Voor veel koorzangers is de wekelijkse repetitie een leuke avond uit, waar ze meestal naar uitkijken. In het beste geval gaan ze zelfs af en toe eens naar een concert luisteren, bij voorkeur omdat ze iemand van de uitvoerders kennen. Daar is allemaal niks mis mee. Erger wordt het als je twee koren dirigeert en voortdurend op zoek bent naar nieuwe ontdekkingen. Partituren puilen na een tijdje uit de kasten, je droomt dat je een secretaresse hebt die alles eens netjes kan ordenen, je zit te likkebaarden als er weer een uitnodiging voor een zangweek komt (en ik kan je verzekeren die zijn er met honderden). Je wil nog voldoen aan een paar vraagjes van je koorleden om wat privéles. Ongezond is het allemaal niet, maar verslavend ... !!!!
Wat kennen wij eigenlijk van de muziek van Rusland ? Bitter weinig. Nochtans heeft Rusland een erg groot muzikaal verleden : Rachmaninoff, Prokofiev, Tchaikovsky, Mussorgsky, Stravinsky en Rimsky-Korsakov zijn allemaal Russen, ook al hebben sommigen niet gans hun leven in Rusland gewoond. Maar door de komst van het ijzeren gordijn raakte het Westen zo een beetje het contact met Rusland kwijt. En in Rusland zelf werd de traditionele muziek zonder enige twijfel stiefmoederlijk behandeld. Om muziek te mogen maken, moest men een staatsexamen afleggen. Heel wat genres werden verboden. Eén van de enige traditionele genres die getolereerd werd was de muziek van de "barden" (te vergelijken met de singersongwriters van bij ons). Het valt op dat vele van die barden hogere studies achter de rug hadden, en meestal trachtten verborgen boodschappen in hun muziek mee te geven. Zo konden ze toch wat maatschappijkritiek spuien. Vaak kon hun muziek gekocht worden en in het communistische Rusland betekende dit al heel wat. Intussen was er wel een insijpeling van Westerse invloeden : hoewel b.v. The Beatles en The Rolling Stones niet officieel verkocht mochten worden gingen hun cassettes als warme broodjes onder (en niet over) de toonbank.
Ik denk dat ik maar eens een eresaluut breng aan één van die vrouwen waarik altijd al een boontje voor had: ons moeke, Godelieve. Goedlachs, globetrotter, trouw, niet altijd gespaard van tegenslagen. En ... 30 jaar koorlid. Je moet natuurlijk tot het clubje van inner circle behoren, opdat men je niet zou vergeten. Maar bij deze is het dan minstens door mij rechtgezet met een warme groet en een hartelijke proficiat.
Fait divers: vanmorgen in het achteruit rijden tegen de fiets van een allochtone medeburger aangereden. Twee geschrokken mensen, niks aan de fiets, niks aan het vege lijf, niks aan de mooie kleren (het is per slot van ekening offerfeest vandaag). Dus ... na vijf minuten iedereen weer bij zijn positieven en iedereen ook weer naar zijn fiets- of autobestemming. Tot daar niks aan de hand. In dit geval heeft tante Sophie (mijn dochter) mij toch alert gemaakt. Er zou namelijk een nieuwe rage zijn, waarbij Turkse en Marokkaanse mensen een dergelijk klein incidentje aangrijpen om naar de politie te stappen en achteraf te zeggen dat ze aangereden zijn, schade hebben en ... dat de bestuurder vluchtmisdrijf heeft gepleegd. En met vluchtmisdrijf wordt niet gelachen. Dus ... ik gebeld naar de wijkagent die bevestigt dat dat gevaar er in zit, al zijn het aantal pientere "slachtoffers" toch nog beperkt. Wat moet je dan doen? Inderdaad toch maar naar het politiebureau stappen en melding maken. De balieagent (in mijn geval een charmante dame) maakt dan een meldingsbericht op en alles is dan ok. Een mens is nooit te oud om iets te leren.
Op zondag 20 december om 17u brengt het Engelse universiteitskoor Choir of Royal Holloway o.l.v. Rupert Gough met A Merry Christmas een sfeervol kerstconcert met Engelse traditionele carols afgewisseld met hedendaagse koormuziek van Arvo Pärt, Vytautas Miskinis & Rihards Dubra.
Op maandag 28 december om 20u brengen het Collegium de Dunis o.l.v. Ignace Thevelein en het Scorpio Collectief o.l.v. Simen Van Mechelen samen het concert In die Nativitatis. Kerstpolyfonie van Thomas Luis da Vittoria, Orlandus Lassus, Rogier Michaël,.... afwisselend én samen gebracht door het koor en het instrumentaal ensemble.
