Sterrenkundigen van de Yale University hebben een planeet ontdekt met een samenstelling die voor een groot deel uit diamant bestaat. Planeet 55 Cancri e is twee keer zo groot als de aarde en bevat, onder een dunne schil grafiet, een dikke laag diamant, die dan op zijn beurt weer een ijzeren kern omgeeft. De ster waar hij om draait, vergelijkbaar met onze zon, is zo'n 40 lichtjaar verwijderd van de aarde. De astronomen waren in staat de straal en de massa af te leiden uit waarnemingen die dateren van vorig jaar. Nikku Madhusudhan ging zelfs de chemische samenstelling bepalen met behulp van modellen waarbij de combinaties van verscheidene elementen getoetst werden. Hierbij moest rekening gehouden worden met de stoffen die bij het ontstaan van de planeet aanwezig waren. Het betreft veel koolstof, siliciumcarbid en water met een beperkte concentratie. Het model toonde aan dat 55 cancri e voornamelijk bestaat uit koolstof, ijzer, siliciumcarbide en waarschijnlijk een kleine hoeveelheid silicaat.
Francois Englert, die als allereerste samen met Robert Brout het bestaan van het BEH-boson voorspelde, is niet genomineerd voor de Nobelprijs natuurkunde. Tot ieders verwachting in gaat die naar Serge Haroche en David Wineland. De fysici kwamen in aanmerking wegens hun onderzoek waarin ze individuele quantumdeeltjes konden gadeslaan zonder deze te verstoren. Voor subatomaire deeltjes gelden de regels van de quantumfysica, die stellen dat ze bijvoorbeeld op verscheidene plekke aanwezig zijn. Voordien bleek het onmogelijk om hun eigenschappen experimenteel te bestuderen omdat het deeltje deze kwijtspeelde zodra ze in contact kwamen met de buitenwereld. Haroche en Wineland wisten dit met hun experiment te omzeilen. Het ging als volgt: ze vingen een aantal fotonen door middel van twee spiegels. Daarna stuurden ze een atoom door de ruimte tussen de spiegels. Vervolgens kwam er een interactie tot stand tussen het atoom en het lichtdeeltje, wat voor een verandering zorgde in de fase van het atoom. Dit soort golfverschijnsel vertoont in dit geval veranderingen in de pieken en het dalen van de golf. Door dit vast te stellen waren de natuurkundigen ertoe in staat te concluderen of het atoom wel degelijk een foton op zijn baan gekruist was. De werkelijke reden waarom Harcohe en Wineland nu eigenlijk de Nobelprijs krijgen, is omdat hun ontdekking een heel belangrijke stap is in de richting van quantumcomputers. Deze supercomputer zou verschillende berekeningen terzelfde tijd kunnen uitvoeren.
De rover Curiosity heeft de restanten van een voormalige rivierbedding aangetroffen op Mars. Deze ontdekking levert dan ook meteen het bewijs dat er ooit stromend water aanwezig was op de rode planeet. Het betreft meer bepaald een concentratie kiezelstenen tussen de noordelijke kant van de Gale- krater en de voet van de Mount Sharp, die ook vindbaar zijn op de aarde. Opmerkelijk is dat de steentjes relatief variëren in grootte. Sommigen zijn zo groot als een zandkorrel en anderen zitten in dezelfde categorie als een golfbal. Het is zowel de vorm als de grootte die verraden dat daar de overblijfselen van een oude rivierbedding schuilen. Uit het eerste valt af te leiden dat de 'kiezels' verplaatst werden door het water en de vorm biedt het inzicht dat ze niet door de wind werden bewogen. Verder weet men ook dat de stroom zich voortplantte met een snelheid van circa 1m per seconde.
