Omsk
Van Togenbirger-De Waelekens' Vertelsels (Alle teksten en tekeningen zijn wettelijk beschermd)
Voor meer verhalen: zie het ARCHIEF of de INHOUDSTAFEL. Ofwel klik telkens op de GROENE PIJL die naar LINKS wijst, onderaan de pagina. Copyright: J. Bauwens.
28-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Aan de ontbijttafel

  Aan de ontbijttafel

1.

- Het principe is doodsimpel, zo mompelde hij: het is gewoon zo klaar als pompwater!

- Welk principe nu? vroeg zij, teneinde hem uit zijn verdroming te wekken. Ze keek op de klok, het was zeven uur.

Haar man durfde de jongste tijd nogal eens met zichzelf praten. En toen ze hem dat op een keer ook zegde, maakte hij zich kwaad. Hij ontkende het en zei dat hij alleen maar luidop nadacht, want zijn gedachten waren soms moeilijk om volgen, ook voor zichzelf. Geniale gedachten zijn nooit gemakkelijk, en had hij ook dit keer geen ideeën die...

- Het is fenomenaal, zei hij: het is gewoon fenomenaal!

Hij ging rechtop zitten en spoelde het laatste stukje van zijn boterham door met koffie. Zijn vrouw was al enkele minuten klaar, ze had hem zitten gadeslaan omdat hij plotseling met kauwen had opgehouden. We gaan direct nog eens wat te horen krijgen, zo had ze gedacht, en ze bleek zich niet te vergissen, ze kende haar Kamiel nu ook al zestig jaar.

- Fenomenaal? zo probeerde ze andermaal. Nieuwsgierig was ze intussen wel. Kamiel was voorspelbaar in die zin dat ze het zag aankomen als hij met iets op de proppen kwam, maar wat hij dan ging vertellen, had geen mens ooit kunnen raden, alleen al omdat het zo vreemd wàs wat hij soms allemaal bedacht. Het woordje 'vreemd' zou men zijn Elodie in dat verband overigens ook nooit horen uitspreken; zij was een tactvolle vrouw, en ze noemde de invallen van haar echtgenoot 'origineel'.

- Vanmorgen werd ik wakker, zo begon hij, en toen stond ik op...

- Wat? zo verzette ze zich, want zij was als eerste opgestaan. Edoch hij gebood haar zich te kalmeren en eerst goed te luisteren naar wat hij te vertellen had.

- Ik kwam het bed uit, ging de trap naar beneden en schoof de gordijnen voor de vensters weg. Tot mijn verwondering bleek het al klaar te zijn. En toen ineens...

- Ja, en toen? zo drong zij aan.

- Toen werd ik wakker! zo zei hij.

Ze ging wat achteruit leunen, bekeek hem eens goed en ze ruimde de tafel af.

- Ge waart dus niét opgestaan?

Het was een overbodige vraag, maar ze stelde ze dan toch maar omdat het niettemin logisch was haar te stellen, zodat hij er in zekere zin waarschijnlijk wel op wachtte. En wie weet wat hij nu nog allemaal te zeggen had.

- Neen, zei hij: ik had gewoon gedroomd dat ik wakker geworden was, dat ik uit bed gekomen was, dat ik de trap naar beneden gegaan was, dat ik de gordijnen weggeschoven had en dat ik gezien had dat het al klaar was. Ik had dat allemaal gewoon gedroomd. En toen ik mij ervan vergewiste dat het al klaar was... toen werd ik ineens wakker. Vreemd genoeg had ik al die tijd geloofd dat ik al wakker wàs.

- Tja, ik hoop dat ge er nù zeker van zijt dat ge wakker zijt! lachte ze, want ik ben namelijk wakker en... stel nu eens dat gij eigenlijk nog zoudt slapen, en dat ge binnen vijf minuten nog een keer opstond, begrijpt ge?

Haar woorden waren nog niet koud of daar hoorde men, eerst stilletjes en twijfelachtig, maar alras heel luid en duidelijk, voetstappen van de trap naar beneden komen. Het waren onmiskenbaar de voetstappen van Kamiel. Zij keken elkaar over de ontbijttafel in volstrekte vertwijfeling aan.

2.

Wat zij niet konden geloven doch tegelijk gevreesd hadden, geschiedde: de keukendeur ging open en niemand minder dan Kamiel kwam binnen. Hij mompelde een korte groet, zag dat zijn plaats aan tafel al bezet was en knikte peinzend. Elodie kon er geen woord uitbrengen, ze keek tersluiks naar het kantje brood dat nog over was en vreesde al voor hongersnood als dit 'originele' spel nog een tijdlang zou doorgaan.

- Precies wat ik gedacht had! zegde Kamiel - de 'twééde' Kamiel - en hij ging zitten, tussen 'zijn' Elodie en de 'eerste' Kamiel in. Deze laatste gunde hij nauwelijks een blik, hij richtte zich daarentegen uitdrukkelijk tot Elodie die al niet meer wist aan wie zij toebehoorde, en verklaarde zich nader:

- Let maar niet op hem daar, zei hij, een steelse en verachtelijke blik werpend op de éérste Kamiel, want hij is niet de echte. Hij denkt alleen maar dat hij wakker geworden is, en opgestaan, maar het bewijs dat hij zich vergist heeft, mag nu duidelijk wezen: hij heeft het alleen maar gedroomd.

Ongelovig keek Elodie nu in de richting van haar eerste Kamiel en vertwijfeld vroeg zij zich af of zij hem nu als een schim moest gaan beschouwen. Had ook hij haar immers niet verteld over zijn droom, en stond zijn verhaal niet borg voor het feit dat hij wél echt was? En kon hij overigens geen aanspraak maken op zoiets als een 'eerstgeboorterecht', of 'verworven rechten'?

Haar eerste Kamiel bleef zwijgen; hij keek nauwelijks op en hij liet het hoofd hangen alsof hij even overtuigd was van het verlies dat hij nu wel moest lijden, als van zijn gelijk inzake de waarheid van die dan toch onmiskenbaar weer geniale 'droom'. Maar de tweede Kamiel had nog niet gesproken, of daar hoorde men, eerst stilletjes en twijfelachtig, maar alras heel luid en duidelijk, andermaal voetstappen van de trap naar beneden komen. Het waren onmiskenbaar de voetstappen van Kamiel. En nu was het de twééde Kamiel die angstvallig het hoofd boog, terwijl de eerste een weinig opveerde omdat nummer twee weldra in het ongelijk zou worden gesteld. Edoch, de heropleving van nummer één was zeer kortstondig, daar die ook wel meteen begreep dat het ongelijk van de tweede, de eerste geen enkel voordeel opleveren zou. Elodie keek de twee nummers die niet meer durfden op te kijken, met ongeloof aan. De keukendeur zwaaide open en daar stond nummer drie. De enige echte? Dat zou uiteraard ook Elodie nu niet meer kunnen geloven. En zij voelde zich plotseling bijzonder verwant met de mythologische figuur die luistert naar de naam van Sysiphos, omdat het haar toescheen dat zij nu wel op het punt stond om ergens een stukje van zijn lot te delen. En allen keken ze elkaar over de ontbijttafel in volstrekte vertwijfeling aan.

3.

Ofschoon het winter was, de dagen kort waren en het derhalve vroeg avond werd, zat tegen de tijd van de deemstering de keuken van Elodietje overvol met ontbijtende Kamielen die als het ware, de ene na de andere, elkaar verloochend hadden. Maar omdat zij intussen ook wel hadden ingezien dat dit geen zin had en dat het daarentegen allemaal voor grote moeilijkheden kon gaan zorgen wat zij deden, hadden zij besloten om de koppen bijeen te steken en om de toestand tenminste aan een al was het maar elementaire verklaring te onderwerpen. Weldra immers was het bedtijd en als zij dan allen, de ene na de andere, zich naar de slaapkamer zouden begeven, dan zou in geen tellen de bovenverdieping van het huisje waar zij tot dan toe en gedurende zestig lange jaren met slechts hun tweetjes hadden gewoond, zonder twijfel instorten. Om maar te zwijgen over al het andere.

- Het probleem is, zo begon één van de Kamielen, dat wij blijkbaar niet aan de weet kunnen komen wie van ons de ware is. En misschien ook is ons uitgangspunt fout en moeten we dat gewoon herzien.

- Zonder twijfel, zo beaamde een tweede: de logica zelf zegt mij dat het niet opgaat om telkens de laatste die de trap naar beneden komt, als de echte te beschouwen. Zijn echtheid, zo leert ons de ervaring, is van bijzonder korte duur en derhalve intussen geheel ongeloofwaardig geworden. Volgens mij zijn wij ofwel allemaal vals ofwel allemaal echt, maar een derde mogelijkheid ontbreekt.

- En ik dan?! zo kwam Elodie ineens bezorgd tussen: het kan toch niet zijn dat ik nu ofwel ineens geen man meer heb, ofwel een paar dozijn! Wat voor een logica is me dat!

Hierop bekeken alle Kamielen elkaar in stilte en tenslotte nam weer een van hen het woord en sprak:

- Het is inderdaad een netelige zaak: enerzijds lijkt het vanzelfsprekend dat wij, Kamielen, ofwel allemaal echt zijn, ofwel allemaal vals. Maar anderzijds, als wij dit eens gaan bekijken vanuit het standpunt van Elodie...