Een koor is een team. Iedere week dat je samenkomt bouw je met zijn allen aan iets immaterieel. Een dirigent mag dan al het muzikale bouwwerk in zijn hoofd hebben en er proberen - op zijn eigen manier - hard aan te werken, de teamspeleres heb je natuurlijk niet helemaal in de hand. Soms kan je met de vinger wijzen naar een dirigent die wat minder aandacht heeft gehad voor de gevoeligheden van zijn spelers, maar vaak zijn het onderhuidse wrijvingen die maken dat je een koorlid verliest. Dat geeft zo het gevoel van een stukje van je lichaam kwijt te geraken en dat doet pijn. Is een vingernagel onmisbaar? Natuurlijk niet, als je hem verliest zal je niet doodgaan. Maar je moet er maar eens eentje uittrekken. Diplomatie is een aangeboren talent, maar je kan er wel aan sleutelen.
De stem van een cello
Waaraan het geluid van een cello doet denken
de cellist Widlund vertelde me dat er in dit instrument iets huist - een stem een al heel oude stem waarnaar je zoekt als je speelt en die je herkent als je haar vindt
misschien is het dat waarom ik moet denken aan de oudste geluiden die ik ken, zoals neuriën, zingen, kreunen, huilen
en ook aan de kleuren van een woud in de herfst alsof je het heimwee hoort van de cello naar zijn plek van herkomst
Eén van de traditionele kerstliederen die wij gekozen hebben voor het winterconcert van KORILE is het (zeker in Frankrijk) bekende "Bij hun schaapkens in de wei". Wij zingen het in een versie van de Aalsterse organist Renaat Morres. Het leuke er aan is, dat het gaat omspeeld worden door één van de twaalf Noëls van Louis Claude Daquin. Contrast tussen moderniteit en barok.
Louis Claude Daquin (Parijs, 4 juli 1694 - Parijs, 15 juni 1772) was een Franse componist,organist en clavecimbelspeler. Hij was een muzikaal wonderkind dat al op 6-jarige leeftijd voor koning Lodewijk XIV speelde. Op zijn twaalf jaar werd hij benoemd tot organist van de Parijse Petit St. Antoine. In 1727 versloeg hij Rameau in een wedstrijd voor de post van organist aan St. Paul. In 1739 werd hij, in opvolging van Dandrieu organist van de Koninklijke Kapel.
Daquin had vooral succes met zijn speelse improvisaties. Hij was van 1755 tot 1772 ook organist aan de Notre Dame te Parijs. In die tijd was daar een speciale regeling: er waren 4 organisten die het werk onder mekaar verdeelden zodat zij ook de tijd hadden om hun andere functies te vervullen.
Begrafenissen. Als je iet of wat een mens bent die niet opgesloten zit in een coccon, dan maak je er heel wat mee in je leven. En dan spreek ik natuurlijk nog niet van een dirigent van een koor dat banden heeft met een of andere parochiekerk. Het begint al vroeg: één voor één sterven je grootouders. Je staat er bij en kijkt verbaasd naar het verdriet van je ouders, of je voelt de veilige warme hand van je grootvader niet langer meer rond je kinderhand. Dan komt er een periode waar je (vroeger meer dan nu) je kan gaan vermeien in allerlei huwelijksfeesten. Maar dan laat het leven zien dat het zijn eigen wetten heeft: de overlijdens van tantes en nonkels brengen de familie samen rond de obligate koffietafel en geven je de kans om bij te praten en te zeggen hoe goed tante het gehad heeft. Je ouders sterven en je voelt je ineens wees, het ogenblik bij uitstek om je te realiseren dat er zoveel dingen ongezegd gebleven zijn, want ... je dacht dat je nog veel tijd had. In september ben ik 65 geworden. In de vorige eeuw vond men het best dat je dan een pensioen kreeg om de laatste jaren van je leven in rust door te brengen. Nu vindt men deze leeftijd eigenlijk nog ongeschikt om op je lauweren te gaan rusten, because ... zoveel gestegen levensverwachting. Als ik voor de spiegel sta, vind ik mijzelf niet oud, hoogstens een beetje meer charmeur met grijze haren. Zelfs het feit dat mijn kleinkinderen groeien gelijk kool, brengt me niet van mijn stuk. Maar de begrafenissen van vandaag zijn aan het veranderen:je gaat er nu naar toe bij de dood van een neef of nicht. In de genealogie staan die op hetzelfde trapje als wijzelf. En al voel je jezelf niet oud, en wil je best nog eens (proberen) gek doen, om één ding kan je niet heen: de andere neven en nichten zijn oh zo oud geworden. Zou het dan toch waar zijn dat er ooit een eind komt aan ons leven? Ik kan het mij nog niet voorstellen.