Hubble maakt het verste beeld binnen ons universum
Sterrenkundigen hebben met behulp van de ruimtetelescoop Hubble het oudste beeld dat ooit waargenomen is, gefotografeerd. De vastgelegde hemellichamen dateren van de periode waarin de eerste sterren gevormd werden. Dit valt af te leiden uit de blauwe kleur van de waargenomen sterrenstelsels, wat te wijten valt aan de samensmelting en botsing van verscheidene stelsels. Om tot het huidige beeld te komen, moesten 2000 afzonderlijke foto's gecombineerd worden. De beelden van de objecten die met de grootste afstand van ons verwijderd zijn, zouden teruggaan tot 500 miljoen jaar na de oerknal. Hier volgt de betreffende afbeelding:
Een meteorietinslag betekende 2,5 miljoen jaar geleden de inluiding van een volgende ijstijd. Het betreft de inslag van de zogenaamde Eltaninmeteoriet die, naast een verwoestende tsunami, ook nog eens een gigantische stofwolk deed oplaaien. Deze zou dan weer op haar beurt het zonlicht blokkeren, wat uiteindelijk aan de oorzaak lag van een volgende ijstijd. Er was reeds bekend dat er 2,5 miljoen jaar terug een ijstijd zou plaats gevonden hebben, maar volgens wetenschappers was die met een trage evolutie tot stand gekomen. Het resterende ruimtepuin van de meteoriet laat wetenschappers toe de diameter te berekenen, die 2 kilometer bedraagt. De inslag vond plaats op de bodem van de Grote Oceaan, maar de zuiging van het water voorkwam de vorming van een krater. Er wordt nu beweerd dat de er te weinig aandacht werd besteed aan Eltanin doordat er nergens een groot litteken in de bodem te bespeuren was. Uit simulaties blijkt dat er inderdaad een explosie aanwezig was bij de inslag. Er plantte zich een grote stofwolk voort tot in de stratosfeer en er onstond een honderden meters hoge tsunami. Deze twee factoren liggen aan de basis van de wereldwijde consequenties. Er werd potentieel bewijs voor de inslag aangetroffen in Chili, Australië en Antartica. In die gebieden sloegen mineralen in op dezelfde tijd dat Eltanin op onze planeet neerkwam. G
Poolse onderzoekers slaagden erin de worp van een dobbelsteen voorspelbaar te maken. Het vergde alleen wat chaostheorie en mechanica uit de middelbare school. Enkele fysische elementen hebben invloed op de uitslag van de worp, zijnde: de viscositeit van de lucht, de valversnelling door de gravitatie en weerstand die het tafeloppervlak biedt door de wrijving. Door middel van driedemensionale computervoorstellingen en opnamen van een vallende dobbelsteen met hogesnelheidscamera's wisten ze op te maken dat er een redelijk grote kans bestaat dat de dobbelsteen landde op de zijde die bij het begin van de worp onder ligt. Hieruit blijkt dat in principe een vallende, symmetrische teerling niet willekeurig landt, maar als toeschouwer valt dat te betwisten. In de praktijk is de onwillekeurigheid van zo'n steen haast onmogelijk waar te nemen. Vanuit dat opzicht is de uitkomst van een dobbelsteenworp dan ook willekeurig.
Dat er water op aarde is, valt te wijten aan de inslag van meteorieten. Eerder dachten sterrenkundigen dat kometen daarin ook een grote rol zouden gespeeld hebben. Dit valt te verklaren door de warmte op de toen nog jonge aarde bij het ontstaan van het zonnestelsel. Daardoor was het veel te warm voor water en ijs en logisch gezien moest het dus afkomstig zijn van een externe bron. Er werd een analyse uitgevoerd op de verhouding tussen waterstof en deuterium in koolstofrijke chondrieten, dit zijn brokstukken van primitieve planetoïden. Ook werd dat onderzocht in kometen. Vervolgens werden de resultaten vergeleken met die van de aarde. Daaruit kon worden opgemaakt dat de verhoudingen van de betreffende stoffen uit meteorieten het best overeenkwamen met die van onze planeet. Daarnaast toonde de analyse aan dat kometen niet onze bron van water konden zijn. Het ijs die daarvan afkomstig is, bevat te veel deuterium. De onder de loep genomen meteorieten bevatten weliswaar nu geen ijs meer, iets dat wel het geval was bij hun ontstaan gedurende de eerste miljoenen jaren van het zonnestelsel. Een tweede reden is het feit dat meteorieten en kometen niet op dezelfde locatie hun oorsprong vinden. Hiervoor werd gedacht dat die twee ontstaan waren voorbij de planeet Jupiter. Daarna zouden ze zich voortbewegen naar het centrum van het zonnestelsel. Op die wijze zouden ze hun vloeistoffen, koolstof en stikstof naar de aarde brengen. Astronomen menen dat de meteorieten zouden zijn ontstaan in de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter. Voor dit te kunnen concluderen, werd gebruik gemaakt van de verhouding tussen waterstof en deuterium.
Er was veel te doen in de sterrenkunde over de boodschap op twitter van de pluto-deskundige Alan Stern dat de vijfde maan van Pluto zou zijn ontdekt, meerbepaald door de telescoop Hubble. Doordat de dwergplaneet nu nog een vijfde natuurlijke satelliet zou bezitten, ontstond er weer discussie over de degradatie in 2006 van de toenmalige planeet tot dwergplaneet. Verdere gedetailleerde informatie over het pas gevonden ruimteobject is er nog niet. Naast Charon, P4, Nix en Hydra is er dus nog een andere maan aanwezig. De vier eerst ontdekte manen zijn ontstaan door een grote botsing die in het verleden zou plaatsgevonden hebben. De brokstukken zijn dan door hun eigen gravitatie samengeklonterd.
Het higgs-boson kreeg zijn benaming per ongeluk. Velen onder ons gebruiken die benaming, maar critici erkennen die naam als foutief en hanteren 'BEH-boson'. Dit is de afkorting van Brout-Englert-Higgs-boson. Brout en Englert waren immers de eersten die met de theorie over het deeltje op de proppen kwamen. Slechts luttele weken later publiceerde Peter Higgs zijn artikel waarin hij zijn verklaring over het deeltje uit de doeken doet. Nog anderen zijn dan weer fan van: Brout-Englert-Higgs-Guralnik-Hagen-Kibble-boson, omdat die laatste drie ook onafhankelijk van hun voorgangers het boson voorspelden. De media heeft het heel vaak over het goddelijk deeltje of god-deeltje, waar fysici geen voorstander van zijn. Dat komt doordat het deeltje niet de unificatietheorie is, en ook niet goddelijker is dan de overige deeltjes. De verantwoordelijke voor het ontstaan van de naam higgs-boson of higgsdeeltje is de Amerikaanse natuurkundige Leon Lederman. Zijn nieuwe boek heette 'the god particle'. Later kwam hij dan met het excuus dat hij het boek 'the goddamn particle' wilde dopen, maar de uitgeverij niet akkoord was. Het is nu enkel afwachten wie de nobelprijs natuurkunde voor dit jaar in ontvangst zal mogen nemen. Er kunnen maximaal drie personen geselecteerd worden en de grote vraag is nu hoe het nobelprijscomité het zal oplossen. François Englert verklaarde al dat hij er niet wakker van ligt of hij bij één van de gelukkigen is.
Tijdens de persconferentie van het CERN is bekend gemaakt dat de large hadron collider in Genève sporen heeft ondekt van een gloednieuw boson. Nader onderzoek moet nog uitwijzen of het wel degelijk om het higgs gaat. Volgens CMS zou het deeltje een massa hebben van 125 Gev, zoals gedacht werd van het Higgs-boson. De metingen zouden een precisie hebben van 4,9 sigma. Met andere woorden is de kans dat de resultaten op ruis berusten 1 op 1 miljoen. Bij ATLAS werd met een nauwkeurigheid van 5 sigma een nieuw deeltje gespot met een massa van 126,5 Gev. Hoe dan ook is dit een heel belangrijke gebeurtenis in de wereld van de fysica. Emotioneel verklaarde Peter Higgs dat hij het heel bijzonder vindt dat dit nog in zijn leven gebeurde. Toch hopen fysici stiekem dat de potentiële vondst van het higgsdeeltje tegengesproken wordt en het standaardmodel dus helemaal onderuit wordt gehaald. In de presentatie werd het meermaals gehad over kanalen. Daarmee illustreren fysici de verschillende manieren hoe het deeltje in andere deeltjes vervalt. Het higgs is daarom heel moeilijk waarneembaar, omdat dat proces zich vrijwel onmiddelijk in werking zet. De theorie verklaart hoe vaak het higgs-boson in de ene deeltjes vervalt en in de andere. De analyse van die deeltjes moet uitsluitsel geven over de mogelijke observatie van het higgsdeeltje.
Naar alle waarschijnlijkheid wordt morgen bekendgemaakt als het higgs-boson waargenomen is in de LHC te Genève. Het higgsdeeltje is de drager van het higgsveld, dat verantwoordelijk is voor de massa van alle deeltjes. Het valt te vergelijken met het volgende: als er een knikker doorheen een hoeveelheid stroop rolt, blijft er nog wat hangen aan de knikker. Zo gebeurt het ook bij het higgsveld. Als een deeltje door het veld gaat, wordt de massa ervan groter. De belg François Englert werd alvast uitgenodigd voor de conferentie, want hij voorspelde al een halve eeuw geleden het bestaan van het higgsdeeltje. Hij komt dan ook in aanmerking voor een nobelprijs, als de aanwezigheid ervan officieel is.
Astronomen dromen over een groep telescopen, die over enkele jaren inzicht moet bieden in de hoogenergetische deeltjes, die de aardse atmosfeer toetreden. Ze hopen meer te leren over de herkomst van de herkomst van straling, afkomstig uit de kosmos. Ook willen ze meer achterhalen over de aard en de variatie van deeltjes, die zich bevinden rond zwarte gaten. Bovendien zouden de waarnemingen meer aanwijzingen moeten bieden over het karakter van materie en fysica voorbij het standaardmodel.
Er zou mogelijk een oceaan aanwezig zijn met vloeibaar water onder de ijskorst van Titus, de grootste maan van de planeet Saturnus. Volgens berekeningen bedraagt de diepte hiervan zo'n 250 km. Deze zou ook nog enkele pockets methaan bevatten. Wetenschappers kwamen tot dit vermoeden omdat die maan, als ze Saturnus nadert, een langwerpige vorm aanneemt en weer bolvormig wordt, als ze zich vervolgens verwijdert van de planeet.
Zaterdag is het zo ver. Om 02:00 is er een schrikkelseconde. Dit betekent dat er dan een seconde zal toegevoegd worden, de betreffende minuut zal niet 60 seconden tellen, maar 61 seconden beslaan. De schrikkelseconde werd in het leven geroepen omdat de maan en ook de zon door hun zwaartekracht zorgen voor de getijden nl.: eb en vloed. Deze geven een wrijvende kracht op de aarde, waardoor de planeet ieder jaar wat vertraagt. Daarom wordt er dus om de zoveel jaar een schrikkelseconde toegevoegd.
Het is reeds officieel bevestigd: onze Melkweg en de Andromedanevel zullen elkaar rammen. Dit blijkt uit waarnemingen van de Hubble-telescoop. Daarbij zal er veel schade aangericht worden in het heelal. Dit valt te verklaren door de gravitatie, die zorgt dat de hemellichamen zowat uit elkaar getrokken worden . Hier volgt een afbeelding waarop te zien is hoe de twee sterrenstelsels zich naar elkaar toe voortbewegen.
geruchten: zoektocht naar higgsdeeltje bijna voltooid
Driewerf hoera!!! De lange zoektocht naar het higgsdeeltje is bijna beëindigd. Op vier juli maakt het CERN zijn nieuwste bevindingen bekend in verband met het higgs. Het regent geruchten dat dan officieel zou bekend gemaakt worden dat deze waargenomen is. Maar voor dat men in dit stadium arriveert, is er al een hele procedure achter de rug. De kans dat er ruis optreedt, willen fysici zou klein mogelijk zien. De metingen uit 2011 hadden bij CMS 3,1 en bij ATLAS 2,9. Volgens het CERN moeten de metingen aan 5 sigma voldoen, dit komt overeen met een kans van 1 op 2 miljoen. Waarschijnlijk zou op vier juli het nieuws de wereld ingestuurd worden dat het deeltje gevonden is. Bovendien zijn er geloofwaardige geruchten dat de massa ongeveer 125 Gev bedraagt. Maar deze metingen hebben slechts een waarde van vier sigma.