- Het is ook mogelijk dat de ware nog in bed ligt, zo opperde ineens één van de Kamielen, en allen keken zij in zijn richting. De Kamiel die dit gezegd had, leek wat kleiner dan alle anderen. Was hij dan de allereerste Kamiel en begon hij misschien al wat weg te kwijnen? Zouden zij allemaal wegkwijnen, nu de waarheid aan het licht moest komen daar de duisternis reeds over de aarde was gevallen? Want het sprak nu ook vanzelf: ze moesten gewoon gaan kijken of de ware Kamiel dan nog in bed lag. En allen keken zij nu in de richting van Elodie, die zich hier niet bepaald gemakkelijk bij voelde, alsof zij ineens wist, of altijd al geweten had...

- Goed dan, zei ze: ik zal gaan kijken. En zij stond van de ontbijttafel op en schuifelde naar de gang toe, traagjes en met vermoeide stappen, alsof zij alles behalve nieuwsgierig was. In de keuken kon men een muis horen lopen. Alle Kamielen zaten daar - een gros waren het er intussen geworden - onbeweeglijk, de oren gespitst, en zij volgden de stappen van Elodie die de trap op ging, en ze telden de treden mee in stilte.

 

4.

- Zesentwintig, zo prevelde een van de Kamielen en toen had het kraken van de traptreden inderdaad opgehouden. De Kamielen zagen er allemaal eender uit - zij waren tenslotte ook allen slechts één en dezelfde Kamiel, al telde deze Kamiel dan wel verschillende personen - naar schatting, en zoals eerder gezegd, een gros... Edoch, dat zullen ze zeker en vast geen ongerijmdheid gevonden hebben, aangezien zij allen gelovig waren en dus ook zullen geweten hebben dat ook hun schepper God meerdere personen in zich telde, meer bepaald drie. Maar of ook het drievuldigheidsmysterie iets te maken had met opstaan en heropstaan, dat kon men slechts vermoeden.

Zesentwintig treden telde inderdaad de trap, en na de zesentwintig kraakgeluidjes was er helemaal niets meer te horen. Het bleef stil, de Kamielen durfden amper te ademen, en één van hen - als ik me niet vergis was het Kamiel de éérste - bleek zich nu echt wel ongerust te maken over zijn Elodie, en hij stond op, mompelde iets van "dan toch eventjes gaan kijken" en "ben direct terug", waarna hij de keuken verliet. Alle overgebleven Kamielen zwegen, spitsten de oren, hielden de adem in en telden de krakende treden.

- Dertien, zo mompelde uiteindelijk een van de overgebleven Kamielen en een tweede beaamde zijn woorden en zei iets van "uiteraard twee treden tegelijk". Daarna bleef het weer een lange tijd stil en groeide alras opnieuw de onrust onder de overgeblevenen, en weer was er een Kamiel die opstond - het was de twééde, zo te zien - en hij begaf zich de keuken uit en de trap naar boven, teneinde zich daarvan te kunnen vergewissen dat er niets ernstigs was gebeurd met zijn Elodie, en intussen uiteraard ook met de éérste Kamiel. Maar omdat ook de tweede Kamiel na dertien krakende treden door een grote stilte leek te zijn opgeslorpt, ging nu ook een derde opstaan om exact hetzelfde te doen als die tweede, en dan volgden een vierde, een vijfde, een zesde... en dat ging zo door totdat er nog één enkele Kamiel in de keuken overbleef.

- Kamiel jongen, zo mompelde hij tot zichzelf, denk toch maar eens goed na vooraleer ook gij u naar boven begeeft, want het kan daar zo te zien niet pluis zijn. Hij fronste zijn wenkbrauwen, forceerde zijn oude hersentjes en deed het denkwerk zoals gewoonlijk luidop teneinde alles wat hij nu bedacht ook nog eens auditief te kunnen controleren.

- Ik ben opgestaan, zei hij, zonder dat ik in feite ook echt opgestaan wàs: ik heb namelijk gedroomd dat ik opstond. En dat werd mij duidelijk toen ik wakker werd, zo ging hij door: ik werd wakker, en toen realiseerde ik mij ook dat ik gedroomd had dat ik was opgestaan. Waarna ik ook écht het bed ben uitgekomen en ben opgestaan. En dat vertelde ik dan aan mijn Elodie. Elodie, zei ik: nu moet ge dàt eens horen, kijk. Ik ben vanmorgen wakker geworden en opgestaan en toen ik beneden de gordijnen voor de venster weg schoof en zag dat het al klaar was... werd ik wakker. En op dat ogenblik realiseerde ik me ook dat ik niet écht was opgestaan: ik had het gedroomd! Ja, ik lag nog in bed. Maar luister nu eens goed, zo sprak hij, en hij vulde zijn kopje met wat restte in de koffiekan, leunde wat achterover en voegde suiker aan de koffie toe.

- Het vreemde is dat wat ik haar vertelde, niet één enkele keer gebeurde, maar een tweede en ook een derde keer en meer nog. Telkenmale dacht ik dat ik opstond, naar beneden ging, de gordijnen open schoof, vaststelde dat het al klaar was... om vervolgens... wakker te worden! Een dozijn keren een dozijn gebeurde dat, zei hij, en dat noemen ze bij ons nog altijd een gros. Toen ik de eerste keer geloofde wakker te worden, werd ik dus niet écht wakker: ik werd alleen maar wakker in een droom. Toen ik dan een tweede keer geloofde wakker te worden, en ik dan moest vaststellen dat het ook dàn een onecht ontwaken was, moest ik besluiten dat mijn alleréérste ontwaken, een ontwaken was in een droom bínnen een droom. En om nu een heel lang en vervelend verhaal, kort en tevens zo bevattelijk mogelijk weer te geven: toen ik de honderdvierenveertigste keer ontwaakte, wist ik dat mijn eerste ontwaken geschiedde binnen de droom van een droom van een droom... als ik goed geteld heb, zo'n honderdvierenveertig dromen diep!

Kamiel dronk nu in één teug zijn kopje leeg.

- Hoe ik ooit honderdvierenveertig dromen diep geraakt ben, weet ik niet, zo bekende hij eerlijk aan zichzelf. Het is wellicht de werkelijkheid zelf die zich hier op de een of andere manier, als het ware in zich steeds herhalende plooien, ineen gevouwen heeft. En misschien heeft die realiteit zich nu weer geheel ontplooid, nu allen die mij zijn voorgegaan van boven naar beneden, weer de ene na de andere de zesentwintig treden van de trap heropgestegen zijn.

Hij wilde zich nog wat koffie bijschenken maar de kan bleek helemaal leeg. Niettemin roerde hij met zijn lepeltje in het lege kopje en dat was een bijzonder luidruchtige bedoening, het had iets van een bel en zijn Elodie zal er waarschijnlijk door gewekt zijn want hij hoorde nu de treden kraken van de trap, het was ongetwijfeld haar stap. Zij verscheen in de keuken, ging aan de ontbijttafel zitten en begon te eten.

- Het is vreemd, zo zei ze na een poosje, maar vanmorgen werd ik wakker, ik kwam mijn bed uit en ik stond op. Ik kwam beneden, schoof de gordijnen voor de vensters weg en zag dat het al klaar was. En toen pas werd ik wakker.

- Verduiveld, zo mompelde hij: dat hele spel gaat nu toch zeker niet herbeginnen!? Hij keek naar de klok en kon ondubbelzinnig vaststellen dat het exact zeven uur was. Het was eruit voor hij zich goed en wel realiseerde wat hij had gezegd:

- Ik hoop dat ge er dit keer zeker van zijt dat ge wakker zijt! lachte hij... want stel nu eens dat gij eigenlijk nog sliept, en dat ge binnen vijf minuten nog een keer opstond...

Zijn woorden waren nog niet koud of daar hoorde men, eerst stilletjes en twijfelachtig, maar alras heel luid en duidelijk, voetstappen van de trap naar beneden komen. Het waren onmiskenbaar de voetstappen van Elodie. Zij keken elkaar over de ontbijttafel in volstrekte vertwijfeling aan. (Niet die voetstappen weliswaar.)

(J.B., 26 februari 2010)
 

*



Een beknopt commentaar



Het gebeurt dat men opstaat, men gaat de trap naar beneden, men schuift de gordijnen voor de vensters weg, men ziet dat het al klaar geworden is en dan plotseling wordt men wakker.

Men wordt wakker en men merkt dat men in feite niét was opgestaan, men had slechts gedroomd dat men was opgestaan, men had het slechts geloofd.

Het verschil tussen, enerzijds, geloven dat men is opgestaan en, anderzijds, werkelijk opstaan, is veel kleiner dan men zou vermoeden, tenminste als er tussen die twee zaken al een verschil bestond.

Men kan geloven dat men opstaat, terwijl een weinig later blijkt dat dit helemaal niét zo was. Men gelooft dus dat men opstaat, zonder dat men ook wéét dat men dit slechts gelóóft of dat men het in feite niet echt doét. En dat men het slechts gelooft zonder het ook echt te doén, weet men pas op 't ogenblik dat men klaarblijkelijk voor een tweede keer wakker wordt. Edoch, dat tweede ontwaken beschouwt men pas als het échte, als er een eerste aan voorafgaat. Het is immers pas in het licht van het twééde ontwaken, dat het éérste als zijnde onecht ontmaskerd wordt.

