In het
Rockefeller Museum in Israël bevindt zich onder vele andere artefacten een
ivoren paneel, vermoedelijk een onderdeel van een stoel-arm, met de
voorstelling erop van een koning op een sfinxentroon met voor hem zijn koningin
en hofhouding. De vondst werd te Megiddo gedaan en gedateerd in het Laat Brons
Tijdperk.
Het is
de verdienste van David Rohl (A Test of Time, 1995, Chapter 8, The Age of
Solomon) dit artefact met de era van Salomo verbonden te hebben. De orthodoxie
heeft gemeend het tijdperk van Salomo in het IJzertijdperk te moeten
onderbrengen en dit als gevolg van hun volgen van de foutieve Sothis-kalender,
door de Egyptologie geleverd. Men zit aldus zes tot zeven eeuwen op de
tijdsbalk fout. De Salomo-era hoort thuis in het Laat Brons en wanneer men in
Israël in deze aardlagen op zoek naar Salomo gaat, komt er veel meer
tevoorschijn dan wanneer gezocht in het IJzertijdperk. In feite is er in het
IJzertijdperk niets of weinig van Salomo s bouwactiviteiten te vinden en
vandaar de stelling van veel wetenschappers dat de beschrijving in de Bijbel
van Salomo s koninkrijk, sterk overdreven is. Over de archeologie in Israël
plaatste ik in het verleden enkele artikels. Zie de volgende links: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1416178800&stopdatum=1416783600
Het is
de gereviseerde chronologie van de oudheid die de aardlagen in Israël correct
dateert en het Laat Brons LB II a-tijdperk ten tijde van Salomo plaatst. Op
deze manier hebben we in de afbeelding hierboven hoogstwaarschijnlijk een beeld
van Salomo op zijn troon. David Rohl beschrijft in zijn eerder geciteerde werk
in detail de afbeelding van Salomo op zijn troon met voor hem zijn Egyptische
bruid. Wat op de afbeelding verder opvalt is de troon
geflankeerd met twee leeuwen met mensenhoofden; de Egyptische Sfinx. De Bijbel (1
Koningen 10:18) verwijst naar zulk een troon. Rondom de troon zien we ook drie
duiven afgebeeld, wat naar de vredevorst verwijst. Duiven zijn blijkbaar altijd
een symbool van vrede geweest. Men kan bij het lezen van Rohl s
beschrijving van Salomo op zijn troon in een lichte extase van geraken. Het is dan
ook een van de vele goudklompjes die men in de studie van David Rohl kan
vinden.
Wat de
link van Salomo naar Egypte betreft, heeft de Egyptoloog David Rohl de
constructie van Dr. I. Velikovsky echter losgelaten en een eigen variant
uitgewerkt (A Test of Time, Chapter Eleven, Navigating by the Stars. The Ugarit
Solar Eclipse). Zijn ankerpunt voor deze era is een vermeende zonsverduistering
over Oegarit in het jaar 1012 v. Chr. op 9 mei in de namiddag, precies te 18.09
u. Een astronoom berekende voor hem met een geavanceerd computerprogramma, deze
zonsverduistering. Rohl bouwt zijn thesis op rond de ontdekking van een
kleitablet in de ruïnes van Oegarit. Het
ontcijferde kleitablet KTU 1.78 bevat de volgende tekst: The day of the new
moon of Hiyaru was put to shame as the sun (goddess) set, with Rashap (?) as
her gate keeper. En in de Amarnabrief EA151 beschrijft de koning van Tyrus; Abimilki, het catastrofale
einde van Oegarit aan farao Achnaton: En vuur heeft Oegarit, de stad van de
koning, verteerd; de helft ervan is verteerd, en de andere helft niet; en het
volk van het leger van Hatti is niet daar. Rohl verankerde vanuit zijn bevindingen
het twaalfde regeringsjaar van Achnaton met het jaar 1012 v. Chr., en
rangschikte de overige regeerperioden van de farao s van de achttiende
dynastie op basis van dit ankerjaar.
