Ik heb de hilarische film, uit 1959, met de betreurde Peter Sellers,
nooit gezien. Helaas. Maar ik heb wél het boek "The Mouse that roared" van Leonard Wibberley gelezen.
Het boek was bedoeld als een kritische satire op het "Koude Oorlog"-tromgeroffel van de jaren
vijftig van de vorige eeuw. Het gaat over een piepklein landje, "Grand Fenwick", amper 39
vierkante kilometer groot, ergens tussen Frankrijk en Zwitserland. Het landje
is welvarend dankzij de wijnbouw: de enige inkomsten komen van de verkoop van
de wereldberoemde "Pinot Grand Fenwick".
Jammer genoeg hebben valse Amerikanen de wijn nagemaakt en verkopen zij er een
goedkopere versie van: de "Pinot Grand
Enwick". Met als gevolg dat de bron van inkomsten van het kleine landje
totaal droogvalt en het bankroet dreigt. Waarop de premier van het landje
voorstelt om een oorlog tegen Amerika te beginnen. De geschiedenis heeft immers
geleerd dat de Amerikanen hun verliezende tegenstanders grootmoedig helpen met "herstelbetalingen", een soort "Marshall Plan". De Groothertogin van het
landje gaat akkoord met dit schitterende idee dat hen gegarandeerd véél dollars
zal opleveren, gezien ze uiteraard de oorlog zullen verliezen. Maar de
Amerikanen reageren niet eens, omdat zij denken dat het een grapje is. Het
leger van Grand Fenwick, 23 man
sterk, en gewapend met pijl en boog, maakt dus per boot de overtocht naar
Amerika om het land "binnen te vallen".
Door een toevallige samenloop van omstandigheden slagen zij erin een
ultrageheim Amerikaans wapen (de Q-bom)
buit te maken, en de uitvinder ervan te ontvoeren. En met hun kostbare
oorlogsbuit aan boord varen ze terug naar huis. Omdat er veel kandidaat-kopers
zijn voor het ultra-krachtige wapen, kunnen ze er een hoge prijs voor vragen.
Uiteindelijk geven ze het terug aan de Amerikanen als die beloven het tuig
te ontmantelen en het project niet verder te zetten, én als ze
zullen stoppen met de productie van hun namaak "Pinot".
Eind goed, al goed. (Ik betwijfel heel sterk of de afloop van het verhaal in de
huidige tijdsgeest nog even naïef zou geweest zijn. Maar dit terzijde...)
Ik zal de volledige plot omtrent de "geslaagde" invasie hier niet verklappen. Wie graag wil achterhalen
wat er precies gebeurd is, moet het boek maar lezen. Het is, in de Engelstalige
versie, onder andere nog te verkrijgen bij bol.com.
Hoe kom ik nu op dit verhaal?
Omdat iets gelijkaardigs zich ook nu, heden ten dage, afspeelt.
De hoofdrolspeler in deze moderne versie van het verhaal is Liechtenstein, een mini-staatje van
amper 160 vierkante kilometer groot, gelegen tussen Zwitserland en Oostenrijk. Het
is een monarchie, en de huidige Vorst
is Hans Adam II. De vorsten van Liechtenstein hadden, vroeger, grote stukken
land in hun bezit in "Sudetenland",
wat nu binnen de grenzen van Tsjechië ligt. In 1945, op het einde van de Tweede
Wereldoorlog, heeft de Tsjecho-Slowaakse regering beslist om alle eigendommen
van de "Sudeten-Duitsers" in beslag
te nemen, als compensatie voor hun collaboratie met Duitsland. In dat kader
heeft Tsjecho-Slowakije ook per decreet beslist om de uitgestrekte landerijen
van de toenmalige vorst van Liechtenstein, Frans Jozef II, te annexeren. Hoewel
Frans Jozef II uiteraard geen Duitser was, en Liechtenstein zich in de Tweede
Wereldoorlog geheel afzijdig had gehouden. Het argument van de Tsjecho-Slowaakse
regering was dat Liechtenstein vroeger deel had uitgemaakt van de "Duitse Bond". Maar dat argument wordt
door Liechtenstein aangevochten, omdat het land al sinds 1866 onafhankelijk is.
En dus wil Liechtenstein die landerijen terug. Het gaat, terloops, om een
gebied dat 10 keer zo groot is als het landje zelf is...
Voorlopig wil het mini-staatje de zaak nog op een vreedzame manier
regelen, via het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, maar wie weet laten
ze zich alsnog inspireren door de heldhaftige aanpak van Grand Fenwick? Er is
wel één klein probleempje: daar waar Grand
Fenwick wél een leger had, 23 man sterk, heeft Liechtenstein helemaal géén
leger. Het landje is voor zijn verdediging aangewezen op Zwitserland. Als ze
een oorlog tegen Tsjechië zouden willen beginnen, gaan ze beroep moeten doen op
de Zwitserse Garde, vermoed ik. Die hebben wel geen pijl en boog, maar ze
hebben "hellebaarden".
Ik ben reuze benieuwd hoe dit zal aflopen. Het is in elk geval eens
iets anders dan de dagelijkse corona-ellende...
|