Op de keper beschouwd kan men niet uitsluiten dat er ook nog een dérde ontwaken zal komen, hetwelke ook het tweede in een kwaad daglicht zal stellen. Of een vierde dat hetzelfde zal doen met het derde, en zo verder. Het is dus geheel ten onrechte dat men zijn jongste ontwaken als zijnde het waarachtige wakker worden beschouwt, maar wellicht doet men dit alsnog omdat men nu eenmaal in een 'echte wereld' wil geloven.

Want voor hetzelfde geld is er geen echte wereld en zijn alle werelden relatief aan elkander: de laatste verschijnt telkens weer als de enige en echte, maar zijn glans vergaat van zodra hij door een nieuwe wordt gevolgd.



In dit licht vergaat het de ogenschijnlijk vele werelden zoals het ook de mensen en alle andere levende wezens vergaat: zij verdwijnen in het niets, zij sterven, en zij doen dat van zodra zij kinderen baren, precies zoals de droom sterft van zodra men zijn ogen in een andere wereld open doet. Want, kijk: bij elk ontwaken baart een droom een nieuwe werkelijkheid. Of beter: bij elk ontwaken verandert een werkelijkheid tot niets meer nog dan een droom. Hij wordt onecht in het licht van het nieuwe. Men verwerpt hem en men klampt zich aan het nieuwe vast, precies zoals het leven zich verplaatst van de ouder naar het kind. Het bloed, de melk, het ganse lichaam en de ziel, de vruchten van de arbeid: alles neemt deel aan de grote overgave, de transactie waarbij zich tot in de eeuwigheid alle leven vernieuwt: het kind wordt geboren, de ouder sterft.

Pas in het licht van de nieuwgeborene verschijnt de ouder als onecht, als louter schil, als schulp, als dood, als schuld. En allen houden wij ons aan het leven vast, maar het leven zelf hecht zich nimmer aan ons: het is erop en erover, gelijk een verterend vuur dat brandt en verbrandt, en zo ook dichtte de Fee:

Het leven vlood en d' as blijft in onz' handen (1)


De as, of de droom; hetgeen verteerd is door het vuur van de tijd. En vruchtbaar is dat restant, zo wordt gezegd, zoals ook het mest vruchtbaar is voor de akker, want zonder mest zijn er geen vruchten, er is geen leven zonder dood, geen heropstaan zonder droom, geen echte wereld is er zonder de meest fantastische gedachten, de zogenaamde fictie - eigenlijk de moeder van al wat leeft onder het 'ware' firmament.

Want alles wat ons als echt toeschijnt, is puur verhaal dat ons zó boeit dat wij erin geloven. Ik weet het, het doet pijn, maar alles wat ons echt toeschijnt, werd vorm gegeven uit de chaos voor een zeer beperkte tijd. Het kerft door het hart zelf van onze ziel, maar alles en ook allen waarin en in wie wij ooit geloofden, waren slechts schaduwen en schimmen, gezien in het donker, met van 't eeuwige verlangen doodvermoeide ogen.

Vergeeflijke vergissing omtrent een wereld die nooit heeft bestaan tenzij in woorden. Woorden, altijd maar weer woorden. Wij luisteren naar schone woorden en eenmaal zij gesproken zijn, vragen wij verder en komen we terecht bij de mond van de spreker waaraan ze zijn ontsprongen, en vragen wij ons af hoe het dan mogelijk is dat zo'n diepe put, zo'n bloedige, rode tong omringd met onwelriekende tanden, een keelgat en een huig en verder enkel nog een darm die slechts opslokken en verteren kan... die schone taal kan spreken die ons dromen doet, en opstaan en heropstaan, laag na laag zoals ook Sisyphos, steen na steen en woord na woord.

Alleen bij de ontbijttafel valt het ons te binnen, als wij op het punt staan om andermaal te herbeginnen, dat wij in feite uit geheel verzonnen, onsamenhangende en chaotische dromen, gekarnde vlokjes zijn. Botervlokjes uit de tobbe van een melkwegstelsel of gigantische kristallen uit bevroren water dat ons anders door de vingers glijdt gelijk de tijd en dat nu blanke sneeuw is, dankbaar in het voorjaar omwille van het witte licht.

De dag is nog niet goed begonnen, de zon staat hoog, wij zwoegen zwetend op de geurige akker, of onze dorst wordt stilaan geheel onlesbaar, averij wordt onherstelbaar, schuld niet langer uit te boeten, en etterbeken stromen gul uit wonden die niet langer kunnen bloeden. Kijk, nu worden alle schaduwen al langer, zij slorpen de ware gestalten gulzig op, zij dekken alles toe wat ons zonet nog écht leek en ook onverwoestbaar, zij wissen 't licht weg en mét het licht ook alles wat bij de gratie van de klaarte leefde. Zo ook worden de woorden zwaar, onvindbaar als het avond wordt en nacht, en lam lijkt wel de tong, verstommen doet de spraak, vermoeide armen staken het maken van gebaren, alles gaat liggen in de stilte van enkel nog de wind en de muziek van de regen die met zijn zoete water alle resten weg zal wissen van wat ooit was. De grachten en de beken wassen nu, de stromen zijn in schikbarende versnellingen gekomen, rivieren treden buiten hun oevers, dijken breken, landerijen lopen onder, mens en vee verdrinkt, zelfs schepen worden meegesleurd naar duistere diepten. Chaos verheft zijn bulderende stem; geheel verstoken van woorden veroveren louter donderslagen nu de wereld; alles gaat ten onder in een grote dood en van wat eenmaal was, rest in de nieuwe wereld - als die ooit komen zal - nog slechts 't verhaal, de woorden of de droom.

 

27 februari 2010

Noten:

(1) Felix Timmermans, Adagio, 1945-'46, eerste gedicht, regel 9.


*

Een interview met de auteur over het verhaal "Aan de ontbijttafel": de tijd loopt noodzakelijk achterwaarts


- Omsk Van Togenbirger, u bent de auteur van het kortverhaal getiteld: Aan de ontbijttafel. In dat verhaal ontwaakt iemand herhaaldelijk zonder tussenin in slaap te zijn gevallen, zodat het lijkt alsof hij telkenmale in een 'echtere' wereld wakker wordt. Maar wat is 'echt' met betrekking tot deze fictie? Als lezer kan ik me immers niet van de indruk ontdoen dat het verhaal een zekere overtuiging verkapt die allerminst een verzinsel is...

- Ach, om te beginnen moet ik u zeggen dat de grens tussen fictie en niet-fictie misschien wel het grootste verzinsel ooit is. Er bestaat namelijk geen werkelijkheid op zich, los van elke interpretatie; en interpreteren is vertellen, inkleuren, inpassen in een eigen wereld die aan bepaalde wensen tegemoet komt. Voor de welp is de leeuw een moeder, voor de jager is hij een prooi, voor de schilder is hij een esthetisch beeld.

- U bedoelt dat alles relatief is?

- Neen, niet zomaar relatief, maar wel altijd gerelateerd aan een subject, aan iemand die de realiteit in kwestie beleeft. Men kan de werkelijkheid slechts van binnenuit bekijken. Probeert men hem te overzien of in kaart te brengen, dan kijkt men er naast: het is dan niet langer de realiteit die men waarneemt, het is slechts een afbeelding ervan, en dat is dan een object tussen de talloze andere objecten binnen de realiteit. Maar de realiteit als zodanig is het vast en zeker niet.

- Om terug te keren naar het verhaal: is het dan zo dat Kamiel nooit aan zijn droom kan ontsnappen en dat hij gedoemd is om er altijd in gevangen te blijven?

- Geen mens die bestaat, kan geloven dat zijn bestaan onecht is, of louter een droom. Van zodra we ons bewust zijn van een zekere wereld, kunnen we niet anders dan die wereld voor echt aanzien. Deden we dat niet, dan zouden we ook onze eigen waarnemingen én ons eigen ik niet meer vertrouwen, en uiteraard kan geen mens zich dat veroorloven. We geloven in de echtheid van de dingen die ons omgeven; we geloven met andere woorden altijd dat we wakker zijn.

- Ook als we slapen?

- Ook als nadien zou blijken dat we sliepen en dat alles wat we voor 'echt' hielden, slechts onze droom was. De lucide droom is een bijzonder geval waarop we hier niet kunnen ingaan. Maar, andermaal: er bestaat geen realiteit op zich, alles wordt noodzakelijkerwijze subjectief ingevuld of 'be-droomd', als ik dat werkwoord mag gebruiken.

- Kamiel is gedoemd om voor eeuwig in zijn droom verstrikt te blijven?

- Elk subject lijkt daartoe gedoemd, tot op zekere hoogte. Wij allen lijken niet anders dan in een droom te kunnen bestaan. Er is een spanningsveld tussen droom en werkelijkheid, zoals er ook een spanningsveld is tussen subject en object. Nooit is iets volledig subject of gedroomd; nooit is iets volkomen objectief of op zichzelf staand. De twee zitten altijd overal in verweven en nu eens wordt het subjectieve benadrukt, dan weer het object; het is een voortdurende beweging. Alles vloeit.

