Astronomen hebben belangrijke nieuwe inzichten verworven inzake de vorming van sterrenstelsels. Verscheidene computersimulaties werden benut om tot een accuraat beeld te komen, dat aanwijst dat het vormingsproces voortkwam uit koude gassen die zich in zogenaamde filamenten (een spiraalvormige structuur) voortbewegen naar het centrum van het stelsel. Vervolgens beginnen de gaswolken nieuwe sterren te produceren.
Voorheen luidde de gangbare gedachte dat reusachtige verzamelingen van sterren zichzelf vervolledigden door een toevoer van gassen met een hoge temperatuur. Laatstgenoemden verplaatsten zich ook naar de centra van de stelsels. Botsingen traden in werking, met schokgolven en verhitting tot gevolg. Tenslotte koelden ze af en 'zonken' ze naar het centrum. Het proces strekte zich uit over een periode van 8 miljard jaar.
Sterrenkundigen ondersteunen nu andere bevindingen omdat de oude immers irrelevant zijn voor sterrenstelsels met een relatief kleine omvang. Ze riepen daarom een nieuwe hypothese in het leven die hierop toepasbaar is. Koud gas zou hierbij zich voortbewegen door middel van filamenten naar de kern van het object.
Er worden nu 4 supercomputers benut voor berekeningen te verrichten opdat nieuwe oorzaken van de vorming van melkwegen zich zouden aandienen.
Het onderzoek werd hiermee reeds getoetst en de bevestiging werd geleverd dat het gas doorstroomt via filamenten. Ook kon er nog worden opgemaakt dat het tijdens de aantocht zich met een hogere snelheid wendt rond de filamenten dan voorheen werd aanvaard.
Het gas zou bovendien sneller arriveren dan het geval is met de hete gassen, meer bepaald na een tijdspanne van 1 miljard jaar.