Ik was met mijn oude Volvo S40 nooit zelf naar de autokeuring geweest.
Ik had dat altijd uitbesteed aan de garage waar mijn wagen bij het jaarlijks
onderhoud nagekeken en in orde gezet werd. Maar nu, bij de 14de
verjaardag van mijn auto, kan dat blijkbaar niet meer. De autokeuring voor
personenwagens gebeurt nu blijkbaar alléén nog op afspraak. Wegens Covid,
vermoed ik. Of gewoon omdat dat efficiënter is? Ik herinner me nog de lange
rijen auto's die stonden aan te schuiven aan het keuringscentrum, héél lang
geleden. Ik neem aan dat dit veel praktischer is: op het afgesproken uur
aankomen, en een half uurtje later met een groene kaart weer naar huis...
Okee. Ik zou deze keer zelf moeten gaan. Op afspraak. En liefst ruim op
tijd de afspraak maken, om zeker te zijn dat je nog kan gaan eer het
keuringsbewijs verlopen is. Want er zijn veel gegadigden, naar het schijnt.
Ik heb braaf gesurft naar www.sbat.be, zoals op de uitnodiging
vermeld staat.
Of ik al geregistreerd was?
Nee, ik denk het niet. Ik was al in meer dan veertien jaar niet meer
zélf naar de keuring geweest; de kans dat ik "geregistreerd" was, leek me erg klein.
Dus moest ik me eerst "registreren":
naam, voornaam, adres (geen idee waarom ze dat moeten kennen, maar goed...), gsm-nummer,
nummerplaat, email-adres + paswoord (twee keer, om zeker te zijn). En daarna
eenCaptcha
code invoeren om te bewijzen dat ik geen robot ben. Ze mogen het daar niet
gedroomd hebben dat een robot met zijn auto zou komen aanzetten, hee!
Tot zover gaat alles goed. Ik krijg een bericht dat mijn registratie
nog niet actief is. Ik moet wachten op een "activatielink"
die mij per mail zal toegestuurd worden. Ik wacht, ik check mijn mails. Niets.
Geen activatielink. Misschien moet ik wachten tot de volgende dag? Misschien
gaat dat niet automatisch, en zit daar een brave ambtenaar die een mail moet
sturen naar iedereen die zich wil registreren? Misschien heeft die mens wel
heel veel werk, dezer dagen? Of misschien gebeurt dat via een computerprogramma
dat enkel 's nachts draait? Ik wacht dus tot de volgende dag.
De volgende dag: nog altijd geen mail, mijn registratie lijkt niet
gelukt te zijn. Ik probeer opnieuw een afspraak te maken, maar ik krijg een
foutboodschap dat mijn registratie "ofwel
nog niet, ofwel niet meer actief" is.
Dan maar opnieuw geprobeerd, hee...
Naam, voornaam, adres, telefoonnummer, nummerplaat, email-adres,
paswoord. En Captcha code om te
vermijden dat mijn stofzuigerrobot aan het stuur van mijn auto zou komen opdagen.
Oei. Wéér een fout: "Het
opgegeven email-adres staat al geregistreerd."
Misschien klopt mijn paswoord niet? Geen nood: ik kan een paswoord-"reset" vragen.
Ik klik dus op "Resetten",
en kom op een pagina weer ik mijn email-adres moet ingeven. Nóg eens...
Via mail krijg ik dan een nieuw paswoord, vermoed ik.
Ik vul mijn email-adres in.
Oei: email-adres is ongeldig, ze kunnen mij geen mail sturen.
(Hoezo???)
Einde verhaal. Tot zover mijn verdienstelijke poging om via de site www.sbat.be een
afspraak voor de autokeuring te versieren...
Administratie, informatisering... Zalig, gewoon. Dat is de "vooruitgang", zeker?
Vroeger, "in de oude tijd",
moest je je telefoon nemen en het nummer van de autokeuring intoetsen, en dan
met een mens (!) afspreken wanneer je met je auto kon langs komen. Stel je voor! Nu
gaat alles geheel en al automatisch.
En zeggen dat ik dan nog min of meer gewoon ben om met een computer te
werken. Ik heb er ondertussen toch al enige handigheid in verworven. Wat moeten
mensen dan doen die niet handig zijn met computers, die niet thuis zijn in de
informatica?
Wie niet "digi-taal-vaardig"
is, telt in onze moderne maatschappij binnenkort helemaal niet meer mee...
"Boontje komt om zijn loontje"...
Het is een oeroud spreekwoord, maar het blijft wél waar!
Dat blijkt dezer dagen nog maar eens: we hebben, vooral van de kant
van Europa, zó hartstochtelijk gevochten om een "harde Brexit" te vermijden, en zie: nu zitten we met de gebakken
peren. De "Britse corona-variant",
dus. Hadden we die "harde Brexit"
laten komen, dan waren de grenzen met Groot-Brittannië nu hermetisch gesloten
geweest, en was die "Britse variant"
nooit tot bij ons geraakt. Maar nee, we wilden absoluut een "zachte Brexit", en het is een
halfslachtige versie geworden. Waardoor alles wat ongewenst van de overkant van
het kanaal tot bij ons komt, tóch vrij en ongehinderd binnen raakt. Dus ook die Britse corona-variant.
Men spreekt over een "Britse"
variant, maar eigenlijk is het een "Engelse"
variant. De Schotten en de Ieren hebben die evengoed, ongewenst, cadeau gekregen.
Net zoals ze ook die Brexit zélf vanuit London opgedrongen gekregen hebben terwijl ze
er eigenlijk niets van wilden weten.
Om één of andere reden zou die variant
véél besmettelijker zijn dan de variant die bij ons woont. Al is er, zoals
meestal, nogal wat onenigheid onder de experten over de graad van
besmettelijkheid. Eerst was er sprake van misschien wel 70% "méér besmettelijk", volgens meer
recente gegevens van onderzoekers in Oxford zou het "slechts" 30 % zijn, en onze eigen experten beweren nu dat het
eerder 65 % is.
Ik heb er geen idee van hoe dat zou te verklaren zijn. Het is een
mutatie naar het schijnt. Bij "mutaties"
denk ik dan aan "The X-Men" of aan de "Teenage Mutant Ninja Turtles", maar
ik vermoed dat we hier over iets anders spreken. Volgens de virologen is daar
niks bijzonders aan, dat een virus "muteert".
Blijkbaar muteren virussen de hele tijd, en meestal blijft dat zonder gevolgen. Maar
dit zou dan eerder een mutatie zijn zoals Peter Parker er eentje heeft
doorgemaakt, waarna hij de superheld Spiderman
geworden is. Een "super"-virus, dus.
Vermoedelijk heeft dit virus meer "spikes"
om met onze eiwitten te koppelen? Of misschien is het gewoon vriendelijker en
daarom méér welkom in ons lichaam?
Aangezien deze variant
veel succesvoller is dan de bestaande "Europese
variant", verwachten de virologen dat deze Britse versie op (relatief
korte) termijn de andere zal verdringen. Typisch voor die Britten, natuurlijk:
die willen overal de baas gaan spelen, in plaats van braaf op hun eiland te
blijven. Dat was vroeger al zo: "Rule,
Britannia! Britannia, rule the waves." Ze denken nog altijd dat ze een "wereldmacht" zijn, die Engelsen, en dat
ze overal hun wil kunnen opdringen. Dat is trouwens ook de reden waarom ze uit
de Europese Unie gestapt zijn: ze moesten zich plooien naar de regels van
anderen, en dat konden ze niet verkroppen. Vanaf nu gaan ze het zélf weer
beredderen. Het zal mij benieuwen. Ik hoop alleen maar dat ze niet al té veel
van hun misbaksels, zoals die corona-variant, over het kanaal zullen sturen!
Hoe dan ook: deze variant
zou ons niet zieker maken, integendeel zelfs. Al zijn de experten het, uiteraard, ook daar
alweer niet over eens. Maar het is wel véél besmettelijker, ook voor kinderen. Wat dus het risico op die gevreesde "derde golf" weer wat groter maakt. Als het van de meest
luidruchtige van onze virologen zou afhangen, dan komt een nieuwe sluiting van
de scholen dan ook weer dichterbij...
Bijgevolg kan er in geen enkel geval sprake zijn van versoepelingen.
Wel integendeel: we moeten strenger zijn, en bij voorkeur onze grenzen sluiten. "Niet essentiële verplaatsingen" naar
het buitenland zijn voortaan taboe. Want al wie uit het buitenland (terug)
komt, is een potentiële drager van die Britse variant, die blijkbaar een
voorkeur heeft voor de vakantielanden en ski-oorden.
Enfin, mij niet gelaten: ik neem het die après-skiërs van tijdens de vorige Krokusvakantie,
in 2020, nog altijd kwalijk dat ze dit virus bij ons hebben binnen gesmokkeld.
Ondertussen is er ook al een "Zuid-Afrikaanse"
variant in ons landje gearriveerd, vermoedelijk ook met een toerist mee
gekomen. Wat de virologen alweer in paniek doet waarschuwen voor die "derde golf".
Nee, met de zomer zal onze "vrijheid" er nog niet zijn...
Willen we eerst eens terugkeren naar de gloriedagen van de Katholieke
Kerk? De lang vervlogen tijd toen er nog geen tegenspraak was en iedereen
overtuigd was van wat de oudere heren in Rome verkondigden. Dat het de Kerk er
vooral om te doen was iedereen braaf onder de knoet te houden en tegelijk ook
nog eens veel rijkdom te vergaren, dat was dan maar zo. Geen mens die daar toen
bezwaar tegen had. Of in elk geval: geen mens die daar bezwaar tegen durfde te
maken.
Eén van de meest geniale uitvindingen van de Katholieke Kerk was het
concept van een "aflaat". Een "aflaat" geeft je recht op een "korting" op de straf die je na je dood
sowieso moet accepteren omwille van je zondig leven. Het is een soort "vervroegde vrijlating", wegens goed
gedrag of zoiets. Het betekende noch min noch meer een fikse verkorting van de
tijd die je in het "vagevuur" moest
doorbrengen. Het kon je misschien zélfs van de eeuwige verdoemenis in de hel
redden. Maar dan moest je écht "berouw"
tonen voor je wandaden.
Een aflaat kon je
verdienen door een goede daad, of door héél veel te bidden. Maar een aflaat kon je ook "kopen". Letterlijk. Wat de schatkist van de Kerk, en van heel veel
kloostergemeenschappen, héél erg ten goede is gekomen. Daarbij werd het af en
toe echt wel té bont gemaakt, zeker vanaf de Middeleeuwen. Sommige
kloosterordes hebben werkelijk grof geld verdiend aan de "verkoop" van aflaten: in ruil voor een mooie som geld kregen mensen
de (loze) belofte dat ze na hun dood in "eeuwige
glorie" zouden verder leven. Het is ondermeer tegen dat soort weinig
christelijke praktijken dat Maarten Luther is gaan "protesteren".
Ik vermoed, en hoop, dat die louche praktijken grotendeels uitgeroeid
zijn in de hedendaagse Roomse Kerk.
Maar het idee bestaat natuurlijk wél nog, en de kennissen- en
vriendenkring van Donald Trump heeft dat principe héél goed begrepen. Zij
hebben nog vlugvlug, in de nadagen van zijn ambtstermijn, een handeltje opgezet
om in de laatste presidentiële dagen van Donald Trump "aflaten" te verkopen. Tegen een fikse "vergoeding". De aflaten
in kwestie, dat was dan in dit geval een gratieverlening door de aftredende
president.
Het handeltje heeft op volle toeren gedraaid. Er waren massa's
kandidaten voor zo'n gratieverzoek, en die hadden daar duidelijk véél geld voor
over. En de entourage van de president heeft hier maximaal van geprofiteerd om er
nog zo veel mogelijk winst uit te slaan en tegelijk een aantal "vrienden" aan zich te "verplichten". Zo heeft een voormalige
adviseur van Trump zich ingezet voor het bekomen van gratie voor een
drugshandelaar en een fraudeur. Trump's persoonlijke advocaat Rudy Giuliani zou
dan weer tegen een flink honorarium een voormalige CIA-agent, veroordeeld voor
het openbaar maken van geheime informatie, op de "gratie"-lijst gezet hebben. Ook Steve Bannon, ooit Donald's beste
vriend, en veroordeeld voor het in de eigen zak stoppen van fondsen die voor "de muur" bestemd waren, zou op gratie
mogen rekenen. Of Donald's kameraad Lil
Wayne, een rapper die veroordeeld werd wegens illegaal wapenbezit.
Let wel: dit is niet nieuw in de Verenigde Staten. Alle presidenten
hebben op het einde van hun termijn een hele reeks gratieverzoeken ingewilligd,
en ook in het verleden werd daar dan grof aan verdiend. Maar gratieverleningen
gebeurden altijd in overleg met en na akkoord van Justitie, en dat was bij
Donald géén vereiste meer.
Bij dat alles zou de centrale figuur nog bijna vergeten worden. Donald
Trump zélf. Er hangen de man zware beschuldigingen boven het hoofd nu hij zijn
presidentiële onschendbaarheid kwijt is. Beschuldigingen van misdaden begaan
vóór zijn presidentschap (belastingfraude en financieel gesjoemel, ongepast
seksueel gedrag en zelfs verkrachting), en misdaden begaan gedurende zijn
presidentschap (zelfverrijking en het incasseren van allerlei financiële
voordelen in ruil voor gunsten, de beruchte "Rusland-affaire", de pogingen en
dreigementen om de verkiezingsuitslag te manipuleren, en dan uiteraard zijn
laatste fratsen die geleid hebben tot de bestorming van het Capitool).
