Inhoud blog
  • Overlijden Robert De Telder
  • Corona
  • Chronologische schema's - afbeeldingen - vanaf de Grote Vloed tot de Spraakverwarring
  • Joeja
  • De eerste drieduizend jaar, hoofdstuk 1
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    KRONOS
    chronologie - archeologie - oudheid
    26-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De berg Ebal in Israël en de offerplaats van Jozua
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Jozua 8:30 Toen bouwde Jozua een altaar voor de HERE, de God van Israël, op de berg Ebal, 31 zoals Mozes, de knecht des HEREN, de Israëlieten geboden had, naar hetgeen geschreven stond in het boek der wet van Mozes; een altaar van onbehouwen stenen, die men met geen ijzer bewerkt had; zij brachten daarop brandoffers aan de HERE en slachtten vredeoffers. 32 En dáár schreef hij op de stenen een afschrift van de wet van Mozes, hetwelk hij opschreef ten aanschouwen der Israëlieten. 33 Geheel Israël nu, zijn oudsten, de opzieners en zijn rechters stonden aan weerszijden van de ark, tegenover de levitische priesters, die de ark des verbonds des HEREN droegen, zowel vreemdelingen als geboren Israëlieten, de ene helft tegenover de berg Gerizim en de andere helft tegenover de berg Ebal, zoals Mozes, de knecht des HEREN, vroeger geboden had, om het volk Israël te zegenen. 34 Daarna las hij al de woorden der wet voor, de zegen en de vloek, naar alles wat in het boek der wet geschreven stond. 35 Er was geen woord van al hetgeen Mozes geboden had, dat Jozua niet voorlas aan de gehele gemeente van Israël en de vrouwen, de kinderen en de vreemdelingen, die met hen meegegaan waren

     

    In de vorige eeuw in het jaar 1967 kwam Samaria waar de berg op zo een negenhonderd meter boven de zeespiegel gelegen is, in Israëlische handen. Gedurende vele eeuwen lag het gebied en de berg er onherbergzaam bij. Op het plateau van de berg vond een Israëlisch archeologisch team onder leiding van Adam Zertal in 1982 een massieve rechthoekige constructie van grote onbehouwen stenen. De afmetingen waren ongeveer negen meter bij zeven meter en drie meter hoog. Binnen de constructie vond men as, potscherven, stenen en afval. Vooral opmerkelijk was de vondst van meer dan vierduizend dierlijke beenresten, meestal verbrand, die in een laboratorium geanalyseerd werden. De meeste beenderen bleken van stieren, schapen en geiten afkomstig te zijn. Geen van de beenderen bleek van de zogenaamde Bijbelse onreine dieren afkomstig te zijn wat een sterke indicatie naar religieuze offers was. Na vier jaar onderzoek van de site was er voor de archeoloog Zertal maar één conclusie mogelijk: dit was de site waar het Bijbelboek Jozua naar verwijst. De blootgelegde constructie bleek volledig aan alle voorschriften van Mozes in de Bijbel te voldoen.

     

    Het dateren van de constructie is moeilijk. De gevonden beenderen werden gedateerd in de twaalfde eeuw voor Christus en de constructie van het altaar in het IJzertijdperk I gedateerd. De archeologische strata in Israël worden echter alle aan de hand van de orthodoxe Egyptische chronologie gedateerd. En als een gevolg van ongeveer zeshonderd jaar foutieve tijdrekening in Egypte zit ook in Israël de archeologie die deze dateringsmethode hanteert er altijd enkele eeuwen naast. Ook de archeoloog Zertal dateerde zijn vondst aan de hand van de Egyptische chronologie. Het vinden van twee Egyptische scarabeeën op de site maakte dat voor het jaartal 1250 v. Chr. gekozen werd. Een betreurenswaardig foutief jaartal dat geen recht aan het Bijbelbericht doet. Het correcte jaartal voor de bouw van het altaar op basis van de gereviseerde chronologie is 1437 v. Chr.

     

    De stenen getuigen ook vandaag nog dat de Bijbel geen mythe of folklore is maar het spreken van de God van Israël in de geschiedenis.

