recepten, tips, kruiden, fruit en artkels in verband met de keuken
12-05-2007
Compote van gestoomde vruchten
Als u een zoetekauw bent en u wilt het toch nog een beetje lijnvriendelijk houden, kunt u beter zoetstof in plaats van suiker gebruiken.
Voor 4 porties: Vermeng de fijngeraspte schil en het sap van 1 onbehandelde sinaasappel met 4 zoete geschilde appels (bijvoorbeeld jonagold) en 1 rijpe geschilde mango. Schep goed om, dek vervolgens af en laat 15 minuten marineren. Schep het fruit over in een stoom mandje. Stoom 5 minuten. Doe het gestoomde fruit weer bij het sinaasappelsap en breng verder op smaak met 1/2 koffielepel vanille-extract en eventueel wat fijne suiker of zoetstof. Werk af met 2 eetlepels amandelschilfers. Serveer lichtjes gekoeld. Tip: Wilt u de appels en de mango's in fijne partjes snijden, hou dan de stoomtijd een ietsje korter
800 g rivierbaarsfilets- 1 blik artisjokbodems- 125 g gepelde grijze garnalen- 2 dl lichte room- 2 sjalotten- 1 dl witte wijn- 1 dl visfumet- 1 citroen- 4 soeplepels olijfolie- enkele plukjes kervel- bloem- zout en peper
. Laat de artisjokbodems uitlekken, snij ze in stukjes en doe ze in de mixerkom met de room.
. Snipper de sjalotten en laat ze op een zacht vuur fruiten in een steelpan met 2 soeplepels olijfolie.
. Van zodra ze glazig zijn, overgiet u ze met de witte wijn en de visfumet. Laat tot de helft indikken op een hoog vuur. Voeg er de artisjokkenroom bij, een vleugje citroensap en de grijze garnalen. Laat alles zachtjes sudderen.
. Intussen rolt u de baarsfilets in de bloem. Geef er tikjes op om de overtollige bloem te verwijderen. Bak de filets in een grote pan met antikleeflaag met 2 soeplepels olijfolie. Kruid met zout en peper.
. Breng de saus op smaak (let op want de garnalen zijn al zout!)
. Giet een bodempje saus over 6 warme borden en schik er de baarsfilets op. Versier met enkele plukjes kervel en een partje citroen.
2 kg lamsschouder - 6 teentjes knoflook- 2 citroenen - 4 eetlepels olijfolie -1/2 l gevogeltefond - 1 kg aardappelen - 2 eieren - verse dille peper uit de molen en zeezout
1. Pel de knoflook, snij 3 teentjes doormidden. Kerf het vlees in met een scherp mes en stop er de halve teentjes in. Pers de andere 3 teentjes en vermeng ze met een mespunt zeezout:en flink wat peper.
2. Bestrijk er het lamsvlees mee. Besprenkel het met het sap van 1 citroen. Leg het in een braadschaal met deksel.
3. Verhit de olijfolie en schenk ze over het vlees. Voeg de warme gevogeltefond toe. Dek af en zet ,1 uur 45 min. In de op 100°C voorverwarmde oven.
4. Snij de geschilde aardappelen in stukken, leg ze bij het vlees. Zet afgedekt 1 u in de, oven op 180°C. 5. Hou vlees en aardappelen warm in de oven. Laat het stoofvocht even inkoken. Voeg er van het vuur af de losgeklopte eieren en het sap van 1 citroen bij. Zet weer op het vuur en laat al roerend indikken (niet koken!). Kruid met peper en zout.
6. Schik vlees en aardappelen op de borden. Werk af met gesnipperde dille. Geef er de saus apart bij.
Laat het smout smelten. Maak de balletjes klaar: pel de sjalotten en hak ze fijn. Verscheur het broodkruim en laat het 10 min. zwellen in melk. Meng in een slakom het vlees, de geklopte eieren, de aromaten, het paneermeel, de helft van het smout en het broodkruim dat u eerst uitperst tussen de vingers: de bereiding moet goed homogeen zijn. Rol dit alles tot 8 balletjes en wentel ze in de bloem.
Giet de rest van het smout in een gratineerschotel en schik daarin de balletjes, die u stevig tegen elkaar aan drukt. Laat 30 min. bakken in een hete oven (th. 6-7, 200°C).