Tenzij hij ook "gratie" zou
kunnen krijgen? Het probleem is dat hij zichzelf geen gratie kon verlenen. Zelf
dacht hij van wel; hij heeft dat trouwens in 2018 al via Twitter wereldkundig
gemaakt. (Zag hij toen de bui al hangen?) Maar grondwetspecialisten hebben altijd
volgehouden dat hij dat niet kon. Tenzij het Hooggerechtshof hem gelijk zou
geven. (En waarom zou hij anders zo'n haast gemaakt hebben om nóg een bevriende
rechter aan te stellen?)
Als Donald een beetje slim was geweest, had hij gekozen voor de uitweg
die ook Richard Nixon indertijd gevonden had: als hij alsnog was afgetreden,
vóór het aantreden van Biden, dan was Mike Pence president geworden (voor een
paar dagen) en had die zijn ex-vriend Donald gratie kunnen verlenen. Al was het
natuurlijk niet helemaal zeker dat Mike nog bereid zou gevonden worden om
Donald die gunst te verlenen, na de heikele Capitool-affaire...
We weten ondertussen dat het trucje niet gewerkt heeft.
En dan zouden al die andere boeven, tegen grof geld, aan vervolging
kunnen ontsnappen en Donald Trump zélf niet?
Dat kan natuurlijk niet, hee... Misschien kan Donald nog een aflaat
kopen bij het Vaticaan?
Het overlegcomité heeft de nieuwe corona-regels bekend gemaakt, en
voor de bestaande regels nog eens de puntjes op de i gezet. Het ging dan in het
bijzonder over essentiële en niet-essentiële reizen, en ook over de
wensen van de contactberoepen.
Maar misschien is er bij sommige mensen, ondanks de onberispelijke
communicatie, toch nog enige verwarring en onzekerheid? Dat buitenlandse reizen
in de kerstperiode door de regering "sterk
afgeraden" werden, was immers, zoals we gemerkt hebben, ook niet voor
iedereen even onbetwistbaar als boodschap...
Daarom wil ik heel graag mijn steentje bijdragen om nu alles voor
iedereen ondubbelzinnig duidelijk te maken.
Als Wout Van Aert in Spanje gaat fietsen, dan is dat een essentiële reis. Dus dat mag: hij mag
zonder problemen vertrekken en een week later weer terug komen. Als ik een
weekje naar Frankrijk zou willen gaan fietsen, dan is dat niet essentieel; dat mag dus niet. Logisch, niet?
Als ik daarentegen voor het werk een week naar Frankrijk of Spanje zou
moeten, dan mag dat wél, want dat is ook een essentiële reis. Maar... als ik dan terug kom, moet ik uiteraard
een Passenger Locator Form ingevuld
hebben, én moet ik me de eerste dag laten testen, én moet ik tien dagen in
quarantaine. Als Wout terug komt uit Spanje, dan hoeft hij niet in quarantaine
te gaan, en mag hij twee dagen later al gaan koersen.
Begrijpt u het verschil? Het is zo klaar als pompwater, niet?
En de contactberoepen, die moeten nog even wachten. Tot 13 februari. Ten
vroegste: als de cijfers op 5 februari "beter"
zijn. (En daar ziet het helaas niet naar uit.) De "niet medische contactberoepen", dat zijn dan de kappers en
schoonheidsspecialisten en zo.
Maar het voetbal, om maar iets te noemen, dat kan gewoon doorgaan.
Voetballen is immers géén contactberoep.
We spreken dus over mannen (of vrouwen) die constant aan elkaar zitten te
trekken en tegen elkaar lopen te duwen, en die elkaar staan te verdringen, schouder
aan schouder, bij een vrijschop bijvoorbeeld. We spreken over de voetballers
die elkaar om de nek hangen na een doelpunt of een overwinning, die daarna met
14 bezwete lijven in een afgesloten kleedkamer napraten over de zege of de
nederlaag, en die achteraf misschien ook nog eens een uurtje samen reizen in
een bus. We spreken over de voetballers waar er elke dag nieuwe Covid-uitbraken
te melden vallen. Die dus, ja.
Die mogen gewoon aan de slag blijven, want
voetballen is géén contactberoep.
Is alles nog altijd duidelijk? Ja toch, hee?
De evenementen- en cultuursector, die blijft helemaal op haar honger
zitten. Die heeft zelfs nog geen zicht op een mogelijke herstart. Maar de
profsporten (voetbal, wielrennen, volleybal, basket, golf, darts, ...) die mogen zonder beperking doorgaan. Dat is de logica zelve.
Want sportwedstrijden zijn geen "evenementen".
Vermoed ik toch. Het is in elk geval géén "cultuur",
dát weet ik zeker. Ik gok dat het dan wel "essentiële"
beroepen zijn. Gezien de immense inspanningen om de profsporten hoe dan ook te laten doorgaan...
En dát opent nieuwe perspectieven, want de "essentiële beroepen" zullen, na de oudjes en de ziekenverzorgers,
bij de eersten zijn die gevaccineerd worden. Logischerwijs zijn dat dan ook de
profsporters, niet?
Zo veel is ondertussen wel duidelijk, neem ik aan?
Het is trouwens expliciet zo gevraagd door de hoofdarts van het BOIC,
en onze minister van Sport vindt dat een terecht verzoek.
Hopelijk zijn er nu over die punten geen misverstanden meer?
Er zijn al genoeg misverstanden over onze vaccinatievooruitzichten.
Geen mens die nu nog precies weet hoe het daar mee zit. Hebben we te veel
(ongebruikte) vaccins? Of zullen we er eerder tekort hebben? Blijkbaar heeft
vooral de geniale vondst om 6 dosissen uit één flesje te halen, voor nogal wat
opschudding gezorgd bij Pfizer. En dus zijn ze daar op de rem gaan staan,
vermoedelijk met de bedoeling hun prijs op te drijven. Dat kunnen ze zich overigens
nog altijd permitteren, want de andere vaccinproducenten raken niet echt op
dreef. Bij AstraZeneca loopt het al helemaal stroef, nog vóór ze goed en wel
begonnen zijn.
Wie had het ook al weer over die "vrijheid"
die ons na de zomer wacht? Op 27 januari (na bijna vier weken) waren al 2,5 %
van de volwassen Belgen één keer ingeënt, en al 0,017 % een tweede keer. Als we
zo verder gaan, dan hebben we binnen een goeie 120 weken iedereen gehad...
Maar ondertussen zullen de eerste vaccins vermoedelijk al uitgewerkt
zijn, als we (zoals bij de griep) jaarlijks moeten ingeënt worden. En dan moet de
volgende ronde al starten. Zo blijven we bezig.
Gelukkig staan de culturele centra toch leeg. En al die artiesten die nu
werkloos zijn, kunnen helpen bij het vaccineren...
Het is een economische wetmatigheid dat je elke (dure) aankoop
maximaal moet laten renderen. Het is niet alléén een economische wetmatigheid,
het is ook gewoon gezond verstand. Als je een dure broodbakmachine koopt, om
maar iets te noemen, dan ga je die na één keer gebruikt te hebben, niet ergens
ver weg in een kast stoppen...
En in deze tijden van ecologisch bewustzijn, moeten we ook allemaal zo
veel mogelijk proberen te "recycleren",
te hergebruiken. We gooien veel te veel zaken véél te rap bij het grofvuil in
onze wegwerpmaatschappij.
Waarmee ik eigenlijk wil zeggen dat het standpunt van Bpost totaal fout is.
Bpost heeft namelijk onlangs bij "De
Inspecteur" laten weten dat niet-afgestempelde postzegels niet mogen
hergebruikt worden. Blijkbaar zijn er rond de drukke Kerst- en
Nieuwjaarsperiode tamelijk veel brieven en kaartjes verzonden waarbij de
postzegel bij aflevering niet was afgestempeld: bij zowat 1 op de 10 omslagen
was de postzegel maagdelijk gebleven. Volgens Bpost kwam dat door de grote
drukte. Wat ik nogal vreemd vind: als dat een geautomatiseerd, machinaal,
proces is, maakt het toch niet uit hoe veel of hoe weinig postzegels moeten
gestempeld worden? Of gebeurt dit nog altijd manueel misschien? Zit daar
nog altijd een postbediende die brief per brief onder handen neemt en daar een
stempel op moet drukken, en er in de grote hoop af en toe eentje mist?
Maar toch wel dus: volgens mij mogen en moeten niet afgestempelde postzegels opnieuw gebruikt worden. Ze
kosten in elk geval méér dan genoeg. Voor een prior zegel betaal je nu al 1,60
euro, dat is de prijs van een klein broodje. De kostprijs van postzegels stijgt
ook ontzettend snel: begin 2004 was dat nog 0,50 euro en nu al 1,60 euro, dat
is méér dan een verdrievoudiging op amper 16 jaar tijd. En de service lijkt wel
omgekeerd evenredig te evolueren met het tarief: brieven worden hoe langer hoe
minder stipt of tijdig geleverd. En met een niet-prior zegel heb je al helemaal
geen zekerheid omtrent de levertijd van je zending.
Dan mogen we zo'n niet-afgestempelde postzegel best wel een tweede
keer gebruiken, vind ik. Daarmee hebben we toch nog een beetje "waar voor ons geld". Maar volgens Bpost
mag het niet: "Het is een misdrijf."
Waarbij ik moet terugdenken aan héél lang geleden...
Ik vermoed dat het ook een "misdrijf"
was toen wij, als kleine mannekes van 11 jaar, de spaarzegels van de winkel
gingen "recycleren"...
Toen we nog snotneuzen waren,
mijn oudste broer en ik, trokken we, gelukkig maar voor een korte periode,
regelmatig op met enkele jongens uit de straat. Jongens die toch enkele jaren
ouder waren dan wij, en die niet bepaald een ideaal "rolmodel" voor ons waren.
Tieners waar we volgens onze ouders beter bij uit de buurt bleven, maar ja...
Die jongens vonden zichzelf al "stoer" genoeg om te roken, en ze daagden ons uit om ook eens een sigaretje te
proberen. Ik was amper elf jaar, toen, en mijn broer twaalf. Maar we voelden
ons echt helemaal verbonden met "de grote jongens" en super-fier dat we met hen
mochten mee doen. We verstopten ons in huizen-in-aanbouw, en zaten daar samen,
hoestend en kuchend, sigaretten te paffen.
Er was wel één probleempje: die
stoere gasten lieten ons dan wel één of twee keer één van hun sigaretten roken,
maar verder moesten we er maar zelf voor zorgen, want zij hadden ook niet echt
de lotto gewonnen. Alléén hadden wij helemaal geen geld voor sigaretten. (Of
voor wat dan ook, want zakgeld kregen we niet.) En ook al zouden we geld gehad
hebben, we konden moeilijk bij de plaatselijke kruidenier binnen stappen voor
een pakje sigaretten: onze ouders zouden dat diezelfde dag al weten. Ik was
daar trouwens goed genoeg gekend, bij die buurtwinkel, want ik was degene die
thuis de meeste boodschappen deed.
En dus moesten we "creatief"
zijn.
Een eindje verderop, in de
volgende straat, was een magazijn, een groothandel, waar de kleine winkels hun
waren gingen kopen. Daar brachten die winkeliers ook de boekjes met "spaarzegels" naartoe. We kregen bij onze aankopen een soort "korting" in de
vorm van spaarzegels, de befaamde "Valoiszegels", die je dan in een boekje
moest plakken. Als dat boekje vol was, kon je dat afgeven en werd een bedrag in
mindering gebracht van je aankopen. Uit nonchalance, of uit onachtzaamheid,
lagen die boekjes met spaarzegels gewoon buiten dat magazijn opgestapeld langs
de straat. Vermoedelijk in afwachting van vernietiging.
Zo zagen wij onze kans schoon om
enkele van die boekjes mee te grissen, en als ik boodschappen moest doen voor
het gezin, leverde ik zo'n boekje met zegels opnieuw in en voor het bedrag
daarvan kon ik dan sigaretten kopen "voor mijn vader", zonder dat ik daarvoor
het voorziene winkelbudget van thuis moest aanspreken.
Als iemand mij daar ooit bij zou
gesnapt hebben, dan was ik misschien wel in een jeugdinstelling terecht
gekomen, en was het achteraf vermoedelijk helemaal fout gelopen met mij. Maar
ik ben niet gesnapt, en heb wél de kans gehad om op te groeien in een zorgzaam
gezin. Zo zie je maar...
Joe Biden heeft, op zijn allereerste werkdag, met één pennentrek de
fondsen voor Donald's muur weer ingetrokken, en zijn immigratiebeperkingen
ongedaan gemaakt. En met een andere pennentrek heeft hij de USA weer binnen
geloodst in de WHO, en in de "klimaatovereenkomsten".
Of de aanleg van de "Keystone XL"
pijpleiding weer stil gelegd. (Voor meer informatie over de aanleg van die
pijpleiding, zie mijn blog-bijdrage van 10 juni 2020.)
Dat is bijzonder goed nieuws, behalve dan voor de rabiate
Trump-aanhangers die de eerdere beslissingen van Donald Trump genegen waren.
Maar het is tegelijk verontrustend dat er alléén maar een simpele handtekening
nodig is om beslissingen door te drukken, in de ene of in de andere richting,
die voor de hele wereld levensbelangrijk zijn. Wie daar een beetje verder over
doordenkt, moet daar toch koude rillingen bij krijgen? Eén enkele man kan, naar
het hem goed dunkt, via een "presidentieel
decreet" de hele wereld zijn mening opdringen. Zonder enige inspraak van de
bevolking of haar vertegenwoordigers in zijn land. Méér zelfs: zonder enige
inspraak van alle andere landen en hun inwoners, die ook door die maatregel
getroffen worden.
