is gepland kan ik nog niet zeggen, maar wellicht is dat eind dit jaar of begin volgend jaar.
... en dan kunnen we er weer tegenaan! Want de tiende editie van de marathon van Kasterlee belooft echt wel een speciale uitgave te worden. Niet alleen is er een record aantal deelnemers, er werd de jongste dagen en weken hard gewerkt om er opnieuw een echt loopfeest van te maken.
Of het voor mezelf op loopgebied een feest zal worden, dat valt nog af te wachten met het beperkte aantal kilometers in de benen, maar het feit is dat wanneer ik een eind voorbij het middaguur voor de tweede keer de Geelsebaan op kom gedraaid met een zalig gevoel richting finish zal lopen. Want aankomen, daar is het ook in mijn 29ste marathon om te doen. En Kasterlee is op dat vlak iets speciaals, dus kijken we er al naar uit.
De voorbereidingen liepen nochtans niet van een leien dakje. Pas begin oktober kon ik deftig beginnen trainen en door werkomstandigheden viel de voorbije week helemaal in het water. Gisteren (woensdag) heb ik nog een laatste test gedaan en eigenlijk had ik er best wel een goed gevoel bij. De zoon mee met de fiets en in totaal toch ruim vijftien kilometer afgelegd. De eerste tien ook tegen tien kilometer per uur, daarna heb ik het tempo wat opgedreven. Uiteindelijk had ik een gemiddelde van elf per uur, dus best tevreden.
Wat het zondag zal worden valt natuurlijk nog af te wachten, maar ik hoop dat ik ergens rond 4:15 of 4:20 kan aankomen en dan ben ik best wel tevreden.
Het is intussen al voorbij half oktober, dus komt de marathon van Kasterlee weer in zicht. Dat betekent ook dat ik weer volop aan het trainen ben, al heb ik het nu wel even anders aangepakt. Geen grote schema's met lange duurtrainingen of intervallen, gewoon een duatlonschema van de Britse hartstichting. Op die manier hoop ik opnieuw een degelijke conditie te krijgen.
Want door onfortuinlijke gebeurtenissen in de privésfeer kwam er de laatste maanden nog weinig in huis van trainen. Ik moest eind september zelfs de Leiemarathon annuleren maar voor Kasterlee wilde ik het niet zo ver laten komen. Bijna twee weken ben ik nu bezig, met enkel een rustdag op maandag. En eigenlijk voel ik me al een stuk beter, ook al is het maar een uurtje, of soms zelf een half uur dat ik onderweg ben. Maar het geeft je de tijd om het hoofd helemaal leeg te maken. Met een goede tijd hou ik in Kasterlee absoluut geen rekening mee, dat is me in de voorbije 28 marathons evenmin gelukt, maar aankomen in de tiende editie van misschien wel de mooiste marathon van het land is mijn grote doel.
De mannen van den Tjak uit Tielen hadden voor hun dertigste verjaardag een specialleke voorzien, namelijk de halve natuurmarathon van Herentals naar Tielen, een aanvullende afstand op de klassieker Herentals-Tielen over 14,3 km. Een nieuwigheid moeten we uitproberen, dus stond ik zondag op het perron van Tielen voor de verplaatsing per trein naar Hettals.
De sfeer zat er goed in, ook aan de start aan het Bloso-centrum. De 14,3km vertrok eerst, dan was het wachten op het startsignaal van de halve marathon. Dat duurde wel even, maar enkele minuten voor één waren we dan toch weg. Het was voor mij een sprong in het onbekende, want ook het traditionele parcours had ik nooit gelopen. De bedoeling was om binnen de twee uur binnen te komen, er werd me al verteld dat het om een heel pittig parcours ging.
En maak van dat pittig maar gerust zwaar, want we waren nauwelijks de grote baan over of het ging al bergop en dat bleef maar duren. Wel een knappe omloop, vooral door de natuur, maar hellingen als die aan de Toeristentoren zijn toch niet van de poes. Als men deze wedstrijd als een trail naar voren schuift, en dat is het eigenlijk ook wel, staan er volgend jaar misschien wel vijfhonderd lopers aan de start van deze halve marathon.