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

    26-01-2014 om 00:00 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    25-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waar lag Telaïm en waar lag de stad van Amalek?
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1 Samuël 15:1 Samuël zeide tot Saul: Mij heeft de HERE gezonden om u tot koning te zalven over zijn volk, over Israël; nu dan, luister naar de woorden des HEREN. 2 Zo zegt de HERE der heerscharen: Ik doe bezoeking over wat Amalek Israël heeft aangedaan, hoe hij zich hem in de weg heeft gesteld, toen het uit Egypte trok. 3 Ga nu heen, versla Amalek, slaat al wat hij bezit met de ban en spaar hem niet. Dood man en vrouw, kind en zuigeling, rund en schaap, kameel en ezel. 4 Saul riep het volk op en monsterde het te Telaïm, tweehonderdduizend man voetvolk; daarbij tienduizend Judeeërs. 5 Toen Saul de stad van Amalek bereikt had, legde hij in het dal een hinderlaag. 6 Saul nu zeide tot de Kenieten: Gaat heen, verwijdert u, trekt weg uit het midden der Amalekieten, opdat ik u niet met hen verdelg; gij hebt immers trouw bewezen aan alle Israëlieten, toen zij uit Egypte trokken. Daarop verwijderden zich de Kenieten uit het midden van Amalek. 7 En Saul versloeg Amalek van Chawila af tot in de nabijheid van Sur, dat ten oosten van Egypte ligt. 8 Agag, de koning van Amalek, greep hij levend, maar het gehele volk sloeg hij met de ban door de scherpte des zwaards. 9 Saul echter en het volk spaarden Agag en het beste van het kleinvee en van de runderen, ook het naastbeste, verder de lammeren, kortom al wat waardevol was; dat wilden zij niet met de ban slaan. Maar al het vee dat waardeloos was en ondeugdelijk, sloegen zij met de ban.

     

    De strijd tegen Amalek was al eerder door Mozes aangekondigd kort voor diens dood in 1443 v. Chr. In het hierna volgende Bijbelgedeelte waarschuwt Mozes het volk dat zij eens opnieuw ten strijde zouden geroepen worden om Amalek uit te roeien. Toen het volk op zijn zwakst was na de verdrukking en uittocht uit Egypte had Amalek de achterhoede, de zwakste van de groep aangevallen. Ten tijde van het koningschap van Saul was de tijd daar om de strijd tegen Amalek te beslechten.

     

    Deuteronomium 25:17 Gedenk wat Amalek u gedaan heeft op uw tocht, toen gij uit Egypte getrokken waart; 18 hoe hij u onderweg tegenkwam en al de zwakken in uw achterhoede afsneed, terwijl gij vermoeid en uitgeput waart, en hoe hij God niet vreesde. 19 Als dan de HERE, uw God, u rust gegeven heeft van al de vijanden rondom u in het land, dat de HERE, uw God, u ten erfdeel geven zal om het te bezitten, dan zult gij de herinnering aan Amalek onder de hemel uitwissen; vergeet het niet.

     

    Wanneer men onderzoek doet naar de juiste ligging van TELAIM, de plaats waar Saul het leger van Israël tot verzameling riep, blijkt dat de meningen verdeeld zijn. De orthodoxe verklaring plaatst het Bijbelse Telaïm, wat betekent ‘de jonge lammeren’, in het zuiden van Judea te Telam. Deze gedachtegang komt voort vanuit de veronderstelling dat de Bijbelse Amalekieten slechts Bedoeïen of nomaden waren die vooral zuidelijk van Judea hun woongebied hadden. De Bijbel echter noemt Amalek tijdens deze periode: Eerste der volken. Dr. I. Velikovsky identificeerde ze terecht met de Hyksos die met de Exodus in 1483 v. Chr., na de vernietiging van farao ’s leger in de Rode Zee, eerst tegen Israël in de woestijn streden, en daarna Egypte overrompelden, hun dynastieën vestigden, en gedurende vier eeuwen vanuit Avaris over het Midden Oosten heersten.

     

    Waar Telaïm op de landkaart geplaatst moet worden, leren Flavius Josephus en de Septuagint LXX Griekse vertaling van het Oude Testament duidelijk. Beide bronnen plaatsen Telaïm te Gilgal, een plaats oostelijk van Jericho aan de Jordaan. Het was te Gilgal dat Saul achtendertig jaar eerder door Samuel tot koning gezalfd was, met de twaalf stammen, heel Israël dus, aldaar verzameld. Het is dan ook logisch dat de twaalf stammen, Juda incluis, te Gilgal ter verzameling geroepen werden voor de strijd tegen Amalek. Deze identificatie laat tegelijkertijd zien langs waar Saul met zijn leger hoogstwaarschijnlijk opgetrokken is. Met zijn leger is hij de Jordaan overgestoken en via de zogenaamde Koninklijke Weg oostelijk van de Dode Zee naar de stad van Amalek opgerukt. De stad van Amalek in de Bijbel is te identificeren met Sjaroehen, een plaats die we vanuit Egyptische bron kennen. Het leger van farao belegerde namelijk de vermaledijde Hyksos gedurende drie jaar te Sjaroehen. Velikovsky plaatst Sjaroehen in de buurt van Petra. Het is naar deze plaats dat zowel het leger van Saul als het leger van farao Ahmose oprukten en het daarop drie jaar belegerden. De verwijzing in 1 Samuel 15 krijgt nu echt zin: “En Saul versloeg Amalek van Chawila af tot in de nabijheid van Sur, dat ten oosten van Egypte ligt”. Met Saul ’s leger in de buurt van Petra merken we ook waar het Bijbelse Chawila te plaatsen is: namelijk noordelijk van de Arabische woestijn. En Sur of Shur ligt met zekerheid oostelijk van de Egyptische grens wanneer men de Nijl-delta richting oosten verlaat. Het is de natuurlijke berg-muur ten oosten en ten westen van de huidige golf van Akaba. Ook Josephus bevestigt deze denkpiste. Josephus plaatst de woonplaats van de Amalekieten vanaf Pelusium aan de Egyptische grens tot aan de Rode Zee en Midian. De rivier waar Josephus naar verwijst waar Saul een inderlaag tegen Amalek legde, is volgens mijn revisie de Wadi el Araba die ten tijde van het regenseizoen met water gevuld was maar gedurende de andere seizoenen droog stond. Als een gevolg van het gebruik van de gegevens die Flavius Josephus verstrekt, kunnen we op de kaart nauwkeurig het offensief van Saul en farao schilderen. Na oostelijk van de Dode Zee naar het zuiden opgerukt te zijn, liet Saul Sjaroehen links liggen en rukte verder van oost naar west, van Chawila naar Sur, naar Avaris, het huidige El Arisj op. Velikovsky ’s identificatie van Avaris, de hoofdstad van de Hyksos, met El Arisj in de Sinaïwoestijn is hiermee gebleken correct te zijn. Te Avaris arriveerde ook het leger van farao Ahmose. In bondgenootschap met Saul rukte het Egyptische leger daarop naar Sjaroehen in de buurt van het huidige Petra en begon een belegering die, volgens Egyptische bronnen, drie jaar zou duren.