- Het ontwaken als zodanig is dan wel problematisch, of tenminste raadselachtig, niet?

- Het ontwaken is de subjectieve beleving bij uitstek. Als men ontwaakt, dan voelt men hoe men overgaat van de ene werkelijkheid naar de andere, en daarbij beschouwt men de ene als een droom en dus als onecht, en de andere als 'wakker', of echt. Maar wat er in wezen gebeurt als men ontwaakt, gaat nog veel dieper dan dat. Wie ontwaakt, ziet op datzelfde ogenblik dat hij de voorbije werkelijkheid van zich afgeworpen heeft, of tenminste dat hij er van losgemaakt werd. Wie wakker werd, is immers niet langer onderhevig aan de voorbije droomwereld.

- Maar hij krijgt het juk van een nieuwe 'werkelijkheid' boven zich?

- Ja, maar die nieuwe werkelijkheid was er voordien ook: wie droomt, is onderhevig aan zijn droomwereld, maar die is op zijn beurt al onderhevig aan de werkelijkheid waarin de dromer terecht komt als hij ontwaakt. De overvolle maag van de slaper zal zijn droom beïnvloeden, ook als hij zich daarvan nog niet bewust is omdat hij nog niet wakker werd. Wie ontwaakt, krijgt dus geen nieuwe werkelijkheid in de plaats van zijn droom; hij wordt zich dan wel bewust van een werkelijkheid die er altijd al was.

- En die, volgens het verhaal alvast, ook niet de ultieme werkelijkheid is?

- Men kan in het verhaal de suggestie vermoeden dat men eindeloos ontwaken kan zonder ooit in de ultieme werkelijkheid terecht te komen. De suggestie dat sterven ontwaken is. Of dat men slechts van droom naar droom verhuist. Zoals gezegd is er onmiskenbaar altijd een subjectieve component waarvan men zich nimmer bevrijden kan; kon men dat wel, dan zou men er immers meteen zichzelf bij verliezen. Toch zijn die opeenvolgende werkelijkheden niet onderling gelijkwaardig: ze zijn zoals de schillen van een ui, en zo ook kapselen ze elkaar in. De overvolle maag van de slaper beïnvloedt zijn droom, en dat betekent dat die maag ook echt is voor de wereld van de droom, ook al wordt ze daar zelf allerminst àls overvolle maag waargenomen. Maar het omgekeerde is pertinent niét het geval: de droom kan de maag niet beïnvloeden, want in de werkelijkheid waarin zich de maag bevindt, is de droom geheel 'onbestaande'. Dat moet men dus verstaan onder 'inkapselen'.

- De werkelijkheid is een proces?

- De werkelijkheid is noch een stilstaand, noch een bewegend object, want hij is geen object. En dus ook geen proces in de betekenis van een bewegend ding of een machine. De subjectieve betrokkenheid in het geheel is even essentieel als de echtheid van het object zelf. Maar er is nog een bijzonder belangrijke kant aan dat verhaal...

- Ja?

- Er is een belangrijke consequentie met betrekking tot de tijd. U zult beslist wel inzien dat het voortdurend 'onecht' worden van het verleden, noodzakelijk moet leiden tot het inzicht dat de tijd feitelijk 'omgekeerd' verloopt.

- Omgekeerd? Achteruit dan?

- Als ik uit een droom ontwaak, waarvan ik dan direct kan inzien dat hij onecht is, dan kan die verleden droom onmogelijk de drager zijn van het 'echte' heden dat deze wakkere toestand is. Het is duidelijk andersom: mijn droom werd gedragen door het lichaam dat nu wakker is. Het lijkt alsof dit lichaam pas nà de droom ontstond, maar dat is slechts schijn: het lichaam was er voordien al, zonder het lichaam was de droom immers onmogelijk. De schijn van het tegendeel was een gevolg van dat ontwaken. Het lichaam was er voordien al, maar het sliep. Evenzo moet, in een werkelijkheid die zich, gelijk een ui, beurtelings van al zijn schillen ontdoet, de toekomst er éérst zijn. De toekomst is immers de wakkere toestand die de slaap en de droom uit het verleden heeft mogelijk gemaakt. Zonder het lichaam dat pas nà de droom ontwaakt, is er geen droom mogelijk. We kunnen pas dromen omdat we ooit uit die droom zullen ontwaken. De werkelijkheid waarin wij zullen ontwaken, zal noodzakelijk aan de droom voorafgaan.

- Dat is dan wel een zeer fatalistische kijk op de werkelijkheid. Alles ligt dus al vast, alles is in feite al gebeurd?

- Welneen, zo simplistisch is het niet: indien alles al gebeurd was, dan zou dit verhaal niet eens kunnen kloppen. Dit verhaal maakt precies mogelijk dat alles nog te gebeuren staat, terwijl daarentegen de toekomst noodzakelijk voorafgaat aan het verleden. En het is meer bepaald het verschijnsel van het ontwaken dat dit mogelijk maakt - die subjectieve component dus.

- Wij staan buiten de tijd?

- De ganse werkelijkheid staat buiten de tijd want de tijd zit binnenin de werkelijkheid. De tijd is helemaal geen lijn waarop zich de werkelijkheid ontrolt: de tijd maakt deel uit van de werkelijkheid. Vele eeuwen geleden zei Augustinus al dat de tijd een schepping was van God, en zo werd tevens duidelijk waarom God niet aan de tijd onderhevig kon zijn. Onze voorstellingen van de werkelijkheid mogen dan simplistisch zijn, de werkelijkheid zelf is dat zeker niét.

- Worden wij dan in ons verleden wakker?

- Welneen: als we spreken over ons verleden, dan hebben we het over dingen die voorbij zijn, en van die dingen resten nog slechts sporen, herinneringen of gedachten. We worden wakker in het heden, maar het gaat wel om een heden dat er altijd al was: het was er in het verleden en het is er ook nu. En in die mate dat het écht is, zal het er ook in de toekomst zijn.

- Zoals het lichaam van de slaper?

- Tot op zekere hoogte, ja. Maar vanaf een bepaald punt ook weer niet. Als we ontwaken, dan weten we dat de droom helemaal niet voorafging aan de werkelijkheid van ons wakker zijn: de droom bestaat binnenin onze wakkere realiteit. Maar die wakkere realiteit verliest als het ware van zijn pluimen van zodra wij gaan 'zondigen', omdat alleen het leven "in waarheid" een toekomst heeft. De leugen, bijvoorbeeld, schept als het ware fictie binnen de werkelijkheid, soms overwoekert die onwaarheid al het andere, zoals de chaos de orde overwoekert in tijden van oorlog. Dan kan alleen een nieuw ontwaken nog redding brengen. Door dat ontwaken worden de chaos of de onwaarheid als het ware opgeheven, alsof ze nooit echt hadden bestaan.

- Er is dus wél een ultieme werkelijkheid... after all?

- Noodzakelijkerwijze, zo vermoed ik.

(J.B., 26 maart 2010)



14-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Milieuleugentjes om bestwil?
 

Milieuleugentjes om bestwil?

Een interview met Omsk Van Togenbirger

over de klimaatkwestie



Ik herinner me van in mijn lagere schooltijd een buurjongen die zijn nul op zijn wiskundehuistaak aanvocht met het argument dat hij zeven uren lang aan het opgegeven vraagstuk had zitten zwoegen. Een golf van hilariteit volgde uiteraard op deze dappere en kostelijke apologie.

Hilariteit is ook wat kon resulteren uit de publicatie van een recente open brief van 11 februari 2010, waarin een commissie van "55 vooraanstaande Nederlandse klimaatwetenschappers" iedereen wil aansporen tot het verder verlenen van krediet aan zogenaamde wetenschapslui met hun rapporten aangaande het milieu, en dit omdat na de veel te laat toegegeven flaters van het IPCC inzake onder meer de afsmelting van de Himalayagletsjers, het gezag van de geleerden - naar hun eigen zeggen - een flinke deuk kreeg.

In dat rapport worden voornamelijk twee zaken gezegd: vooreerst dat het IPCC in het vervolg haar fouten wat ruiterlijker zou moeten toegeven, maar vooral ook wordt in het rond gezwaaid met overvloedig cijfermateriaal inzake het aantal deskundigen dat aan de onderzoeksresultaten heeft bijgedragen! (1) Blijkbaar snappen die zich wetenschappelijk achtende kringen evenmin als mijn buurjongen van toentertijd, dat dit laatste argument hun kredietwaardigheid slechts verder kan ondermijnen.

