Citaat: If ever the cliché
"forgotten empire" could be applied to an ancient state, it must be
Mitanni, which is, in fact, hardly more than a name and a handful of
archaeological and linguistic hypotheses. Yet, we can combine several types of
information, and where they confirm each other, we can probably be confident
that we are not extremely far from the historical truth. Livius.org.
Einde citaat.
Mijn
titel voor dit artikel met Mythische tussen aanhalingstekens is als een
kwinkslag naar de gevestigde Egyptologie toe bedoeld. De
benaming mythisch is immers op zijn plaats wanneer men de dateringsmethode
van de gevestigde Egyptologie onderuit haalt. Het is als een gevolg van het hanteren
van de vermeende Sothis-kalender door de orthodoxie dat de Egyptische
achttiende dynastie en de Amarna-tijd in de vijftiende eeuw voor Christus op de
tijdsbalk belandde. De koningen van Mitanni waren correspondenten van de farao s
Amonhotep III en IV. Een probleem echter is dat er buiten de Egyptische bronnen
geen verwijzingen gevonden zijn naar een mogelijk Rijk van Mitanni.
De
orthodoxie geeft toe dat er geen oorspronkelijke bronnen voor de geschiedenis
van de Mitanni gevonden werden. Het is zelfs niet mogelijk om een chronologie van
de heersers van de verschillende landen en steden in het gebied Mitanni vast te
stellen, laat staan om onbetwiste data te geven. De enkele bevindingen over
Mitanni worden verder bemoeilijkt door het gebrek aan differentiatie tussen de
taalkundige en etnische groeperingen. Men neemt aan dat er een grote
'Indo-Iraanse' invloed was op Mitanni. Deze theorie is echter niet meer
gangbaar. De Russische taalkundige Diakonoff toonde aan dat de theorie van de
orthodoxie gebaseerd is op slechts vijf Indo-Iraanse telwoorden, twee of drie
termen die betrekking hebben op paardentraining, vier Indo-Iraanse goden-namen
en een paar persoonsnamen waarvan de oorsprong niet bekend is.
De
ironie is dat de orthodoxe Egyptologie die aanleiding is dat bijvoorbeeld het Bijbelse Rijk
van Salomo tot mythe herleid werd, nu zelf verantwoordelijk is voor de creatie van een 'werkelijk' mythisch rijk. Als een gevolg van de foutieve
dateringsmethode van de Egyptoloog Eduard Meyer aan het begin van de twintigste
eeuw, belandde de historische era van koning Salomo van de Bijbel in het
IJzertijdperk. Een tijdvak waar Salomo met veel moeite gevonden wordt. De
Bijbelse berichtgeving aangaande de bouwactiviteiten van Salomo werd aldus tot
mythe herleid. De archeologische lagen in Israël werden en worden alle aan de
hand van de dateringsmethode van de Egyptologie fout gedateerd. De
laatste decennia zijn de jaartallen van de orthodoxe egyptologie wereldwijd
door verschillende onderzoekers gereviseerd en is het inmiddels overduidelijk
dat de era van Salomo met zijn bouwactiviteiten in het Laatbrons tijdperk
thuishoort en geen mythe is. Zie het artikel op dit blog van 19-02-2014, het
rijk van David en Salomo mythe?
Het
veronderstelde Rijk van Mitanni zou een land geweest zijn dat zijn westelijke
grens in het noorden aan de Eufraat had. Farao Thothmosis III alias Sesostris
van Herodotus alias de Bijbelse Sisak, kwam er al mee in contact wanneer deze
aan zijn vele veroveringstochten begon. Tijdens
de Egyptische Amarna-periode was er correspondentie door de koningen van
Mitanni met de farao s Amonhotep III en IV. Maar wie waren de koningen van
Mitanni die in de Akkadische taal met farao correspondeerden? Dat van het door
de Egyptologie gecreëerde mythische Mitanni-Rijk de archieven en koningslijsten
nog gevonden dienen te worden, vindt men niet in alle orthodoxe werken van
egyptologen vermeld. (Donald
B. Redford, Egypt, Canaan and Israel in Ancient Times, The frontiers of Egypt
page 161).
Hebt u
beste lezer(es) dit begrepen? Er is geen enkel archeologisch/historisch bewijs
voorhanden betreffende de koningen van Mitanni wiens namen ons uitsluitend
vanuit Egyptische bron bereikten.