     

    Een geestelijk intermezzo:

    Het bevel in de Bijbel tot uitroeiing van Amalek stuit in de huidige genadebedeling tegen te borst. Wanneer men onderzoek naar dit Bijbelgedeelte doet blijkt dat sommige rabbijnen in hun commentaren opmerken dat Sauls ongehoorzaamheid er de oorzaak van was dat de strijd van Amalek tegen Gods volk toen niet ophield. Veel later, ten tijde van de Perzische periode, zou nog een Amalekiet een poging tot genocide van het Joodse volk doen; namelijk door de hand van Haman, zoals in het Bijbelboek Esther beschreven. Dit is één verklaring voor het harde gebod. Je zou kunnen zeggen dat de Bijbelse koningen (al of niet in opdracht van God) handelden als kinderen van hun tijd. Voordat wij echter neerkijken op de mensen in de antieke oudheid – is er veel veranderd? In de wereldgeschiedenis kunnen we opmerken dat het niet sparen van kinderen en zuigelingen dikwijls als normaal ervaren wordt. De huidige burgeroorlog in Syrië laat dezelfde horror zien. En in Europa beleefden we twintig jaar geleden, na het uiteenvallen van de Joegoslavische staat dezelfde geschiedenis. En daarvoor tijdens de tweede wereldoorlog hadden we Hitler-Duitsland dat zijn oorlog in 1939 begon en meende andere steden te kunnen bombarderen (coventrieren) zoals Warschau, Rotterdam, Londen en Coventry, in de veronderstelling dat er nooit één bom op hun eigen hoofd zou neerkomen. Vanaf 1942 betaalden de Britten echter terug en werden Duitse steden letterlijk in de as gelegd met ook de dood van miljoenen onschuldige kinderen en zuigelingen tot gevolg. Negen miljoen Duitsers lieten uiteindelijk tegen 1945 het leven. Tijd en toeval overvielen allen, ook de onschuldigen.

     

    Wat mezelf betreft in het begrijpen van het gebod tot vernietiging van Amalek vind ik troost in de wetenschap dat de HERE God van de Bijbel het Leven is. Hetzelfde Bijbelboek Deuteronomium dat de toekomende strijd tegen Amalek aankondigt leert o.a. het volgende:

    “Ziet nu, dat Ik, Ik het ben, daar is geen God, behalve Mij. Ik dood en doe herleven, Ik verbrijzel en Ik genees, en niemand is er die redt uit mijn macht.” Deuteronomium 32:39

     

    Wanneer we het accent op het herleven leggen in plaats van op het doden, wordt een en ander verstaanbaar. De Bijbel belooft dat er ooit aan dit tranendal, dat de planeet aarde onder de vloek is, een einde zal komen. Dat in de toekomst de HERE God Zijn Messiaanse Vrederijk op deze aarde, na de oordelen van de Apocalyps, zal vestigen en dat alle doden dan zullen opstaan. Ook de gedode zuigelingen van de Amalekieten zullen dan leven.