Naar de tekst van die open brief wordt ook verwezen van op een heel andere webstek welke wordt beheerd door wetenschappers die zich "de groene rekenkamer" noemen en die eerlijke info beloven te brengen inzake 't milieu. Over de open brief van de "55 vooraanstaande Nederlandse klimatologen" zeggen zij (namelijk: www.klimaatgek.nl ) spottend dat zij niet wisten dat Nederland er zo'n aantal van had! In die weliswaar indrukwekkende lijst worden inderdaad slechts 3 personen vernoemd die meteorologie of klimatologie studeerden; er zijn ook 15 mensen die iets studeerden dat verwant kon zijn met de klimaatwetenschap, iets zoals natuurkunde of geografie... maar verder worden blijkbaar zonder omzien een aantal economen, politicologen, rechtsgeleerden en zelfs gezondheidskundigen als "vooraanstaande klimatologen" opgevoerd. (2)

Nog op "klimatosoof" wordt een urgente brief gepubliceerd van prof. em. dr. ir. Arthur Rörsch aan de president van de KNAW, prof. R. Dijkgraaf te Amsterdam, waarin deze stelt dat de klimatologen die heden de staat van ons klimaat onderzoeken, aanhangers zijn van de AGW theorie (Anthropogenic Global Warming) en dat zij derhalve niet onafhankelijk en dus onwetenschappelijk bezig zijn. (3)

*

Er zijn steeds meer plaatsen waar de heisa omtrent het milieu, maar ook en vooral de zogenaamde wetenschappelijke benadering daarvan in dure rapporten, stevig wordt bevraagd. In dat verband hadden we een vraaggesprek met Omsk Van Togenbirger de Waelekens.

- Omsk Van Togenbirger, wat is er nu eigenlijk aan de hand met onze dure wetenschappelijke milieurapporten, dat men ze met zoveel argwaan bekijkt?

- Tja, dat is intussen een bijzonder complexe materie aan het worden... zo complex, dat ik vrees dat op uw vraag geen eenduidig antwoord meer kan gegeven worden...

- In welke zin?

- In meer dan één zin. Vergelijk het hele zaakje voor mijn part maar al met bijvoorbeeld religie. Een algemene vraag over religie en over wat er aan de hand kon zijn met het geloof, als er tenminste zoiets bestond, kan allang geen hout meer snijden, nietwaar? Met dat onderwerp zijn zoveel zaken gemoeid, zoveel belangen, betekenissen, waarheden en leugens... dat het één grote kom spaghetti geworden is. Spaghetti mét saus, en dat alles bovendien lichtelijk verduft, begrijpt u?

- Kunt u de zaak wat concreter schetsen?

- De zorgen omtrent het milieu bestaan natuurlijk allang. Plato maakte zich luidens zijn geschriften al zorgen over de houtkap in en rond Athene, in zijn tijd, en dat is 24 eeuwen geleden: hij vreesde voor een algehele ontbossing met fatale gevolgen. Dat probleem kennen we hier trouwens ook al sinds die tijd, kijk maar naar het kaal gekapte Schotland: waar eens de Caledonische wouden groeiden, zijn nu enkel nog rotsen en meren te vinden. In de middeleeuwen waren onze straten open riolen en de pest woedde altijd wel ergens. En ten tijde van de industriële revolutie tierden de longziekten welig onder alle Europese proletariërs. In bijna alle gevallen verhinderde het kortetermijndenken dat die problemen werden aangepakt.

- Het kortetermijndenken is de grote boosdoener?

- Voor een stuk wel, zo blijkt. De mensen doen maar op, nietwaar: ze kappen hout, voor de scheepsbouw, voor de hoogovens of voor de industriële aanmaak van lucifers, en daar gaan ze dan mee door totdat al het hout op is. Dan verhuizen ze naar een nog beboste streek, en daar herbegint de kap. Dat gaat zo door totdat ook daar al het hout weg is. En is er geen hout meer... dan doet men gewoon iets anders, ziet ge?

- Men denkt niet genoeg vooruit?

Wat direct rendeert, is goed - dat is de enige, simpele regel. Er zijn nooit controle-organismen geweest, en als men ergens afstapt van het onmiddellijke winstprincipe, dan is het omdat men daar welhaast fysiek toe gedwongen wordt, bijvoorbeeld omdat men niet meer vrij kan ademhalen. Denk aan het smogalarm, het fijn stof, de benzeen- en loodvergiftiging die bij steeds meer kinderen in grootsteden achterlijkheid veroorzaken. Of ongevallen met kerncentrales, radio-actieve besmetting, vergiftiging door insekticiden of door voedingssupplementen. Eén mens op twee sterft aan kanker, zo dringend is het nu. Maar blijkbaar schrikt ook dat nog niet genoeg af...

- Wat is er dan wel aan te doen?

- Natuurlijkerwijze wordt het menselijk gedrag niet bijgepast door overleg maar veeleer door het leed en door de doodsdreiging. De mens heeft lange tijd geleefd van de jacht en van de pluk. Hij had honger en die honger moest direct bevredigd worden of anders ging hij dood. Pas relatief laat in onze cultuurgeschiedenis kwam de teelt van vruchten en van vee. Het land bewerken vergt immers geduld: er verloopt welhaast een gans jaar tussen het bewerken van het land en de oogst. Ook de veehouderij vergt tijd en geduld. We moeten leren regelen: met de vrije markt of door een vorm van planeconomie van staatswege. De westerse economie is concurrentieel en concurrentie kan tot op zekere hoogte wel een motor zijn tot productverbetering. Men gelooft namelijk te mogen verwachten dat het beste ook zal zegevieren op de markt: wie succes wil, moet kwaliteit maken. Maar dat blijkt toch niet helemaal zo te zijn. Het is gewoon te simpel, ziet u?

- Te simpel?

- Het blijkt een vergissing te denken dat het beste ook het meest gegeerde is. Slechts een kleine minderheid van mensen zoeken wat het beste voor hen is; een meerderheid zoekt helemaal niet.

- U bedoelt dat het redelijke handelen niet de regel is?

- Inderdaad, en dat is gewoon een feit: wij denken niet na, we dromen veel liever weg in allerlei sprookjes. Een koppel wil een auto kopen, maar hij noch zij hebben verstand van motoren. Ze hebben alleen verstand van kleuren. Ze kopen dus een blauwe auto...

- Moeten de mensen dan beter geïnformeerd worden?

- Informatie is er in principe te over. Iedereen wéét dat roken ongezond is, maar die info brengt het percentage rokers niet omlaag. Dat geldt ook voor zaken zoals overdreven snelheid. En het geldt uiteraard ook voor nog andere milieuzaken naast drugsconsumptie en onveilig gedrag.

- Wat kon dan nog een oplossing bieden?

- Waar inzicht ontbreekt, rest alleen nog dwang, een of andere vorm van dwang. Maar die komt er ook spontaan, zij het onvoldoende. Denk aan de snelheidsdrempels op de weg. Die verhogen de veiligheid, maar ze doen dat niét omdat ze de autobestuurders doen nadenken over het gevaar dat zwakke weggebruikers lopen, want zo werkt het menselijk geweten blijkbaar niet. Het zijn meestal de kosten voor het vernieuwen van de schokbrekers die automobilisten afschrikken.

- Wie niet horen wil, moet voelen?

- Neen: afschrikken is beter dan straffen; men moet anticiperen op het kwaad, eventueel door met sancties te dreigen. Dat is inderdaad een vorm van onmiddellijke vrijheidsbeperking. Maar wie redelijk handelt en de argumentatie volgt die schuilt achter de wet, die ziet ook in dat die schijnbare beperkingen op langere termijn ieders vrijheid ten goede komen. Maar dat is uiteindelijk... politiek.

- Politiek?

- Kijk naar de oorsprong van de milieubewegingen hier, de Europese groene partijen: hadden zij dan geen welbepaalde politieke kleur? Zij waren uitgesproken links, want anti-kapitalistisch. Is niet het kapitalisme met zijn winstprincipe en zijn teugelloze markt een grote oorzaak van de vervuiling? Overproductie, afvalbergen, niet duurzame producten die dan immers gauw vervangen moeten worden zodat de fabrieken kunnen blijven draaien... In de wegwerpmaatschappij is tenslotte de grootst mogelijke verspilling het stompzinnige maar ultieme statussymbool...

- Kwatongen beweren nu dat de milieupartijen verkapte communisten met verborgen agenda's herbergden.

- Het is een feit dat het milieuvraagstuk zich niet op de vrije markt zal oplossen: zonder planning en overleg staat men nergens. En de zaak bestrijkt zowat àlle domeinen van het maatschappelijke leven, want ze hebben allemaal met het milieu te maken. We hebben de industriële revolutie gehad, de massaproductie, de fabrieksellende die daaruit voortkwam en tenslotte de sociale wetten. Maar die sociale wetten blijken nu reeds onbetaalbaar... ten gevolge van de vrije markt zelf!

- Andermaal: is dit een pleidooi voor meer communisme?

- Het Westen heeft zijn mooiste kans voor meer redelijkheid in het bestuur jammerlijk gemist of, erger nog, verschalkt! Het milieuvraagstuk heeft namelijk zowat elk redelijk schepsel wakker geschud met de boodschap dat alleen een eengemaakte wereldregering de aarde nog van haar ondergang kon redden. En dan duikt plotseling Halgoor op, die de ganse beweging naar zijn hand zet, of liever: naar de hand van het kapitalistische Westen!

- Heeft die man dan geen goed werk gedaan? Bewustmaking?

- Die bewustmaking is gebeurd in de afgelopen decennia, dat was een langdurige investering die bijzonder veel idealisme heeft gevraagd van talloze, zichzelf wegcijferende, edelmoedige en nadenkende mensen. Wat Halgoor deed, was: de oogst van andermans akker binnenrijven.

