Wetenschap zonder religie is lam, religie zonder wetenschap is blind.
Twee dingen zijn oneindig: het heelal en de menselijke domheid. Van het heelal weet ik het alleen nog niet zeker.
Fantasie is belangrijker dan kennis, want kennis is begrensd.
Leg je hand een minuut op een hete kachel en het lijkt een uur. Zit een uur naar een mooi meisje te kijken en het lijkt een minuut. Dat is relativiteit!
Om een onberispelijk lid van een kudde schapen te worden, moet je in de eerste plaats een schaap zijn.
Ik weet niet met welke wapens de derde wereldoorlog uitgevochten zal worden, maar de vierde wereldoorlog wordt uitgevochten met stokken en stenen.
Ik wil Gods gedachten kennen, al het andere zijn details.
Iedereen die zich ernstig bezighoudt met het streven naar kennis raakt ervan overtuigd dat zich in de wetten van de kosmos een geest manifesteert: een geest die verre superieur is aan die van de mens en in het aangezicht waarvan wij, met onze bescheiden vermogens ons nederig moeten voelen.
Wiskunde is simpel, je moet het alleen begrijpen.
Wat een saai seizoen is me dat: winter die niet koud wil zijn, sneeuw die op de verkeerde plaatsen valt, en de radio die koppig bijna elke dag de "Winter" uit de 4 seizoenen van Vivaldi ten beste geeft. Alsof er geen andere componisten zijn die wat rond de 4 seizoenen gebreid hebben. Ik zou je voor de verandering aanraden om naar één van de volgende te luisteren:
*De seizoenen, een oratorium van Joseph Haydn *De seizoenen, een reks karakterstukken van Tsjaichowsky *De seizoenen, balletmuziek van Jean-Baptiste Lully
Gisteren werd officieel de viering ingezet van het 600e geboortejaar van Jeanne dArc, de maagd van Orléans, patroonheilige van Frankrijk. Zoals veel kinderen las ik in mijn kinderjaren haar onwaarschijnlijk leven, waarbij de grote lijnen mij onvoorstelbaar spannend voorkwamen. Een boerenmeisje dat stemmen hoort van engelen, een meisje dat in mannenkleren op weg gaat door het door de 100-jarige oorlog geteisterde Frankrijk en weet door te dringen tot bij de kroonprins, een 17-jarige die de gedemoraliseerde troepen gaat aanvoeren tegen de Engelsen, die er in slaagt de prins te laten zalven tot koning, maar later dan toch gevangen genomen wordt en op de brandstapel eindigt onder de beschuldiging van ketterij (stemmen? een vrouw gekleed als man ). Als ik later niet meer wist in de Franse les wat het woord was voor varken, dan moest ik maar denken aan die valsaard van een bisschop Cauchon.
En nog later op het internaat maakte ik kennis met de muziek van Jeanne au bûchervan Artur Honegger (nota bene met een libretto op tekst van Paul Claudel) , lang voor ik wist dat ook Verdi aan haar een opera gewijd had (Giovanna dArco) en voor Leonard Cohen een song besteede aan (Joan of Arc.
Tijdens het luisteren daarstraks naar de radio, en met name naar het Magnificat van J.S. Bach, moest ik onwillekeurig denken aan de kersttijd in Leipzig, zoals het er ten tijde van Bach aan toe ging.
In het vroeg 18e-eeuwse Leipzig bestond nog de gewoonte om in het Magnificat, wanneer dat tijdens de Kerstvespers werd uitgevoerd bewerkingen van enkele kerstliederen in te lassen, zogenaamde laudes. Dit was het muzikale restant van een populaire (in de zin van: volkse) traditie in de Duits sprekende landen die teruggaat tot de 14e eeuw: de traditie van het Kindelwiegen ('kindjewiegen').