Voor de saus: pel de uien en hak ze grof. Fruit ze in de hete olie tot ze zacht zijn (+/- 10min.). Voeg daarbij het bonenkruid, de Luikse stroop en laat nog 5 min. koken op matig vuur: de saus moet glanzend zijn.
Neem de balletjes uit de schotel en giet het bakvocht door een fijne puntzeef. Voeg het bij de saus, meng en dompel de balletjes erin. Dek af en laat nog 30 min. koken op zacht vuur, waarbij u de balletjes halfweg de kooktijd omdraait.
Voor de biscuit: 4 eieren- 2eetlepels lauw water- 125 g fijne suiker- 1 pakje vanillesuiker- 125 g bloem- 20 g cacaopoeder.
Voor de crème: 400 g aardbeien- 400 g Griekse yoghurt- 70 g bloemsuiker- 6 blaadjes gelatine- 2 dl slagroom- 1 pakje vanillesuiker- bloemsuiker en aardbeien om af te werken.
1.Klop de eieren wit schuimig met het water. Klop er de suiker en de vanillesuiker door. Hef er de bloem met het cacaopoeder onder.
2.Strijk het deeg dun uit op een met bakpapier beklede bakplaat. Bak de biscuit 12 to 15 minuten in de op 200°C voorverwarmde oven.
3.Leg een vochtige keukenhanddoek over de biscuit en daarop een grote snijplank. Keer het geheel om. Haal voorzichtig bakplaat en bakpapier weg. Rol de biscuit en de handdoek samen op. Laat zo afkoelen.
4.Week de gelatine in koud water. Snij de aardbeien in stukjes. Pureer de helft en vermeng met de yoghurt en de bloemsuiker. Knijp de gelatine uit, los hem op in enkele lepels warm water en roer hem door de puree. Zet koel weg tot de crème begint op te stijven.
5.Klop de room stijf met de vanillesuiker en spatel hem door de aardbeienpuree. Voeg de stukjes aardbei toe.
6.Rol de biscuit voorzichtig open. En bestrijk hem met crème. Rol hem zonder doek weer op. Zet hem minstens 2 uur in de koelkast.
7.Werk de biscuitrol voor het serveren af met bloemsuiker en aardbeien.
N.B.:Zonder cacao kan het ook. En de yoghurt kunt u vervangen door volle verse kaas, die u eerst een paar uur hebt laten uitlekken in een vergiet.
250 g boter- 1 theelepel whisky of cognac-165 g fijne suiker- 250 g bittere chocolade, in stukjes- 3,75 dl warm water- 200 g zelfrijzende bloem- 1 eetlepel cacaopoeder- 2 eieren- 1 theelepel vanille-extract- vetstof voor de vorm
Verwarm de oven voor op 180°C. Laat de boter smelten (maar niet kleuren!), doe er de whisky of cognac, de chocolade en het water bij. Roer tot de chocolade gesmolten is. Voeg er de gezeefde bloem en het cacaopoeder aan toe. Klop goed op. Doe er de eieren en het vanille-extract bij. Bewerk tot een glad een homogeen deeg. Schep het in een ingevette vorm. Bak 40 tot 45 minuten' in het midden van de oven. Laat het gebak 15 minuten afkoelen in de oven alvorens te ontvormen. Lekker lauw of koud, met slagroom en veenbessenmoes.
1/2 l preisoep- 90 g gerst (of bruine rijst)- 3 stengels selder- 150 g paddestoelen- 150 g groene boontjes- 1 kleine broccoli- 4 lente-uitjes- 1 blokje groentebouillon- zwarte peper uit de molen en zout
1. Breng 600 ml water aan de kook met het bouillonblokje. Doe er de gerst bij. Laat afgedekt 15 minuten koken.
2. Maak ondertussen de groenten schoon. Snij de selder in boogjes en grote paddestoelen in stukjes. Breek de boontjes. Verdeel de broccoli in roosjes. Snipper de lente-uitjes fijn.
3. Doe de selder bij de bouillon. Laat 5 minuten koken. Voeg er de boontjes aan toe. Laat weer 5 minuten koken. Doe er de paddestoelen en de broccoli bij. Laat nog 5 minuten koken.