Hoe kan dat? Wat maakt dat één man zó veel macht kan hebben? In eigen
land, en zelfs over de hele wereld! Als dat iemand is met een mensvriendelijke
instelling, zoals opa Joe Biden, dan is er geen man overboord. Maar we hebben
geleerd dat een psychopathische narcist, die enkel en alléén zijn eigen profijt
en zelfbevestiging voor ogen heeft, evengoed die macht had. En er
vermoedelijk ook méér gebruik van gemaakt heeft.
Dat één enkel iemand zó veel macht bezit, is niet alléén beangstigend,
het is ook ronduit griezelig. En het is niet gezond! Maar het kan natuurlijk alléén
omdat "men" hem/haar die macht heeft
gegeven en/of (stilzwijgend) toelaat dat zó veel macht in één enkele persoon
gebundeld is. Dat dit binnen de Verenigde Staten geaccepteerd wordt, tot daar
nog aan toe: dat zal wel zo geregeld zijn door hun grondwet die enorm veel
macht heeft toegekend aan de president. Maar dat die macht over de gehele
wereld geaccepteerd, of in elk geval niet gecontesteerd, wordt, dat is toch wel
bizar.
Alle regeringen of staatshoofden, over de hele wereld, lijken zich er
zomaar bij neer te leggen dat de president van één enkel land erover kan
beslissen of het globale "klimaatplan"
een kans van slagen heeft of niet. Dat één man kan bepalen of de
Wereldgezondheidsorganisatie al dan niet de middelen krijgt om haar broodnodig
werk te kunnen doen. Sterker nog: de president van de Verenigde Staten van
Amerika kan, gewoon door een handtekening te zetten, beslissen of Europa al dan
niet een gasleiding naar Rusland kan aanleggen; of we in Europa wel producten
van Huawei mogen gebruiken; welk land, waar ook ter wereld, hoeveel wapentuig krijgt; hoe de toekomst
van de Palestijnse staat er zal uitzien. Enzovoort...
Nee, ik snap het niet.
Met alle respect voor Joe Biden en voor zijn doortastende aanpak: het
klopt langs geen kanten dat één man (of vrouw) zó veel ongecontesteerde macht
heeft. En ik vermoed dat Vladimir het
helemaal met mij eens zal zijn.
De stoere Russische beer ligt 's nachts waarschijnlijk huilend van
frustratie in zijn bed bij het idee dat hij, met ál zijn macht, nog geen
fractie van het gezag en de wereldwijde impact van een Amerikaanse president
heeft. En gelukkig maar, denk ik zo, want stel dat ook Poetin met één enkele
handtekening het aanschijn van de wereld zou kunnen veranderen?
(Maar Vladimir heeft dan weer wél een paleis staan waar dat van de
Zonnekoning een puntje kan aan zuigen...)
Het moge duidelijk zijn: tegen (eind) deze zomer zijn we van de hele
corona-ellende nog niet verlost. Niet alléén omdat de zogenaamde "Britse variant", die véél besmettelijker
schijnt te zijn dan de "Chinese variant",
alsmaar sterker in opmars is en volgens de experten binnen de kortste keren de "dominante" variant zal worden. Maar
ook omdat de farma-reuzen vuile spelletjes aan het spelen zijn om hun winsten
te maximaliseren, en daarom keer op keer treuzelen met de productie en levering van de
beloofde, en voorziene, dosissen.
Onze "doortastende" regering
heeft trouwens bij de beide problemen een slechte beurt gemaakt: door 160.000
vakantiegangers toe te laten andere varianten te gaan opzoeken, én door zich
keer op keer te laten ringeloren door Pfizer.
Als het ook maar een klein beetje tegen zit, dan hangen we na méér dan
anderhalf jaar nog altijd in de wurgende greep van corona. En dan vraag ik me
toch af: "Hoe kan zoiets?"
De medische wetenschap heeft de laatste jaren, en dan vooral de voorbije
twaalf maanden, reusachtige sprongen vooruit gemaakt. Nog nooit eerder is zó
hard en zó gul geïnvesteerd in medisch onderzoek als nu bij Covid-19. En tóch
slagen we er niet in om de ziekte binnen een redelijke termijn te bedwingen, of
zelfs maar min of meer onder controle te krijgen. Nog nooit eerder in de
geschiedenis heeft een ziekte de hele wereld zó lang geteisterd, nog nooit
eerder in de geschiedenis heeft een ziekte de hele wereld zó lang laten
stilvallen.
Hoe komt dat?
Is dit dan misschien de meest besmettelijke ziekte die ooit over de
wereld is neergedaald? Niet echt, hee... Voor Covid-19 schommelt het "reproductiegetal" R0 al een
hele tijd tussen 1 en 2. Voor een écht besmettelijke ziekte zoals de mazelen
ligt dat op 16 à 18. Dat wil zeggen dat iemand die met het mazelen-virus rondloopt,
tot 18 andere personen zal besmetten, bij Covid-19 zijn dat er hooguit 2.
Is dit dan misschien de meest dodelijke ziekte die ons ooit overvallen
heeft? Ook al niet... De mortaliteit bedraagt voor Covid-19 ongeveer 2,14% wereldwijd:
bij de besmette personen sterven er ongeveer 2 op 100. Voor een ziekte als Ebola bedraagt de mortaliteit minstens
25% en bij sommige uitbraken zelfs tot 90%; bij het oudere coronavirus MERS bedroeg de mortaliteit ongeveer
36%.
Wat is er dan zo bijzonder aan Covid-19 dat het al méér dan een jaar
lang de hele wereld in zijn greep houdt, en dat het maar niet bedwongen raakt?
Het lijkt er sterk op dat het vooral aan de aanpak van de epidemie
ligt. Nooit eerder heeft de wereld op zo'n manier op een infectieziekte
gereageerd. De strategie van de meeste landen is er op gericht geweest om "de piek" van de epidemie zo laag
mogelijk te houden, waardoor onvermijdelijk "de staart" langer werd. Die doelstelling is ook van in het begin
expliciet zo verwoord geweest door onze experten.
Het gevolg van die strategie is nu wel dat "de staart" blijft duren en geen enkele neiging lijkt te vertonen om
uit te doven. Het gevolg is ook dat de totale balans aan dodelijke slachtoffers
véél groter is dan wanneer de ziekte beperkt was gebleven tot een kortere hevige
piek. Dat is trouwens ook gebleken bij "de
tweede golf": die was véél minder intens dan de "eerste golf", maar omdat de staart véél langer is blijven aanslepen, was die "tweede
golf" toch stukken dodelijker.
Nu komt bovendien de "derde golf",
de "Britse golf" ook nog op ons af.
En zullen er nog véél nieuwe slachtoffers vallen.
Hadden we van bij die "eerste
golf" onmiddellijk door de zure appel heen gebeten, zoals bijvoorbeeld bij MERS gebeurd is, dan waren we al lang
van die miserie verlost, en had de "Britse
variant" zelfs nooit de kans gekregen om zich te ontwikkelen.
Kortom: we zijn vreselijk aan het aanmodderen, en ik vrees dat we nog
lang zullen blijven aanmodderen en prutsen. Of om het met de gevleugelde
woorden van onze topminister Frank Vandenbroucke te zeggen: "Zachte heelmeesters maken stinkende wonden..."
Ik heb het eerder al eens opgemerkt: de "rechten van de verdediging" zijn in ons rechtssysteem heel sterk
uitgewerkt. De "rechten van het
slachtoffer" lijken nét iets minder belangrijk te zijn, maar misschien zie
ik dat verkeerd.
Eén van de manieren om de "rechten
van de verdediging" te waarborgen, is de "verjaringstermijn": na x jaar kan een misdrijf of een overtreding
niet meer vervolgd worden omdat het misdrijf of de overtreding "verjaard" is.
Het idee dat erachter steekt, is dat er een duidelijke link moet
bestaan tussen het te bestraffen feit en de straf die erop volgt: "Indien er teveel tijd verloopt tussen de
gepleegde feiten en het eventueel proces en de bestraffing, heeft een
bestraffing nog weinig zin."
Om het concept van de "verjaring"
te rechtvaardigen wordt de vergelijking gemaakt met het bestraffen van een
kind: als dit pas een week later zou gebeuren, beseft het kind niet meer waar
het eigenlijk voor gestraft wordt, en zal het zich ook niet aangespoord voelen
om het kattenkwaad voortaan achterwege te laten. Als ik eerlijk mag zijn: dat
is ronduit belachelijk. Misdadigers en overtreders zijn geen kinderen met een
kort geheugen. Als iemand een moord gepleegd heeft, dan weet hij ook 20 jaar
later nog perfect dat zijn straf gelinkt is aan die moord. Of niet soms?
Er bestaat trouwens ook nog een onderscheid tussen de "verjaring van strafvordering" en de "verjaring van straf". Bij de "verjaring van straf" kan het heel goed
zijn dat de straf wel uitgesproken werd, maar na x jaar nog altijd niet
uitgevoerd, waarna de straf komt te vervallen wegens "verjaard".
Een ander concept in ons rechtssysteem, waarbij de "rechten van de verdediging" centraal
staan, is het concept van de "redelijke
termijn". De bedoeling hiervan is, denk ik, het vermijden van eindeloos
aanslepende rechtszaken waarbij een overtreder lang na het voorval alsnog zou
gestraft worden. Het is een soort "bescherming",
vermoed ik, tegen de tergende traagheid van onze rechtspleging. Als de "redelijke termijn" verstreken is, kan de
dader wél nog altijd schuldig bevonden worden, maar er wordt geen straf meer
uitgesproken.
De duur van zo'n "redelijke
termijn" wordt overgelaten aan de vrije interpretatie van een rechter. Bij "verjaring" is dat anders. Voor de "verjaringstermijn" bestaan heel precieze
richtlijnen: 20 jaar voor bijvoorbeeld een moord, 15 jaar bij verkrachting op
een meerderjarige, 5 jaar voor een "wanbedrijf"
dat bestraft wordt met een gevangenisstraf van minder dan 3 jaar, 1 jaar voor
verkeersovertredingen of andere overtredingen. Eind 2019 is een wetswijziging
goedgekeurd die als bedoeling had om de verjaringstermijn te schrappen voor
seksuele misdrijven tegen minderjarigen. Een heel mooi initiatief. Helaas is er
toen een foutje geslopen in de aanpassing van de wetteksten, zodat het gevolg was
dat een seksueel misdrijf tegen een meerderjarige, met de dood als gevolg, nu
al na 10 jaar zou verjaren in plaats van na 15 jaar.
Gewiekste advocaten, van het soort dat ik niet kan betalen, kennen
uiteraard alle trucjes van de foor om ervoor te zorgen dat een proces zó lang
aansleept dat de hele zaak uiteindelijk verjaard is, of dat de "redelijke termijn" verstreken is. Of,
erger nog: ze vragen altijd maar opnieuw bijkomende onderzoeken of verzinnen
argumenten om het proces keer op keer uit te stellen, tot het niet eens meer
tot een proces kan komen wegens "verjaring".
Het moet gezegd: het ligt niet altijd aan de advocaten. Er is ook het
gigantische probleem van de "achterstand",
vooral bij de "Hoven van Beroep". In
fiscale rechtszaken loopt die achterstand in Brussel al op tot 10 jaar! Het
ligt er vingerdik op dat veel van die zaken nooit zullen kunnen vervolgd
worden, wegens verjaring.
Verjaring heeft trouwens ook gedreigd voor het onderzoek naar de "Bende van Nijvel": eind 2015 liep de
verjaringstermijn voor het dossier af, zonder enig resultaat. Toen heeft men in
zeven haasten de verjaringstermijn met 10 jaar verlengd, tot 2025. Niet dat het
enig verschil zal maken: het komt toch nooit tot een proces. Maar daar ligt het
probleem bij het (al dan niet opzettelijk) geklungel van de onderzoeksrechters.
Een "verjaring" is er ook
gekomen in het proces tegen de vroegere toplui van Fortis Bank. Die hadden in 2007 de hebberige beleggers in volle
financiële crisis kunnen verleiden om met hun centjes mee te springen in de
kapitaalsverhoging die Fortis gepland had om de overmoedige overname van ABN
Amro te kunnen betalen, maar ze hadden daarbij één en ander aan cruciale
informatie achter gehouden, of simpelweg gelogen. De zaak is altijd maar
opnieuw op de lange baan geschoven, en zie: de "tenlasteleggingen" zijn ondertussen verjaard, en de heren zijn de dans ontsprongen. Het zou mij nochtans sterk verwonderen als het argument
dat die mannen de link met hun misdrijf niet meer zien, inderdaad zou kloppen.
Een ander stuitend voorbeeld van dat soort "klasse-justitie", waarbij iemand met véél geld lang genoeg uit de
handen van het gerecht kan blijven, is de "verjaring"
van een reeks snelheidsovertredingen van de heer Jordan Lukaku, profvoetballer en "broer van". De man had 6 snelheidsovertredingen op zijn palmares,
en had het bovendien niet nodig gevonden om zijn rijbewijs in te leveren na een
eerdere veroordeling. De gevraagde straf was 16 maanden rijverbod, maar de
advocate van de man kwam op het idee om "verzet
aan te tekenen", waardoor het proces moest overgedaan worden. En eer het
zover kon komen, was de hele zaak verjaard. Jordan was ondertussen, drie jaar
na de feiten, al lang vergeten dat hij het niet nodig had gevonden zijn
rijbewijs in te leveren zoals hem gevraagd was, zeker?