Wat ooit begon als de gewoonte om tijdens de completen (het laatste gebed van de dag) tussen de verzen van het Nunc dimittis een lied in te lassen met een duitse dialoog tussen Jozef en Maria (Yoseph lieber neve mein, Geren liebe mueme mein), ontwikkelde zich tot allerlei gedramatiseerde vormen waarin de wonderbaarlijke geboorte werd verteld, verbeeld of bezongen. Tot de van plaats tot plaats verschillende gewoontes kon behoren: het bouwen van een kerststal in de kerk of een kribbe/voedertrog voor het altaar; het uitvoeren van een kerstspel; het leggen van een pop, het kindje Jezus verbeeldend en gewikkeld in de kousen van Jozef, op het altaar; en/of het wiegen, c.q. schommelen van die pop, of het wiegen door kinderen van hun eigen poppen in hun mandjes, waarbij wiegeliedjes werden gezongen als In dulci Jubilo, O Jesulein süss, Es ist ein Ros entsprungen.
Ik heb vandaag maar gewacht met mijn blog tot het koffiekransje van de drie voorzitters (respectievelijk KORILE, Musica ad Nives en Ter Looveren) afgelopen was. Leuke bijeenkomst, van drie dames (en een dirigent) die met mekaar het reilen en zeilen van hun koren uitwisselden onder het verorberen van de ondertussen befaamde taart van Alida. Maar helemaal vrijblijvend was het toch niet, want ieder gaat terug naar zijn koor in de hoop een gemeenschappelijke reeks kerstconcerten te kunnen zingen. Uiteraard is hetr zingen met 70-80 koorleden een evenement waar iedereen deugd kan aan beleven. Een eerste schets van een programma werd al overlopen. Maar ik ben vooral blij dat we allemaal wat beter met mekaar konden kennismaken en zo de basis leggen voor mogelijke samenwerkingen in de toekomst.
Het is natuurlijk niet mogelijk om elke dag opnieuw iets origineel uit je duim te zuigen om de blog mee op te fleuren. Bij toeval kwam ik terecht op de site van de Koreaanse talentenjacht. Zoals miljoenen anderen viel ik van mijn stoel, maar vooral ... werd ik ontroerd door het levensverhaal van de jongen die hier optreedt. Goudklompje dat de muziek van Morricone een andere dimensie geeft. Of word ik nu toch sentimenteel op mijn oude dag?
Van Mister Bean tot de Last Night of the Proms,van de blog tot de begrafenis, Auld long Syne komt altijd opnieuw naar voor. Auld long Syne is een gedicht en lied van de Schotse dichter Robert Burns.De titel kan vertaald worden als heel lang geleden of in vervlogen tijden. Traditioneel wordt het lied gezongen bij de overgang van het oude naar het nieuwe jaar, in Schotland Hogmanay. De zangers staan daarbij in een kring: tijdens de eerste strofe houden zij elkaars hand vast, bij de tweede worden de armen in elkaar gehaakt, en bij de derde beweegt de kring zich achtereenvolgens naar binnen en naar buiten. Met de emigratie van de Schotten werd het lied, en daarmee ook de traditie, meegenomen.
In feite is het een melancholisch lied en wordt het ook bij andere gelegenheden gebruikt als afscheidslied. De tekst verwijst naar herinneringen aan vervlogen tijden, waaraan men gezamenlijk terugdenkt.
Ook in niet-Engelstalige landen zoals Japan, Taiwan, Korea en de Filippijnen wordt het lied gebruikt, o.a. bij uitreiking van diplomas of begrafenissen. In het Nederlands is het bekend geworden als Ik zeg u geen vaarwel, mijn vriend.
Met horten en stoten naderen we het einde van 2011.Het was voor mij een jaar met gemengde gevoelens: fijne momenten in de muziek en met al die lieve mensen van de koren; onverwachte ontmoetingen met nieuwe kennissen en vrienden; de momenten van geluk met de kinderen en kleinkinderen ... Maar ook was het soms een "annus horribilis" : ouders worden het diepst getroffen als het al eens mis gaat met kinderen. Ik zal met plezier het laatste blaadje van de scheurkalender aftrekken. Hoop op een gelukkig 2012!