4. Voeg de lente-uitjes en de preisoep toe. Breng op smaak met peper uit de molen en zout.
½ 1 heldere, ontvette bouillon- 4 eetlepels vissaus- 200 g groene kool of boerenkool- 1/2 chilipepertje- 2 limoenen- 225 g basmatirijst- 4 kardemompeulen- 150 g varkensgehakt- 1 teentje knoflook- 2 lenteuitjes- 1 eiwit- peper uit de molen en zout
1. Kook de rijst in water met wat zout en de zaadjes uit de kardemompeulen.
2. Boen de limoenen goed schoon. Rasp van één vrucht de schil heel fijn en pers het sap uit beide vruchten. Breng de bouillon aan de kook met de vissaus, de geraspte limoenschil, het limoensap en het hele pepertje. Laat alles 15 minuten onder deksel koken.
3. Snipper de kool fijn. Doe ze bij de soep en laat nog 10 minuten zacht koken.
4. Vermeng het gehakt met de knoflook-uit-de-knijper en een fijngesnipperd lenteuitje, het eiwit, peper en zout. Maak met behulp van twee koffielepels balletjes van het gehaktmengsel en doe ze bij de soep. Temper het vuur en laat de soep nog 10 minuten sudderen tegen de kook aan.
5. Doe de rijst bij de soep en laat deze nog even goed doorwarmen. Werk ten slotte af met het resterende lente-uitje en dien op.
Foreleitjes en plukjes waterkers voor een feestelijke finishing touch:
250 g gerookte visfilet (makreel of forel)- 2 uien. 1/4 knolselder- 1 eetlepel olie- 1/2 I visfumet- 1 l gevogeltefond- 2 dl room- enkele druppeltjes citroensap- peper uit de molen en zout
Voor de afwerking: . 1 dl slagroom. 3 theelepels mierikswortelpoeder . 1 potje foreleitjes. waterkers of tuinkers
1. Snij de vis in stukken. Maak de groenten zorgvuldig schoon. Snipper de ui fijn en snij de knolselder in dobbelsteentjes.
2. Stoof de vis aan in de olie. Doe er de groenten bij. Laat een paar, minuten meestoven. Leng aan met de visfumet en de gevogeltefond. Zet het deksel op de pan en laat 30 minuten zacht koken.
3. Mix de soep en giet ze door een fijne puntzeef. Voeg de room toe. laat nog 15 minuten tegen de kook aan sudderen in de open pan.
4. Breng de soep op smaak met citroensap, peper en zout. Klop de room stijf en voeg er het mierikswortel poeder aan toe.
5. Verdeel de hete soep over kommetjes. Werk elke portie af met een lepel mierikswortel room, wat viseitjes en een plukje waterkers.
Aardappelpreitaartje met handgepelde garnalen, tijmbotersausje en gefrituurde prei.
4 aardappelen- 200 g handgepelde garnalen- 2 dl garnalenbouillon- 4 staafjes prei, waarvan 2 in lintjes gesneden- potje verse tijm- 150g boter
Was en schil de aardappelen, snijd ze in blokjes en kook deze beetgaar in licht gezouten water. Snijd de rauwe preistaafjes in blokjes, zoals de aardappelen. Stoof de preiblokjes krokant in 25 g boter, maar laat ze niet bruin worden. Frituur de preilintjes in olie van 160°C. Laat de lintjes uitdruipen.
Voor het tijmbotersausje:Maak 20 g tijmblaadjes los van de takjes. Verwarm 2 dl garnalenbouillon. Voeg er 125 g koude boterblokjes bij, samen met de tijmblaadjes. Laat nu niet meer koken.
Meng de aardappelblokjes met de preiblokjes. Kruid met peper en zout en leg op elk bord een hoopje (werk eventueel met een ring) van de mengeling. Leg de garnalen er bovenop en lepel de tijmbotersaus er rond. Werk af met de gefrituurde preilintjes.
2. Blancheer de sojascheuten 1 tot 2 minuten in water met de laurier en een snufje zout. Laat ze schrikken in koud water.