Maar het was zondag dus vooral genieten en niet te hard over mijn toeren gaan, want daar vreesde ik wel voor na die loodzware beginfase. En eigenlijk bleef het wel zwaar, tot een kilometer of vijf van het einde we eindelijk de bossen uitkwamen. Gedragen door de rugwind konden we dan richting kasteeltje in Tielen. Het was een schitterende wedstrijd, zeker voor herhaling vatbaar.
Ik liep een mooie en vlakke wedstrijd, constant tegen 11 km/u en was daar best tevreden mee. Een strakke duurloop past perfect in het plaatje om in september de Leiemarathon tot een goed einde te brengen.
Het was alweer een tijdje geleden dat er nog een bericht op deze blog werd gepost, maar dat betekent niet dat ik heb stilgezeten. Vooral wat werk betreft was het vrij druk en soms hectisch, wat loopactiviteiten betreft was het veeleer beperkt. Toch heb ik zowel in april als in mei succesvol een nieuwe marathon aan de teller toegevoegd, zodat mijn totaal intussen op 28 staat.
Opvallend is dat ik tussen deze twee wedstrijden geen enkele meter heb gelopen, hoewel hier toch drie weken tussen zaten. In Zeeuws-Vlaanderen liep het op 20 april vrij lekker, volgens mijn schema moest ik er 32 km afhaspelen. Ik slaagde erin om netjes ruim dertig kilometer tempo te houden, daarna ging de riem eraf en ging het iets moeizamer naar de finish. De bedoeling was dat ik mijn trainingen zou doorzetten met het oog op de Maasmarathon, van Visé naar Maastricht en terug, maar dat liep even anders af. Na enkele dagen herstellen werd het plots op professioneel vlak wat drukker en op de koop toe werd ik nog ziek. Het gevolg was dat er van trainen niets meer in huis kwam.
Met een bang hartje trok ik op mijn veertigste verjaardag naar Visé, samen met JCK-clubmakker Eddy Buyckx. Ik wist dat het gebrek aan kilometers me parten zou spelen en het weer was ook niet wat je echt super te noemen. In de start bleef het nochtans droog en vlotjes ging ik mee met de ballen die 4:00 aangaf, wetende dat ik dit tempo niet zou kunnen aanhouden. Even voor halfweg besloot ik dan maar het wat rustiger te houden, zodat ik toch nog genietend Maastricht kon doorkruisen. Opvallende verschijning in het groepje was Hilde Ottevaere, die een dag na een training van 35km deze marathon liep... als training. Chapeau!
Bij mij ging het dus heel wat minder en toen in het tweede gedeelte, tegen de wind in ook nog forse regenbuien kwamen opzetten zonk de moed tot in de schoenen. Het was echt een marteling om de markt van Visé terug te bereiken. Maar uiteindelijk lukte ik er toch in, zij het in een heel matige tijd.
Nu even wat rusten en dan weer uitkijken naar het najaar en wellicht enkele tussendoortjes (trail, Herentals-Tielen)
Vanochtend dan toch maar een bezoekje gebracht aan de dokter. Blijk ik (al sinds vorige week) te sukkelen met een keelontsteking. Misschien is dat een van de redenen waarom het gisteren tijdens de trip naar Scherpenheuvel niet echt wou vlotten. Maar het belangrijkste is wel dat ik de 33km heb kunnen uitlopen, al was hiervoor wel de overtuigingskracht van JCK-ploeggenote Inge Boeckx voor nodig.