Op 24/11 wijdden wij een blog aan het overlijden van Montserrat Figueras. Geen mooier compliment kan men een moeder maken dan te zeggen dat haar kinderen op haar lijken, en in dit geval evengoed dat de dochter op de moeder lijkt.
Maar de juiste foto publiceren lijkt me inderdaad toch echt beter.
Antonio Vivaldi werd in 1678 geboren als zoon van een kapper. Kapperszaken waren toen in Venetië belangrijk voor het scheren, maar ook voor het verzorgen van snor en baard en het bijwerken van pruiken. Zijn vader was naast kapper ook violist in het orkest van de San Marco en later ook in het Ospedale dei Mendicanti. Misschien omdat Antonio vanaf zijn geboorte astma had en daardoor nooit fulltime beroepsmusicus zou kunnen zijn, stimuleerde hij hem tot een carrière in de kerk: op vijftienjarige leeftijd ontving hij in ieder geval de eerste wijding al. In 1703 werd Il Prete Rosso-de rode priester, vermoedelijk vanwege zijn rode haar-tot priester gewijd, maar daarnaast was hij bezig met het assisteren van zijn vader en het bestuderen en componeren van muziek.
Van de 16de tot de 18deeeuw was het beroep van priester lang niet altijd een zuiver religieuze aangelegenheid, zeker niet in Venetië. Volgens schattingen was ca. 1766 één op de drieëntwintig inwoners van de stad een geestelijke en sommige jonge patriciërs trokken het geestelijk gewaad aan om zich aan de verveling van hun openbare verplichtingen te kunnen onttrekken, maar zonder dat ze de moeite namen ooit de mis te lezen! Het priesterschap was vaak een goede opstap voor een carrière in allerlei beroepen als kerkmusicus of muziekleraar. Hetverschafte regelmatige inkomsten door het lezen van missen, uitspreken van gebeden en verrichten van liturgische handelingen. Vaak hadden priesters vaste opdrachtgevers die in geld of natura betaalden voor hun diensten.
In pauselijke kringen te Rome werd nogal geklaagd over de levenswijze van de Venetiaanse priesters, maar de patriarch van Venetië viel niet onder het gezag van de paus. Hij was in rang aan hem gelijk en dus konden de priesters daar hun gang gaan: priesters en monniken mochten er bijvoorbeeld tijdens carnaval maskers dragen, maîtresses hebben en in theaters optreden.
De Ospedali in Venetië waren geen hospitalen, maar weeshuizen, waar niet alleen wezen zich bevonden, maar ook vondelingen. Daar waren er in Venetië heel veel van, deels aangeleverd door de courtisanes die in hun beroep geen kind konden opvoeden. Kinderen uit zeer arme milieus gingen niet naar de Ospedali, maar naar de Santa Maria della Presentazione.
In de weeshuizen zaten vooral meisjes, omdat jongens veel sneller aan het werk konden worden gezet en dus geld opleverden.
De Ospedali werden in plaats van liefdadige instellingen steeds meer luxueuze kloosterscholen, waar Venetiaanse patriciërs hun dochters, waar ze bij een huwelijk liever geen bruidschat voor wilden betalen, heen brachten als een soort kloostervooropleiding. Musiceren was in deze opleiding belangrijk en hoorde bij de stand. Er werd op hoog niveau gemusiceerd, vooral door de derde groep meisjes. Er waren namelijkgewone meisjes ( di commun), koorzangeressen ( di coro) en uitblinkers (privileggiate di coro) die speciale voorrechten hadden.
De Ospedali werden volwaardige muziekscholen. Hun muziekuitvoeringen speelden een belangrijke rol in de stad én ze leverden de instelling geld op.Legrenzi, Caldara, Galuppi, D. Scarlatti en Hassezijn ook aan Ospedali verbonden geweest.
Soms leken deze instellingen echter wel bordelen, vooral omdat veel meisjes er onder dwang heen gebracht werden. Hun minnaars konden gemakkelijk op bezoek komen. Het Ospedale della Pietà had wel een zeer slechte reputatie, maar volgens Vivaldi heeft hij er dertig jaar (maar zeker niet achtereen) gewerkt zonder schandaal!
