Isaac
Nog niet zo
heel lang geleden woonde hier tegenover een kinderloos koppel,
Mathilde en Isaac. Mathilde was een voorbeeldige vrouw, zij veegde
dagelijks de stoep, onthield zich van roddelen en stond de armsten
van de parochie bij in tijden van nood. Haar echtgenoot Isaac echter
was uit heel ander hout gesneden, maar men zegt dat tegengestelde
karakters het vaak goed met elkaar kunnen vinden. Isaac zag eruit
zoals elke andere eenvoudige man maar hij hield er een wat
vreemdsoortige hobby op na. Hij was in feite een goedaardige
eersteklas bedrieger die erin slaagde graven en barons te tutoyeren.
Zijn debuut vond plaats onmiddellijk na de oorlog: hij had duistere
zaken gedaan met de nazi's maar geraakte veilig thuis vanuit
Duitsland in een gevangenenplunje van Buchenwald. Isaac kon lezen
noch schrijven maar op het hoogtepunt van zijn 'carrière' zou hij
getafeld hebben met het koningspaar. Zelfs in zijn oude dag wist hij
geregeld nog allerlei zaken buit te maken en voordelen te bekomen
door zich in een of ander militair uniform, beladen met medailles en
voorzien van een armband in de nationale driekleur, voor een
sabelsleper uit te geven. Nu Isaac en zijn Mathilde dood en begraven
zijn, vertellen de oudsten van het dorp nog over de onwaarschijnlijke
avonturen van de zonderling en velen vragen zich af of hij dan kon
toveren. Maar in principe kan iedereen wat Isaac presteerde, alleen
moet men een nuchtere kennis hebben van de menselijke aard: men dient
te weten dat mensen kuddedieren zijn die blindelings hun leider
volgen en een scheutje mimicry doet de rest.
Een lange
tijd voordat ene Stanley Milgram in Connecticut uitpakte met zijn
gehoorzaamheidsexperiment, beoefende Isaac al duchtig de
verbazingwekkende wetten die daaruit zouden worden afgeleid en zo was
Isaac een socioloog avant-la-lettre die zijn wetenschap beoefende
louter voor het eigen persoonlijke gewin. "Van zo een enkel
zilveren lepeltje konden wij destijds vele maanden eten", aldus
vertelden ze het hem na. Niemand was er die de dief terecht wees,
daar allen stilzwijgend begrepen dat Isaac enkel de allergrootste
dieven bestal, zoals het een echte Robin Hood past. Tonnen zware
poorten openden zich voor de zelfverklaarde gezant van de Sjah, de
meest verborgen geheimen ontfutselde hij als geveinsde miljardair uit
de dronken mond van gierige en gretige edellieden en hij liet
baronesjes dingen naar zijn hand nadat hij hen met poëtische
bewoordingen reusachtige brokken geslepen glas had opgespeld.
Alle mensen
kijken op naar wie zij machtiger wanen dan zichzelf terwijl zij hun
ondergeschikten niet slechts minachten maar hun ook letterlijk over
het hoofd zien. Een hoge hoed volstaat om groeten en heilswensen
binnen te rijven en het zich vertonen met een hoge piet in 't
openbaar catapulteert een mens in een fractie van een seconde naar de
hoogste maatschappelijke regionen: waarom dan zou men o zo moeizaam
macht verwerven als het volstaat om ze alleen maar voor te wenden,
daar iedereen toch altijd zeker wil spelen en geen mens die bij zijn
zinnen is het risico zal nemen om een potentaat voor de voeten te
lopen? Isaac begreep dat het helemaal niets kost om iedereen het
allerbeste toe te wensen en om allerminst zuinig om te springen met
lofprijzingen omdat zelfs de grootste luiaard glundert als men hem
voor zijn werkzaamheid prijst en het lelijkste eendje u op uw woord
gelooft als gij haar schoonheid bezingt.
In de grond
was Isaac een eerlijk mens, hij bedroog alleen maar voor de sport en
nooit zou hij een arme drommel een haar hebben gekrenkt. In feite was
de man een ongeletterde geleerde, de menselijke ziel houdt immers
geen geheimen achter voor wie niet het opzet koesteren om haar te
verschalken.
(J.B., 3
juni 2017)
|