Ik had al sinds midden vorige week veel hinder van de keel en ontstoken amandelen. Vandaar ook dat het op trainingsvlak wat minder was, ik werd ook sneller moe dan normaal. Kortom, ik geraakte maar niet in het juiste ritme, een probleem waarmee ik al enkele maanden worstel. Maar vol goede moed stond ik zelfs al om kwart voor negen (!) aan de sporthal voor de jaarlijkse vaderkesdagloop naar Scherpenheuvel. Aanvankelijk liep het best wel goed, het tempo lag net iets hoger dan 10 km/u en ik had nauwelijks moeite om te volgen. Bij het binnenlopen van Veerle, na meer dan twintig kilometer, kwamen dan toch de eerste vermoeidheidsverschijnselen opzetten. Het feit dat ik na de jaarwisseling nog geen enkele lange duurloop had gedaan speelde hoogstwaarschijnlijk ook wel mee. Ik kon me heel goed handhaven in de groep tot even voorbij Averbode, na ongeveer 26km. Daar was het de bedoeling om in de volgwagen te stappen, maar Inge overtuigde me om door te gaan tot het einde. Dus even tijd genomen om te drinken en we liepen verder, zij het iets rustiger dan voorheen. Even later visten we ook het Oost-Vlaamse JCK-lid Patrick op, die het ook moeilijk had gekregen.
Het was werkelijk verder slepen, meer zat er niet in. Op een kilometer of twee van de basiliek staken dan nog eens krampen op, dus liet ik mijn twee compagnons maar gaan. Het einde halen was mijn voornaamste doel, maar hiervoor moest ik toch wel heel diep gaan. Nu blijkt dat ik dat met een keelontsteking heb afgehandeld, lijkt het me niet meer dan logisch dat het me zoveel krachten kostte.
De tocht naar Scherpenheuvel was alleszins een schitterende duurtraining met het oog op de marathon van Zeeuws-Vlaanderen over enkele weken. De komende weken wordt er overigens nog flink aan de basisconditie gewerkt, met komende zondag de Kangoeroe Bosloop (21,1km), zowat de mooiste natuurloop uit de regio, en een week later de Crêtes de Spa, eveneens een halve marathon maar dan over ongerept en heuvelachtig terrein. Zeker nog wat om naar uit te kijken!
Na een week van intensief werken, vond ik dinsdag eindelijk de tijd om me nog eens op de loopschoenen te wagen. En ik zeg wel degelijk wagen, want door de vele sneeuw die er sinds maandagavond naar beneden was gevallen, was dit niet zo evident. Maar zondag staat de jaarlijkse Vaderkesdagloop naar Scherpenheuvel op het programma, dus mag ik niets aan het toeval overlaten. Dus nog eens een testje.
Nu was de conditie voor twee weken degelijk en ik merkte dat er vooruitgang was. Een weekje (gedwongen) rust is niet altijd een voordeel, maar het hoeft ook niet echt een nadeel te zijn. Dat ondervond ik gisteren toen ik de ijzige wind trotseerde om een tochtje rond Kasterlee te doen. Traditioneel heb ik het in de beginfase vaak moeilijk en moet ik wel eens naar adem happen en dat was gisteren niet anders. Maar al snel zat ik in het ritme -althans dat denk ik want mijn gps werkte pas de laatste honderden meters- en de tred was rustig maar goed. Vanuit het dorp liep ik richting Kabouterberg en zo naar de Kajakclub. Even verderop, toen ik te midden van de velden was gekomen, sneed de wind me in het aangezicht. Toch kon ik aardig tempo blijven houden en zo deed ik mijn rondje rond het dorp, waarin ik de vier hoofdwegen heb gekruist.
Uiteindelijk was ik na 11,28km nog zo fris als een hoentje, ik had er ongeveer een uur voor nodig. Nu hoop ik vandaag en/of morgen nog eens een tochtje te maken en dan denk ik dat ik klaar ben voor zondag. Dit zou meteen een goede test zijn met het oog op de marathon van Zeeuws-Vlaanderen op 20 april, mijn eerste van het seizoen. Ik kijk er alvast naar uit!
Eindelijk een blog in het nieuwe jaar, het was er tot dusver nog niet van gekomen. Zondag was het hier in Lichtaart de Valentijnjogging (of de Valentijntjes Bosloop zoals het officieel heet) en dan kan je natuurlijk niet ontbreken. Het was overigens de eerste keer dat ik hier aan de start stond. Volgens mijn schema moest ik 12 km lopen, een afstand die net toevallig ook tot de mogelijkheden behoorde. Enkele weken geleden moest ik tijdens de jogging van de Geelse Kajakvaarders noodgedwongen de strijd staken na ruim drie kilometer wegens ziek en veel te snel vertrokken. Met dat eerste gaat het intussen wat beter en dat tweede heb ik zelf in de hand, dus gisteren gekozen voor een strak tempo met in de eerste ronde niet te hard van stapel te lopen. En dat lukte, dankzij Luc Van Doninck die mooi 12km/u liep. Het tempo was gemaakt, vanaf halfweg de tweede ronde ging het een beetje moeilijker, maar ik hield op de vaak zompige bosgrond toch mooi tempo. Naar het einde toe kon ik nog heel even versnellen waardoor ik volgens mij net onder het uur, volgens de organisatie zes seconden na het uur over de finish kwam. Maar om en bij de twaalf per uur, dat was de bedoeling, dus opzet geslaagd.
