Natuurkundigen hebben het bestaan van een nieuw element experimenteel onderschreven. Het betreft meer bepaald een superzwaar atoom dat zo'n 115 protonen heeft die in zijn kern huizen. Het element werd de naam ununpentium toegekend, verwijzend naar de Latijnse uitdrukking voor 115. Indien het bestaan van een nieuw atoom in de tabel van Mendeljev wordt gestaafd, krijgt het een nieuwe naam toebedeeld.
Een dunne strook americium, die gebombardeerd wordt met 95 calciumionen, liggen ten grondslag aan de isolatie van ununpentium. Uit het bombardement volgt het ontstaan van een nieuw atoom met 115 protonen in zijn kern. Weliswaar slaagden de experimenteel natuurkundigen er niet in om het een langdurig bestaan te gunnen in het laboratorium, aangezien het atoom geen stabiele omstandigheden kent omdat het vervalt na een tiende van een seconde naar een lichtere atoomsoort. Bij dit proces worden fotonen vrijgegeven, dewelke de onderzoekers konden detecteren en hun energie bepaalden. De energie die de lichtdeeltjes in het experiment hadden, strookten met de informatie over de energetische waarde die de fysici verkregen uit de berekeningen. Deze bijdrage moest fungeren als identificatiemiddel voor het element.
Anno 2004 poogden Russische natuurkundigen al eens om tot bovenstaande bevindingen te komen. Hun aanvraag om ununpentium op te nemen in het periodiek systeem werd toen afgewezen omdat een werkgroep voor de internationale bonden voor fysica en scheikunde opperde dat hun theorie te weinig berustte op betrouwbare criteria. De onderzoekers benutten dezelfde werkwijze van het eerste experiment dat werd uitgevoerd. Dit betekent dat de Russen destijds correcte resultaten hadden afgeleverd.
De vondst van element 115 wordt nog geƫvalueerd opdat de knoop kan worden doorgehakt wat betreft de opname ervan in de tabel van Mendeljev.