De
kalender in het oude Egypte telde drie seizoenen en was ten tijde van het Oude
Rijk opgedeeld in vier maanden van elk dertig dagen wat een jaar van 360 dagen
uitmaakte. Net zoals het aantal dagen in een jaar dat we in het Bijbelboek
Genesis kunnen vinden: 360. Aan de basis van deze kalender lag de grootvizier
van farao Zoser van de derde dynastie: Imhotep. In mijn boek TIJD en TIJDEN, 2015, blz. 65-71, geef
ik aandacht aan deze bijzondere man en identificeer hem met de aartsvader
Jozef, als onderkoning van Egypte. Ten tijde van het Nieuwe Rijk in Egypte werd
het noodzakelijk als een gevolg van verstoringen aan de kosmische hemel vijf
dagen aan de jaarkalender toe te voegen. Over de oorzaak voor de verstoringen
van de loop van de aarde om de zon gaf ik al meerdere malen aandacht op dit
blog. Het laatste artikel dateert van 10.09.2018, zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1536530400&stopdatum=1537135200
De vijf
'toegevoegde' dagen of epagomenen werden beschouwd als de geboortedagen van
enkele belangrijke goden. De epagomenen waren schrikkeldagen en werden als
ongeluksdagen beschouwd.
Het
kalenderjaar begon in Egypte met het overstromingsseizoen wanneer de Nijl in de
maand juli buiten haar oevers trad als een gevolg van de voorjaar-regens in het
gebied van de Grote Meren in Centraal-Afrika, waar de Nijl ontspringt.
Een
papieren kalender zoals wij die vandaag hanteren was voor de agrarische
samenleving van Egypte van minder belang. In de praktijk begon het nieuwe jaar officieel
met de jaarlijkse overstroming van de Nijl en de volgende seizoenen volgden daarna
vanzelf: ploegen, zaaien, oogsten. Het plotselinge wassen van het Nijlwater luidde
een nieuw jaar in en werd gedateerd als de eerste dag van de maand Thoth. Het
was ook de tijd dat de Hondsster zichtbaar was.
De
moderne egyptologie leert echter dat de Egyptenaren geen idee hadden dat een
jaar 365,25 dagen telt en dat daarom hun kalender na een tijd niet meer in de
pas met de seizoenen zou gelopen hebben? Volgens de theorie hielden de
Egyptenaren zich aan een burgerlijke en aan een astronomische kalender die
slechts één keer in 1460 jaar gelijk liep.
Een
belangrijke hint voor deze theorie haalden zij uit het werk dat de Romein Censorinus
in het jaar 239 AD schreef. Een boek genaamd DE DIE NATALI ter ere van de
verjaardag van Censorinus broodheer: QUINTUS CAERELLIUS. In dit boek schreef
Censorinus dat in het jaar 139 AD de Hondsster verschenen was op de eerste dag
van de maand Thoth, en dat die dag gelijk viel met 19 juli van de Romeinse
kalender. De zogenaamde astronomische Sothis-kalender en verondersteld tijdperk
met tijdschijven van 1460 jaar heeft hier zijn oorsprong en niet eerder. Het
blijkt bij nader onderzoek een uitvinding van Grieken en Romeinen te zijn
geweest. De Egyptoloog Cecil
Torr (1857/1928) bijvoorbeeld en een tegenstander van het eerste uur na de
introductie van de vermeende Sothis-kalender door de egyptoloog Eduard Meyer stelt
dat de Sothis-cyclus een uitvinding van
de Grieken was, van latere tijd:
This all looks as though the cycle was invented by the later Greeks at
Alexandria. Nor is there anything to indicate that it was known to the Egyptians
in earlier times; no mention of it being
found in their inscriptions or papyri, though occasionally these note the
rising of the dog-star, Memphis and Mycenae, 1896.
© BW Bijbel en Archeologie 1 ISBN
9070145049, een naar mijn mening verhelderende algemene studie is die van de hand van
wijlen de heer F. J. Kerkhof (1916/1999), waarmee de Sothis-kalender van de
egyptoloog Eduard Meyer weerlegd word.
Dat de
oud-Egyptenaren geen kennis van het schrikkeljaar hadden wordt weerlegd door de
geleerde en revisionist van de geschiedenis van de oudheid Dr. Donovan A. Courville (1901/1996) in diens studie: The Exodus
Problem and its Ramifications, Volume 2, Chapter IV. Courville verwijst in zijn
boek naar het feit dat de basis van de grote piramide op het Gizeh-plateau 365,24
el bedraagt, en dit op basis van een veronderstelde Piramide-el die gelijk zou
zijn aan de Bijbelse Hebreeuwse el. Courville merkt op dat de afmetingen van de
basis van de grote piramide aantonen dat de oude Egyptenaren vertrouwd waren
met schrikkeljaren aangezien 365,2422 el gelijk staat aan het aantal dagen dat
een zonnecyclus heeft. Courville weerlegd zo de moderne egyptologie en haar
theorie die er vanuit gaat dat de Egyptenaren deze kennis niet hadden en daarom
twee kalenders hanteerden.