Conservatief als ik ben, kan ik mij gemakkelijk laten ontroeren en overweldigen door de schitterende liturgie van de pauselijke missen op Kerstmis en Pasen, vanuit de Sint Pietersbasiliek in Rome. Alhoewel conservatief ... misschien is het een onderdeel van de essentie van ons geloof, die wij stilaan overboord hebben gegooid. Verwarrend is echter wat men dan in Rome muzikaal produceert. Helemaal niet mijn beeld van de muziek die daar (terecht) "opgevoerd wordt. Italiaans thater, grote vibrato's, opera-achtig geschreeuw, niet alleen in de polyfone stukken, maar tot in het gregoriaans toe. Nochtans moet er hier nog iets leven van de geest die er ook heerste ten tijde van monumenten als Palestrina, Allegri e.a. Ik vraag mij af of wij misschien allemaal ongelijk hebben, (hé Paul Van Nevel!) in ons streven naar puurheid, beheerstheid, ... Als het aan mij moest liggen toverde ik een combinatie tussen de Romeinse liturgie en de Engelse koorpraktijk. Schitterende voorbeelden hiervan waren te zien en te horen tijdens het bezoek van Benedictus XVI aan Westminster Abbeye. Maar wie heeft gelijk?
De rust is weergekeerd in huize Claes. Gisterenavond waren zo leuk de 7 grote kinderen en de vijf en een halve kleine kinderen allemaal samen bij ons voor het traditionele kerstfeest en voor de pakjes. Bovendien breken wij ieder jaar het record vroegtijdig nieuwjaarsbreieven lezen omdat dan de vijf peters of meters allemaal aanwezig zijn. Moeke is dan al heel de dag bezig geweest met kokerellen. En ondanks alle zorgen is het heerlijk om al je kinderen om je heen te hebben. Dit jaar waren er een paar uitschieters: de kindjes die tegen het buikje (zeg eigenlijk maar buik) van Tine aan het babbelen waren en absoluut wilden weten of het een meisje of jongetje wordt; de stralende glimlach van Karen die gevraagd werd als meter voor het januari-kindje; Sophie die wijselijk niks zei over het eten omdat ze toch niks proefde; Wouter over zijn nieuwe werk ... En als dan de groten tegen halfdrie naar huis gingen, mochten wij nog achterblijven met 5 kindjes die het waarachtig tot zeven uur volhielden in hun bedje en vanmorgen het huis vulden met hun gekwebbel.
Stilaan dringt het tot de mensen door dat logopedie een waardevolle hulp kan zijn bij stemproblemen. En al behoort het vak 'stemstoornissen" tot het basispakket in de opleiding logopedie, toch is het een ware calvarie om een logopedist te vinden die met recht kan zeggen dat hij/zij ook werkelijk expertise in huis heeft om - vooral bij volwassenen - het probleem aan te pakken. Ik ben altijd al van mening geweest dat dirigenten bijzondere aandacht moeten hebben voor persisterende heesheid, kwestie van waardevolle zangers niet te verliezen. Stemproblemen zijn overigens geen uitzonderlijk fenomeen: zelfs de grote Caruso kampte er regelmatig mee.
Zij weten het niet (reclame is niet evident in de paramedische sector), maar na het nodige opzoekwerk kan ik de volgende logopedisten aanraden:
Voor volwassenen
Maria Van Rompaey ("Minou") Prieelstraat 21 - 2610 Wilrijk 03/ 448.33.02
Voor kinderen
Nele De Belie Rozenlaan 17 bus 1 - 9111 Belsele 0486/ 30.92.12
Ik zou jullie dankbaar zijn mocht ik wat meer horen over jullie (goede of slechte) ervaringen met logopedie bij stemproblemen.