Zaterdag had ik ook voor de eerste keer de MTB van stal gehaald, maar lang duurde het niet. Het was vooral de bedoeling dat alles na een winter te moeten buiten slapen nog functioneerde. Aanvankelijk liep het wat stroef, maar eenmaal Sas 6 voorbij liep het als een sneltrein, al heb ik besloten om mijn fietsroutes niet langs fantastische cafeetjes te laten passeren, enkel zo kunnen we de lat wat hoger leggen...
Zondag trok ik dus naar het Nederlandse Spijkenisse voor mijn allerlaatste marathon, van 2012 wel te verstaan. Ik was al vroeg uit de veren om naar de bakker te gaan en na een lekker ontbijt vertrok ik naar onze noorderburen. De verplaatsing duurde ongeveer anderhalf uur, maar verliep vlekkeloos. Ongeveer drie kwartier op voorhand was ik ter plaatse, tijd genoeg om me klaar te maken. In de kleedkamer geraakte ik al snel aan de praat met enkele sympathieke Nederlanders, die blijkbaar ooit in Kasterlee hadden gelopen.
De start was om elf uur en even voordien begaf ik me naar de SPARK-atletiekpiste, waar de start werd gegeven. Na anderhalf rondje op de piste belandden we naast het water en daar zouden we eigenlijk nooit meer van af geraken. Kleinere kanalen of waterlopen en op het einde de Maas, altijd was er water in de buurt. En dat mocht ik al vrij vlug ondervinden, want na amper drie kilometer merkte ik te laat een diepe plas op met ijskoud water. Meteen vormden zich enkele reusachtige blaren aan de onderzijde van mijn voet. Maar ik moest verder, al zou het zwaar worden.
Tot even over halfweg kon ik goed standhouden in het groepje dat 4u in gedachten had. Ik wist dat ik dit tempo niet kon volhouden, want de voorbereiding op Spijkenisse was abominabel. Rond kilometer 22 liet ik het groepje gaan en stond ik er nog alleen voor. Pas dan voelde ik dat er heel wat wind stond, maar na enkele plensbuien trek je je daar niet al te veel meer van aan. Het enige doel is de finish te halen, maar ik had het er deze keer moeilijk mee. Het liep voor geen meter meer en na kilometer 35 leek het wel een eeuwigheid te duren. Ook het op- en aflopen van de dijken kroop zeker in de kleren. Zelden was ik zo blij dat ik na bijna 42 kilometer terug de atletiekpiste opdraaide. Ik had serieus afgezien, maar nummer 26 is toch alweer een feit.
Nu wordt het uitkijken naar 2013, maar ik wil toch nog even terugblikken op het bijna afgelopen jaar. Na twee maanden inactiviteit wegens knieperikelen liep ik voor het eerst op 28 februari. In maart volgde de loop naar Scherpenheuvel, in april liep ik dan de marathon van Antwerpen. Dit vond ik een tegenvaller, zowel wat betreft sfeer als parcours en ook het weer zat helemaal tegen. Het enige lichtpunt was het Rivierenhof. In mei volgde dan de marathon van Zeeuws-Vlaanderen, waar ik op mijn verjaardag niet mijn beste dag kende en zowaar mijn zwakste prestatie ooit leverde. In juni in Torhout ging het alweer een stuk beter, maar na 33km ging het licht uit. Stockholm was enkele weken later opnieuw prachtig als stad, voor de marathon had ik maar liefst 5 uur nodig, toch te veel van het goede.