Verder
verwijst Courville naar de oudheid-historicus Flavius Josephus die schreef dat het Abraham was die de Egyptenaren
aritmetica en astronomie bijbracht.
1.
He (pharaoh) also made him (Abram) a large
present in money, and gave him leave to enter into conversation with the most
learned among the Egyptians; from which conversation his virtue and his
reputation became more conspicuous than they had been before.
2. For whereas the Egyptians were formerly addicted to
different customs, and despised one another's sacred and accustomed rites, and
were very angry one with another on that account, Abram conferred with each of them, and, confuting the reasonings
they made use of, every one for their own practices, demonstrated that such
reasonings were vain and void of truth: whereupon he was admired by them in
those conferences as a very wise man, and one of great sagacity, when he
discoursed on any subject he undertook; and this not only in understanding it,
but in persuading other men also to assent to him. He communicated to them arithmetic, and delivered to them the science
of astronomy; for before Abram came into Egypt they were unacquainted with
those parts of learning; for that
science came from the Chaldeans into Egypt, and from thence to the Greeks also.
(Flavius Josephus, Joodse Oudheden, Boek I, viii.)
In zijn
boek stelt Cecil Tor dat er geen enkele indicatie in Egyptische
oudheid-documenten voorkomt dat de Egyptenaren de Sothis-cyclus kenden, geen
vermelding wordt er over gevonden in hun inscripties of papyri, buiten enkele
occasionele vermeldingen over het opkomen van de Hondsster.
Het
zijn de enkele occasionele vermeldingen die orthodoxe egyptologen telkens
opnieuw aanhalen ter staving van hun stelling dat er een Sothis-kalender in het
oude Egypte gebruikt werd. Eén van hun vermeende bewijzen is het zogenaamde
Ebers-papyrus dat een vermelding naar het opkomen van de Hondsster of Sothis zou
hebben. Het Ebers papyrus is een document van twintig meter lang en dertig centimeter
breed en ruim 3000 jaar oud. Het wordt in de Bibliotheek van de universiteit
van Leipzig bewaard. Het werd in Egypte in 1873 door professor Georg Ebers
verkregen die het papyrus later aan de universiteit schonk. Het document
beschrijft vooral ziektes en de voorgeschreven medicijnen van die tijd. Op de
achterzijde van een van de vellen staat een vermelding naar een soort kalender.
Ook staat er op het papyrus een verwijzing naar het negende regeringsjaar van
farao Zeserkere (Djeserkare). Het identificeren van de Egyptische naam
Zeserkere is moeilijk maar er wordt aangenomen dat de naam gelijk is aan Amonhotep
I (volgens zijn Griekse naam) van de achttiende dynastie is.
Het is
de verdienste van de Egyptoloog David Rohl en revisionist van de geschiedenis
van de oudheid één en ander betreffende het Eber-papyrus uitgepluisd en
rechtgezet te hebben. In zijn boek A
Test of Time, 1995, Chapter 5, The Ebers Calendar en appendix D, merkt hij
op dat het papyrusfragment een
voorspelling bevat en geen vaststelling is van een historisch feit. De
tekst luidt: u moet weten dat het opkomen van SOPDET zal gebeuren in de vierde
maand Pharmuti, op dag zestien. Er is alzo helemaal geen verwijzing naar een
heliakaal opkomen van de Sothis- of Hondsster maar in de plaats wordt er naar
de kroning van de farao die zo een nieuwe regeringsjaarkalender wilde instellen,
verwezen. Tenminste dat was de intentie van de farao, volgens Rohl. Hierna de tekst
op de achterzijde van de Eberskalender.
1. Year
9, under the person of the dual king Djeserkare, living forever;
2. New Years festival, month III of Shemu, day 9, the
going forth of Sopdet;
3. Tekhy, month IV of Shemu, day 9, the going forth of
Sopdet;
4. Menkhet, month 1 of Akhet, day 9, the going forth
of Sopdet;
5. Huther , month II of Akhet, day 9, the going forth
of sopdet;
6. Kaherka, month III of Akhet, day 9, the going forth
of sopdet;
7. Shefbedet, month IV of Akhet, day 9, the going
forth of sopdet;
8. Rekeh (1st), month I of Peret, day 9, the going
forth of sopdet;
9. Rekeh (2nd) month II of Peret, day 9, the going
forth of sopdet;
10 Renutet, month III of Peret, day 9, the going forth
of sopdet;
11. Khonsu, monh IV of Peret, day 9, the going forth
of sopdet;
12 Khentykhet, month I of Shemu, day 9, the going
forth of sopdet;
13 Ipet, month II of Shemu, day 9, the going forth of
sopdet;
Het
papyrus werd in Egyptisch hiëratisch schrift van rechts naar links geschreven.