Gisteren was het de laatste repetitie bij Musica ad Nives voor dit kalenderjaar. Daarmee gaan de drie koren een beetje uitblazen. Geteisterd als we waren door verkoudheden, hoestbuien, stemprobleempjes, kan het zeker geen kwaad dat we eventjes een rustperiode hebben. Er komen nu bijna 3 weken dat we niet moeten repeteren. Ik weet van mijzelf dat na de eerste week, ik al sta te popelen om te herbeginnen, maar dat kan de pret alleen maarverhogen als we in de tweede week van januari er weer invliegen. Verzorg jullie goed, en hopelijk zie ik jullie allemaal terug met aangescherpte honger naar het koor.
Midden tussen de massa op de Groenplaats gisterenavond 450 (al dan niet jonge ) zangers die het campagnelied kwamen zingen in een bewerking van en o.l.v. Hans Primusz, getalenteerd jong musicus en koorleider. Het is weer eens wat anders om met dat jong geweld wat moderns te zingen. Al moet ik er meteen bijzeggen dat de repetitie in de congreszaal van de Lessiushogeschool een heel stuk leuker was dan het "optreden" tussen het kwetterend volk aan het glazen huis. In elk geval, dankzij het inschrijvingsgeld kan je zo al berekenen dat er meer dan 2000 EUR bijeen gezongen werd. En met lichtjes zwaaien zoals op de beste festivals, het moet kunnen, zelfs voor een 67-jarige. Misschien kan ik een van de volgende dagen een filmpje toevoegen van ons optreden.
Vorig jaar stelden de Klaraluisteraars een componistentop samen. Dat resulteerde in een eerste reeks van '5 Grootste Componisten'. Dit jaar gaan we verder het rijtje af. Na Bach, Mozart, Schubert, Beethoven en Handel is het nu de beurt aan Vivaldi, Brahms, Dvorak, Haydn en Tsjaikovski. Van 7 uur 's morgens tot middernacht wordt telkens één componist belicht, in al zijn facetten. Van 11 tot 13 uur is er telkens een onderhoudend gesprek met een eminente kenner. Om 16 uur is de gast terug op post om de vragen van de luisteraars te beantwoorden. En om 20 uur staat er een belangrijk avondvullend werk op het programma.
De gasten zijn:
Vivaldi: professor emeritus musicologie Ignace Bossuyt (KULeuven) Brahms: pianist Johannes Leertouwer Dvorak: muziekjournalist Mirek Czerny Haydn: pianist Bart Van Oort Tsjaikovski: professor musicologie Francis Maes (UGent)
Luisteraars kunnen tijdens de uitzending hun vragen formuleren via degrootstecomponisten@klara.be. De meest relevante en verrassende vragen worden beloond met een cultuurweekend, een 8-delige CD-box Iedereen klassiek of een Woordkramerij 2-boekje.
De Grootste Componisten, van 27 tot 31 december, telkens van 7 tot 24 uur
Ik ben weeral blij dat het weekend voorbij is. Het was zoals in de goede oude tijd: het weekend dient om een dipje te verwerken, een verdrongen verkoudheid, een stressmigraine, noem maar op wat je je allemaal niet kan permitteren tijdens de week omdat iedereen verwacht dat je er bent. Snot en slinger was het, hoestbuien die je huisgenoten een droom van een excuus geven om het roken onder vuur te nemen. Maar het ergste is weeral voorbij en de tabaksindustrie zit voorlopig niet in een dal. Sprays, pillen en siroopjes verzekeren dat men mij toch zal moeten verdragen op de repetities van deze week. De goesting is er nog niet helemaal, daarom is het een miniblog.
Ik ben Carlo (Carlo Claes), geboren op 20 september 1944. Als je goed telt weet je hoe oud / jong ik ben. Enkele jaren geleden gaf ik mijn job als resoc-coördinator van Waas en Dender op om met brugpensioen te gaan. Sindsdien kan ik mij aan mijn echte passie wijden: de koormuziek. Ik dirigeer twee koren: Fiori Musicali uit Sint-Niklaas en het Hanswijkkoor in Mechelen. Zo ontmoet ik iedere week een hoop fijne, lieve mensen. Maar hier is de wereld nog veel groter. Dus kom ik nu ook jou tegen.