- Hoe dan?

- Via Halgoor heeft het kapitalistische Westen de ganse milieukwestie naar haar hand gezet. Want zie wat er gebeurd is: in het jaar 2009 is de kapitalistische economie ingestort. Het gouden kalf is gelijk een kaartenhuisje in elkaar gezakt. Maar in de eigen westerse landen moesten de armen wel opdraaien voor de verliezen van de rijken: de regering schonk het geld van de eerlijke werkmens prompt aan de banken. En op wereldschaal dreigt een gelijkaardige roof.

- Hoezo?

- Herinner u de conferentie van Kopenhagen: waarop liep zij spaak? Wat bleek daar? China en India wilden niet volgen, zo luidde het. Maar was dat de waarheid? In het geheel niet! De waarheid is, dat het kapitalistische westen al vele jaren lang met lede ogen moet toezien hoe China en India zich met nooit geziene snelheid en kracht ontplooien tot dé naties van de toekomst - een toekomst die reeds werkelijkheid geworden is. In China rijzen steden uit de grond die New York herleiden tot een boerendorp! En hoe kan het westen dit nog stoppen? Onmogelijk is het, er valt immers niet te concurreren met een natie die niét verspilt, die niét ten onder gaat door drugs en door geweld, maar die gezond is en een grote bloei beleeft. Zo'n groei kan men niet stoppen... tenzij men er iets op vindt om de groei als zodanig te doen stoppen. En daar is het dat Halgoor de milieukwestie naar zijn hand zette: de goed gesubsidieerde man heeft namelijk berekend dat de wereld zal vergaan als wij niet met zijn allen onmiddellijk ophouden met groeien, China en India incluis! Wat zeg ik? China en Indië éérst!

- Dat klinkt straf, mijnheer Van Togenbirger. Maar is het ook waar?

- Ha, wat is waarheid? Mao zei ooit dat de waarheid komt uit de loop van een geweer, ziet u. De vraag is dus deze: wie is de sterkste op het wereldtoneel? En hoe anders komt men dat te weten dan middels een wedstrijd, een krachtmeting?

- U ziet de toekomst zwart.

- Niemand kent de toekomst en daarom ook is hij altijd duister. Men kan niet in de toekomst kijken én optimistisch zijn.

- Kunnen wij dan iets doen?

- Ik vrees van niet. Tevens valt te vrezen dat de mening dat men wél iets zou kunnen doen, niet ongevaarlijk is. En het zijn niet de westerlingen die deze mening delen: het zijn de planeconomen en de elitaristen die zo oordelen. Met in hun kielzog alle niets vermoedende idealisten, van welke strekking ook.

- Waarin ziet u dan dat gevaar?

- Vooral in de menselijke arrogantie, in de overmoed, de zelfoverschatting, de hoogmoed, waarvan men terecht zegt dat zij de grootste zonde is. Een schip moet een stuurman hebben, dat is waar. Maar moeder Aarde is geen schip. Want in tegenstelling tot een schip, is onze Aarde geen maaksel van onze handen. Veeleer het tegendeel is het geval: de Aarde is onze moeder. Wij moeten dus niet denken dat wij haar moeten besturen. Het omgekeerde is immers waar: de Aarde, die onze moeder is, bestuurt ons. En begrijpt u nu waarom men over al die dingen niet lichtzinnig mag doen en ook niet mag liegen?

(J.B., 14 februari 2010)



Noten:

(1) Open brief Nederlandse onderzoekers over IPCC en over fouten in Klimaatrapport 2007: http://www.sense.nl/news/5753 . Daarin wordt gezegd dat aan het IPCC-rapport van 2007 zo'n 144 landen samenwerken, 44 schrijfteams ook, 450 hoofdauteurs geselecteerd op basis van hun expertise, 4 Technical Support Units van elk 5 à 10 medewerkers. En verder: het rapport telt 3000 bladzijden en daarin wordt verwezen naar 18.000 bronnen. Een bijzonder strenge procedure van evaluatie en re-evaluatie staat garant voor de kwaliteit: "Bij het laatste rapport gaven 2.500 referten samen ca. 90.000 (beargumenteerde) commentaarpunten op de 44 hoofdstukken", zo luidt het in die open brief.

(2) http://www.klimatosoof.nl/node/1087.

(3) http://www.klimatosoof.nl/node/1084 en http://www.klimatosoof.nl/klimafiles/images/BriefKNAW.pdf


13-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het tanen van de Noord-Atlantische drift
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Het tanen van de Noord-Atlantische drift



In 1752 werd Thor, de god van de donder, getemd door Benjamin Franklin (1706-1790), die dan namelijk de bliksemafleider uitvond. Deze Amerikaanse wetenschapper was van meer markten thuis: hij hielp bij het ontwerp van de eerste luchtballon en de zeppelin, hij schreef over stormen, over de dreiging van de overbevolking en over nog andere moreel gekleurde onderwerpen. Ook bracht hij een onderwerp ter sprake dat ons nu grote klimatologische zorgen zou moeten baren, met name de Golfstroom en zijn temperende invloed op het weer in, onder meer, West-Europa. Ofschoon New York op dezelfde breedtegraad ligt als het warme Rome, is het daar 's winters veel kouder dan in Brussel: de Golfstroom is voor ons, West-Europeanen, een chauffage in de winter. Of dan toch voorlopig nog.

De stroom uit de Golf van Mexico - kortweg de Golfstroom - is in feite een transportband van water die aan de oppervlakte warm water uit de Golf naar onze streken aanvoert. De warme stroming passeert hier en, eenmaal in de koude ijszee aangekomen, duikt het water naar de diepte en keert het, als diepere laag, in tegengestelde richting naar de Golf terug. Daar warmt het water weer op, komt naar boven, en de cyclus herbegint. De Golfstroom brengt ons warmte en voert de koude af.

De beweging van de waterband (vroeger "het kanaal van Bahama" genoemd of, ook nog, de "Floridastroom") wordt niet alleen door temperatuursverschillen op gang gehouden; ook het wisselend soortelijk gewicht van het water ingevolge zijn wisselend zoutgehalte (dat nu door een snelle afsmelting aan de noordpool sterk daalt), is een essentieel onderdeel van die machtige motor. En een machtige motor is dit natuurfenomeen wel, want de stroming verplaatst zo'n honderd keer meer water dan alle rivieren ter wereld samen; haar vermogen evenaart dat van een paar miljoen moderne kerncentrales.

Om nu een ingewikkeld en lang verhaal kort te maken: het afsmelten van het poolijs doet volgens sommige klimatologen deze massale watercirculatie... stilvallen! En wat ons bedreigt als we niet langer zullen genieten van die gigantische aanvoer van tropisch water, zijn winters zoals ze die momenteel ook in Siberië hebben. Een feit is alvast dat metingen uitwijzen dat sinds de millenniumwende de kracht van de Golfstroom al met zowat één derde is afgenomen...

Voor alle duidelijkheid: in Siberië bedraagt het temperatuursverschil tussen de zomer en de winter tot 100° Celsius; in de zomer wordt het in bijvoorbeeld Ojmjakom tot 30°C. warm, in de winter kan het vriezen tot -70°C. De plaats is slechts leefbaar door de aanwezigheid van een natuurlijke warmwaterbron. In Irkutsk, dat evenals Vlaanderen op 50 graden Noorderbreedte ligt, is het vorstrecord -50°C, het januarigemiddelde -15°C. Maar wij hebben geen vulkanen en dus geen geisers met stomend water, en ook geen olie of gas...

 

Edoch, dit ganse schrikbarende verhaal kan ook vrijwel helemaal weggerelativeerd worden. Zoals onze Golfstroom, zijn er immers meer zeestromingen, over de ganse aarde verspreid. Bovendien zijn er ook luchtstromingen. Het zijn immers die transportbanden in het water en ook in de lucht die zeedieren, trekvogels maar ook de vroegere zeilscheepvaarders en de ballonvaarders benutten voor hun periodieke migraties en wereldreizen. Soms worden onvoorstelbare afstanden afgelegd in bijzonder korte tijdsperioden, doch dat blijkt niet te danken aan alleen maar mankracht, vleugels of vinnen: vogels en vissen laten zich als het ware drijven op die snelwegen in het water en in de lucht, zoals ook ervaren ballonvaarders en schippers dat ooit deden: ze zoeken de juiste hoogten of stromingen op, en verder verloopt de verplaatsing geheel moeiteloos en met snelheden die anders alleen sterk gemotoriseerde vliegtuigen of atoomduikboten halen. Nu is het nagaan van de werking van één zo'n stroming al een heel karwei: het is een alfabet aan kennis en aan kunde, waarvan tot heden alleen de A goed is gekend. Het op elkaar inwerken van de talloze stromingen over de aarde, alsmede de ontelbare wisselwerkingen van die stromingen met nog eens talloze andere krachten die het reilen en zeilen op, onder en boven het aardoppervlak mee bepalen, is gewoonweg een volstrekte onmogelijkheid en het zal dat zeer waarschijnlijk ook altijd blijven. De Golfstroom neemt af in kracht, maar blijkbaar doet hij dat zonder dat de temperatuur daar voelbaar door getroffen wordt, en hoe dat dan mogelijk is, wéét men gewoon niet. Of is het nu toch uitzonderlijk aan het winteren? Ja, ook de geslonken zonne-activiteit kon hier voor een stuk wel mee te maken hebben. Of wat dacht u van een zogenaamde "kleine ijstijd", zoals onmiskenbaar te zien op de nu bijna vijfhonderd jaar oude winterlandschappen van Pieter Brueghel de Oude? Wie zal het zeggen!

Bronnen:

Google Earth;
http://nl.wikipedia.org/wiki/Pieter_Bruegel_de_Oude  ; http://nl.wikipedia.org/wiki/Geiser_(bron)  ; http://en.wikipedia.org/wiki/Irkutsk  ; http://nl.wikipedia.org/wiki/Ojmjakon  ; http://nl.wikipedia.org/wiki/Siberi%C3%AB  ; http://nl.wikipedia.org/wiki/Golfstroom  ; http://nl.wikipedia.org/wiki/Benjamin_Franklin  ; http://nl.wikipedia.org/wiki/Waterstof_(element)  ;
en andere.

(J.B., 13 februari 2010)


08-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Februari
Februari

Bijlagen:
februari_0001.wmv (3.7 MB)   


07-02-2010
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tijd is krediet
Klik op de afbeelding om de link te volgen

Tijd is krediet

Het kwam al eerder en zelfs al meer dan eens aan bod: de tijd gaat vandaag veel sneller dan gisteren, de beweging van de tijd verloopt - trouwens net zoals de valbeweging - allerminst met een eenparige snelheid; de tijd verloopt versneld. Dit is weliswaar moeilijk voorstelbaar, maar laten we eerst nogmaals stilstaan bij de tijd als zodanig.

In de filosofie wordt algemeen gesteld dat het tijdsbegrip noodzakelijk verbonden is met het begrip van de oorzakelijkheid. Dat betekent dat we ons de tijd pas kunnen voorstellen in termen van oorzakelijkheid. De oorzaak immers is wat aan het gevolg daarvan voorafgaat en het gevolg volgt op zijn oorzaak. Dat is wat de filosofie hierover zegt. Maar gaat men daar niet wat slordig te werk en vergeet men zodoende niet enkele bijzonderheden?

Er ligt immers nog een dieper begrip aan de grondslag van het denken in termen van oorzakelijkheid, een begrip dat over het hoofd wordt gezien, en dat is het begrip van de wil: de oorzakelijkheid, en bijgevolg ook de tijd, zijn pas voorstelbaar in termen van de (persoonlijke) wil. De wil - of de onwil, de vrees - is immers wat voorafgaat aan de handeling - of aan de gebeurtenis, welke een afgeleide is van de handeling - en de fysieke daad volgt op de wilsact, die in feite een 'geestelijke' daad is. Want gesteld dat de wil niet voorafging aan de handeling, dan zou die wil ook niet kunnen bestaan: indien de wil ook op de handeling kon volgen, dan zou hij niet langer de wil zijn aangezien hij dan helemaal niet in staat was om de handeling te sturen.

De aandachtige lezer zal hier meteen opmerken dat aan de grond van het wilsbegrip, het begrip van de geest moet liggen, aangezien het binnen de ruimte van de geest moet zijn, dat zich een wilsact voltrekt, die immers nog steeds geen fysieke daad is. In het fysicalisme zal weliswaar ook de wilsact fysiek worden genoemd - bijvoorbeeld als een gebeurtenis of een beweging in de hersenen die bepaalde bewegingen van de spieren veroorzaakt - maar anderzijds kan die gebeurtenis in de hersenen ook worden beschouwd als een eerste fase van die fysieke daad welke, in zijn geheel, door de niet-fysieke wil veroorzaakt wordt.

Teneinde nu onmiddellijk te antwoorden op een voor de hand liggende tegenwerping vanuit fysicalistische hoek, moeten we onder de geest niet een of ander onstoffelijk beginsel verstaan, maar wel een noodzakelijk product van het maatschappelijke bestel, precies zoals de eigen identiteit dat is. In twee woorden: een maatschappij kan pas functioneren als haar leden verantwoordelijkheid dragen, en dat is pas mogelijk als zij zich gedragen als 'redelijke' of 'consequente' personen of als personen die in staat zijn om hun daden te rechtvaardigen in relatie tot de wet. Maar de wet kan het gedrag pas sturen als mag verondersteld worden dat dit gedrag op zijn beurt gestuurd kan worden door de betrokkenen die noodzakelijk willende personen zijn. Dat de wil geestelijk van aard is, betekent zodoende dat hij een verplichting is, en in die zin is hij dus niet fysiek van aard.

Uit het bovenstaande volgt dat de tijd pas kan bestaan als eerst de geest bestaat. En over de geest hebben we zopas gezegd dat hij in feite de pijler is waarop een maatschappij rust, aangezien een samenleving slechts kan bestaan als haar leden het bestaan van hun eigen wil of geest aanvaarden. Het zijn zodoende de burgers die hun eigen persoonlijke geest en wil stichten of maken, en zij doen dat op straffe van de tenietgang van hun burgerschap of van de maatschappij. De wil en de geest zijn een 'afspraak' of, beter nog, een 'belofte' welke het bestaan van een maatschappij grondvest. Nog eenvoudiger: zowel het bestaan van de maatschappij als het bestaan van de persoonlijke geest, de wil of de convoceerbaarheid, berusten op afspraken of op (sanctioneerbare) beloften.

Bijzonder vreemd is de conclusie die hier op een weliswaar zeer dwingende manier uit volgt. Immers, als de tijd enkel bestaat bij de gratie van de geest, en deze laatste is niets anders dan een belofte, dan bestaat de tijd zelf bij de gratie van een belofte. Maar als dit inderdaad klopt, dan moet het bestaan van de tijd ergens samenhangen met zoiets als trouw. En voor de tijd waarover wij al dan niet beschikken, zijn we dan persoonlijk verantwoordelijk. Is dan onze tijd - in metafysische zin - niet gelijk aan het krediet dat we (vooralsnog) genieten?

(J.B., 6 februari 2010)




Omsk
Archief
  • Alle berichten

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    LITERATUUR - PAS VERSCHENEN:
    Foto

    Koningin Elisabethwedstrijd
     2013
    voor Piano:
    http://www.cmireb.be/nl/ 


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    De ballade Erlkönig 1815,  Franz Schubert (1797-1828)
    http://www.digischool.nl/ckv2/romantiek/romantiek/muziek/ballade_erlkonig.htm 


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Klassieke muziek:  http://www.bloggen.be/musica/ 
    Foto

    Der Wegweiser

    "Der Wegweiser" ("De Wegwijzer") is een gedicht uit de gedichtencyclus "Die Winterreise" ("De winterreis") van Wilhelm Müller.

    Het gedicht gaat over een wandelaar die de wegen vermijdt waar de andere mensen lopen; hij verkiest de verborgen stegen tussen ondergeneeuwde rotsklippen, alsof hij iets vreselijks heeft begaan en hij mensen moet gaan schuwen. Een verscheurend verlangen drijft hem de woestenij in. Wijzers op de straten wijzen, ze wijzen in de richting van de steden, en hij wandelt en wandelt, opgejaagd op zoek... naar rust. En ineens staat daar een wijzer, pal voor hem, en die wijzer gebiedt hem een straat in te gaan; een straat waaruit niemand ooit terugkeerde.

    Na de tekst hier onder volgt een link naar een video met een beroemde uitvoering, door Dietrich Fischer-Dieskau en Alfred Brendel, van het door Schubert op toon gezette gedicht uit de liederencyclus Die Winterreise.

     

    Der Wegweiser


    (Wilhelm Müller)


    Was vermeid' ich denn die Wege,

    Wo die ander'n Wand'rer gehn,

    Suche mir versteckte Stege

    Durch verschneite Felsenhöh'n?


    Habe ja doch nichts begangen,

    Daß ich Menschen sollte scheu'n, -

    Welch ein törichtes Verlangen

    Treibt mich in die Wüstenei'n?


    Weiser stehen auf den Strassen,

    Weisen auf die Städte zu,

    Und ich wand're sonder Maßen

    Ohne Ruh' und suche Ruh'.


    Einen Weiser seh' ich stehen

    Unverrückt vor meinem Blick;

    Eine Straße muß ich gehen,

    Die noch keiner ging zurück.