Wie nu op het lumineuze idee zou komen om zélf aan gerechtelijke vervolging
of straf te kunnen ontsnappen door dat soort juridische truken, moet ik toch
even waarschuwen: dit is alléén weggelegd voor de vermogenden onder ons, want
een pro Deo advocaat zal die moeite niet doen.
Ik was een "verdienstelijk"
muzikant, maar daar hield het wel ongeveer op. En ik was een ramp als ik een
solo moest spelen, omdat ik het zowat bestierf van de stress en de zenuwen.
Dat werd een complete catastrofe als ik helemaal alléén vooraan moest
gaan staan om een deuntje te produceren. Dat was toendertijd de gewoonte bij
het Sint-Ceciliafeest van de fanfare: elk jaar "mocht" een jonge veelbelovende muzikant een stukje ten beste geven,
helemaal alleen op een podium, voor het oog van de voltallige fanfare en de in
groten getale opgedaagde vrienden en familie. Ik had niet die zelfzekere flair
als een aantal van mijn leeftijdsgenoten, en voor mij was dat een ware
martelgang. Mijn optreden is dan ook op een gigantisch fiasco uitgedraaid: ik
was zó nerveus dat ik het hele stukje een halve toon te hoog heb gespeeld. Zo
vals als een kat, dus. Maar... ons vader heeft mij toch achteraf gefeliciteerd om
mijn "toonvastheid". Want ik heb het
hele stuk consequent die afwijking van een halve toonhoogte volgehouden. Wat
een kunststukje op zich was. (En wat je vermoedelijk met een ander instrument
dan een hoorn nooit zou klaarspelen.)
Maar nee dus, ik was geen virtuoze muzikant, en ik had een voorkeur
voor simpele partituren waarbij de hoorn eerder op de achtergrond kon blijven.
Zoals bij een Weense Wals: daar voelde ik me nog het meest comfortabel bij. De
bijdrage van de hoorn in het "oem-pa-pa"
van een wals, was het repeterende "pa-pa",
en dat kon ik als de beste.
Ik ben trouwens later, als volwassene, nóg een keer naar de
muziekschool mogen gaan. In Aalbeke was dat. Onze nieuwe dirigent, die
vermoedelijk een mooi procentje mocht opstrijken bij de verkoper van muziekinstrumenten
voor ieder instrument dat die aan de fanfare mocht slijten, had een splinternieuwe
hoorn op de kop kunnen tikken. Een prachtig, goudglanzend ding. En dat juweel
was voor mij bestemd. Helaas was onze dirigent een paar kleine details uit het
oog verloren. Deze hoorn was voorzien van "klepventielen",
en ik had al die jaren tevoren altijd een instrument gehad met "pompventielen". Ik moest dus zowat vanaf
nul opnieuw beginnen leren. De hoorn had trouwens zelfs een vierde ventiel, en
ik heb nooit geweten waar dat voor diende. De hoorn was bovendien afgestemd
voor muziekpartituren "in D", terwijl
alle muziekpartituren voor een hoorn altijd "in Bes" of "in F"
geschreven waren. Ik moest daarom een soort simultaanvertaling verzorgen
terwijl ik speelde: ik moest consequent een toon hoger of lager spelen dan wat
op de partituur te lezen viel. (Misschien had onze dirigent zich nog mijn
allereerste optreden herinnerd?)
Dat is al bij al toch wel een stuk moeilijker dan het lijkt. En dus
moest ik naar de muziekschool (waar, geheel toevallig, onze dirigent les gaf
als betaald muziekleraar) om te leren "transponeren":
ik moest leren om niet de noten te spelen die ik kon aflezen, maar wel een toon
hoger of lager.
Maar ons vader kon het (alweer) niet laten met mij en mijn nieuwe
instrument te pronken. (Als hij kon stoefen met één van zijn kinderen, dan was hij niet te houden...) En dus heeft hij mij meegenomen naar de Koninklijke Filharmonie van Kortrijk,
waar hij ook al een tijdje lid van was, en waar hij de "bombardon" speelde, of om helemaal precies te zijn: de "sousafoon". In zijn jonge jaren had hij trombone gespeeld, maar met het ouder
worden was hij moeten overschakelen op een muziekinstrument met een groter
mondstuk. Ook al omwille van het hardnekkige herpesvirus. Eerst werd het de tuba, en later dus de sousafoon.
De Koninklijke Fanfare Sint-Jan
haalde toen al niet meer het niveau van rond de jaren zeventig, toen de fanfare
in "de hoogste klasse" speelde, en
hoge toppen scheerde op allerlei muziekwedstrijden. We werden in die
gloriejaren zelfs gevraagd om de "halftime
show" te verzorgen van voetbal-interlands. Ons vader zag het verval met
lede ogen aan, en was bezweken voor de lokroep van meer ambitieuze
muziekgezelschappen. En ik mocht hem daar wat later bij gaan vervoegen, al
stond ik niet direct te springen om "ambitieuze"
muziek te spelen.
Maar ik wil mijn verhaal niet negatief eindigen. Want al is het niet
gemakkelijk te bespelen, een hoorn is toch wel een héél mooi instrument, met
een uitzonderlijk mooie, zoete en volle klank.
En de hoorn wordt dan ook niet alléén gebruikt in de klassieke muziek,
zoals bijvoorbeeld in dit "Hoornconcerto
Nummer 3" van Mozart: https://www.youtube.com/watch?v=lNuJVfe-t3o
Ook in de moderne muziek wordt dankbaar gebruik gemaakt van de toch
wel heel aparte "ronde" klank van een
hoorn. Zoals bijvoorbeeld in deze song van "The
Alan Parsons Project": https://www.youtube.com/watch?v=76n_uE_W31A
Ik ben geboren in een erg muzikale familie. In elk geval toch van mijn
vaders kant. Zijn vader, "pépé van de
Pauvre-Leute", was een begenadigd muzikant, en in zijn jongere jaren zelfs "tweede dirigent" van de Koninklijke Fanfare Sint-Jan. Zijn vier
zonen, ons vader en zijn drie broers, hebben die muzikale genen geërfd en zijn
alle vier talentvolle, of toch in elk geval enthousiaste, muzikanten gebleken.
Drie van hen in de Koninklijke Fanfare Sint-Jan, en de vierde als dirigent van
het harmonie-orkest van de (toenmalige) ASLK, in Brussel.
Het leek dus vanzelfsprekend dat ook wij, de zes kinderen, in die
muzikale voetsporen zouden treden. Maar dat is een beetje anders gelopen: het
muzikale gen is op één of andere manier niet goed doorgegeven. Alléén mijn oudste
broer en ik hebben de Koninklijke Fanfare vervoegd, de anderen hebben
vriendelijk bedankt. En mijn broer vond het al bij al niet écht een
hartverwarmende ervaring. Hij heeft de fanfare na korte tijd al in de steek
gelaten. Ik moet toegeven dat onze eerste kennismaking met de muzikale wereld inderdaad
niet bepaald opwindend of boeiend was: er waren de wekelijkse, oersaaie, lessen "Notenleer" (of "Solfège" zoals dat bij ons genoemd werd), en bij een optreden van
de fanfare was onze bijdrage beperkt tot het paraderen met een stokje, een
soort "baton". Een taak die in latere
jaren met veel meer bravoure en flair door een stel majorettes vervuld werd.
Maar ik heb het dus wel volgehouden. En ik mocht een instrument leren
bespelen. Het is een "hoorn"
geworden. Niet uit eigen keuze, want wist ik veel, op mijn 10 jaar, op welk
instrument ik graag had willen spelen. Aan een hoorn had ik in elk geval niet direct gedacht. Vooral niet omdat ik
zelfs niet eens wist wat een hoorn
was. Maar de typische hoorn is een "linkshandig"
instrument: de ventielen worden met de vingers van de linkerhand ingedrukt. En
aangezien ik de enige linkshandige was in de nieuwe lichting...
Een hoorn, dus.
Voor de gevorderde lessen mochten wij, de jonge
muzikantjes, naar de muziekschool van Wevelgem. Helaas was Wevelgem voor onze
korte beentjes nogal onbereikbaar, al zeker omdat we zélf ons eigen instrument
moest mee nemen. En dus werd er elke week, de zondag voormiddag, uitgekeken
naar een zeldzame goede ziel met een auto. Een vader van één van de muzikantjes, of een
bestuurslid, of een brave man die in het lokaal van de fanfare de zware woorden
van de pastoor na de vroegmis aan het doorspoelen was. Een geschikte auto vinden was niet zo evident,
want we waren door de band genomen met zes jonge gastjes, mét
instrumentenkoffer. Ik herinner me levendig die ene keer toen de enige
kandidaat-chauffeur de trotse bezitter was van een Volkswagen Kever. Wie een
sterke verbeelding heeft, en zich nog het formaat van zo'n Kever herinnert, mag proberen zich voor te stellen hoe we ons met
zes jongens van een jaar of 12, mét instrumentenkoffer, naast de chauffeur in
dat kleine autootje gewrongen hebben.
Ik moet eerlijk toegeven dat ik niet het enorme muzikale talent van
mijn grootvader heb geërfd. Wat ik wél van ons vader geërfd heb, was de aanleg
voor koortsblaasjes. Ik was amper van een set lelijke blaren op mijn lippen
genezen, en daar kwam de volgende pijnlijke blaas zich al aankondigen. Een
hoorn is nu ook niet bepaald het meest "koortsblaas
vriendelijk" muziekinstrument: het mondstuk van een hoorn is niet zo rond
als dat van bijvoorbeeld een tuba, het is véél smaller. En dus een foltertuig
voor kwetsbare lippen.
Maar het is de schuld van Marc Van Ranst dat ik, net als ons vader, om
de haverklap geteisterd werd door die uitbraak van "herpes". Of liever: het kwam door de afwezigheid van Marc Van
Ranst. Nu komt die zowat elke dag op teevee met zijn welgemeende goede raad,
maar toen bleef hij geheel en al afwezig. En dus was ik volkomen onwetend over
de belangrijke richtlijnen om de verspreiding van een virus tegen te gaan. Ik
heb er nooit aan gedacht om het mondstuk van mijn hoorn te ontsmetten met alcoholgel. Ook al
omdat niemand anders daar zijn mond zou aan zetten. Maar het gevaarlijke herpesvirus
bleef dus aan dat mondstuk floreren, en bijgevolg had ik elke keer opnieuw
prijs. Tot bloedens toe.
In de nasleep van de "Black
lives matter" beweging, is het bijna een "gewoonte" geworden om te protesteren tegen "het politiegeweld". Ook als er, althans op het eerste zicht, geen
enkel politiegeweld aan te pas is gekomen. Ook hier bij ons, in België. En dan
vooral, wellicht niet toevallig, in Brussel.
Om één of andere reden draaien die betogingen en protesten altijd uit
op "relletjes", op grof geweld. Om
één of andere reden laten die "protestanten"
altijd een onthutsend spoor van vernieling achter. Waarbij ik mij onmiddellijk
af vraag: "Als je komt protesteren tegen
politiegeweld, waarom moet dat dan altijd uitmonden in eigen geweld en
agressie?" Ik stel me voor dat iemand die "tegen geweld" is, toch zelf ook geweldloos zal blijven. Of niet? Je
kan toch niet luidop komen demonstreren tegen geweld en dan zélf op een
agressieve manier tekeer gaan?
Wat mij doet vermoeden dat het die relschoppers helemaal niet om dat
(vermeende) "politiegeweld" te doen
is, maar wél om een (gemakkelijk) excuus om zélf herrie te komen schoppen en zo
véél mogelijk vernielingen aan te richten.
Neem nu dat ongeval, vorig jaar, in april 2020, met een jongen van 19
die met zijn brommer op de vlucht was gegaan voor een politiecontrole, en die
pardoes op een politiecombi is gebotst. De jongeman heeft zijn stommiteiten
niet overleefd, en prompt kwam het tot "protesten"
tegen "het politiegeweld" (in
realiteit: ordinaire en gewelddadige rellen) in Anderlecht. En begin dit jaar
was het opnieuw prijs: een jongeman die door de politie was opgepakt, is jammer
genoeg in de cel overleden aan een hartstilstand; blijkbaar had de jongen een
hartafwijking. Ook nu weer was Brussel te klein. Een "vreedzame" betoging om "opheldering"
te eisen, is binnen de kortste keren ontaard in een lawine van agressie en geweld
en vandalisme.
Het doet me terugdenken aan één van die vele keren in Parijs. Waar het
ook om de haverklap uit de hand loopt. Die ene keer, in 2005, was het er écht
wel over. Toen hadden een paar jonge boefjes, ook al op de loop voor de
politie, en dus niet bepaald "onschuldig",
zich verstopt in elektriciteitskasten langs de weg. Dat dit verkeerd zou
aflopen, was te voorspellen: ze zijn allebei geëlektrocuteerd door aanraking
met de kabels. Ik weet het: dat is een verschrikkelijk drama, zéker voor de
nabestaanden. Maar zeg nu zelf: hoe stom kan je zijn? Daar hadden hun "vrienden" geen boodschap aan, en dit
incident was de aanleiding voor één van de meest gewelddadige weken in Parijs,
en in Frankrijk in het algemeen.
Dat de "vrienden" van die
jongens hen tot "slachtoffers"
bombarderen, terwijl het eigenlijk "daders"
zijn, tot daar nog aan toe. En dat ze hun woede of verdriet op iemand moeten
afreageren, dat is niet abnormaal. Maar dat ze de politie daar elke keer de
schuld van willen geven, dat is toch ferm bij het haar getrokken. En hoe dan
ook is dat geen enkel excuus voor wat zich daarna in en rond Parijs heeft
afgespeeld. Of in en rond Brussel.
