Belgische mathematicus Pierre Deligne wint Abelprijs voor Wiskunde
De Belgische mathematicus Pierre Deligne werd de Abelprijs voor Wiskunde toegekend. Deze wordt ook wel eens vermeld onder de benaming 'Nobelprijs voor de wiskunde'. De Noorse Academie voor Wetenschappen en Literatuur staat in voor de uitreiking van de prijs. De belg verwerft hiermee ook nog een geldsom van 6 miljoen Noorse kronen. Dit vertegenwoordigt 800 000 euro.
Deligne maakt aanspraak op de prijs voor zijn wiskundige prestaties die betrekking hebben tot de algebraïsche meetkunde. Ook reikt zijn werk tot de domeinen van de getaltheorie, de representatietheorie en dergelijke meer.
Hij was in staat om associaties van die verscheidene domeinen onderling uit te doeken te doen en mathematisch te onderbouwen. Er werden zelfs onder andere een hele reeks technologische bevindingen naar hem genoemd.
Deligne zag voor het eerst het levenslicht in 1944 te Brussel. Hij wendde zich op zijn zestiende tot de ULB om wiskunde te gaan studeren. Er was lange tijd sprake van een nauw samenwerkingsverband tussen hem en het Institut des Hautes Etudes Scientifiques. Hij werkte er met onder meer Alexander Grothendieck aan projecten. Sedert 1948 is Deligne werkzaam aan de universiteit van Princeton.
De wiskundige wordt vooral erkend omwille van zijn bevestiging voor de Weil-vermoedens. Het is een equivalent op de Riemann-hypothese dat benut wordt voor mathematische benaderingen van eindige lichamen. Bernhard Riemann ontwikkelde een hypothese dat zich begeeft op het terrein van oneindige objecten. Pierre Deligne kon reeds genieten van een bekroning met de Fields-medaille en anno 2004 met de Balzanprijs voor wiskunde.