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

    25-01-2014 om 00:00 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De blinden te Jericho in 30 AD
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Drie evangelisten: Matteüs, Marcus en Lucas brengen de geschiedenis van de genezing van vier blinden te Jericho. Bij het oppervlakkig lezen van het Schriftwoord lijkt het echter alsof de evangelisten elkaar tegenspreken. Matteüs vermeldt de genezing van twee blinden, de evangelisten Markus en Lucas spreken over slechts één blinde. Betrappen we de Bijbel hier op een fout zoals de Bijbelkritiek leert? Hierna volgen de drie betreffende Bijbelgedeelten. Wanneer we de drie berichten naast elkaar zetten wordt alles duidelijk en is de conclusie dat niet twee of één blinde het zicht gegeven wordt, maar dat in totaal vier mensen door Jezus aangeraakt worden en opnieuw zien mogen:

     

    Matteüs 20:29 En toen zij uit Jericho gingen, volgde Hem een grote schare. 30 En zie, twee blinden, die aan de weg zaten, riepen, toen zij hoorden, dat Jezus voorbijging, zeggende: Here, heb medelijden met ons, Zoon van David! 31 En de schare bestrafte hen, dat zij zwijgen zouden. Maar zij riepen te meer, zeggende: Here, heb medelijden met ons, Zoon van David! 32 En Jezus stond stil, riep hen en zeide: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal? 33 Zij zeiden tot Hem: Here, dat onze ogen geopend worden. 34 Jezus werd met ontferming bewogen en raakte hun ogen aan, en terstond werden zij ziende en zij volgden Hem.

     

    Marcus 10:46 En zij kwamen te Jericho. En toen Hij met zijn discipelen en een talrijke schare uit Jericho vertrok, zat de zoon van Timeüs, Bartimeüs, één blinde bedelaar, aan de weg. 47 En toen hij hoorde, dat het Jezus van Nazaret was, begon hij te roepen en te zeggen: Zoon van David, Jezus, heb medelijden met mij! 48 En velen bestraften hem, opdat hij zwijgen zou. Doch hij riep des te meer: Zoon van David, heb medelijden met mij! 49 En Jezus stond stil en zeide: Roept hem. En zij riepen de blinde en zeiden tot hem: Houd moed, sta op, Hij roept u. 50 Toen wierp hij zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus. 51 En Jezus antwoordde en zeide tot hem: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal? De blinde zeide tot Hem: Rabboeni, dat ik ziende worde! 52 En Jezus zeide tot hem: Ga heen, uw geloof heeft u behouden. En terstond werd hij ziende en volgde Hem op de weg.

    Lucas 18:35 Het geschiedde nu, toen Hij in de nabijheid van Jericho kwam, dat één blinde aan de weg zat te bedelen. 36 Toen deze hoorde, dat er een schare voorbijging, vroeg hij, wat dit was. 37 En zij vertelden hem, dat Jezus de Nazoreeër voorbijkwam. 38 En hij riep en zeide: Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij! 39 En die vooraan liepen, bestraften hem, dat hij zwijgen zou. Maar hij schreeuwde des te meer: Zoon van David, heb medelijden met mij! 40 Jezus nu stond stil en liet hem bij Zich brengen. Toen hij naderbij gekomen was, 41 vroeg Hij hem: Wat wilt gij, dat Ik u doen zal? Hij zeide: Here, dat ik ziende worde! 42 En Jezus zeide tot hem: Word ziende; uw geloof heeft u behouden. 43 En terstond werd hij ziende en hij volgde Hem, God lovende. En al het volk zag het en gaf Gode lof.

    NBG Vertaling 1951

     

    Wanneer we Schrift met Schrift vergelijken zijn er geen discrepanties tussen de drie evangelisten, die alle de geschiedenis van de genezing van de blinden nabij Jericho brengen. Zij beschrijven drie wonderen van Jezus Christus aan in totaal vier blinden. Bij de evangelist Matteüs geeft Jezus het zicht weer aan twee blinden wanneer Hij Jericho verlaat. De evangelist Marcus beschrijft het wonder wanneer Jezus Jericho nadert en noemt de blinde bij naam: Bartimeüs, de zoon van Timeüs. De evangelist Lucas beschrijft het wonder aan een blinde wanneer Jezus in de nabijheid van Jericho arriveerde. Deze blinde man roept Jezus aan met dezelfde belijdenis als de overige beschreven blinden: “Jezus, Zoon van David, heb medelijden met mij!” Lucas verhaalt verder dat Jezus daarop stil stond en de blinde bij Zich liet brengen. De blinde man bij de evangelist Marcus daarentegen loopt op eigen kracht naar Jezus toe: “Toen wierp hij zijn mantel af, sprong op en ging naar Jezus.” De twee blinden die Matteüs beschrijft zitten gewoon langs de weg waar Jezus voorbijging.

    Conclusie: in totaal drie wonderen aan vier blinde mensen op dezelfde dag te Jericho en in de nabijheid van Jericho. Een blinde bij het naderen van Jericho, één tijdens het verlaten van Jericho en twee nadat Hij Jericho verlaten had.

     

    Postscriptum:

    Johannes 9:9 …”En Jezus zeide: Tot een oordeel ben Ik in deze wereld gekomen, opdat wie niet zien, zien mogen, en wie zien, blind worden.”