3. Plet de pinda noten grof en rooster ze goudbruin in een pan met antiaanbaklaag, zonder extra vetstof'" toe te voegen.
4. Schil de mango en snij het vruchtvlees in blokjes. Schil de pompelmoezen en verdeel ze in partjes. Snipper de lente-uitjes fijn. Vermeng het fruit en de groenten met de rijst.
5. Roer een dressing met de opgegeven ingrediënten. Maak er de salade mee aan.
gebakken taartbodems - 1 bussel witte of groene asperges - 15 g boter - 1 eetlepel gehakte ui - 2 hardgekookte eieren - 2,5 dl. melk of melk en room 50 g gemalen kaas - 1 ei - peper - zout
Schil de asperges, snijd ze in stukken en kook ze gaar. Verwarm de melk of room en roer er de gemalen kaas onder, daarna het geklopte ei. Breng op smaak. Bedek de taartbodem met de gekookte asperges en deze met de geplette hardgekookte eieren. Giet er de vulling bij en laat de taartjes op 180°C bakken tot het mengsel stevig en goudbruin is. Kan worden opgediend als voorgerecht.
1 bundel asperges- 400 g zalmfilet- 4 eetlepels arachideolie - 2 eetlepels ketjap- 1 glas droge witte wijn 100 g sojascheuten- peper - wat citroensap.
1. Schil de asperges zorgvuldig en snij ze in stukjes van ongeveer 3 cm.
2. Snij de vis in beetklare stukjes.
3. Verhit de helft van de olie in de wok en roerbak er gedurende 3 minuten de aspergestukjes in.
Giet de asperges uit de wok.
4. Verhit de rest van de olie en breng op smaak met de ketjap. Bak er gedurende 2 minuten de blokjes zalm in. Voeg de witte wijn toe en roer er dan voorzichtig de asperges en de sojascheuten door. Breng op smaak met peper en laat nog gedurende 2 minuten goed heet worden.
5. Schik het mengsel op borden of in kommetjes en druppel er een beetje citroensap over.
De rauwe zalm in blokjes snijden. Voor de vinaigrette alle ingrediënten samenvoegen en mixen, kruiden met peper en zout.
De pompelmoes en sinaasappel in partjes verdelen en het vliesje verwijderen. Het pijpuitje mengen met de zalm en de partjes pompelmoes en sinaasappel. Het geheel mengen met de vinaigrette en eventueel bijkruiden met peper en zout. Afwerken met een takje koriander.
Dompel de tomaten even onder in kokend water, pel ze, snij ze in vier en verwijder de pitten. Pureer ze in de keukenmachine (of met een staafmixer) en breng op smaak met zout, peper en xeresazijn. Maak de teentjes look los van elkaar, pel ze niet, maar blancheer ze gedurende een tweetal minuutjes in licht gezouten water. Spoel ze koud, pel de teentjes dan en doe ze opnieuw in vers licht gezouten kokend water. Kook gedurende 5 minuten. Spoel ze opnieuw koud, kook ze weer 5 minuten in vers gezouten water en herhaal dit nog een keer. Verwijder vervolgens de groene kern uit de teentjes en pureer ze in de keukenmachine of met een mixer. Warm de puree op in de melk, kruid met peper en zout en houd warm.
Kruid de slibtongetjes met peper en zout. Verhit de olie in een pan met anti-aanbaklaag en bak de tongetjes in een viertal minuten aan beide zijden gaar.
Verdeel de tomatencoulis en lookcrème over 4 borden, leg de tongetjes erbij en serveer met een lichte salade.
1 plak kruimeldeeg- 6 peren- 100 g amandelpoeder- 1 ei- 30 g boter- 100 g fijne suiker- 5 cl perenalcohol (eau-de-vie de poire)- 40 g gehakte pistaches.
-Schil 5 peren en snij ze in kwarten. Doe ze in een kom met 75 g suiker en de perenalcohol. Laat ze 30 minuten marineren. Laat ze uitlekken en bewaar de marinade.
-Verwarm de oven voor op 200°C. Bekleed een springvorm van 23 cm diameter met bakpapier en leg er het kruimeldeeg in. Druk de rand wat aan. Prik de bodem in met een vork. Strooi er het amandelpoeder op. Schik er de peren op.
-Klop het ei los met de marinade. Schenk over de peren. Bak de taart 30 minuten in het midden van de oven. Laat ze 10 minuten afkoelen in de vorm en dan verder op een rooster.