In september liep ik bij de vrienden van de Kasteellopers de biermarathon van Vorselaar. Na een goed tweederde te hebben gelopen, liep het plots voor geen meter meer en stortte ik me maar op mijn trappist. Precies een maand later liep ik zowat dezelfde tijd in de Rothaarsteig, een bergmarathon met meer dan 800 hoogtemeters. Voor mij was dit het absolute loophoogtepunt van 2012 door het schitterende, maar loodzware parcours. Maar ook aan mijn 25ste in eigen Kasterlee heb ik mooie herinneringen, een jubileum voor eigen volk. En nu na Spijkenisse zit het jaar er bijna op en kan ik uitkijken naar volgend jaar met in februari al de LPM in Genk.
Wat een mens lijden kan. Kijk je een hele week uit naar een mooie marathonzondag, hoop je op een vleugje zon, krijg je toch wel een pak regen over je heen. Maar het was genietbare regen, zeker wanneer je daar tussen een internationaal gezelschap van 1.600 loopgekke mensen bevindt. De marathon van Kasterlee zal voor mij altijd een klassieker blijven, ik liep hem zondag voor de zesde keer en bereikte voor de vijfde keer de finish. Het was bovendien mijn 25ste, een klein jubileum dus.
Maar dat aantal verzonk in het niets toen ik vooraf even een praatje maakte met Horst Preisler, de Duitser die in Kasterlee zijn 1.800ste marathon liep, jawel DUIZENDACHTHONDERD! Maar in tegenstelling tot hem ben ik nog jong, dus kunnen er nog heel wat meer bij op mijn teller. Het leek zondag ook voortreffelijk te lopen. Hoewel ik de laatste week wat last had van stramme spieren, had ik de jongste tijd een goed gevoel tijdens het lopen en toen ik zondag heel fris opstond, had ik dan ook ontzettend veel goede moed.
Ondanks de aanhoudende regen zocht ik mijn tempo, en na een bijsturing op vier kilometer (toen het net even te snel ging) kon ik een strak tempo aanhouden van om en bij de 11 km/u. Het ging goed en de eerste ronde haspelde ik mooi af in 1:55, perfect op schema dus. Het parcours van de natuurmarathon lag er loodzwaar bij, maar toch bleef ik strak tempo houden. Tot na de eerste bevoorradingspost van de tweede ronde, na ongeveer 26 km, ik even dreigde weg te glijden, me diende te herstellen waarop er plots iets in mijn rug leek vast te zitten. Even was de pijn niet te houden, maar het nummer 25 op de borst gaf me moed om verder te gaan. Aanvankelijk was het tanden bijten, en de collega's van JC Kasterlee die me even later kwamen voorbijgelopen moest ik laten gaan. En of dat pijn deed, want ik was absoluut niet moe, alleen wilde de rug niet mee. Ik had ook geen zin om me helemaal te forceren.
Met nog tien kilometer te gaan kwam ik bij een man uit Arendonk (zie foto), die zijn eerste marathon liep en in de problemen was gekomen. Hij dacht zelfs even aan opgeven, maar ik overhaalde hem om door te gaan. In het begin speelden we even haasje over, maar daarna bleven we goed samen, tot ik helemaal op het einde voor de vele supporters in mijn hometown nog een kleine versnelling plaatste. Het was goed geweest, nummer 25 is een feit.
Na mijn blessure vorig jaar in december dacht ik even aan stoppen, maar gelukkig heb ik eind februari de draad weer opgenomen. Enkele kleine ongemakken niet te na gesproken heb ik een goed jaar achter de rug, ondanks erbarmelijke tijden op de marathon. Ik liep in een tijdspanne van zeven maanden evenveel marathons en dat stemt me tevreden. Ik ben klaar voor een even spetterend 2013, waarin ik toch een keer onder de vier uur hoop te duiken. Ook hoop ik op mijn 40ste verjaardag, die op een zondag valt, een leuke marathon, trail of ultra te lopen. Maar het belangrijkste is dat ik ervan kan genieten!