    Betreffende deze metafoor van de Heer Jezus Christus, over religieuze mensen die zeggen dat ze zien, maar in feite geestelijk blind zijn, wil ik even verder, met de plaats Jericho in het achterhoofd, mijmeren. Het Jericho ten tijde van Jezus Christus lag zuidelijk van de oude stad die Jozua in 1443 v. Chr. vernietigd had, en later herbouwd en bewoond werd. Het Jericho waar Jezus zijn ontmoeting met Zacheüs had en de blinden genas lag dus zuidelijk van de oude stad en was ook de winterresidentie van Herodes de Grote. Deze stad had openbare gebouwen, een amfitheater, een hippodroom of renbaan, daarnaast parken, tuinen, vijvers en een aquaduct of waterleiding. Omheen de stad groeiden sycomoren; in één daarvan klom Zacheüs, de belastingcontroleur van Jericho, toen de Heiland door de stad ging, zoals door de evangelist Lucas beschreven. Het afgebeelde plaatje van bovenaan dit artikel doet dus geen recht aan het Jericho van Jezus’ tijd. Dit laatste is trouwens schering en inslag wanneer men vanuit de christelijke cultuur het heilig land afbeeld. Iedere keer zet men op een primitief plaatje een kameel met een Arabier neer en geeft zo een fout beeld van het land. Israël is doorheen heel zijn geschiedenis tot aan de Arabische verovering in de 7de eeuw AD altijd een modern land geweest met bouwwerken en infrastructuur die de zeven wereldwonderen evenaarden.

    Nog zo een voorbeeld zien we wanneer de wetenschap van de archeologie echt van start ging aan het einde van de negentiende eeuw. Het oude Jericho werd in deze tijd opnieuw een plaats van mensen die als het ware met blindheid geslagen werden. Misleid door een foutieve dateringsmethode kwamen archeologen tot boude uitspraken zoals het ontkennen van de Bijbelse geschiedenis van de vernietiging van Jericho ten tijde van de Israëlitische intocht o.l.v. Jozua. De Bijbel zou historisch onbetrouwbaar zijn? (Zie een eerder artikel op dit blog: JERICHO)

    De archeologen gingen in Israël van start met een foutieve dateringsmethode gebaseerd op de bevindingen van een andere jonge wetenschap van die tijd: de Egyptologie. In diezelfde 19de eeuw ging de Bijbelkritiek ook echt van start. Dit alles in het kielzog van Darwin ’s boek: the Origin of Species, de zogenaamde evolutietheorie. Vooraanstaande theologen zagen Darwin ’s evolutietheorie zitten en ontleedden de Bijbel op zoek naar onwaarheden. Hun uitgangspunt was dat alle religie, ook de Bijbel, geëvolueerd waren. De godsdienst had zich geleidelijk langs een natuurlijke weg ontwikkeld. Een nieuwe theorie van een ontwikkeling vanaf het primitieve animisme tot het hoogontwikkelde monotheïsme paste schitterend in Darwin ’s model.

    Het resultaat is chaos op zowel historisch als archeologisch vlak. En niet alleen met gevolgen voor de Bijbelse geschiedenis. Een voorbeeld zijn de invallen van de Zeevolken die aan de hand van de Egyptologie foutief gedateerd worden in de dertiende eeuw voor Christus tijdens de regeerperiode van Ramses III. Het Hethietenrijk ging als een gevolg van de invasie van de zeevolken ten onder. Een anomalie blijft er voor de orthodoxie in bestaan dat de Assyriërs tot in de 8ste eeuw voor Christus naar de Hethieten blijven verwijzen.

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

    24-01-2014 om 00:00 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE CENTURION TE KAFARNAUM: Matteüs 8:5-13, Lucas 7:1-10
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Bij het oppervlakkig lezen van beide Bijbelgedeelten lijkt het alsof de evangelisten elkaar tegenspreken. Bij Matteüs is het de honderdman zelf die Jezus tegemoet gaat wanneer deze Kafarnaüm binnenkomt. Lucas echter verhaalt hoe de honderdman in zijn huis blijft maar enige oudsten der Joden naar Jezus stuurt met de bede dat zijn knecht genezen zou worden. Betrappen we de Bijbel hier op een fout, zoals sommige Bijbel-critici beweren?

    Hierna volgen de twee betreffende Bijbel-gedeelten. Wanneer we de twee verhalen naast elkaar zetten blijkt al dat we weliswaar met dezelfde honderdman te doen hebben maar dat het twee gebeurtenissen zijn en op een verschillend tijdstip maar met dezelfde Centurion.

     

    27 AD

    Matteüs 8:5 Toen Hij nu Kafarnaüm binnenging, kwam een hoofdman tot Hem met een bede, 6 en zeide: Here, mijn knecht ligt thuis, verlamd, met hevige pijn. 7 Hij zeide tot hem: Zal Ik komen en hem genezen? 8 Doch de hoofdman antwoordde en zeide: Here, ik ben niet waard, dat Gij onder mijn dak komt, maar spreek slechts een woord en mijn knecht zal herstellen. 9 Want ik ben zelf een ondergeschikte met soldaten onder mij, en ik zeg tot de één: Ga heen, en hij gaat heen, en tot een ander: Kom, en hij komt, en tot mijn slaaf: Doe dit, en hij doet het. 10 Toen Jezus dit hoorde, verwonderde Hij Zich en zeide tot hen, die Hem volgden: Voorwaar, zeg Ik u, bij niemand in Israël heb Ik een zó groot geloof gevonden! 11 Ik zeg u, dat er velen zullen komen van oost en west en zullen aanliggen met Abraham en Isaak en Jakob in het Koninkrijk der hemelen; 12 maar de kinderen van het Koninkrijk zullen uitgeworpen worden in de buitenste duisternis; daar zal het geween zijn en het tandengeknars. 13 En Jezus zeide tot de hoofdman: Ga heen, u geschiede naar uw geloof. En de knecht genas, juist op dat uur.

