Van de 39 boeken die ik dit jaar al heb gelezen is Salman Rushdie's "Quichotte" ongetwijfeld de beste fictie.
Het duurt wel tot ongeveer p. 80 voor het echt boeiend wordt. Daarvoor worden personages vaak voorgesteld met biografieën van enkele pagina's, die op de duur de indruk wekken dat Rushdie aan infodump doet, en de regel "show, don't tell" vergeten is.
Net als in zijn andere werken doet hij ook iets wat mij al vanaf het lager onderwijs werd verboden als ik opstellen moest schrijven: opsommen.
Vreemd genoeg is Rushdie heel sterk in opsommingen. Het wordt in stijlboekjes dikwijls omschreven als een gebrekkig stijlmiddel, iets dat alleen maar de verveling van de lezer kan opwekken. Maar Rushdie slaagt er juist in om er veel vaart in te steken, en het verhaal een rijkdom aan details mee te geven die helemaal niet stoort.
Wie herinnert zich niet de opsomming van lichamen en voorwerpen die uit de lucht naar beneden tuimelen uit het in tweeën gebroken passagiersvliegtuig waarmee De Duivelsverzen (The Satanic Verses) opent?
Zijn gewiekst gebruik van opsommingen kan echter niet verhinderen dat de lezer van Quichotte toch even op de tanden moet bijten om eindelijk de boeiende ontwikkelingen in het verhaal te bereiken. Je moet er dus wel even overheen dat het aanvankelijk "weer een verhaal over migratie" is, een uitspraak waarmee hem oneer wordt aangedaan. Zijn personages zijn wel migranten, maar eigenlijk is dat maar één aspect van het boek.
Rushdies boeken proberen altijd veel cultuur en culturele achtergronden door elkaar te weven, een gevolg van zijn eigen migratieachtergrond waardoor hij in zijn leven altijd verschillende culturen met elkaar in contact bracht, en een verklaring van zijn voorkeur voor opsommingen, want verschillende uiteenlopende elementen met elkaar versmelten kan niet, maar je kunt ze wel naast elkaar zetten.
Die verscheidenheid aan achtergronden is immens groot. Het gaat niet alleen om bijv. Indisch en Westers, maar ook om hoge en lage cultuur, haut couteur en confectie, en haut cuisine en fastfood.
Ook opvallend is dat hij altijd recente fenomen in zijn boeken verwerkt, en dat is hier misschien nog het belangrijkste aspect. Alhoewel hij heel wat anecdotes kan inwerken om over racisme te vertellen, is het echte onderwerp het verschil tussen werkelijkheid en fantasy, tussen echt nieuws en fake news, en vandaar ook het tussendoor vermelden van presidenten en veel aandacht voor de opioidencrisis die enige tijd geleden in de VS aan het licht kwam en een verklaring was voor de vele doden door verkeerd gebruik van medicijnen.
Evenmin verwonderlijk is het dus dat een schrijver het sturende personage van Quichotte is. Zou Rushdie die geschreven hebben vanuit het besef dat het misschien zijn laatste roman is? Hij was ten slotte al 72 toen Quichotte verscheen, en dat de sturende hoofdpersoon, de auteur, hoopt nog lang genoeg te leven om zijn boek te voltooien, lijkt een echo van Rusdies eigen angst het niet af te krijgen.
Een van de bindende thema's in het boek is het verhaal "The Nine Billion Names of God", een sf-verhaal van Arthur C. Clarke, een sf-auteur die door een van de personages als belangrijk wordt beschouwd. Er zitten trouwens nog veel meer verwijzingen in naar sciencefiction, en dat hoeft niet te verwonderen: Rushdies debuut, Grimus, werd als sf gepubliceerd. Daarmee maakt hij dus ook de cirkel voor zichzelf rond: zijn eerste boek was sf met een scheut fantasy, net als zijn voorlopig laatste.
Of het zijn laatste is, kunnen we nog niet weten, maar één ding is wel zeker: een ouderdomswerk is dit niet.