De
kosmische catastrofetheorie van Velikovsky liet Rohl ook varen. Hij volgt de
evolutietheorie, de orthodox-kosmische uniformiteittheorie. Velikovsky toont
nochtans overduidelijk aan dat planeet aarde meerdere malen in de oudheid in
haar baan om de zon verstoord werd en we tegen de achtste eeuw v. Chr. aan, van
een kalender van 360 dagen per jaar definitief naar een jaar van 365,25 dagen
zijn gegaan. Zie ook het artikel op dit blog van 20-01-2014: De noodzakelijke kalenderhervorming van de achtste eeuw
v. Chr. Zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1390172400&stopdatum=1390777200 en
scrol naar beneden
De
conclusie moet zijn dat men aldus geen exacte zonsverduisteringen in de tijd
terug berekenen kan, die voorbij het jaar 709 v. Chr. gaan.
Het
einde van de stad Oegarit gepaard gaande met de kosmische tekenen aan de zon,
kan correcter aan de hand van de cyclus van meganatuurcatastrofes, gedateerd
worden. Het catastrofale einde van Oegarit gebeurde volgens mijn revisie in 709
v. Chr., het jaar van de meganatuurcatastrofe dat toen ook het leger van de
Assyriër Sanherib bij Jeruzalem trof. Over Oegarit schreef ik eerder op dit
blog een artikel op 09-01-2014. Zie
link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1388962800&stopdatum=1389567600 en
scrol naar beneden.
Als een
gevolg van Rohl s variant met zijn revisie van de Egyptische koningslijsten,
gaat ook het verband dat Velikovsky legde met de farao s Hatsjepsoet en
Thothmosis III van de achttiende dynastie met Salomo en Rehabeam, verloren.
Velikovsky leverde nochtans het onomstotelijke bewijs dat de tempelschatten uit
de tempel van Jeruzalem op een tempelmuur van farao Thothmosis III te Karnak in
Egypte staan afgebeeld. Thothmosis III is de Bijbelse farao Sisak. De
(vrouwelijke) farao die voor hem regeerde was Hatsjepsoet, die Velikovsky
identificeerde met de Bijbelse koningin van Scheba. Zie o.a. het artikel op dit
blog van 03-01-2014: Het Bijbelse
land Ofir en de Toekan-vogel. Zie link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1388358000&stopdatum=1388962800 en
scrol naar beneden.
De goed
gedocumenteerde reis van Hatsjepsoet naar het land Poent leidde haar naar het
Israël van Salomo. Te Deïr El Bahri in Egypte staat op een tempelmuur de reis
naar het land Poent/Israël gedetailleerd weergegeven. Zelfs de naam van de
landvoogd van Poent; Paroeah (1 Koningen 4:17) staat volgens Velikovsky in de
Bijbel.
Flavius
Josephus (Joodse oudheden Boek VIII, vi,5) identificeert de koningin van Scheba
eveneens als afkomstig uit Egypte. Verder geeft het Nieuwe Testament het
antwoord waar Scheba gezocht moet worden. In de evangeliën noemt Jezus de
koningin van Scheba; de koningin van het zuiden. En het Bijbelse zuiden blijkt
bij de profeet Daniël (11:40-42) Egypte te zijn. De reis naar Poent of Israël vondt plaats in het negende regeringsjaar van Hatsjepsoet, op
mijn tijdsbalk 977 v. Chr. Opvallend vind ik ook het feit dat het negende regeringsjaar
van Hatsjepsoet met haar reis naar Poent, gelijk valt met het dertigste
regeringsjaar van Salomo. Hoewel de Bijbel met geen woord over het dertigste
jaar van Salomo als zijnde iets bijzonder rept, is het mogelijk dat Salomo misschien
naar Egyptisch gebruik, een Heb-Sed festival vierde en Hatsjepsoet alias de
koningin van Scheba naar deze viering kwam. Het negende regeringsjaar van
Hatsjepsoet in 977 v. Chr. is het resultaat van het verankeren van Thothmosis
III 25ste regeringsjaar met het vijfde regeringsjaar van Rehabeam in 961 v.
Chr. Het jaar van de invasie van farao Sisak alias Thothmosis III in Juda.
Met Egypte was Salomo al eerder geallieerd.
Salomo had zich namelijk verzwagerd met de farao door een dochter van hem tot
vrouw te nemen (1 Koningen 9:16). Dat Egypte een militaire bondgenoot was, zien
we door de inname van Gezer in Kanaän door de legers van Farao, waarna farao
deze stad als bruidsschat aan Salomo s vrouw schonk. In mijn model is deze
farao; Thothmosis I.