    28 AD

    Lucas 7: 1 Nadat Hij al zijn woorden ten aanhoren van het volk voleindigd had, ging Hij Kafarnaüm binnen. 2 Een slaaf nu van een hoofdman, die deze op hoge prijs stelde, was ernstig ongesteld en lag op sterven. 3 Toen hij van Jezus hoorde, zond hij enige oudsten der Joden tot Hem met het verzoek te komen en zijn slaaf in het leven te behouden. 4 Zij kwamen dan tot Jezus en drongen zeer bij Hem aan, want, zeiden zij, hij is waard, dat Gij dit voor hem doet; 5 want hij heeft ons volk lief en onze synagoge heeft hij gebouwd. 6 En Jezus ging met hen mede. Toen Hij niet ver meer van het huis was, zond de hoofdman vrienden om tot Hem te zeggen: Here, doe geen moeite, want ik ben niet waard, dat Gij onder mijn dak komt; 7 daarom heb ik ook mijzelf niet waardig geacht tot U te komen, maar spreek (slechts) een woord en mijn knecht moet herstellen. 8 Want ik neem zelf een ondergeschikte plaats in met soldaten onder mij, en ik zeg tot de een: Ga heen, en hij gaat heen, en tot een ander: Kom, en hij komt, en tot mijn slaaf: Doe dit, en hij doet het. 9 Toen Jezus dit hoorde, verwonderde Hij Zich over hem, en Zich kerende tot de schare, die Hem volgde, sprak Hij: Ik zeg u, zelfs in Israël heb Ik een zó groot geloof niet gevonden! 10 En toen zij, die gezonden waren, terugkwamen in het huis, vonden zij de slaaf gezond.

    NBG Vertaling 1951

    Het is het chronologisch op een tijdslijn zetten dat uitkomst biedt. De Heer Jezus is gedurende een periode van drie jaar in het openbaar in Israël opgetreden. Het is de evangelist Johannes namelijk die voor deze periode vier jaarlijkse pelgrimsfeesten naar Jeruzalem opgeeft. Naar het eerste Pesach in 27 AD wordt verwezen in Johannes 2:23, het tweede pelgrimsfeest van 28 AD naar Jeruzalem vinden we in Johannes 5:1, het derde in Johannes 6 in het jaar 29 AD en het laatste vermelde paasfeest in 30 AD is dat van Johannes hoofdstuk 11, waar de Heer Jezus zich overgeeft als het Paaslam. Dit is het raamwerk voor onze chronologische opbouw.

    Het vijftiende regeringsjaar van keizer Tiberius liep van oktober 26 AD tot september 27 AD. Het optreden van Johannes de doper begon in het jaar 26 AD, hetzelfde jaar dat Jezus zich in het najaar liet dopen. Een gebeurtenis waar alle vier evangelisten naar verwijzen. Vervolgens lezen we over de verzoeking door satan in de woestijn waar zowel Matteüs, Marcus als Lucas naar verwijzen.

    Wat het jaartal 30 AD absoluut verankerd met de dood, opstanding en hemelvaart van de Heiland is de Jubeljaartelling met het dertigste jubeljaar in 27/28 AD en de chronologie van het apostolische optreden van Paulus. Deze chronologische gegevens passen alleen vanaf het jaar 30 AD. De dood van Koning Agrippa I bijvoorbeeld valt in 44 AD met het tweede bezoek van Paulus aan Jeruzalem. Volgens de Galaten-brief hoofdstuk 2 was Paulus veertien jaar daarvoor uit Jeruzalem vertrokken. Het jaar 30 AD heeft ook 15 nisan op een vrijdag. Het jaar 30 ligt dus voor de hand met ‘Goede Vrijdag’ op zijn juiste plaats. Volgens joodse traditie eindigt een dag bij het ondergaan van de zon. De sabbat begint dus op vrijdagavond na het ondergaan van de zon. De 14de nisan in het jaar 30 viel dus op donderdag en donderdagavond begon theoretisch de 15de nisan.

    Het jaar 27 AD en de maand oktober worden aldus een ankerpunt waar we de chronologische gegevens van de evangeliën mee verankeren. De vier eerder vermelde pelgrimsfeesten die de evangelist Johannes opgeeft passen in dit schema. Ik herhaal nog even: het eerste paasfeest dat Johannes 2:13 vermeld viel in de maand nisan van 27 AD. Het tweede pelgrimsfeest volgens Johannes 5:1 in 28 AD, het derde paasfeest naar Johannes 6:4 in 29 AD en het vierde paasfeest in 30 AD met het beschreven lijden, sterven, opstanding en hemelvaart van Jezus Christus.