Als ik zou durven schrijven dat de relschoppers telkens allochtonen
waren, dan word ik vermoedelijk van "racisme"
beschuldigd, maar dat zijn nu eenmaal de harde feiten. Het is jammer genoeg een
pijnlijke vaststelling dat sommige minderheden die zich (al dan niet terecht)
gediscrimineerd voelen, reageren met een overdreven "zelfbewustzijn". Omdat ze het slachtoffer zijn van discriminatie,
denken ze dat ze zich, als compensatie, alles
mogen permitteren. (Dat is dezelfde redenering die ook de Israëlische regering
keer op keer gebruikt: zij, de Joden, zijn zwaar vervolgd geweest, en dat heeft
hen het recht om alles te doen wat ze willen...)
Misschien moet ik eerder spreken over "ontspoorde" en "ontwortelde"
jongeren, met geen enkel normbesef en geen enkel respect voor onze waarden. Ongeacht
hun origine of achtergrond. Het lijkt wél dikwijls te gaan om jonge mannen die
opgegroeid zijn in een streng religieuze omgeving en bij wie de balans, in een
poging om daaraan te "ontsnappen",
volledig naar de andere kant is doorgeslagen. Ze weigeren pertinent zich te
integreren of zich te plooien naar wetten en regels. (Ook niet die van hun
ouders.) Door zich los te rukken van die diepreligieuze context, zijn ze hun
oorspronkelijke "identiteit" kwijt
geraakt, en moeten ze op zoek naar een nieuwe identiteit. En die vinden ze in
een groep gelijkgestemden. Komt daar nog bij dat ze zich (al dan niet terecht) gefrustreerd
voelen door het ontbreken van vooruitzichten en "kansen". Ze voelen zich achteruit gestoken en benadeeld, waardoor
ze allemaal "een kort lontje" hebben.
En dus zoeken ze naar manieren om hun frustraties en woede kwijt te
raken, en om zich te "wreken" op
diegenen die hen "tekort doen". Ze
richten hun pijlen dan vooral op de politie, omdat die hen belemmeren in hun
pogingen om zichzelf te "bewijzen".
En zo profiteren ze van elke gelegenheid en van elk excuus om zich gewelddadig
uit te leven tegenover de ordediensten (maar evengoed tegenover brandweer of
hulpdiensten). En al zeker als ze in groep zijn, want dan verdwijnen, onder de "groepsdruk", ook de laatste restjes "menselijkheid".
Welzijns- en buurtwerkers, en mensenrechtenorganisaties pleiten voor
begrip en voor "preventieve maatregelen",
eerder dan repressie of straf. Ik denk dat een "harde aanpak" hier beter geplaatst is.
Voor die jongeren zélf, want aan een opgestoken vingertje laten zij
zich niets gelegen. Maar ook, en vooral, voor de rest van de allochtone
gemeenschap. Want die ontspoorde jongeren, dat zijn dan wel uitzonderingen,
maar door hun gedragingen riskeren zij het compleet te verpesten voor de
gehele gemeenschap. Die dan gestigmatiseerd wordt door het gedrag van die
enkelingen.
Albert II had een groot gat
in de lucht gesprongen toen Delphine Boël door een rechter herdoopt werd tot Delphine van
Saksen-Coburg.
Hij had al jaren geen contact
meer gehad met zijn jongste dochter, en dat viel hem bijzonder zwaar. Maar hij
had geen keuze gehad. Paola had hem voor een ultimatum gesteld: "Zij of ik!"
En hij had geplooid. Paola had
hem verboden contact te zoeken met het bastaardkind, of zelfs maar haar naam te
noemen. Maar nu, nu alles officieel
gekend en erkend was, kon Paola er nog weinig tegenin brengen, en dus was
Albert II koortsachtig aan het zoeken gegaan naar een manier om zijn jongste
dochter eindelijk weer in de armen te kunnen sluiten. Want hij had haar
vreselijk gemist. Zoals elke liefhebbende vader.
Hij was niet helemaal zeker geweest hoe
Paola zou reageren als hij Delphine weer zou ontmoeten; hij was toch een beetje
bang geweest voor haar Italiaanse furie. En dus had hij een slim plannetje bedacht: hij zou
Filip vragen om het pad te effenen. Filip kon immers in de ogen van zijn moeder
niets verkeerd doen, en dus zou zij dat wel accepteren. En daarna kon Albert II
met een geruster hart de volgende stap zetten.
En zo geschiedde: Filip nodigde
zijn halfzus uit voor een bezoekje bij hem thuis, en ze konden het bijzonder
goed met elkaar vinden. Zoals in de media uitgebreid aan bod kwam. Toen had
Paola eigenlijk geen poot meer om op te staan. En de volgende logische stap
werd gezet: Delphine mocht bij haar papa en haar stiefmoeder op bezoek. Het
leek wel het begin van een nieuwe sprookje!
En toen kwam Covid ertussen...
Ik heb onze koning Albert II tot
hier horen vloeken op die avond van 16 oktober. Had hij er net een dochter bij
gekregen, dankzij die voorzet van koning Filip I, en daar kwam de regering met
de beperking van maar één knuffelcontact!
Albert II had tot nu alleen maar
Filip kunnen knuffelen. Want met Laurent ligt hij nog altijd zwaar overhoop en
die zou hij liever een oplawaai dan een knuffel geven. En Astrid is nooit
thuis. Albert had heel erg gehoopt om in zijn ouwe dag ook Delphine te mogen
knuffelen, nu ze zich met Filip verzoend had. Hij had trouwens al aan de hele
wereld laten weten hoe blij hij was dat hij zijn dochter eindelijk weer in de
armen kon sluiten: "Het begin van betere tijden
voor ons allen en in het bijzonder voor Delphine." Zélfs Paola had er
zich al mee verzoend, zoals Albert triomfantelijk liet weten: "Mijn echtgenote en ik zelf zijn verheugd over het
initiatief van de koning."
Alle elementen waren voorhanden
voor een mooie familiereünie en voor één grote knuffelpartij van het voltallige
gezin. En daar kwam corona, of liever Frank Vandenbroucke, roet in het eten gooien.
Albert II had al plannen gemaakt
om prinses Delphine uit te nodigen voor een etentje. Samen met Filip en
Mathilde, uiteraard, om te helpen de sfeer erin te houden en de conversatie weer
op gang te trekken als er een pijnlijke stilte zou vallen. Tenslotte had Filip
al een uitgebreide babbel met zijn nieuwbakken zus gehad, en was gebleken dat
ze het heel goed met elkaar konden vinden.
Prinses Delphine had de
uitnodiging al ontvangen, met de routebeschrijving naar Kasteel Belvédère. En
koningin Paola had de menu al helemaal samengesteld en een gepast cadeautje
voor Delphine uitgezocht: een set kleurpotloden.
Maar helaas... Het viel allemaal
in het corona-water: géén knuffel-bezoek. Méér zelfs: helemaal géén bezoek.
Want op het laatste moment kwam de crisiscel met nieuwe beperkingen: alle
niet-essentiële verplaatsingen werden opeens verboden, en een bezoek aan
kasteel Belvédère is niet echt "essentieel" volgens de experten.
Ook prinses Delphine zat in zak
en as bij deze strenge beperking. Zij had het vooruitzicht op een fortuin aan
erfenissen bij het overlijden van vader Boël opgegeven in ruil voor een
vertederende hereniging met haar vader en haar broers en zus, en dat zag ze nu
door de neus geboord bij de mededeling van Frank Vandenbroucke.
Het sprookje heeft dan toch een
wrede wending gekregen, zoals dat dikwijls gaat in sprookjes over jonge vrouwen
en hun stiefmoeder...
Maar misschien krijgt ook dit
sprookje nog een mooi einde, ergens in 2021, als de hele koninklijke familie
zal ingeënt zijn met "het vaccin"?
Het zal je maar overkomen: je bent ijverig en onvervaard aan het
wandelen, in de wijde natuur. Goed op weg voor het volgende compliment van je
stappenteller: "Proficiat! Je hebt 10.000
stappen gehaald!" En dan is daar plots die knagende aandrang om te gaan
plassen.
Want aan een lange wandeling is inderdaad toch een klein risico
verbonden: het kan je heel goed overkomen dat je onderweg dringend pipi moet doen.
Dat risico is bij mij nét iets groter als ik 's morgens mijn pil tegen een hoge
bloeddruk genomen heb, want dat is eigenlijk niets anders dan een "plaspil": een vochtafdrijvend
geneesmiddel. Als ik die pil geslikt heb, dan moet ik soms om het half uur naar
het toilet. En echt handig is dat niet als je een paar uur onderweg bent. Want
opeens is daar inderdaad die dringende aandrang. Ik probeer het dan maar zo
lang mogelijk in te houden, hopend dat ik heel vlug een openbaar toilet zal
vinden. Alléén... er is geen enkel openbaar toilet in Merelbeke. Geen enkel! En
helaas: terwijl je vroeger nog terecht kon in één van de plaatselijke cafés,
tegen de niet-zo-democratische prijs van 50 cent, dan lukt dat nu in deze corona-periode
niet meer. Alle cafés of restaurants of tavernes zijn dicht. Je kan dus nergens meer terecht.
Ik moet me dus aan het riskante "wildplassen"
wagen: ergens in een bosje, of achter een struik. En dan maar hopen dat er niet
nét op dat moment een andere wandelaar of fietser voorbij komt, want dan voel
ik me "betrapt" en ongelooflijk
gegeneerd. Als ik écht zou betrapt worden, door een politieagent, dan zou dat "wildplassen" mij overigens duur te staan
komen: de boete bedraagt 140 euro. Ik zou dan wel kunnen argumenteren dat er
geen enkel openbaar toilet in de buurt is, maar daar heeft een ijverige functionaris
geen boodschap aan.
"140 euro, meneer!"
Vroeger had je nog hier en daar een "urinoir". Dikwijls zelfs naast de kerk, vermoedelijk om te
vermijden dat de (mannelijke) helft van de kerkgangers tijdens de dienst zou weglopen, naar het dichtstbijzijnde café,
omwille van een dringende behoefte. Daar konden in elk geval de mannen wel nog
terecht. Maar ook dat is er niet meer. Gelukkig maar, misschien, want de stank
in de buurt van zo'n urinoir was
dikwijls niet te harden...
Maar ik mag niet klagen, al bij al. Ik kan tenminste nog achter een
boomstam gaan plassen. Voor vrouwen is dat al veel minder evident. Als je als
vrouw tijdens een wandeling dringend moet plassen, dan heb je wel écht een
probleem. Dan moet je in de natuur maar een plekje zien te vinden om even neer
te hurken voor "de kleine boodschap".
Als je héél veel geluk hebt, en in een bos rondwandelt, dan kan je hopelijk wel
ergens een verborgen plekje ontdekken en dan maar de netels trotseren die daar
onvermijdelijk welig tieren. Als je minder geluk hebt, en in het open veld op
wandel bent, dan moet je als vrouw hopen op een moment dat er géén of
nauwelijks passage is. Of anders je schaamtegevoel negeren, en doen wat je
hoognodig moet doen.
Misschien toch iets waar de "vrouwvriendelijke"
regering van Alexander eens werk zou kunnen van maken? Zéker in deze
corona-tijden waarbij de horeca volledig dicht is, en je voor die plas nergens
meer terecht kan behalve in een openbaar toilet. Hopelijk staat dit punt op de
agenda van het volgende overlegcomité: het voorzien van voldoende openbare
toiletten. Ook, en vooral, voor vrouwen.
Dit gezegd zijnde: voor rolstoelgebruikers is het nog véél droeviger
gesteld met de mogelijkheden om naar het toilet te gaan. Wildplassen tegen een
muur of in de struiken gaan hurken is er voor hen sowieso niet bij, en nu de
horeca dicht is, blijven voor hen alléén nog de openbare toiletten over die
rolstoeltoegankelijk zijn. Dat is al helemaal zoeken naar een speld in een
hooiberg...
Ik blijf me verbazen over de onuitputtelijke vindingrijkheid waarmee
de overheid ons, via de klassieke media, op het gepaste moment de "gepaste" corona-cijfers toont om ons te
motiveren dan wel af te remmen.
Rond de voorbije feestdagen, tijdens de kerstvakantie, was het vooral
belangrijk ons te motiveren om de richtlijnen blijvend na te leven, en bij
voorkeur niet al te veel te zondigen tegen het heilige "één enkel contact" gebod. Dat was niet evident, want zowat iedereen
had zeker in die dagen nood aan de nabijheid van al zijn of haar dierbaren. Hoe
kan je een ouder het recht ontzeggen om zijn of haar kinderen te zien met
Kerstmis? En dus werden de cijfers op zo'n manier gebracht dat we duidelijk
zagen dat onze offers niet vergeefs waren: het aantal besmettingen daalde en
bleef dalen, en ook het aantal ziekenhuisopnames en sterfgevallen.
We waren "op de goede weg",
zó veel was wel duidelijk. En dan werd ten overvloede ook nog eens vergeleken
met andere landen waar ze minder streng waren dan bij ons. In die landen
swingden de cijfers werkelijk de pan uit. Althans volgens de gegevens die we
gepresenteerd kregen. Dus ja: we waren "heelgoed bezig". En nu was het kwestie
van vol te houden en niet te versagen.
Keerzijde van die positieve
communicatie was wel dat diverse beroepsgroepen weer luid om versoepelingen
gingen roepen. De "contactberoepen"
en de evenementensector maakten hardop de bedenking dat het moment misschien
wel aangebroken was om hen weer toe te laten aan het werk te gaan. Aangezien de
cijfers zó goed waren en zó goed bleven evolueren. En vermits "het vaccin" dat ons onze vrijheid zou
terugbezorgen nu eindelijk ruimschoots beschikbaar was.
