Dat er water op aarde is, valt te wijten aan de inslag van meteorieten. Eerder dachten sterrenkundigen dat kometen daarin ook een grote rol zouden gespeeld hebben. Dit valt te verklaren door de warmte op de toen nog jonge aarde bij het ontstaan van het zonnestelsel. Daardoor was het veel te warm voor water en ijs en logisch gezien moest het dus afkomstig zijn van een externe bron. Er werd een analyse uitgevoerd op de verhouding tussen waterstof en deuterium in koolstofrijke chondrieten, dit zijn brokstukken van primitieve planetoïden. Ook werd dat onderzocht in kometen. Vervolgens werden de resultaten vergeleken met die van de aarde. Daaruit kon worden opgemaakt dat de verhoudingen van de betreffende stoffen uit meteorieten het best overeenkwamen met die van onze planeet. Daarnaast toonde de analyse aan dat kometen niet onze bron van water konden zijn. Het ijs die daarvan afkomstig is, bevat te veel deuterium. De onder de loep genomen meteorieten bevatten weliswaar nu geen ijs meer, iets dat wel het geval was bij hun ontstaan gedurende de eerste miljoenen jaren van het zonnestelsel. Een tweede reden is het feit dat meteorieten en kometen niet op dezelfde locatie hun oorsprong vinden. Hiervoor werd gedacht dat die twee ontstaan waren voorbij de planeet Jupiter. Daarna zouden ze zich voortbewegen naar het centrum van het zonnestelsel. Op die wijze zouden ze hun vloeistoffen, koolstof en stikstof naar de aarde brengen. Astronomen menen dat de meteorieten zouden zijn ontstaan in de planetoïdengordel tussen Mars en Jupiter. Voor dit te kunnen concluderen, werd gebruik gemaakt van de verhouding tussen waterstof en deuterium.
Er was veel te doen in de sterrenkunde over de boodschap op twitter van de pluto-deskundige Alan Stern dat de vijfde maan van Pluto zou zijn ontdekt, meerbepaald door de telescoop Hubble. Doordat de dwergplaneet nu nog een vijfde natuurlijke satelliet zou bezitten, ontstond er weer discussie over de degradatie in 2006 van de toenmalige planeet tot dwergplaneet. Verdere gedetailleerde informatie over het pas gevonden ruimteobject is er nog niet. Naast Charon, P4, Nix en Hydra is er dus nog een andere maan aanwezig. De vier eerst ontdekte manen zijn ontstaan door een grote botsing die in het verleden zou plaatsgevonden hebben. De brokstukken zijn dan door hun eigen gravitatie samengeklonterd.
Het higgs-boson kreeg zijn benaming per ongeluk. Velen onder ons gebruiken die benaming, maar critici erkennen die naam als foutief en hanteren 'BEH-boson'. Dit is de afkorting van Brout-Englert-Higgs-boson. Brout en Englert waren immers de eersten die met de theorie over het deeltje op de proppen kwamen. Slechts luttele weken later publiceerde Peter Higgs zijn artikel waarin hij zijn verklaring over het deeltje uit de doeken doet. Nog anderen zijn dan weer fan van: Brout-Englert-Higgs-Guralnik-Hagen-Kibble-boson, omdat die laatste drie ook onafhankelijk van hun voorgangers het boson voorspelden. De media heeft het heel vaak over het goddelijk deeltje of god-deeltje, waar fysici geen voorstander van zijn. Dat komt doordat het deeltje niet de unificatietheorie is, en ook niet goddelijker is dan de overige deeltjes. De verantwoordelijke voor het ontstaan van de naam higgs-boson of higgsdeeltje is de Amerikaanse natuurkundige Leon Lederman. Zijn nieuwe boek heette 'the god particle'. Later kwam hij dan met het excuus dat hij het boek 'the goddamn particle' wilde dopen, maar de uitgeverij niet akkoord was. Het is nu enkel afwachten wie de nobelprijs natuurkunde voor dit jaar in ontvangst zal mogen nemen. Er kunnen maximaal drie personen geselecteerd worden en de grote vraag is nu hoe het nobelprijscomité het zal oplossen. François Englert verklaarde al dat hij er niet wakker van ligt of hij bij één van de gelukkigen is.
Tijdens de persconferentie van het CERN is bekend gemaakt dat de large hadron collider in Genève sporen heeft ondekt van een gloednieuw boson. Nader onderzoek moet nog uitwijzen of het wel degelijk om het higgs gaat. Volgens CMS zou het deeltje een massa hebben van 125 Gev, zoals gedacht werd van het Higgs-boson. De metingen zouden een precisie hebben van 4,9 sigma. Met andere woorden is de kans dat de resultaten op ruis berusten 1 op 1 miljoen. Bij ATLAS werd met een nauwkeurigheid van 5 sigma een nieuw deeltje gespot met een massa van 126,5 Gev. Hoe dan ook is dit een heel belangrijke gebeurtenis in de wereld van de fysica. Emotioneel verklaarde Peter Higgs dat hij het heel bijzonder vindt dat dit nog in zijn leven gebeurde. Toch hopen fysici stiekem dat de potentiële vondst van het higgsdeeltje tegengesproken wordt en het standaardmodel dus helemaal onderuit wordt gehaald. In de presentatie werd het meermaals gehad over kanalen. Daarmee illustreren fysici de verschillende manieren hoe het deeltje in andere deeltjes vervalt. Het higgs is daarom heel moeilijk waarneembaar, omdat dat proces zich vrijwel onmiddelijk in werking zet. De theorie verklaart hoe vaak het higgs-boson in de ene deeltjes vervalt en in de andere. De analyse van die deeltjes moet uitsluitsel geven over de mogelijke observatie van het higgsdeeltje.