-Snij de resterende peer, met schil, in fijne partjes. Laat de boter smelten in een pan. Doe er de rest van de suiker bij en laat lichtjes karameliseren.
-Leg de peerpartjes 3 minuten in de karamel, keer ze één keer voorzichtig om. Schik ze op de taart. Werk af met gehakte pistaches.
De Koningin van onze inlandse groenten? Dat zou wel eens de asperge kunnen zijn. Nieuwe teelttechnieken (containerteelt, serreteelt en teelt Onder folie) hebben ervoor gezorgd dat de Vlaamse asperge van oktober- november tot eind juni op de markt verkrijgbaar is. Maar toch vormt mei nog altijd dé aspergemaand bij uitstek. Tijd om u te laten verleiden door een absolute lekkernij van eigen bodem
Voor de oorsprong van de asperges moet je al teruggaan tot de Romeinse tijd. De naam asparagus zou te maken hebben met het Latijnse 'aspergere', wat staat voor besprenkelen, opsmukken. In het Frans worden asperges wel eens 'pointes d'amour' genoemd. In het Duits 'Liebesspitzen', wat een ondubbelzinnige erotische connotatie' oproept. Julius Caesar, Marcus Antonius en Cleopatra, en waarschijnlijk nog vele anderen, geloofden rotsvast in het afrodisiacum-effect van deze groente. Toch maar eens uitproberen...
In ons land situeert de aspergeteelt zich vooral in Klein- Brabant (Puurs, Bornem, Kalfort), de driehoek Leuven- Mechelen- Aarschot, de streek rond Kinrooi en Noord- Limburg. In West-Vlaanderen is de teelt van groene asperges in opmars.
Asperges telen is geen sinecure. De plant vormt korte en dikke ondergrondse wortelstokken die een heleboel kleine worteltjes en knoppen dragen. Uit die knoppen groeien in het voorjaar stengels naar de oppervlakte toe.
De eerste twee jaren vormt elke wortelstok maar enkele stengels. Die laat men helemaal uitgroeien tot een plant met een massa fijne blaadjes, waarna hij afsterft. Pas vanaf het derde jaar ontwikkelen zich meer en meer stengels per wortelstok. Na het zesde jaar gaat de productie weer achteruit.
Op het einde van de winter worden de rijen waarin de wortelstokken zitten, aangeaard tot langwerpige heuveltjes. Mede door de "scheurtjes" in de grond kan het geoefende oog van de teler precies zien wanneer de blanke stengel door de grond gaat breken en zijn 'topje' zal laten zien. Dan is het ogenblik aangebroken om ze één na één te oogsten met een speciale guts, een stuk gereedschap dat, langs de stengel, tot aan de wortelstok glijdt en aldaar de asperge afsnijdt. Wacht de teler iets te lang met het afsteken, dan breekt de aspergekop door de bovenste grondlaag heen en wordt hij aan het licht blootgesteld. Na enkele uren kleurt hij violet of zelfs purper.
Het arbeidsintensieve karakter maakt dat aan deze delicatesse een hoog prijskaartje hangt. Ook de vereiste investeringen spelen mee: het duurt immers drie jaar eer men nieuwe wortelstokken kan oogsten. Kwaliteit heeft nu eenmaal een prijs...
Witte asperges, dé asperge bij uitstek van de Belgische consument, kosten doorgaans meer dan de violette of groene asperges, omdat de teelt ervan arbeidsintensiever is. Witte asperges groeien in opgehoogde zandbedden die mooi geëffend moeten liggen, waardoor ze aan het licht onttrokken worden.
De groene asperge, die in tegenstelling tot de witte asperge niet geschild hoeft te worden, is dan weer afkomstig van de teelt boven de grond. Bij deze teelttechniek hoeven de asperges niet te worden aangeaard; bijgevolg komen ze in contact met het licht en kleuren ze groen aan. Overigens kan men van het pittige kleurcontrast tussen de verschillende aspergevarianten gebruik maken om een betoverend culinair schilderijtje klaar te stomen. Wij presenteren u hierna al een voorsmaakje...
Smultip
* Bij de aankoop: asperges worden meestal verkocht in bosjes. De beste zijn één vinger dik en wit. De stengels moeten gaaf en gelijkvormig zijn met een gesloten kop. Het onderste gedeelte mag niet houterig, hol of te droog zijn. Broosheid is een kenmerk van versheid.
*Juist bewaren: gebruik asperges altijd zo vers mogelijk. In de koelkast kunt u zeenkele dagen bewaren wanneer u zein een goed vochtige doek wikkelt. Wilt u asperges invriezen, dan moet u zeeerst schillen en 2 minuten blancheren. Spoel zedan af onder koud stromend water, laat zeuitlekken, verpak zeen vries zein. Nog beter is het zein dozen te leggen, te overgieten met het afgekoelde kookvocht en zezoin te vriezen. Dan drogen zeminder uit.
* De schoonmaak: breek eerst harde en houterige ondereindjes af. Bij groene en violette asperges moet u verder alleen het ondereinde van de stengels dun en voorzichtig schillen met een dunschiller. Witte asperges zijn wat meer vezelig, hun stengels moet u beginnen te schillen (eveneens met een dunschiller) vanaf 7 à 8 cm onder de kop. Naar onderen toe moet u zedikker schillen.
* Het koken: een minder bekende maar goede kookmethode is de volgende. Breng een grote pan gezouten water aan de kook en leg er de asperges in. Laat ze15 minuten koken (10 minuten voor groene asperges). Zet dan de pan van het vuur en laat de asperges nog 30 minuten nagaren in het kookvocht en tenslotte goed uitlekken. Wenst u dat de fijne punten stevig blijven, bind de asperges dan met keukendraad in bundeltjes van gelijke dikte en hang deze met het uiteinde van hun draad vast aan het oor van de pan. Zoblijven de fijne punten boven het kokende water en worden zeniet tot moes gekookt.
* Koken in de microgolfoven: op deze manier spaart u de helft van de tijd uit. Leg de asperges mooi naast elkaar (en nooit op elkaar) in een schaal van 30 cm diameter en met de punten allemaal in dezelfde richting (of in een stervorm met de punten naar het midden). Overgiet zemet 1 eetlepel water per 225 g en dek de schotel af. Laat ze8 à 10 minuten (volgens hun dikte) garen met de oven op maximaal vermogen (voor groene asperges 6 à 8 minuten volgens hun dikte). Laat zedan nog 3 à 5 minuten rusten, verwijder de bedekking en laat zeuitlekken.
Invriezen: de smakelijkste methode bestaat erin om de geschilde asperges 2 minuten te koken in gezouten water, zevervolgens in dozen te leggen, te overgieten met het afgekoelde kookvocht en zoin te vriezen. Op deze manier drogen zeminder uit.
Mousselinesaus: asperges serveer je liefst puur natuur en met een lichte garnituur. Bijvoorbeeld met gesmolten boter, op zijn Vlaams (een mengsel van gesmolten boter, fijngeprakt hardgekookt ei en peterselie) of met een lichte mousselinesaus.
Voor deze saus klopt u 3 eierdooiers samen met het sap van 1 citroen en 1 dl kookvocht van de asperges op tot een romige massa (peper en zout toevoegen). Zet de pan op een heel klein vuurtje (de saus mag beslist niet koken) en blijf kloppen tot het volume verdubbeld is. Roer er dan 100 g gesmolten boter (zonder het bezinksel) en 100 g licht opgeklopte room onder.
4 pruimtomaten - 2 knoflookteentjes -1 gedroogde chilipeper - 2 el kappertjes - 3 el zwarte olijven 3 el rucola-320gspaghetti - 3 el olijfolie extra vergine - zeezout en peper
Halveer de tomaten. Knijp het sap en de pitjes eruit en hak het vruchtvlees grof.
Pel de knoflook en plet de teentjes met wat zeezout.
Verkruimel de chilipeper. Spoel de kappertjes af en ontpit de olijven.
Hak de rucola grof.
Meng de tomaten met alle ingrediënten behalve de rucola. Breng alles royaal op smaak met zout en peper, schep de olijfolie erdoor en laat 30 minuten staan. Kook de spaghetti al dente. Laat de pasta uitlekken en schep hem door de tomaten. Meng nu de rucola erdoor. .