Hatsjepsoet was de oudste
dochter van Thothmosis I en halfzuster van de jonge Thothmosis III.
Hatsjepsoet, of de Griekse naam Amesses bij Josephus, regeerde 21 jaar en 9
maanden. Zij heerste aanvankelijk als coregent met Thothmosis II en na diens
dood als voogd van de jonge Thothmosis III en dit vanaf 986 v. Chr. In het tweede regeringsjaar van Thothmosis
III trok Hatsjepsoet alle regeringsbevoegdheden naar zich toe en regeerde als
vrouwelijke farao over Egypte. Het bondgenootschap met Israël dat al een
aanvang genomen had onder farao Ahmose en bevestigd door Thothmosis I, de
schoonvader van Salomo, werd door Hatsjepsoet verder versterkt.
De bekroning was haar reis naar het land Poent, naar Salomo. Dr.I.
Velikovsky gaat in zijn studie uitvoerig op alle details van de reis in. Te
Eilath in Israël aan de Golf van Akaba stond Paroeah met zijn hofhouding
Hatsjesoet op te wachten.
De
aankomst te Poent staat gedetailleerd in reliëfafbeeldingen weergegeven op haar
tempelmuren te Deïr El Bahri in Egypte. Hatsjepsoet vervulde zo het
Schriftwoord over haar, dat over Salomo opgeschreven staat:
1
Koningen 4: 34 En uit alle volken
kwamen er om de wijsheid van Salomo te horen, van al de koningen der aarde, die
van zijn wijsheid gehoord hadden.
Het is
de logica zelve dat Egypte als grootste buurland van Israël op de roep van
Salomo afkwam. De Joodse historicus Flavius Josephus schreef dat het de
koningin van Egypte en Ethiopië was, die Salomo bezocht (Joodse Oudheden Boek VIII,
vi. 5).
Bijbelvorsers
die de conventionele (chronologisch-foutieve) Egyptologie volgen, zien het
verband met Egypte niet en zoeken de Bijbelse koningin van Scheba elders op de
kaart. De Egyptische dynastieën zoals ze door de orthodoxe Egyptologie op de
tijdsbalk verankerd werden kenden geen vrouwelijke farao of koningin ten tijde
van Salomo rond ca. 1000 v. Chr. Vandaar de reden om aan het Arabische schiereiland
de voorkeur te geven als de plaats vanwaar de koningen van Scheba kwam. Zij
zien een lange stoet met kamelen vanuit Jemen naar Jeruzalem trekken. Deze
theorie herleidt Salomo samen met het dateren van Salomo in het IJzertijdperk
in feite tot niet meer dan een bedoeïenenstamhoofd, wat te betreuren is en geen
recht aan de Bijbel doet. Het Israël van David en Salomo was naast Egypte een
grootmacht in de regio toen.
Als
ik met het onderzoek van anderen bezig ben en dit in mijn eigen variant tracht
in te passen, gebeurt het wel eens dat ik tot nieuwe inzichten kom. Zo trof mij
de gelijkenis van het hoofd van Poent, die Velikovsky als een landvoogd van
Salomo te Eloth identificeert, met de beschreven afbeelding op het ivoren paneel van
vermoedelijk Salomo, dat gevonden werd te Megiddo en gedateerd in het Laat
Brons tijdperk.
Wanneer
men beide hoofden in close up bekijkt valt onmiddellijk op dat het hoofd van de
hoofdman van Poent op het tempelreliëf van Hatshepsoet te Deïr El Bahri en het
hoofd op het ivoren paneel van Megiddo, sterk op elkaar lijken. De
hoofdbedekking van beide figuren is dezelfde; een nauwsluitende kap met de oren
vrij, zelfs de inkepingen in de kap vindt men op beide afbeeldingen terug.
Daarnaast hebben beide figuren dezelfde neus, oren en baard, zelfs de
wenkbrauwen zijn identiek afgebeeld. Men zou nu kunnen opmerken dat misschien
alle Kanaänieten of Aziaten door de Egyptenaren op deze wijze afgebeeld werden.
Maar dit klopt niet. We hebben namelijk een overvloed aan Egyptische
muurreliëfs met afbeeldingen van Aziatische ambassadeurs e.a. waaruit blijkt
dat de Egyptische kunstenaars wel degelijk onderscheid maakten tussen de
verschillenden rassen en types van mensen uit Klein-Azië met wie ze in contact
kwamen. De afgebeelde hoofdman van Poent is zondermeer een Semiet (iets dat de
orthodoxe Egyptologie overigens verbaasd).
De
vraag die ik mij stel is; wie is dan werkelijk P-r-hw (Paroeah of Perehoe) waarnaar
het reliëf van Hatshepsoet verwijst? Is hij de landvoogd van Ezeon-Geber zoals
Velikovsky beweerd of zou hij Salomo kunnen zijn? Velikovsky deed in zijn
studie Eeuwen in chaos grote moeite om Paroeah als landvoogd van Salomo te
Eloth te plaatsen.
1
Koningen 4:7 En Salomo had over
geheel Israël twaalf landvoogden,
die de koning en zijn huis van voedsel moesten voorzien; één maand per jaar
rustte op ieder de plicht om te leveren. 8 En dit zijn hun namen: Ben-Chur op het gebergte van Efraïm; 9 Ben-Deker in Makas, Saälbim, Bet-Semes
en Elon-Bet-Chanan; 10 Ben-Chesed in
Arubbot, hij had Soko en het gehele land Chefer; 11 Ben-Abinadab: de gehele heuvelstreek van Dor; Salomos dochter
Tafat had hij tot vrouw; 12 Baäna,
de zoon van Achilud: Taänak, Megiddo en geheel Bet-Sean, dat naast Saretan is,
beneden Jizreël, van Bet-San tot Abel-Mechola, tot aan gene zijde van Jokmeam;
13 Ben-Geber te Ramot in Gilead; hij
had de dorpen van Jaïr, de zoon van Manasse, in Gilead, hij had de streek van
Argob in Basan, zestig grote steden met muren en koperen grendels; 14 Achinadab, de zoon van Iddo, te
Machanaïm; 15 Achimaäs in Naftali;
ook hij had een dochter van Salomo, Basemat, tot vrouw genomen; 16 Baäna, de zoon van Chusai, in Aser en Alot; 17
Josafat, de zoon van Paruach, in Issakar; 18 Simi, de zoon van Ela, in Benjamin; 19 Geber, de zoon van Uri, in het land
Gilead, het land van Sichon, de koning der Amorieten, en van Og, de koning van
Basan, en wel als enige landvoogd in dit land. 20 Juda en Israël waren talrijk
als het zand aan de zee in menigte; zij aten en dronken en waren blijde. (NBG
Vertaling 1951)
Commentaar
van Velikovsky: het lijkt dat het laatste woord van 1 Koningen 4:17 tot het
volgende vers behoort en het laatste woord van 4:17 tot het daaropvolgende. De
tekst zou dan luiden: en in Aloth Josafat, de zoon van Paruah. In dit
geval bleef de zoon landvoogd waar zijn vader in dezelfde functie had gediend,
want Aloth en Eloth zijn hetzelfde.
Indien
de afgebeelde Paroeah als de hoofdman van het land Poent Salomo zou zijn, hoeft
het toegevoegde commentaar van Velikovsky niet en laten we de punten en kommas
van de vertaalde Bijbeltekst verder met rust.
De vraagtekens
blijven uiteraard. Maar zou het werkelijk zo ongewoon geweest zijn voor Salomo,
om de koningin van Scheba persoonlijk aan de kust te verwelkomen? De Bijbel (2
Kronieken 8:17) leert in ieder geval dat hij naar Ezeon-Geber en naar Eloth aan
zee ging, om zijn vloot daar uit te rusten.
Wie
was dan werkelijk P-r-hw? Let wel op, de ontbrekende klinkers zijn later door
onderzoekers toegevoegd. Ik neem voorzichtig aan dat het hoofd van Poent op
Salomo zou kunnen slaan. Absolute bewijzen heb ik niet.
Wel
is duidelijk dat te Deïr El Bahri op de tempelreliëfs van Hatshepsoet een
Semiet afgebeeld staat en dat deze haast een exacte kopie is van de afgebeelde figuur
op een ivoren paneel uit Megiddo gedateerd uit het Laat Brons. Of hoe
boeiend de studie van het revisionisme van de geschiedenis van de oudheid wel
is.