Tja... daar kon natuurlijk geen sprake van zijn! Op versoepelingen
moeten we (nog) niet rekenen. Die boodschap was wel duidelijk, zowel bij de
virologen als bij onze minister van Volksgezondheid. Misschien zouden we kunnen
mikken op de paasvakantie of zoiets? Als alles goed bleef gaan, áls we niet té
veel zouden zondigen, áls we de "Britse
variant" konden buiten houden, áls er geen "derde golf" zou komen, áls...
En ziedaar: opeens vertoonden de cijfers een heel andere trend. Het
aantal besmettingen begon weer te stijgen, en bleef stijgen. Dat er opeens
massaal méér getest werd, dat werd enkel in de marge verteld. De belangrijkste
boodschap was deze: "Het aantal
besmettingen neemt weer sneller toe. Er kan nu dus duidelijk geen sprake zijn
van versoepelingen. Wellicht zouden we zelfs beter verstrengen!"
Waarmee de kappers nogal kortaf de mond gesnoerd werden.
En de evenementensector? Wachten tot de zomer, hee. "Misschien"...
Alléén de professionele sporters bleven, vreemd genoeg, nog altijd
buiten schot. Hoe hard corona daar ook tekeer gaat, de profsporten, met het
voetbal op kop, blijven gevrijwaard van beperkende maatregelen.
De media zaten wel een beetje verveeld met de cijfers over
ziekenhuisopnames en over de dodelijke slachtoffers. Want die bleven wél
consequent dalen. In het nieuws werd dan maar, in een poging het negatieve
beeld nog te redden, geopperd dat de cijfers "een dubbel beeld" gaven. Ze hadden zich nochtans véél beter kunnen
verweerd hebben met de klassieke boodschap die ze vroeger altijd hadden
gebruikt: dat de cijfers van de ziekenhuisopnames en sterfgevallen altijd één à
twee weken later volgen. Dat ze die dooddoener nu niet gebruikt hebben, is toch
een communicatie-flater, vind ik. Tenzij ze natuurlijk zélf heel goed wisten
dat die cijfers deze keer niet zouden volgen, omdat er simpelweg eigenlijk géén
stijging van het aantal besmettingen was. Want wat bleek? Daar waar de "positiviteitsratio" rond Kerstmis nog
tussen 7 en 8 procent lag, is die tegen midden januari gezakt tot nauwelijks 5
procent. De bewering dat het aantal besmettingen blijft toenemen, is dus een
leugen. Bedoeld om elk geroep om versoepelingen vooraf in de kiem te smoren.
Als er iets zal veranderen
in de komende dagen en weken, dan zullen het eerder verstrengingen dan
versoepelingen zijn, nu de "Britse
variant" ook ons land binnen geslopen is.
Het moge ondertussen duidelijk zijn: alléén Frank Vandenbroucke, en
niemand anders, zal beslissen wanneer en onder welke voorwaarden er
versoepelingen komen. En om dat te verzekeren, zullen wij via de klassieke
media altijd precies die cijfers te zien krijgen die van pas komen om ons braaf
te houden zolang dat volgens Frank nodig is.
En die vaccins dan die ons zullen verlossen?
Op 17 januari hadden wij in België al ongeveer 278.000 dosissen
ontvangen. En daarmee waren "al"
bijna 96.000 mensen ingeënt. (Wat ook betekent dat ongeveer 182.000 dosissen
nog ongebruikt in de diepvries lagen te wachten...) Daarmee zijn dus al ongeveer
0,83 procent van de Belgen ingeënt. Nog maar 99,17 procent te gaan.
"Het gaat vooruit, het gaat
verbazend goed vooruit"...
Ik heb de hilarische film, uit 1959, met de betreurde Peter Sellers,
nooit gezien. Helaas. Maar ik heb wél het boek "The Mouse that roared" van Leonard Wibberley gelezen.
Het boek was bedoeld als een kritische satire op het "Koude Oorlog"-tromgeroffel van de jaren
vijftig van de vorige eeuw. Het gaat over een piepklein landje, "Grand Fenwick", amper 39
vierkante kilometer groot, ergens tussen Frankrijk en Zwitserland. Het landje
is welvarend dankzij de wijnbouw: de enige inkomsten komen van de verkoop van
de wereldberoemde "Pinot Grand Fenwick".
Jammer genoeg hebben valse Amerikanen de wijn nagemaakt en verkopen zij er een
goedkopere versie van: de "Pinot Grand
Enwick". Met als gevolg dat de bron van inkomsten van het kleine landje
totaal droogvalt en het bankroet dreigt. Waarop de premier van het landje
voorstelt om een oorlog tegen Amerika te beginnen. De geschiedenis heeft immers
geleerd dat de Amerikanen hun verliezende tegenstanders grootmoedig helpen met "herstelbetalingen", een soort "Marshall Plan". De Groothertogin van het
landje gaat akkoord met dit schitterende idee dat hen gegarandeerd véél dollars
zal opleveren, gezien ze uiteraard de oorlog zullen verliezen. Maar de
Amerikanen reageren niet eens, omdat zij denken dat het een grapje is. Het
leger van Grand Fenwick, 23 man
sterk, en gewapend met pijl en boog, maakt dus per boot de overtocht naar
Amerika om het land "binnen te vallen".
Door een toevallige samenloop van omstandigheden slagen zij erin een
ultrageheim Amerikaans wapen (de Q-bom)
buit te maken, en de uitvinder ervan te ontvoeren. En met hun kostbare
oorlogsbuit aan boord varen ze terug naar huis. Omdat er veel kandidaat-kopers
zijn voor het ultra-krachtige wapen, kunnen ze er een hoge prijs voor vragen.
Uiteindelijk geven ze het terug aan de Amerikanen als die beloven het tuig
te ontmantelen en het project niet verder te zetten, én als ze
zullen stoppen met de productie van hun namaak "Pinot".
Eind goed, al goed. (Ik betwijfel heel sterk of de afloop van het verhaal in de
huidige tijdsgeest nog even naïef zou geweest zijn. Maar dit terzijde...)
Ik zal de volledige plot omtrent de "geslaagde" invasie hier niet verklappen. Wie graag wil achterhalen
wat er precies gebeurd is, moet het boek maar lezen. Het is, in de Engelstalige
versie, onder andere nog te verkrijgen bij bol.com.
Hoe kom ik nu op dit verhaal?
Omdat iets gelijkaardigs zich ook nu, heden ten dage, afspeelt.
De hoofdrolspeler in deze moderne versie van het verhaal is Liechtenstein, een mini-staatje van
amper 160 vierkante kilometer groot, gelegen tussen Zwitserland en Oostenrijk. Het
is een monarchie, en de huidige Vorst
is Hans Adam II. De vorsten van Liechtenstein hadden, vroeger, grote stukken
land in hun bezit in "Sudetenland",
wat nu binnen de grenzen van Tsjechië ligt. In 1945, op het einde van de Tweede
Wereldoorlog, heeft de Tsjecho-Slowaakse regering beslist om alle eigendommen
van de "Sudeten-Duitsers" in beslag
te nemen, als compensatie voor hun collaboratie met Duitsland. In dat kader
heeft Tsjecho-Slowakije ook per decreet beslist om de uitgestrekte landerijen
van de toenmalige vorst van Liechtenstein, Frans Jozef II, te annexeren. Hoewel
Frans Jozef II uiteraard geen Duitser was, en Liechtenstein zich in de Tweede
Wereldoorlog geheel afzijdig had gehouden. Het argument van de Tsjecho-Slowaakse
regering was dat Liechtenstein vroeger deel had uitgemaakt van de "Duitse Bond". Maar dat argument wordt
door Liechtenstein aangevochten, omdat het land al sinds 1866 onafhankelijk is.
En dus wil Liechtenstein die landerijen terug. Het gaat, terloops, om een
gebied dat 10 keer zo groot is als het landje zelf is...
Voorlopig wil het mini-staatje de zaak nog op een vreedzame manier
regelen, via het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, maar wie weet laten
ze zich alsnog inspireren door de heldhaftige aanpak van Grand Fenwick? Er is
wel één klein probleempje: daar waar Grand
Fenwick wél een leger had, 23 man sterk, heeft Liechtenstein helemaal géén
leger. Het landje is voor zijn verdediging aangewezen op Zwitserland. Als ze
een oorlog tegen Tsjechië zouden willen beginnen, gaan ze beroep moeten doen op
de Zwitserse Garde, vermoed ik. Die hebben wel geen pijl en boog, maar ze
hebben "hellebaarden".
Ik ben reuze benieuwd hoe dit zal aflopen. Het is in elk geval eens
iets anders dan de dagelijkse corona-ellende...
Er bestaat in dit land nog zoiets als "rechtszekerheid". Gelukkig maar. We zijn tenslotte geen
ontwikkelingsland, hee! Als er één of andere wet gestemd is, dan kan je erop
rekenen dat die wet nog lang geldig blijft. En als je een belangrijke
beslissing genomen hebt op basis van die wet, dan weet je dat het een goeie
beslissing blijft.
Of niet?
Keren we even terug naar de financiële crisis van 2008. In de nasleep
daarvan is het "goede huisvader"-aandeel
Dexia onderuit gegaan, en dat
betekende ook het failliet van Arco.
Maar geen nood: de brave Arco-coöperanten konden op de beide oren slapen, want
de regering zou een regeling uitwerken waardoor ze allemaal hun zuurverdiende
spaarcentjes zouden terugkrijgen. De uitgewerkte regeling was zo robuust als
gewapend beton; daar viel niet aan te tornen. Door niemand.
Tot een aantal gedupeerde Dexia-aandeelhouders naar de rechtbank
stapten om die regeling ongeldig te laten verklaren, wegens "discriminerend". Zij waren hun geld
kwijt door de ondergang van Dexia, en die Arco-spaarders zouden wél vergoed
worden? Over hun lijk! En dus werd de Arco-regeling door diverse rechtbanken van
tafel geveegd, en de coöperanten kregen ook niets. Een grote "overwinning" voor de Dexia
aandeelhouders: iedereen bleef nu met
lege handen zitten.
(Zo gaat dat in een maatschappij waarin mensen zó egoïstisch zijn dat
ze een ander niets gunnen wat ze zélf niet krijgen...)
En die gebetonneerde regeling waar niet aan te tornen viel? Die is in
stilte afgevoerd.
Tot daar de "zekerheid" van
wat onze regering ons belooft.
De mensen die vorig jaar nog vlug zonnepanelen geplaatst hebben, in de
wetenschap dat zij dan nog van die "terugdraaiende
teller" gebruik konden maken, hebben nu ook kennis kunnen maken met de
principes van "rechtszekerheid" in
ons land.
Want vooral zij zijn nu dik de sigaar. Met dank aan de VREG en de
CREG: de "energieregulatoren" die
(naar het schijnt) ervoor moeten zorgen dat wij als consument eerlijk behandeld
worden.
De gebruikte argumentatie om de regeling van de Vlaamse regering te
torpederen, is eigenlijk te zot voor woorden, en in elk geval zwaar bij het
haar getrokken. Maar zie, de wijze heren van het Grondwettelijk Hof hebben die
argumentatie aanvaard.
Volgens de dames en heren van de VREG/CREG is de regeling waarbij de
bezitters van zonnepanelen nog op een terugdraaiende teller konden rekenen op
voorwaarde dat die zonnepanelen vóór 1 januari 2021 geplaatst waren, "discriminerend". (Tiens... waar heb ik dat
nog gehoord?)
Het is "discriminerend"
omdat de regeling (per definitie) niet meer zou gelden voor zij die pas in 2021
hun zonnepanelen aangekocht hebben. In die redenering is dus élk voordeel dat
geldig was op een bepaald moment, en later niet meer, "discriminerend". Of niet?
Zo is het bijvoorbeeld in die logica ook discriminerend dat de eerste
bezitters van zonnepanelen groenestroomcertificaten krijgen, en latere
bezitters niet meer. Maar geen mens die daar een rechtszaak over aangespannen
heeft. Dat is nu eenmaal zo: sommige voordelen zijn tijdelijk en verdwijnen
later opnieuw, en wie ervan heeft kunnen profiteren, die mag zich gelukkig
prijzen.
Wie de dag ná de solden een aankoop doet van een meubel of een tv of
wat dan ook, zonder korting, kan die dan ook klagen over "discriminatie" tegenover zij die hun aankoop tijdens de solden
gedaan hebben, mét korting?
Helemaal té gek is het argument dat die regeling discriminerend zou
zijn tegenover zij die géén zonnepanelen hebben, want hun meter draait sowieso
niet terug. Tja... Dan is het autorijden ook discriminerend tegenover wie geen
auto heeft en zich met de fiets moet verplaatsen: de automobilist zit droog en
kan aan 120 km per uur over de autosnelweg zoeven, terwijl een fietser die
voordelen niet heeft. Laat ons dus maar meteen ook de aankoop van auto's verbieden.
Dat is trouwens in elk geval discriminerend, want alléén wie voldoende geld
heeft, kan een auto kopen. Toch lijkt niemand daarover te vallen: "Het is nu eenmaal zo."
Maar wie zonnepanelen heeft, en daarmee zélf energie kan produceren,
die wordt blijkbaar, volgens de VREG, onrechtmatig bevoordeeld omdat zijn
teller die eigen productie aftrekt van zijn verbruik.
Zoiets hoort eerder in
een absurde sketch van Herr Seele.