Volgens
mijn revisie van de geschiedenis van de oudheid (zie Genesis versus
Egyptologie, hoofdstuk 23) zijn de heersers van Mitanni, wanneer getransponeerd
van de vijftiende en veertiende eeuw voor Christus naar de achtste en zevende
eeuw voor Christus, niemand anders dan de Assyriërs. Het is een orthodoxe
Egyptoloog die me aanvankelijk op deze denkpiste gezet heeft. De Egyptoloog
Alan Gardiner verwijst in zijn opus magnum (EGYPT OF THE PHARAOHS, Egypt under
foreign rule, pagina 341.) naar het merkwaardige feit dat Egyptische bronnen
nooit naar het Assyrische Rijk verwijzen. Nochtans merkt Alan Gardiner op, zou zelfs
Thebe in het zuiden van Egypte uiteindelijk door de Assyriërs
ingenomen worden.
Wanneer
we afbeeldingen van kaarten, door de orthodoxie gepresenteerd, vergelijken,
blijkt dat het gebied van Mitanni het hart-land van Assyrië besloeg. Mijn
conclusie is dat Mitanni en Assyrië een en dezelfde staat waren.
Het Egyptische
Naharin is afgeleid, is een verbastering, van het Hebreeuwse Aram-Naharaïm uit
de Bijbel, het Aram van de twee rivieren of Mesopotamië. Een
Amarna-briefschrijver was een koning van Mitanni genaamd Tushratta. Vanuit de
briefwisseling blijkt dat hij in controle was over Nineveh, de hoofdstad van
Assur. Volgens EA23 kon hij het afgodsbeeld van Ishtar van Nineveh met
vermeende genezingskrachten aan Amonhotep III aanbieden (zie Philip Clapham,
juli 1982, Hittites and Phrygians, C&AH Volume IV, Part 2). De koningen van
Mitanni/Assur waren aanvankelijk bevriend met Egypte. Een dochter van Artatama,
genaamd Mutemua was uitgehuwelijkt aan Thothmosis IV. Een dochter genaamd
Giluhipa, van Suttarna, was uitgehuwelijkt aan Amonhotep III en een dochter van
Tushratta genaamd Taduhipa zat in de harem van Amonhotep IV. Vanuit Egyptische
bronnen is bekend dat Amonhotep III Giluhipa tot vrouw nam in zijn tiende
regeringsjaar en op deze wijze kunnen jaartallen met regerende vorsten
verbonden worden. De hele collectie Amarna-brieven bevat zeven brieven van
Tushratta aan Amonhotep III, één is gericht aan de weduwe van farao Amonhotep
III en drie brieven zijn aan Amonhotep IV gericht.
In
mijn variant is Tushratta niemand anders dan Tiglath Pileser III. Vanuit de
Amarna-brieven leren we dat Tushratta alias Tiglath Pileser III een machtig en
arrogante koning was die zelfs oorlog tegen de Hethieten voerde (EA17).
Tushratta hield van oorlog en gebiedsuitbreiding en was verder een liefhebber
van Egyptisch goud (EA19). Naar Egypte toe voerde hij echter een dubbelspel op,
in die zin dat hij farao altijd van zijn loyaliteit verzekerde maar
tegelijkertijd zijn gebied ten koste van faraos vazallen vergrote. De Amarna-brieven
EA85 en EA86 maken gewag van een oprukken van Tushratta/Tiglath Pileser III
naar Goebla en Sumur. Deze steden zijn te identificeren met Jizreël en Samaria
(zie Dr. Immanuël Velikovsky, Eeuwen in Chaos, hoofdstuk VI, De el-Amarna
brieven) in Israël of het tienstammenrijk. Dit offensief dateer ik gereviseerd
in het jaar 736 v. Chr.