Op het papyrus zijn duidelijk de herhalingstekens vanaf lijn drie te merken,
waar in lijn twee the going forth of Sopdet vermeld staat. Dit gegeven is in
tegenspraak met de orthodoxe verklaring voor dit papyrus. De orthodoxie zoekt
een melding van een eenmalig opkomen van de Hondsster terwijl het Ebers-papyrus
een opkomen voor iedere maand opgeeft, wat in geval van de Hondsster niet
mogelijk is aangezien deze slechts eenmaal per jaar verschijnt. De conclusie is
dat de gehele constructie/fabricatie waar de orthodoxie de Egyptische
dynastieën op de tijdsbalk mee rangschikt, fout is. Met een beetje ironie eigen aan de Britten, merkt Rohl
tot slot het volgende op: So, I cast off the tethering rope of Egyptian
history from this long used but now corroded and insecure anchor..
Een
ketting is maar zo sterk als haar zwakste schakel. Het studiewerk van Rohl
verbreekt hier de zwakste schakel en tegelijkertijd het ankerjaar bij uitstek
waar de orthodoxe egyptologie haar fabricatie mee verbind.
Cecil
Torr toonde in zijn boek Memphis en Mycenae in 1896 al aan dat men het
Ebers-papyrus niet kan gebruiken ter bewijsvoering dat ten tijde van farao
Amonhotep I een Sothis-periode begon. Hij maakte duidelijk dat de Egyptische
jaarkalender ten tijde van Amonhotep een jaar van 360 dagen telde en wanneer
men een huidig zonnejaar van 365,25 dagen in een kalender die op een jaar van 360
dagen gebaseerd is tracht in te lezen, tot foute bevindingen komt.
In a calendar, written on the back of a papyrus, the
rising of the dog star is placed on day 9 of month 11 in year 9 of king
Ser-ka-Ra. This is presumably Ser ka Ra Amen-hetep of Dyn. 18; and he came to
the throne in 1249 at latest. Had there been 365 days to the year, day 9 of
month 11 would have been 57 days from day 1 of month 1 in the year after; and
then year 9 of king Ser ka Ra would have been assignable to 1550 BC, that being
four times 57 years before 1322 BC, the supposed date of the rising of the dog
star on day 1 of month 1. But this calendar proceeds from day 9 of month 12 to
day 9 of month 1 just as it proceeds from day 9 of any other month to day 9 of
the next; so that it clearly is intended for the year of 360 days with twelve
months of thirty days apiece and nothing added. And thus it will not serve to
fix the date of king Ser ka Ra Amen-hetep, as there is nothing to fix the date
at which the dog star rose on day 1 of month 1 in these years of 360 days
apiece.
(Memphis and Mycenae, Cecil Torr, Chapter IV, Egyptian
Chronology: The Calendar.)
©
Christoph Marx (1931/2016), een
schematisch overzicht van de rampzalige tijdsconstructie van de orthodoxe
Egyptologie op basis van veronderstelde Sothis-perioden.
Tot
slot wil ik er op wijzen dat de Egyptische oudheidhistoricus Manetho nergens in zijn bewaard
gebleven overlevering enige indicatie geeft dat er Sothis-perioden van 1460
jaar in het oude Egypte bestaan zouden hebben. Wat zeer opmerkelijk is wanneer
we bedenken dat Manetho echt zijn best gedaan heeft middels het aantoonbaar
manipuleren en vervalsen van geschiedkundige gegevens, zijn geschiedenis van
Egypte tot de oudste van heel de oude wereld te maken. Moesten er
Sothis-perioden bestaan hebben zou hij er zeker gebruik van gemaakt hebben.
Conclusie:
de dateringsmethode van de orthodoxe Egyptologie is onderuit gehaald en de
schikking van de Egyptische dynastieën op de tijdsbalk zal nu moeten gebeuren
via andere en betere ankerpunten. De historische boeken van de Bijbel bevatten
zulke ankerpunten. Ook de oudheidhistoricus Herodotos verdient eerherstel en
zou wat zijn rangschikking van de Egyptische farao s betreft au sérieux
genomen moeten worden.
De
discussie onder Bijbelvorsers over een vroege of een late datering van de
exodus hoeft niet meer. Het aannemen van een late datering van de exodus om
deze (ongeveer) te laten passen met de regeerperiode van Seti I en Ramses II is
overbodig. Seti I en Ramses II horen namelijk op de tijdsbalk niet thuis in de
dertiende eeuw v. Chr. Zie het artikel van 28.01.2019,
link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?ID=3140306
Wordt
vervolgd
Met vriendelijke groet,
Robert De Telder
Recente publicaties:
Dertig
Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU
Kronieken van
de koningen van Israël, 2017, zie
link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory
EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331
Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html
De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999
TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579
De Assyriologie
herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234
De Tweede
Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343
Genesis
versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar
kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html
Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document
gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)