    Betreffende het derde paasfeest vermeld door de evangelist Johannes bestaat er verschil van mening onder onderzoekers. De Bijbelkritiek leest Johannes 6:1 door een westerse bril met een lineair tijd-denken en verklaart dat Jezus op een berg de broden vermenigvuldigende voor een menigte ver in het noorden van Israël onmogelijk tegelijkertijd in Jeruzalem kon zijn. Hun conclusie is dat dit Schriftgedeelte niet geïnspireerd is en later toegevoegd. Hierna het bewuste Schriftgedeelte:

    Johannes 6:1 “Daarna vertrok Jezus naar de overzijde van de zee van Tiberias in Galilea. 2 En Hem volgde een grote schare, omdat zij de tekenen zagen, die Hij aan zieken verrichtte. 3 En Jezus ging de berg op en zat daar neder met zijn discipelen. 4 En het Pascha, het feest der Joden, was nabij. 5 Toen Jezus dan de ogen opsloeg en zag, dat een grote schare tot Hem kwam, zeide Hij tot Filippus: Waar zullen wij broden kopen, dat dezen kunnen eten?”

    Wanneer we dit Schriftgedeelte doorgenomen hebben kan de conclusie alleen maar zijn dat de vermenigvuldiging van de broden op de berg geschiedde kort voor het Pascha. Met ‘kort voor’, bedoelen we dan de tijd die nodig is om van het noorden van Israël naar Jeruzalem te trekken.

    Nog zulk een schijnbare moeilijkheid voor sommigen is de vermelding van ‘het feest der Joden’ in Johannes hoofdstuk 5:1. Is dit nu een verwijzing naar een Pascha of is een ander feest bedoelt? De verklaring leveren weer de sabbat- en jubeljarenopgave van William Whiston. Het paasfeest van 28 AD zag een nieuwe cyclus van 7 x 7 jaren aanvangen. Het was tevens de periode van het dertigste Jubeljaar sinds de instelling ervan en volgens een Rabbijnse traditie zat men in het vierde millennium anno mundi, de vierde dag van de Schepping die symbolisch voor het Licht stond. De zon der gerechtigheid, de Messias was komende. De algemene verwachting in Israël toen was dat de komst van de Messias nabij tot zeer nabij was. De wederkomst van de profeet Elia zou aan deze komst voorafgaan. Daarom ben ik van mening dat de evangelist Johannes naar ‘het feest der Joden’ verwijst.

    Met het paasfeest van 27 AD begon het zevende jaar in de sabbatjaarcyclus. Het zesde jaar in de sabbatjaarcyclus, een jaar van beloofde dubbele zegening liep aldus van 26 tot 27 AD. Het was het jaar van het optreden van Johannes de Doper, de doop van Jezus in het najaar, de verzoeking in de woestijn, het uitroepen van de eerste discipelen en het begin van het openbaar optreden van Jezus Christus in Israël. In de zomer van 26AD was Jezus dertig jaar oud. Hij was namelijk geboren in de vijfde maand (Ab = juli/augustus) van het jaar vijf voor Christus.

    Deze constructie moet eveneens duidelijk maken waar juist het vijftiende regeringsjaar van Keizer Tiberius op de tijdsbalk te verankeren is. Het vijftiende jaar van Tiberius liep van oktober 26 AD tot september 27 AD. Het is de evangelist Lukas die het optreden van Johannes de Doper aan het vijftiende regeringsjaar van Tiberius koppelt. Betreffende het exacte begin van de regering van Tiberius bestaat onenigheid tussen onderzoekers. Moet men rekenen vanaf de dood van keizer Augustus in 14 AD of vanaf 12 AD wanneer Tiberius als ‘co-princeps’ van Augustus over het oostelijke gedeelte van het Romeinse Rijk benoemd werd. Deze aanstelling als co-regent vinden we in Romeinse bronnen terug: SUETONIUS, Tib. Vita, 21 a.u.c.765. De conclusie moet zijn dat volgens de hier aangeboden chronologische reconstructie de evangelist Lukas het co-regentschap bedoelde. Voor wat het oostelijk gedeelte van het Romeinse Rijk betreft en waar Judea een onderdeel van was, was Tiberius vanaf 12 AD de facto Keizer.

     

    27/28 AD HET DERTIGSTE JUBELJAAR

    Het jaar 27 AD zag met de maand Tishri (september/oktober) het begin van een jubeljaar dat van september 27 AD tot oktober 28 AD gehouden werd. Het was dit jubeljaar – het jaar van het welbehagen des HEREN van de profeet Jesaja hoofdstuk 61 – dat Jezus inluidde in Lucas 4:16-30.