In de
Amarna-brieven staat verder geschreven dat Tushratta kort na het begin van het
koningschap van Achnaton in 727 v. Chr. vermoord werd. De zoon van Tushratta
genaamd Kurtiwazza zou deel hebben uitgemaakt van het complot. Volgens mijn
revisie is Kurtiwazza Salmaneser V. Heel wat speculatie betreffende de
opvolging van Tiglath Pileser en ook met zijn voorgangers kan door de
identificatie van Mitanni met Assur ingevuld worden. Tushratta kwam aan de
macht na een burgeroorlog die gevoerd werd over de troonopvolging na de dood
van Suttarna. Dit past in het verhaal betreffende het aan de macht komen
Tiglath Pileser III. Na de moord op Artashumara, de oudste zoon van Suttarna
alias Pul, werd Tushratta alias Tiglath Pileser als troonopvolger door de
moordenaar Udhi op de troon geplaatst. Heel deze geschiedenis is omgeven door
intriges. Tushratta was ten tijde van deze gebeurtenissen nog erg jong en werd
officieel als een poesjenel op de troon geplaatst. Niettemin slaagde Tushratta
erin de moordenaar de pas af te snijden. Dit werd ook door de Hethieten
geobserveerd en misbruikt voor hun eigen doeleinden, de controle over
Noord-Syrië namelijk. Van deze manipulaties is een Hethietisch geschrift
bewaard gebleven: het verdrag namelijk Suppiluliuma-Shattiwaza. Daaruit leren
we o.a. dat de Hethietische vorst Suppiluliuma een verdrag had gesloten met
Artatama II en rivaal van Tushratta. Artatama identificeer ik met
Sardanapallus, de koning van Assur, die niet voorkomt in de Assyrische
koningslijst. De intriges en het complot dat de troonsbestijging van de
usurpator Tiglath Pileser III omringde worden nu duidelijker. Ook de damnatio
memoriae in Assur als een gevolg van de Assyrische koning die regeerde toen de
profeet Jona in Nineveh predikte en deze zich tot de God van Israël voor uitredding
keerde, wordt nu opgehelderd.
Het
aantal namen van Mitannische heersers past ook volledig met het aantal
Assyrische koningen voor deze periode. Hierna volgt een reconstructie op basis
van de (fragmentarische) informatie uit Egyptische bron. Ankerpunt is Tiglath
Pileser III als Tushratta. Deze laatste was zoals eerder vermeldt de jongere
broer van Artashumara. Artashumara en Tushratta waren zonen van Suttarna II die
ik identificeer met de Bijbelse Pul. Suttarna II was een bondgenoot van de
Egyptische farao Amonhotep III, waarvan de diplomatieke betrekkingen beschreven
zijn in de Amarna-brieven. Suttarna 's dochter Giluhipa werd zoals eerder
vermeld uitgehuwelijkt aan Amonhotep III om de alliantie tussen de twee
vorstenhuizen te bezegelen. Wanneer volgens mijn reconstructie Suttarna II de
vader van Tushratta was is de conclusie dat de Bijbelse Pul nu de vader van
Tiglath Pileser III blijkt te zijn. Pul is dan de Hebreeuwse versie van het
Akkadische Suttarna en het Assyrische dialect variant Adad Nirari zoals Tiglath
Pileser zijn vader noemde. Zie mijn artikel op dit blog van 06-03-2014:
Tiglath Pileser III de zoon van Adad Nirari.
Suttarna
was waarschijnlijk een zoon van koning Artatama. Van Artatama is via de Amarna-briefwisseling,
geweten dat hij bevriend was met farao Thothmosis IV. Een dochter van Artatama,
genaamd Mutemua, was uitgehuwelijkt aan deze farao van Egypte. Wanneer we
logischer wijze de lijst van namen vanaf Tushratta verder de tijd involgen en
een identificatie met Assyrische heersers zoeken, dan blijkt Artatama de uit de
Griekse overlevering bekende koning van Assyrië Sardanapallus te zijn. Artatama
was dan weer de opvolger van Saustatar die ik identificeer met Assur Nirari V.
Van de hierna volgende namen is nog minder historische informatie beschikbaar
maar zij leiden ons wel naar Shamsi Adad IV, die volgens mijn revisie het
bewind over nam na het meganatuurcatastrofejaar van 860 v. Chr.
Hierna
een schema met in de linker-kolom de Mitanni namen en rechts hun
hoogstwaarschijnlijke alter egos in Assur:
v.
Chr.:
Kirta
Shamsi Adad IV
860/847
Suttarna I
Adad Nirari III
847/820
Baratarna
Salmaneser IV
820/811
Parsatatar
Assur Dan III
811/794
Saustatar
Assur Nirari V
794/786
Artatama
Sardanapallos
786/761
Suttarna II
Pul alias Adad Nirari VI
761/754
Artashumara
(zoon van Pul en broer van Tushratta, werd vermoord en is verder onbekend)