De marathon van Kasterlee komt er langzaam maar zeker aan. Zondag is het weer zo ver en dus worden het nog enkele spannende dagen. Als alles meezit kom ik voor de 25ste keer over de finish van een 42-er, van de organisatie kreeg ik daarom ook nummer 25 toegekend.
Het belooft wel een topeditie te worden, met een recordaantal deelnemers. Intussen staat de teller al boven de 1500, waarvan ruim vierhonderd marathonlopers. Dit betekent wel dat het druk zal worden in Kasterlee, want dat zijn er in totaal al driehonderd meer dan de voorbije jaren. Maar geen nood, de organisatie heeft ervaring in het lopen van marathons en meer, dus kunnen we op beide oren slapen.
Ook met de conditie gaat het redelijk goed, al lijkt er toch een kleine blessure te zijn opgetreden. Misschien is het doordat ik zondag nog even te diep ging als loper in een duo-duathlon in het Nederlandse Reusel. Op een zwaar parcours liep het voor geen meter, maar kon toch een tempo van ruim 12 km/u vasthouden, veel sneller dan mijn marathontempo. De benen voelen twee dagen later nog wat log aan, maar dat komt allemaal wel goed. Want zondag in Kasterlee telt er maar één ding, aankomen. En genieten natuurlijk! Want hoewel ik de jongste jaren al op heel wat plaatsen liep, blijft deze omloop naar het Prinsenpark een pareltje. Dat het maar snel zondag is!
Om in Kasterlee mijn 25ste marathon te lopen, moest ik er nog eentje tussendoor pakken en mijn keuze viel op de Rothaarsteig Marathon in het Duitse Fleckenberg (Schmallenberg). Het was vooral de drukke agenda die bepaalde dat het deze wedstrijd zou worden. Wat ik nog niet wist toen ik inschreef, was dat het een natuurmarathon was met meer dan achthonderd hoogtemeters, een trailmarathon dus. Maar mijn eerste en enige trail die ik ooit liep, enkele weken geleden was me ontzettend goed bevallen, al was die in de Hoge Venen maar 16km lang. Nu was het dus tijd om 42,195 km te stijgen en te dalen.
Vrijdagnamiddag vertrok ik en na wat file in het Ruhrgebied arriveerde ik tijdig in Arpe, waar ik de nacht zou doorbrengen. Eerst snel mijn nummer halen en kijken hoe het startgebeuren er uit zou zien en dan terug naar het hotelletje voor een lekkere maaltijd. Toen ik even later in bed lag, duurde het dan ook niet al te lang vooraleer ik sliep. Het resultaat was dat ik zaterdagochtend ontzettend fris en uitgerust opstond. Na een stevig ontbijt mijn valies gepakt en richting startplaats.
Een uur op voorhand was ik ter plaatse en rustig maakte ik me klaar voor wat wellicht mijn zwaarste marathon tot dusver zou worden. Gezien de tijden van mijn laatste marathons moest ik toch even slikken toen de speaker zij dat iemand die normaal vier uur nodig heeft op een vlakke wedstrijd in deze wedstrijd toch richting 4:50 - 5:00 zou gaan. Vermits ik de jongste maanden dichter tegen de vijf uur aanzit dan tegen de vier, hoopte ik dat ik voor sluitingstijd (6:00) de finish zou bereiken.
Rustig starten was dus noodzakelijk en al na minder dan vier kilometer stond iedereen te voet. Een lastige helling waarop slechts enkelen konden lopen, dat was me toch even schrikken. Na tien kilometer kwam ik door in 1:05, maar ik had de indruk dat ik op de loopstukken een egaal tempo kon aanhouden. Ik liep op de lastige stukken gemiddeld 7 min/km en hierin kon ik me best vinden. Ik wist immers dat de laatste tien kilometer in dalende lijn zouden gaan.
Vanaf dan ging het ook vrij aardig en al snel had ik door dat de tijdslimiet geen probleem zou zijn en dat ik zelfs nog aardig wat onder de vijf uur zou uitkomen. Met 4:43:46 liep ik misschien wel mijn beste marathon ooit, niet qua tijd wel wat prestatie betreft.
Maar het voornaamste was dat ik genoten heb van het parcours en de prachtige vergezichten. Lopen tussen de skipistes, mooie uitzichten op onder meer Winterberg, ongerepte natuur, ... Ik vind het beslist een aanrader en ik keer er de komende jaren zeker terug. En nu gaat de focus richting Kasterlee.
De Nacht van Vlaanderen was opnieuw geen succes voor mij. Ik weet niet hoe het komt, maar ik loop ontzettend graag in Torhout en het lukt me er nooit om een deftige prestatie neer te zetten. Afgelopen vrijdag was het weer van dat. De benen voelden weliswaar voor aanvang al wat vermoeid aan, maar 's avonds om acht uur is dat niet abnormaal. In de start rustig mijn tempo gezocht en vrij snel de goede cadans gevonden. Het lukte me om een strak tempo aan te houden (10km - 0:55; 20km -1:55; 30km - 2:54) maar na dertig kilometer staken krampen de kop op. Dit overkomt me niet zo vaak, maar in Torhout is het meestal wel van dat. Zou het komen door de afkoeling, het fenomeen nacht dat komt opzetten of is het gewoon een gebrek aan training? Wie zal het zeggen? Nooit was ik beter voorbereid als afgelopen vrijdag. Feit is wel dat ik niet meer vooruit kwam en vooral bovenaan de kuit pijnscheuten kreeg.
Ach het belangrijkste is dat nummer 21 op de teller staat. Toch hoop ik dat het over enkele weken in Stockholm een pak beter gaat.
Binnen 24 uur hoop ik aaardig op weg te zijn in mijn vierde Nacht van Vlaanderen. Vanavond doe ik het rustig aan, morgenvroeg nog even doorwerken en dan opnieuw rusten. Ik kijk er echt al naar uit. Na een weekje rust heeft het uurtje met JC Kasterlee dinsdag ontzettend veel deugd gedaan. Dat geeft me vertrouwen om vrijdagavond in Torhout een lap op te geven.
Vanochtend gaan lopen in Mol-Achterbos, een natuurloop in Salus Nostra ten voordele van de Muco-vereniging. Mijn loopmaat stuurde 's morgens om zeven uur al een sms met de melding dat hij niet mee ging, wegens gisteren te veel gedronken. Dan maar iets rustiger aan gedaan, rustig ontbeten en rond een uur of negen richting Achterbos getrokken. Daar aangekomen koos ik voor de twintig kilometer, na de gehuchtenloop van vorige week (35km) en de jogging van De Mast (13,5 km) afgelopen vrijdag, zou dit mijn laatste duurloop zijn voor de marathon van Torhout. Wegens drukke werkzaamheden is het volgende week noodgedwongen rusten, maar misschien is dat nog niet zo'n slecht idee. Ik koos voor een rustige start en had de indruk dat er weinig volk was. De enige die mijn pad kruiste was een grote egel die niet geneigd was opzij te gaan. Het was dus werkelijk een natuurloop en zo heb ik ze graag, heel veel bossen en plaatsen waar ik nooit eerder kwam. Na een kilometer of vier kwam ik de eerste lopers tegen, twee keuvelende dames die volgens mij de tien kilometer liepen. Een kilometer verderop was de drankpost, waar de man me vertelde dat er toch al meer dan tweehonderd lopers gepasseerd waren. Bij deze drankpost kwam ik Leo Smets en zijn echtgenote tegen, we geraakten aan de babbel en ik liep met hen mee. Toen ik op mijn klok keek, merkte ik dat we tegen een kleine 13 km/uur liepen, toch net iets te snel voor een duurloop. Aan de volgende drankpost, na tien kilometer aan Sas 7, liet ik ze gaan. Dan maar rustig mijn weg verdergezet en langs mooie plekjes vrij vlot het einde gehaald, toch een gemiddelde van meer dan elf kilometer per uur. Ik denk dat de conditie goed zit, hopelijk kan ik die nog enkele weken vasthouden, tot Stockholm half juli, maar eerst en vooral tot in Torhout!
Ik ben vanochtend opgestaan met wat stramme spieren. De Jogging De Mast gisteren in Kasterlee heeft daar wellicht mee te maken. Na een drukke dag op een loodzwaar maar heel mooi parcours dertien kilometer voorgeschoteld krijgen, het is wel wat. De kinderen moesten al om halfzeven aan de slag, zelf moest ik pas om halfacht vertrekken. De benen voelden dan niet super, ik had er wel echt zin in. Welgekomen ontspanning!
De start vond plaats aan de sporthal van Kasterlee en van daaruit had de organisatie een mooie omloop uitgestippeld. Het begon met een bergaf om dan op een gegeven moment richting Kleine Nete te lopen, tot aan de o zo mooie Millekesbrug om dan weer een hele tijd bergop te lopen. In de bossen achter de sporthal kwam dan de climax met een lastige klim op het einde. Op zich allemaal heel mooi, maar vanaf de derde keer kroop het toch in de kleren. Uiteindelijk is het allemaal toch goed verlopen.Ik had gehoopt om ongeveer zeventien minuten over een ronde van 3,250 te doen en daar ben ik aardig in geslaagd. Met een gemiddelde van net geen 12 km/u ziet het er naar uit dat ik langzaam maar zeker mijn oude niveau bereik. Alleen kost het nu wel heel wat meer inspanningen dan een jaar of vijf geleden. Leeftijd zeker?
Volgende week ga ik een weekje rust inlassen, althans op loopvlak. Van maandag tot komende week zondag ben ik van dienst bij Gazet van Antwerpen en moet ik uitrukken bij eventuele branden, ongevallen en andere minder prettige aangelegenheden. Maar met de Marathon van Torhout een week later op het programma is dat misschien nog niet zo slecht. Vorige week zondag liep ik er 35, vrijdag dus 13 en zondagochtend trek ik naar Mol-Achterbos voor een natuurloop over twintig kilometer. Hier kijk ik echt al naar uit.
De Gehuchtenloop van gisteren over 35 kilometer was er zeker geen voor watjes. In de gietende regen gingen we met ongeveer vijftig lopers van start. De meesten waren warm aangekleed, ik was natuurlijk mijn shirt met lange mouwen vergeten. Maar het is bijna zomer, dus lukt het ook wel met korte mouwen. De eerste kilometer voelde de regen wel koud aan, maar na een kleine tien minuten ondervond ik er nog weinig hinder van. Het bleef maar regenen zodat toch alles doorweekt zou zijn.
Mijn bedoeling was aanvankelijk om 21 of 28 kilometer te lopen, maar uiteindelijk liep ik de volledige afstand. Ik voelde me de ganse tijd eigenlijk best goed en de benen strubbelden niet tegen, net als de knie die goed standhield. Het meest hinderlijke was dat de schoenen al meteen vol water stonden, maar ik veronderstel dat dit bij iedereen wel het geval was. Heel even had ik het wat moeilijk toen we na de bevoorrading op 28 km hadden stilgestaan en de wind door de open vlakte me helemaal deed verkleumen. Maar met de aankomst in zicht werd ook dit obstakel overwonnen, na enkele kilometers had ik het terug warm. En zo kwam ik eigenlijk nog goed binnen, dat moet vertrouwen geven voor de komende weken.
Ik kan het blijkbaar niet laten, maar de Nacht van West-Vlaanderen laat me maar niet los. Weken, zelfs maanden had ik er niet aan durven denken om hier opnieuw aan de start te komen, maar deze week dan toch maar ingeschreven.
Met het oog om in Stockholm een degelijke prestatie neer te zetten na de toch wel kwakkele marathons van Antwerpen en Zeeuws-Vlaanderen, dacht ik er aan om me degelijk voor te bereiden, met wat meer te trainen en enkele kilo's kwijt te geraken. Na een weekje rust wilde ik meteen de trainingsintensiteit opvoeren en amper vijfentwintig kilometer later stond mijn naam tussen de deelnemers. En ik heb er maar meteen een familie-aangelegenheid van gemaakt, door een B&B te boeken op een kleine twee kilometer van start en aankomst. Zo spaar ik een moeizame verplaatsing uit en kunnen we zaterdag en zondag het Brugse Ommeland en een gedeelte van de Westhoek verkennen. En nu maar hopen dat het mooi weer wordt...