    Jezus maakte zich toen aan Israël bekend als de Gezalfde van de HEER – de Messias. Een jaar lang zou dit aanbod aan het Joodse volk om Hem te erkennen gelden. De geschiedenis kennen we: Hij kwam tot het zijne, en de zijnen hebben Hem niet aangenomen (Johannes 1:11). Het aanbod was echter geldig. De Bergrede van Matteüs vanaf hoofdstuk 5 tot hoofdstuk 8 volgt chronologisch na Lukas 4:16. De Bergrede is de grondwet van het Koninkrijk dat Israël toen aangeboden werd. Na de Bergrede zien we bij Matteüs dat Jezus de berg verlaat en na de genezing van een melaatse onmiddellijk Kapernaüm binnengaat en de persoonlijke ontmoeting met de honderdman plaatsvindt.

     

    Conclusie 1: Matteüs 8:5-13 valt chronologisch in het najaar van 27 AD!

     

    De hoofdstukken 8 tot en met 13 van Matteüs plaatsen zich in het jubeljaar 27/28 AD. De Joden wijzen Jezus echter af en vanaf hoofdstuk 13 spreekt Jezus alleen nog maar in gelijkenissen tot het volk. Alleen aan zijn discipelen verklaart Jezus de gelijkenissen. Van dan af is Zijn blik gericht op Jeruzalem waar Hij in 30 AD Zich plaatsvervangend zal offeren voor de zonden van Israël en de wereld.

    Matteüs 13: 10 De leerlingen kwamen naar hem toe en vroegen: ‘Waarom spreekt u in gelijkenissen tot hen?’ 11 Hij antwoordde: ‘Jullie mogen de geheimen van het koninkrijk van de hemel kennen, hun is dat niet gegeven. 12 Want wie heeft zal nog meer krijgen, en het zal overvloedig zijn; maar wie niets heeft zal zelfs het laatste worden ontnomen. 13 Dit is de reden waarom ik in gelijkenissen tot hen spreek: omdat zij ziende blind en horende doof zijn en niets begrijpen. 14 In hen komt deze profetie van Jesaja tot vervulling:

    “Jullie zullen goed luisteren maar niets begrijpen,

    en jullie zullen goed kijken maar geen inzicht hebben.

    15 Want het hart van dit volk is afgestompt,

    hun oren zijn doof

    en hun ogen houden zij gesloten.

    Met hun ogen willen ze niets zien,

    met hun oren niets horen,

    met hun hart niets begrijpen.

    Want anders zouden ze tot inkeer komen

    en zou ik hen genezen.”

    16 Gelukkig jullie ogen omdat ze zien, en jullie oren omdat ze horen! 17 Want ik verzeker jullie: vele profeten en rechtvaardigen hebben ernaar verlangd te zien wat jullie zien, maar ze kregen het niet te zien, en te horen wat jullie horen, maar ze kregen het niet te horen.

    (NBG Vertaling 1951)

     

    Het wordt nu chronologisch eenvoudig om het verhaal van Lucas 7:1-10 op de tijdsbalk te plaatsen. We hebben gezien dat de gebeurtenissen van Lukas hoofdstuk 4 in het najaar van 27 AD te plaatsen zijn. Lukas 4:31 plaatst Jezus onmiddellijk in Kapernaüm maar zonder honderdman! Bij Lucas zien we ook daaropvolgend de Bergrede, de roeping der apostelen en een jaar lang wordt het messiaanse koninkrijk aan Israël aangeboden. Met wonderen en tekenen maakt Jezus aan de Joden duidelijk dat Hij de Messias, de Zoon van God is.

     

    Conclusie 2: Lucas hoofdstuk 7 en de ontmoeting met de oudsten door dezelfde honderdman van Matteüs 8 naar de Heer Jezus gezonden, speelt zich een jaar later in 28 AD af!

     

    En er zijn verschillen tussen de beschreven gebeurtenissen van Matteüs en Lucas. Bij Lucas is er heel duidelijk in de tussentijd een nieuwe synagoge met gelden van de honderdman gebouwd. Bij Lucas komt de heidense honderdman niet meer persoonlijk naar Jezus omdat hij inmiddels gelovig geworden is en nog meer zijn onwaardigheid beseft als voorheen bij Matteüs een jaar eerder.

    Dat de Heilige Geest de evangelisten Matteüs en Lucas geïnspireerd heeft om twee maal het verhaal rond de honderdman te brengen onderlijnt het belang van en de aandacht voor het geloof van deze man.

    Lucas 7:9 Toen Jezus dit hoorde, verbaasde hij zich over hem; hij keerde zich om naar de menigte die hem volgde en zei: ‘Ik zeg jullie, zelfs in Israël heb ik niet zo’n groot geloof gevonden!’

    Hebreeën 11:1 Het geloof nu is de zekerheid der dingen, die men hoopt, en het bewijs der dingen, die men niet ziet.

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

    23-01-2014 om 00:00 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 02/11-08/11 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 31/12-06/01 2019
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 01/01-07/01 2018
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 30/12-05/01 2014
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 06/01-12/01 2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs