Een gedeelte van het water op de maan is afkomstig uit de zon. Zonnewinden zouden, volgens wetenschappers, waterstofatomen naar het maanoppervlak hebben gebracht. De algemeen aangenomen theorie luidt dat het water doorheen ons zonnestelsel werd verspreid-dus ook naar de aarde-door asteroïden en kometen. Met de vondst van H20 op de maan aan de grondslag, waren sterrenkundigen gedreven daarover een nieuwe hypothese te introduceren. Hier volgt de beschrijving: De zon stuwt voortdurend geladen deeltjes uit. De zogenaamde 'zonnewind' bevat voor het overgrote deel ionen uit waterstof, maar ook uit helium en zuurstof. Doordat het aardmagnetisch veld en de atmosfeer het niet toelaten, kunnen die deeltjes de aarde niet bereiken. Iets dat bij de maan wel het geval is, aangezien onze natuurlijke satelliet laatstgenoemde factoren niet in zijn bezit heeft. De ionen gaan zich vervolgens inplanten in het maanstof. Het waterstof kan zich daarna omzetten in een watermolecule of hydroxil.