Het "fundamentele" argument
van de VREG is natuurlijk dat het beoogde effect van de digitale meters hiermee
teniet gedaan wordt door al die foefelaars
met hun terugdraaiende teller. Want de bedoeling was om de eigenaars van
zonnepanelen ertoe aan te zetten de energie die ze produceren ook zélf te
gebruiken ("zelfconsumptie"), omdat zij anders het net te veel belasten met die energie die zij produceren.
Hoe we tot die verhoogde "zelfconsumptie"
moeten komen, heb ik eerder al eens uitgelegd (op 29 november 2019).
Voor wie nood heeft aan enkele bijkomende tips...
Wij zullen
voortaan alléén in de zomer onze kleren wassen en drogen en strijken, omdat we
enkel dan zélf elektriciteit produceren. We zullen in de winter vooral koude
schotels eten, want de oven en de kookplaten verbruiken dan
elektriciteit die we niet produceren. En de badkamerverwarming gaat ook alléén
in de zomer aan. Verder zullen we de lampen alléén overdag laten branden, want 's avonds en 's nachts levert de zon geen energie.
Wat de VREG en de CREG hierbij gemakshalve vergeten, is dat het
elektriciteitsnet binnen de kortste keren véél zwaarder zal belast worden. Namelijk door
het opladen van al die elektrische auto's die wij zouden moeten kopen. Dat heet
dan "rechtlijnigheid", vermoed ik.
Langs de ene kant wordt de extra belasting van het elektriciteitsnet, door het
gebruik van elektrische auto's, zwaar gestimuleerd én gesubsidieerd. En langs de
andere kant worden de brave mensen die willen bijdragen aan het milieu door
zélf ook elektriciteit te produceren, afgestraft omdat zij het net "te veel belasten".
Zoals gezegd: Herr Seele...
Het "grappigste" aan deze
uitspraak van het Grondwettelijke Hof, is wél dat de vernietiging van de
regeling omtrent de terugdraaiende tellers eigenlijk niet gebaseerd is op die
inhoudelijke argumenten, maar wél louter op een administratieve kwestie.
Volgens het Grondwettelijk Hof was de Vlaamse Regering immers niet bevoegd om hierover
iets te beslissen, want het gaat (ook) over de "prosumententaks",
en dat is voor een deel een "transmissiekost".
Wat een Federale bevoegdheid is...
Als er iets is waarin ons land uitblinkt, behalve dan in het aantal corona-doden,
dan is het wel in de graad van absurditeit: Herr
Seele.
Ik hoor u al denken: "Dat is een luxeprobleem."
Het zijn immers niet de arme sukkelaars en minderbedeelden die door deze
maatregel getroffen worden. Het zijn de mensen die zich de "luxe" van zonnepanelen kunnen
veroorloven. En die moeten bijgevolg niet al te veel klagen, "want ze kunnen dan wel tegen een stootje."
Het zou kunnen. Hoewel...
Hoe dan ook: het gaat om het principe. Het hoort nu eenmaal niet
dat men de mensen iets belooft, om dan achteraf te zeggen dat ze er toch kunnen
naar fluiten. Dat heet "liegen". Zoiets
doet men niet in een beschaafde maatschappij.
Er zijn héél weinig kinderen die kunnen beweren dat ze ouder zijn dan
hun eigen moeder...
Tot nu toe is dat nog nooit écht gebeurd, maar het zou in de nabije
toekomst best wel kunnen voorvallen. Zo is in 2017 een jonge vrouw bevallen van
een baby uit een "donor"-embryo dat
in 1992 ingevroren was, terwijl de vrouw zélf pas in 1991 geboren is. (Dus
amper één jaar vóór de conceptie van haar baby.) En onlangs, rond Kerstmis,
heeft die vrouw er nog een tweede kindje bij gekregen, ook van een embryo dat
in 1992 was ingevroren. Het ging om embryo's die "op overschot" waren na een IVF-behandeling van een koppel dat toen
alléén op die manier kinderen kon krijgen. Het gaat dus om twee échte zusjes,
niet alleen omdat ze door dezelfde vrouw ter wereld gebracht zijn, maar ook
omdat ze genetisch dezelfde moeder hebben. En beiden zijn dus, strikt genomen,
nauwelijks anderhalf jaar jonger dan "hun
moeder".
Aangezien ingevroren embryo's naar verwachting héél lang "houdbaar" blijven, zou het dan ook heel
goed kunnen dat er binnenkort kinderen geboren worden uit een embryo dat ouder
is dan de vrouw die het kindje zal baren.
De jonge vrouw in kwestie kon zelf met haar man geen gezonde kinderen
krijgen omdat de man lijdt aan Mucoviscidose.
Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat het gezin de beide kinderen "geadopteerd" heeft, maar dan op een heel
intense en "betrokken" manier: de baby's
hebben zich immers ontwikkeld in de baarmoeder van de vrouw zélf, zij heeft de
baby'tjes negen maanden in haar buik mee gedragen en ze heeft ze ook zélf ter
wereld gebracht. De kinderen hebben, net als andere "adoptiekinderen", andere biologische ouders. Maar toch is de jonge
vrouw écht wel hun moeder.
Ik vind het alvast een fantastisch verhaal. Een echt "kerstverhaal". Maar ik vermoed dat veel
mensen hier misschien problemen mee zullen hebben. En er zijn inderdaad wel wat
ethische bedenkingen bij te maken.
De katholieke kerk is in elk geval categoriek tégen. De katholieke
kerk is sowieso al gekant tegen IVF. Zéker als óf de eicellen óf het sperma, of
beide, van "een vreemde" afkomstig zijn.
Volgens de katholieke leer schendt deze techniek immers "het recht van het kind om geboren te worden uit een vader en een
moeder, die het kent en die door het huwelijk met elkaar verbonden zijn". Om
diezelfde redenen veroordeelt de katholieke kerk trouwens ook het idee van "draagmoederschap". (IVF is sowieso iets
wat de katholieke kerk niet kan goedkeuren, want om het nodige "zaad" te produceren, moet de man
masturberen. En dát is een zware zonde: "Doe
nooit wat onkuisheid is!")
Los van dit achterhaald idee dat een kind alléén mag gemaakt worden
door een man en een vrouw die "door het
huwelijk met elkaar verbonden zijn", is er toch wel de terechte vraag of we hier
niet een beetje "god" aan het spelen
zijn. En of we menselijke embryo's op die manier niet als "een verhandelbaar product" gaan beschouwen? Zo van: "We willen graag een kind, en gaan eens in de
baby-winkel zien wat ze in de aanbieding hebben." Er is trouwens ook de
kwestie van "selectie". Het gaat niet
meer om een "natuurlijke selectie",
waarbij de sterksten overleven. Het zijn de dokters, mensen dus, die beslissen welke
embryo's van "de beste kwaliteit"
zijn, en die de selectie maken welke zullen behouden, en ingevroren, worden, en
welke worden vernietigd. Dat is toch wel iets om bij stil te staan.
Tóch ben ik voor.
Want IVF, en andere, meer gesofisticeerde, technieken voor een "kunstmatige zwangerschap", zijn een
godsgeschenk voor koppels met een heel sterke kinderwens die door allerlei omstandigheden
door de natuur gedwarsboomd wordt. De tijd van de sceptische en kritische
bedenkingen bij de eerste "proefbuisbaby",
in 1978, ligt ver achter ons. Ondertussen zijn al miljoenen kinderen op die
manier geboren. En elk kind dat er zo tóch gekomen is, is een wonder en een
onverwacht cadeau voor ouders die anders ongelukkig kinderloos waren gebleven.
Al is een embryo dat 25 jaar of langer geleden werd bevrucht en
ingevroren, toch nog nét iets anders. Dat neigt al een beetje naar
science-fiction...
Ons Liese is een bijzonder actieve baby. De calorieën vliegen er dan
ook rapper af dan ze er kan opnemen, zelfs al schrokt ze gigantische
hoeveelheden voedsel naar binnen.
(Het is algemeen geweten dat de evolutie van het gewicht van een baby
een bepalende factor is voor het latere gewicht als volwassene: dikke baby's
hebben een grotere kans om later obesitas te ontwikkelen. Dus dat zit bij Liese
in elk geval wel snor.)
Dat calorieverbruik is nog groter geworden sinds ze, kort voor ze tien
maanden geworden is, de techniek van het kruipen heeft ontdekt. Er is sedertdien
helemaal geen houden meer aan: ze verkent de gehele woonkamer en keuken aan een
bijna supersonische snelheid. Dat betekent voor ons, de grootouders, dat we
geen seconde rust meer kennen als Liese een dag bij ons is. Wat uiteindelijk
ook goed is voor ons calorieverbruik. En dus voor onze lijn.
Gelukkig voor ons, heeft Liese ondertussen ook al het woordje "Nee" leren begrijpen. Bij een streng "Nee" stokt dan ook de beweging die ze
aan het maken is als ze nog maar eens iets wil pakken waar ze zou moeten van afblijven.
Al is ze dat twee seconden later opnieuw vergeten, en probeert ze het opnieuw.
Waarna een nieuw "Nee" volgt. En zo
gaat dat een hele dag door. Liese blijkt zich trouwens bijzonder aangetrokken
te voelen tot mijn tijdschriften en puzzelboeken. Al vermoed ik dat ze nog niet
direct rekening zal houden met de adviezen van Test-Aankoop, of dat ze nu al
kruiswoordraadsels of sudoku's zal oplossen.
Maar daarmee is ons Liese eigenlijk een "normale" baby van 10 maanden. Wie geïnteresseerd is in de evolutie
van een "gemiddelde" baby, moet maar
eens gaan zien op https://www.24baby.nl,
een leuke site over zwangerschap en de ontwikkeling van een kindje. Al kan dat
allemaal uiteraard nogal verschillen van kind tot kind: geen twee mensen zijn
gelijk, en dus ook geen twee baby's.
Na een dag Liese zijn wij, de grootouders, dus compleet afgepeigerd.
Maar nee, daar zijn we niet kwaad om, en dat vinden we niet erg. Wel
integendeel: erg zou het zijn als we niet
de hele dag achter Liese zouden moeten aan lopen. Als Liese al die vaardigheden
(nog) niet zou ontwikkeld hebben.
En jammer genoeg zijn er baby's bij wie de ontwikkeling zwaar achter
loopt, of zelfs helemaal stil lijkt te vallen. Ik herinner me de heisa rond "Baby Pia", in 2019. Baby Pia lijdt aan "SMA 1" (Spinaire Musculaire Atrofie, type 1). Dat is een genetische
afwijking waardoor de spieren niet of nauwelijks functioneren; ook de long- of
hartspieren niet. Baby Pia kon dus op tien maanden niet kruipen, ze kon zelfs
niet zelfstandig zitten of haar hoofdje recht houden.
Er was nogal wat verontwaardiging omdat de ouders via een fundraising
actie 1,9 miljoen euro hadden ingezameld voor een peperduur medicijn dat
(misschien) redding, of in elk geval verbetering, kon brengen.
Ik had trouwens ook mijn bedenkingen, moet ik eerlijk toegeven. Ik had
mijn bedenkingen bij het idee dat die ouders wél de mogelijkheid en de kans gezien
hadden, en hadden aangegrepen, om die fondsen in te zamelen. Terwijl heel veel
andere ouders van kinderen met gelijkaardige genetische afwijkingen, die
mogelijkheid niet hadden, en lijdzaam moesten accepteren hoe ze hun kind na al
te korte tijd zagen aftakelen en sterven. En ik had mijn bedenkingen bij de
extravagante prijs van de behandeling. Ik weet het wel, dat is de commerciële
logica: als een medicijn maar héél zelden verkocht wordt, dan moet de prijs
hoog genoeg zijn om de kosten van onderzoek en ontwikkeling te dekken. (Bij het
Covid-vaccin is dat bijvoorbeeld niet zo: daarvan worden er miljarden
verkocht, en dus is een kleine winstmarge ruim voldoende. Al heeft dat Pfizer of Moderna niet belet om hun vaccin duur te verkopen.)
Maar los van al die bedenkingen: ik begrijp de ouders van Baby Pia
wel. Als (groot)ouder zou je nu eenmaal alles
doen voor je (klein)kind. Als Liese een dure behandeling zou nodig hebben, dan
zou ik ook geen seconde aarzelen.
Gelukkig is dat niet zo.
Al ben je natuurlijk nooit helemaal zeker. Want er kan zó veel mis
gaan in de ontwikkeling van een kind. Als je bedenkt hoe complex het ontstaan
van het leven en de ontwikkeling van ons lichaam wel is, dan is het eigenlijk
iedere keer opnieuw noch min noch meer een wonder als het wél goed gaat. Het
(menselijk) lichaam is een ultra ingewikkeld geheel van cellen die op de juiste
manier moeten delen, en van kwetsbare chromosomen die allemaal perfect moeten
afgesteld zijn. Er zijn talloze, gelukkig eerder zeldzame, ziektes die te maken
hebben met een foutje in één of ander chromosoom. Al dan niet overgeërfd van de
ouders.
We hebben, normaal gezien, allemaal cellen met 46 chromosomen (die uit
lange strengen DNA bestaan, en die ons "erfelijk
materiaal" bevatten): 23 van de vader, en 23 van de moeder. Als je bedenkt
dat elk chromosoom zowat 30.000 genen bevat, dan is het niet zó verwonderlijk
dat er bij elk van die chromosomen iets fout kan gaan, bijvoorbeeld bij de
celdeling. In het geval van Baby Pia (SMA) gaat het vermoedelijk om een "foutje" in Chromosoom 5. Bij het Downsyndroom
blijkt er dan weer iets mis te zijn met Chromosoom
21: daar zijn er drie van in plaats van twee. Ook Mucoviscidose is een voorbeeld: die ziekte wordt veroorzaakt door
een gendefect op Chromosoom 7 bij de
beide ouders. De lijst van mogelijke genetische afwijkingen is, helaas,
ontmoedigend lang.
Om maar te zeggen: de kans dat er iets serieus fout loopt bij de
ontwikkeling en groei van een baby (in de baarmoeder, of daarna), is gigantisch
groot. Zoals ik gisteren al aangegeven heb in mijn blog: het leven is een
bijzonder complex gegeven, en door die complexiteit is het dan ook bijzonder
kwetsbaar.
En dan kan een mens eigenlijk alléén maar in immense bewondering staan
als alles tóch goed loopt. En (vooral) ontzettend dankbaar zijn voor het wonder
van het leven als zijn/haar (klein)kind gezond is...
Krijgt u ook zo'n "ongemakkelijke"
kriebels als de vaccinologen en wetenschapsjournalisten ons komen vertellen dat
dé grote revolutionaire nieuwigheid bij de vaccins van Pfizer/BioNTech en van
Oxford/AstraZeneca erin bestaat dat die vaccins het RNA van het corona-virus bevatten?
Okee. Dat zal dan wel kloppen, zeker? Maar... wat is dat voor iets, "RNA"?
Over DNA horen we regelmatig
spreken: dat is de grondstof waar onze cellen uit opgebouwd zijn, en het is de
drager van onze genen. Maar een klein woordje uitleg over "RNA" en over de manier waarop die fameuze vaccins dan werken, zou
misschien niet slecht zijn. Al was het maar om ons te overtuigen van de
stelling dat die vaccins inderdaad volkomen veilig en onschadelijk zijn.
Ik ben geen (bio)chemicus, en ook geen microbioloog. Maar ik ben wél
erg nieuwsgierig, en ik wilde toch graag proberen te begrijpen waarover die vaccinologen
nu zó enthousiast doen.
Bij gebrek aan een 10-DeligeWinkler Prins encyclopedie, ben ik dan
maar gaan snuisteren in Wikipedia, en andere internet-bronnen.
De puur "wetenschappelijke"
uitleg over RNA en DNA klinkt wel een beetje als een les in chemie, maar goed...
RNA is de afkorting voor "ribonucleic acid". In het
Nederlands is dat "ribonucleinezuur". Het lijkt erg op DNA ("deoxyribonucleic acid" of "desoxyribonucleinezuur"). DNA en RNA zijn macromoleculen (héél grote supermoleculen, dus) waarin
erfelijke eigenschappen zijn vastgelegd. DNA en RNA zijn opgebouwd uit dezelfde
soorten bouwstenen: een lange keten van fosforzuur en ribose-eenheden waaraan "nucleïnebasen"
gebonden zijn.
("Ribose" is eigenlijk gewoon
enkelvoudige suiker, zoals die bijvoorbeeld in ons lichaam aangemaakt wordt uit
glucose, en die ook voorkomt in onze spieren. En "nucleïnebasen" zijn grote
moleculen gebouwd rond stikstof-atomen.)
Toch verschillen DNA en RNA op
een aantal onderdelen van elkaar. Zo bevat DNA een afwijkend soort ribose: "desoxyribose". Verder komen in zowel DNA als RNA drie dezelfde nucleïnebasen
voor, maar een vierde base is anders. Het derde verschil heeft betrekking op de
structuur van DNA en RNA. DNA komt in de cel voor als een dubbelmolecule: een "dubbele
helix", waarbij de twee "strengen" in elkaar gevlochten zijn. (Een beetje zoals
een gevlochten paardenstaart...) De twee ketens in de dubbelmolecule worden
bijeen gehouden door waterstofbruggen. RNA daarentegen komt voor als één enkele keten, en die
is ook veel korter dan een DNA-molecule.
RNA fungeert als de "intermediair"
(een soort "tussenpersoon") tussen het DNA (dat de informatie en instructies bevat)
en het eiwit (dat die instructies moet uitvoeren). RNA is cruciaal om de juiste eiwitten in de juiste hoeveelheden op het juiste tijdstip aan te maken. Daarmee
worden de celprocessen beslissend aangestuurd.
RNA bestaat dus uit vrijwel dezelfde
bouwstenen als DNA. Daardoor kunnen er in de cel door het RNA kopieën worden
gemaakt van een actief deel van het DNA. Deze kopieën zorgen vervolgens in de
cel, op speciale productieplaatsen, voor de aanmaak van eiwitten. In dat
productieproces worden verschillende vormen van RNA ingezet, met
verschillende functies: mRNA ("messenger RNA", dat fungeert als "boodschapper"),
tRNA ("tranfer RNA", dat een rol speelt bij de overdracht van mRNA naar de
eiwitten van een cel) en rRNA ("ribosomaal RNA" dat een belangrijke rol speelt
als "katalysator" bij de groei van de eiwitten in onze cellen). Al deze
verschillende types hebben dus een belangrijke rol in de productie van eiwitten
op basis van informatie uit het DNA.Dat "kopiëren" wordt overschrijving ("transcriptie") van de genetische informatie
genoemd. In normale gevallen draagt een RNA-molecule de informatie van slechts één
gen, maar de
vermenigvuldigingsfactor is groot. Per actief deel DNA kunnen grote
hoeveelheden RNA-moleculen aangemaakt worden. Elk stuk RNA maakt één specifiek
type eiwit aan, en dat kan opnieuw in grote hoeveelheden.
De kracht van een RNA-virus
(dat opgebouwd is uit RNA) bestaat er dus in dat het kan koppelen met het DNA in onze cellen en daar zijn
eigen kenmerken in kan "kopiëren",
waardoor het aantal virussen in ons lichaam exponentieel snel kan groeien.
Zo'n RNA-vaccin doet dan "alsof" het een RNA-virus is, waardoor
ons lichaam gaat reageren door antilichamen te produceren om dat "virus" te vernietigen. Deze techniek kan
werken voor het corona-virus, precies omdat dat een RNA-virus
is, opgebouwd uit RNA en niet uit DNA. Ook Hepatitis-C,
Dengue, Influenza, Polio of de Mazelen worden veroorzaakt door een RNA-virus.
Herpes of de Pokken, bij voorbeeld, worden dan weer veroorzaakt door een DNA-virus.
Op de website van Pfizer heb ik over de techniek van RNA-vaccins deze
min of meer leesbare uitleg gevonden:
"RNA-vaccins
kunnen worden ontwikkeld door alléén de genetische code van de ziekteverwekker
te gebruiken. Chinese wetenschappers hadden die genetische code van SARS-CoV-2,
het virus dat COVID-19 veroorzaakt, in januari vrijgegeven. Daarmee was de
wereldwijde aftrap gegeven voor de zoektocht naar een potentieel vaccin. Eén
reden waarom de RNA-technologie zo nuttig is, is dat je het virus zélf niet
nodig hebt. Je hebt alleen de genetische code nodig. Met het geven van een
RNA-vaccin injecteer je stukjes RNA in het lichaam. Vervolgens veranderen de
lichaamscellen als het ware in 'vaccinfabriekjes'. De lichaamscellen gebruiken
de informatie die ze krijgen van het RNA om een bepaald eiwit van het
coronavirus op te bouwen. Dat eiwit wordt uiteindelijk door je immuunsysteem
herkend als lichaamsvreemd, waardoor je antistoffen en andere afweercellen
tegen het coronavirus vormt."
Een
belangrijk punt in wat hierboven staat, is "dat je het virus zelf niet nodig hebt". Dat is helemaal anders bij
de oudere vaccins (zoals dat tegen de griep, of tegen de mazelen) die levende, zij
het verzwakte, virussen bevatten.
Wat
ik hierbij toch vooral geleerd heb, is hoe complex de opbouw van elk levend
wezen wel is. Hier moet écht wel een groot vernuft achter zitten, toch?
Maar
die complexiteit maakt het leven tegelijk ook heel erg delicaat en kwetsbaar...
Ik heb het in mijn blog eerder al eens gehad over het gevaar dat de mens over
zichzelf dreigt af te roepen als we verder gaan met het binnendringen van de
leefgebieden van de (soms met uitsterven bedreigde) wilde dieren, en met de
jacht erop. Het gevaar heeft er vooral mee te maken dat die dieren virussen of
bacteriën of parasieten met zich mee dragen waar zij zélf geen last van hebben, maar die bij
de mens een heftige immuunreactie kunnen opwekken, of die voor de mens wél
ziekteverwekkend zijn. Een infectieziekte die via dieren kan worden
overgedragen, noemt men een zoönose",
zoals ik eerder al eens heb uitgelegd.
Bekende zoönosen zijn BSE (de "gekke koeienziekte", die van
runderen op de mens kan overgedragen worden), Ebola of het Marbrugvirus (die
door vleermuizen overgedragen worden), en Rabiës ("hondsdolheid", het meest dodelijke virus dat we kennen). Maar ook
Brucellose, Miltvuur en de Pest of Tyfus. En uiteraard de diverse types
Influenza (wat toch wel iets anders is dan "een
griepje".) Ook Toxoplasmose is een erg gevaarlijke zoönose, die veroorzaakt
wordt door parasieten waar de dieren die er drager van zijn, geen last van
hebben, maar de mens (vooral dan de ongeboren baby) wél.
Covid-19 is dus niet de
eerste zoönose waar de mensheid mee
te maken krijgt, en misschien zelfs niet eens de ergste. Naar schatting stierven trouwens ook al in de voorbije jaren minstens twee
miljoen mensen jaarlijks aan een zoönose. Vooral in de
lage-inkomenslanden.
Het lijkt er sterk op dat we steeds méér zoönosen zien verschijnen. De
oorzaak daarvan is niet zo ver te zoeken: de aantasting van onze natuurlijke
omgeving. De klimaatverandering, de intensieve landbouw die de grond uitput, de
jacht op wilde dieren, de (dikwijls illegale) mijnbouw in natuurgebieden en
regenwouden. De vernietiging van de ecosystemen van de wilde dieren, of de
exploitatie ervan, brengt ons meer en meer met hen in contact en in conflict. Dat
verhoogt onvermijdelijk het risico op infecties door (nu nog) totaal onbekende
ziekteverwekkers, die van dier op mens kunnen overgedragen worden.
Het gevaar van nieuwe pandemieën door zoönosen wordt sinds kort ook
door de Verenigde Naties en door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) als zeer
ernstig bestempeld. Om het gevaar in te dijken, wordt vooral gehoopt op het "One Health"-project. Hierbij ligt de
nadruk op een geïntegreerde proactieve aanpak om de impact van de menselijke
aanwezigheid op het milieu en de wilde dieren te beperken. Het idee is om, bij voorbeeld, te
leren uit de expertise die in Afrika ondertussen opgebouwd werd bij het
bestrijding van Ebola. Belangrijk hierbij is, onder andere, om een
risico-gebaseerde aanpak toe te passen in plaats van een op regels gebaseerde
benadering zoals men nu geprobeerd heeft bij Covid-19: geen blinde toepassing
van algemeen geldende regels, maar wél gerichte en beperkte maatregelen waar er
een écht risico is.
Om een volgende pandemie te vermijden, of dat in elk geval te
proberen, moet er zeker méér geïnvesteerd worden in samenwerkingsverbanden
zoals One Health. Het is ook
belangrijk dat de wereld zich meer bewust wordt van het gevaar van zoönosen, en
dat het wetenschappelijk onderzoek naar zoönosen uitgebreid wordt.
De kosten-batenanalyse van
interventies bij de uitbraak van een zoönose moet ook anders aangepakt worden. Daarbij
moet een volledigekostenboekhouding van de
maatschappelijke gevolgen van de ziektes opgemaakt worden, dat wil zeggen: ook
de "kost" van psychisch en sociaal
lijden in rekening brengen, en niet alléén de economische prijs. Dat is iets
wat men bij Covid-19 compleet uit het oog verloren was.
De controle en regelgeving in verband met zoönosen moet ook drastisch
versterkt worden, om de risico's te beperken. Dat geldt dan vooral in de
voedselsystemen, die een belangrijke bron van zoönosen kunnen zijn. Duurzame
landbouw moet zeker meer gestimuleerd worden, en ook het ontwikkelen van
alternatieven voor voedselzekerheid en het levensonderhoud, waarbij er geen
leefgebieden worden vernietigd en de biodiversiteit afneemt. De bioveiligheid
en -controle moeten absoluut verbeterd worden. Bovendien moeten de
belangrijkste oorzaken van het ontstaan van nieuwe ziekten in de veehouderij
geïdentificeerd worden, en efficiënte maatregelen moeten getroffen worden
om zoönosen te bestrijden. Ondersteuning van duurzaam beheer van landschappen
is ook erg belangrijk, met de bedoeling dat landbouw en wilde dieren vredig
naast elkaar zouden kunnen leven, zonder met elkaar in conflict te komen.
Naar schatting 70% van de virussen die ons in de toekomst
zullen treffen, zullen van dieren afkomstig zijn. Het is dus van fundamenteel belang
om die principes van "One Health" ter
harte te nemen. Als we dat niet doen, is de vraag niet zozeer of er ons een volgende pandemie te
wachten staat, dan wel wanneer die
ons zal overvallen. En als we dan ook nog de pech zouden hebben dat het gaat om een ziekte
die even besmettelijk is als Covid-19 en tegelijk even dodelijk als Ebola, dan
is de huidige pandemie maar een klein voorproefje van wat ons kan overkomen.
Wie meer wil weten over het "One Health" project, kan eens een kijkje nemen op de volgende website: https://onehealthplatform.com/