We kunnen vandaag niet om de politieke actualiteit heen nu Herman Van Rompuy geroepen is om president te worden van de Europese Raad. Bovendien is het minder een voorbijgaand politiek fait divers, dan wel een historische gebeurtenis waarvan wij de draagwijdte later in de geschiedenisboeken zullen terugvinden. Pas dan zal blijken welke belangrijke stap gezet is op het Europese continent. En wat je ook mag denken over de politieke klasse in ons en in alle landen, het pleit voor de regeringsleiders dat zij een man hebben uitgekozen die - naast zijn strategische benadering van het politiek gebeuren - drager is van grote culturele Europese waarden. Ik heb altijd een zwak voor politici die in hun leven en in hun ambt ook nog algemene kennis en een brede culturele interesse hebben. Loodgieters mogen dan al onmisbaar zijn voor de samenleving, mijn hart springt op als ik in het parlement ineens een premier voor de vuist weg een gedicht hoor aanvullen, of als een belangrijke redevoering opgebouwd wordt volgens de klassieke regels van de retoriek. Om er maar twee te noemen: Mark Eyskens en Vaclav Havel zijn voor mij voorbeelden van humanitas en altijd beluisterenswaard en inspirerend. . En misschien vervoegt Bart De Wever ooit het rijtje van de grote klassiekers. Herman Van Rompuy is voor mij ondertussen al de galerij van de groten binnengetreden.
Zij liepen en liepen maar door en zongen «Eeuwige herinnering», en steeds als zij ophielden leek het, alsof hun benen, de paarden, de windvlagen op hun eigen ritme doorgingen met zingen.
De eerste zin uit de roman Dokter Zjivago van Boris Pasternak, waar we het gisteren in de rand eventjes over hadden op de repetitie van KORILE. Alleen de ouderen herinnerden zich nog de film uit 1965, waarbijde dames eerder gevallen waren voor de ogen van Omar Shariff, terwijl uw dirigent toch meer voelde voor Julie Christie, wier thema Laras song onsterfelijk zou worden.
17 november doet mij altijd een beetje weemoedig worden, als ik bedenk dat dit de dag is waarop de reus van de Franse beeldhouwkunst op 77-jarige leeftijd overleed. We hebben het inderdaad over Auguste Rodin. Je wordt stil als je zijn genie bewondert in het Musée Rodin in Parijs, vlakbij de "Invalides". Nooit geweest? Een bezoek hier is op zich nochtans de moeite om een trip naar de Lichtstad te maken. Niet alleen zal je dan onder de indruk komen van werken zoals "De kus" of "De burgers van Calais", of herinnerd worden aan zijn tumultueuze liefdesverhouding met Camille Claudel (zuster van). Je zal er ook Balzac leren kennen, zoals nooit te voren uitgebeeld, of in vervoering staan voor de "Vlucht van Amor". En het zou geen Fransman geweest zijn, mocht hij niet geofferd hebben aan de Eros, maar daarvoor moet je hem dan weer ontdekken als schilder en tekenaar.
Terugdenkend aan een opmerking die op de bestuursvergadering van Musica ad Nives gemaakt werd, ging ik wat grasduinen in de geschiedenis van de Syrisch-Katholieke kerk. Onwillekeurig denk je bij het Nabije Oosten aan de orthodoxe kerken, want Istambul (Constantinopel) is zo kort bij. Nochtans zijn er christelijke gemeenschappen met een eigen ritus, maar die toch verenigd zijn met Rooms-Katholieke kerk. Meest bekend zijn wel de Maronnieten (of toch niet?).
De Syrische Rooms Katholieke Kerk is de kerk van de Syrische Rooms Katholieke Christenen. Voor de oorsprong van de Syrische kerk en Antiochië kan verwezen worden naar handelingen van de Apostelen 11:26, waar wij lezen dat de volgelingen van Jezus in Antiochië christenen worden genoemd. Deze kerk werd gesticht door Petrus die daarna naar Rome gegaan is. In het begin van het christendom was de patriarch van Antiochie het hoofd van alle christenen in het oosten.De Syrische en Griekse talen werden gebruikt door de apostelen en de geleerden van de kerk. De Syrische christenen hebben een rijke culturele achtergrond. De Liturgie van de Syrische kerk komt uit de oude traditie van de kerk van Jeruzalem en Antiochie. De Syrische liturgie heet Annaphora, stammend uit de traditie van St Jacob. De Syriërs stammen oorspronkelijk af van het Aramese volk dat in Mesopotamië gewoond heeft. Hun taal was Aramees, (de taal van Jezus, Maria en de apostelen), in de eerste eeuw na Christus noemde men de taal Syrisch. Momenteel wonen de Syrische Katholieken in diverse landen in het Midden-Oosten (Irak, Syrië, Turkije, Libanon, Jordanië en Egypte), alsook in Europa, Noord en Zuid-Amerika.De grootste geleerde van de Syrische kerk is de heilige Ephrem de-Syriër: hij is de grote dichter van de Syrisch sprekende kerken De Harp van de heilige geest. Sinds 1920 wordt hij in de Rooms-katholieke kerk vereerd als kerkleraar.
Het aantal Syrisch-katholieken wordt geschat op 130.000, waarvan er 32.000 in Syrië leven, 15.000 in Libanon en 62.000 in Irak. De rest is in kleine gemeenschappen verdeeld over de wereld. Het kon dan ook niet missen dat sommigen van hen in de metropool Antwerpen verblijven.Hoofd van de Syrische katholieken is Patriarch Ignace Youssif III Younan.
Om een of andere reden van misplaatste trots vanwege een ijdele voorzitter die niet meer mee is met de tijd, kan je als dirigent al eens botsen, als het gaat om het verwerven van subsidies voor je koor. Nochtans is subsidiëring en sponsoring geen vies woord. Koken kost geld, en als je eens wat meer wil dan de dagelijkse kost - je wil je (internationaal) orënteren - dan is dat ten voordele van heel de koorgemeenschap en van de toekomst van je koor. Het decreet op de subsidiëring van amateurkunsten is een uitstekend instrument (als er tenminste al geld is), en zo populair dat het budget op is. Toch blijft het zaak om de evolutie goed op te volgen. Durf van onder je eigen kerktoren uitkomen!
Al jaar en dag bieden de verschillende afdelingen van Koor & Stem coaching aan voor koren, in een poging om het niveau op te tillen en dirigenten te ondersteunen. Deze dienst is helemaal gratis en kan een echte meerwaarde betekenen voor koren: repertoirekeuze, management of stemvorming kunnen het voorwerp van begeleiding zijn. Het meest in het oog springend is de stemvorming, maar wellicht ook datgene wat (als het éénmalig gebeurt) het minst effectief is. Opvolging is absoluut noodzakelijk, en een gedegen opleiding van de dirigent is ook een must. Anders was het een interessante bezigheid, maar vervallen de koorleden in de kortste keren terug in het oude patroon. Ook de repertoirekeuze is een onderwerp van veel aandacht. Ze moet natuurlijk in de eerste plaats aansluiten bij de doelstellingen van het koor (een kerkkoor moet zijn geestelijk repertoire permanent updaten, en ook niet bang zijn van hedendaagse muziek te programmeren). Het is niet toevallig dat - vooral in Nederlandse koren - een heuse repertoirecommissie bestaat. De dirigent speelt natuurlijk een behoorlijke rol in dit gebeuren, zolang hij zich niet laat verleiden om een koor een forse ommezwaai te doen maken zonder dat de doelstellingen van het koor aangepast zijn. De dirigent is niet alleen leider, maar ook dienaar.
Stemband is een driemaandelijks tijdschrift van Koor & Stem dat dirigenten en besturen gratis ontvangen. Het is één van de zeldzame tijdschriften die ik van voor tot achter uitlees. Des te meer heb ik er mij deze keer in verdiept omdat het bijna integraal over de vraag gaat hoe het komt dat veel koren zo weinig aantrekkingskracht hebben. Het profiel van de koorzanger wordt in een wetenschappelijk onderzoek van de VUB en de UGent als volgt samengevat: de koorzanger is een hoger opgeleide vrouw van 5O jaar die met zingen in contact kwam via de school en momenteel vooral uit sociale overwegingen zingt in een koor met overwegend vrouwelijke leeftijdsgenoten. Interessanter wordt het als een paar van onze meest bekende dirigenten aangeven hoe zij proberen nieuwe leden te werven en wat er lukt en/of niet lukt. Misschien de moeite waard om eens een vergadering te wijden.
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.