    MUZIEK: http://www.youtube.com/watch?v=xjuMgK9SimI&feature=related


    Foto

    Alles ontstaat tussen 'droom' en 'werkelijkheid' -

    Over het jongste boek van Ludo Noens

    De klacht is terecht: in zogenaamde boekenzaken is nog weinig meer te vinden dan fotoalbums omtrent koken, reisgidsen en opgeklopte, tot de prijzenpot veroordeelde, doch volstrekt onleesbare romans van schrijvers die leven van hun naam, welke nu eenmaal niet mag ontbreken op het salontafeltje van de 'interloktueel'. Ook de obligate tijdschriften bieden naast reklame nog slechts lang achterhaalde, in columns gegoten meninkjes van TV-vedetten met weliswaar lange tongen doch lege hoofden. Wie zich vandaag beperkt tot de magazijnen waar de massa koopt, koopt pulp: Cultuur speelt zich in deze tijd weer exclusief af in de marge: echte gedichten schuwen glad papier en over de nu vernieuwende boeken hoor je pas binnen tien jaar op canvas praten - àls die al ooit in het commerciële circuit terechtkomen. Wie artistiek bij wil zijn, dient zich uit te rusten met speciale antennetjes, en die verwijzen naar heel andere publicaties: geen fotobrochures over koken of over citytrips, maar nog echt spannende romans met gevleugelde fantasie, fictie die de 'werkelijkheid' inhaalt, en inspirerende inhoud waar over na te denken valt en ook vruchtbaar over te converseren.

    "Bannelingen uit Droomtijd" (*) is zo'n roman - geheel in de marge, waar de cultuur van deze nieuwe tijd gedijt - al noemt hij zichzelf heel bescheiden 'novelle'. Het volume telt weliswaar geen duizend pagina's maar de inhoud heeft tentakels die zowat alles updaten en onderling relateren wat met de themata van Ludo Noens zijn jongste boek te maken heeft, want deze auteur is bekend om zijn historische nauwgezetheid en om zijn vermogen een veelheid van creatieve verbanden naar de oppervlakte te brengen.

    Het tijdskader van de 'vertelling' in "Bannelingen uit Droomtijd" (*) is het controversiële tijdsgewricht van de "flower-power" dat intussen alleen de gepensioneerden onder ons nog hebben meegemaakt: de tijd van de drugsexperimenten die naar werelden leken te leiden die verwant bleken met die van de oudste culturen waaruit onze grote religies en levensbeschouwingen ontsprongen. "Hier ging het niet meer om de zoveelste sociale of politieke omwenteling, maar om een ontologische verschuiving". (p. 79) Meer bepaald filosoferen de personages op verhalende wijze over die heel bijzondere bewustzijnstoestand die het grensgebied bestrijkt tussen de droom en de waaktoestand in: de lucide droom, in de voorgaande eeuw reeds verkend door de Nederlandse psychiater en schrijver, Frederik Van Eeden, die in deze droomvorm naar zijn eigen zeggen met zijn overleden zoon heeft gepraat. Hoe dat mogelijk is, verklaart Noens evenwel niet op een positief wetenschappelijke manier; hij toont wél dat er andere, evenwaardige verklaringsmethoden zijn én hij laat ook zien dàt zoiets mogelijk is.

    De "sixties" verwijzen naar de tijd der Oepanisjaden én naar de religieuze bronnen van de Aboriginals: "De Aboriginals, de oorspronkelijke bewoners van Australië, noemen het alchéringa of Droomtijd (...)", waarin het concrete, het aardse, uit de droom, uit de hemel, werd geschapen, "(...) Maar een onomkeerbare catastrofe zorgde er op een dag voor dat de verbinding tussen hemel en aarde definitief werd verbroken". (p. 81) Noens' novelle werpt ook licht op wat in de parapsychologie de "materialisaties" heten, de "Toelpa's" of de "succubussen", en het doet allemaal denken aan de "kat van Schrödinger"; het onderbepaalde dat pas middels de bewuste toeschouwer zijn definitieve vorm krijgt omdat alles intersubjectief zou zijn. Bovendien bevat het werk een genuanceerd maatschappijkritisch luik dat weerstand biedt aan geschiedenisverdraaiingen die de wondere tijd van de sixties willen banaliseren omdat hij alles behalve past in de onverbiddelijke Westerse economie en in onze Big Brother-wereld: "Onze wetten, economische structuren, wereldbeschouwelijke en religieuze instituten, sociale gebruiken en gedragspatronen zijn historisch geëvolueerd, en dit wordt allemaal verkeerdelijk vereenzelvigd met het leven op zich" (pp. 54-55).

    "Bannelingen uit Droomtijd" (*) zal binnen twintig jaar een best-seller zijn. Het boek werd vandaag gratis verspreid onder de abonnees van Portulaan - een cultureel tijdschrift dat zijn naam niet gestolen heeft en dat vandaag zijn vijfentwintigste jaargang ingaat!

    (*) Zie: http://www.bloggen.be/ludonoens/  

    (Jan Bauwens, 1 januari 2009)



    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Inhoud blog
  • PAS VERSCHENEN * VAN LIBRICIDE NAAR GENOCIDE
  • PAS VERSCHENEN * VAN LIBRICIDE NAAR GENOCIDE
  • Het eindstation
  • a
  • Isaac
  • Meilied
  • Nosferatu (video)
  • Wij waren (video)
  • Johann Pachelbel, Canon (synthesiserversie)
  • Zo is de dood
  • Hoe gezond is sport? Een interview met Omsk van Togenbirger
  • Het recht van de sterkste
  • 12.12.12.
  • Over het gebruik van de patiënt in de eenentwintigste eeuw. Een interview met Omsk Van Togenbirger-De Waelekens
  • De dienaar van
  • actueel: het orgaan
  • Juniregen
  • U moet er af!
  • Koningin Elisabethwedstrijd voor Viool 2012
  • De geest in de fles
  • Inzicht
  • Het magazijn
  • Erosie
  • Kort
  • De eeuwige wederkomst
  • Het hiernamaals
  • Over het ware lot van de mens - Een interview met Omsk Van Togenbirger-De Waelekens
  • Het wezen van de vrolijkheid
  • Dante's afdaling ter helle (3)
  • Dante's afdaling ter helle (2)
  • Dante's afdaling ter helle (1)
  • De tijd
  • De ets
  • Het cultuurbegrip van Stephanos
  • Opstanding
  • Rijk en dom
  • Over de verschillende graden van dood zijn
  • Koude oorlog
  • Het Bureau Voor Onoplosbare Zaken
  • In de kelder
  • Mijn oude grootmoeder
  • De laatsten zullen de laatsten zijn
  • Leugens
  • Enkelvoud
  • Zonde
  • Adieu, groots firmament vol fonkelende sterren!
  • Christus en de kardinalen
  • Het labyrint
  • Het geloof en de werken
  • Sparen en plunderen
  • Zijn wij dan niet de echo onzer verzinsels?
  • Gesprek in de winter
  • Inspiratie
  • Tourette
  • Kwalen zijn geen kwalen. Een stukje voor de eerste winterdag.
  • Koude winters...
  • De toren
  • De fles
  • Kwakzalvers
  • Fijn wit zand
  • De wolk
  • Water & Over de klimaatsverandering
  • Spoken
  • De nieuwe god
  • De witte krokodil
  • Geloof (1)
  • Orde
  • In de toekomst is geen heil...
  • Kaos
  • Doeltreffende medicatie
  • Surrealistische werkelijkheid
  • De gasknop
  • Van Togenbirger's 'atheïsme'
  • Zomer
  • Mijnheer Dupont en de mal van het Zijn
  • Het ei van mei
  • Martha
  • Een zeer gezond besluit
  • Aan de ontbijttafel - illustratie
  • Aan de ontbijttafel
  • Milieuleugentjes om bestwil?
  • Het tanen van de Noord-Atlantische drift
  • Februari
  • Tijd is krediet
  • Het hoofdgerecht des levens dis...
  • Wij waren
  • Saint-Denis
  • Stenen en mensen
  • De binnen- en de buitenkant
  • Thuis
  • Doorheen de winterse depressie
  • Een lucide droom (illustratie)
  • Een lucide droom
  • Wiens brood men eet...
  • Evolutie en inwikkeling
  • Sneeuw
  • Bijwerkingen
  • De lucide droom
  • de golem
  • De golem
  • Domesticatie
  • De tijd gaat achterwaarts te vierklauw
  • Worden wij abstract, mijnheer?
  • Kinderarbeid, organenhandel, zwartwerk en Rechtspraak
  • Over een zucht van een nog heel ander kaliber dan de hebzucht
  • Overbevolking
  • Bram Stoker
  • Kinski
  • N
  • Nosferatu
  • de tuinen
  • De tuinen
  • Het Eeuwige Vuur
  • Het boek
  • De Goede Deur
  • Vlees (roman) - 1
  • Verrijzenis
  • Depressies
  • Inbraak
  • Sonate voor Harpsichord en Cello
  • Het is begonnen!
  • Over redelijkheid en klare taal...
  • De tijd vliegt
  • Panta rei
  • Glazen muren en casino's vol attracties!
  • Der Erlkönig grafiet
  • Der Erkönig (J.W. von Goethe)
  • De winter en de dood
  • Aanhangsels
  • Extase
  • Verbloemingen
  • Voornemens
  • Het gelijmde been (3): De toverstok
  • De lange baan
  • God of de duivel
  • Het gelijmde been (2)
  • Die eerste dagen van november
  • Harken
  • Is mijn geld safe?
  • Herfst
  • Het gelijmde been
  • Eten
  • Verslavingen
  • Kunst
  • Ellende
  • De burcht
  • Geheim en identiteit
  • Hongersnood
  • Rood als duizend rozen
  • Op een vergadering...
  • De molen
  • De poolster
  • Het Orgaan
  • Het boek
  • De twee geschiedschrijvers
  • De Laatste Reis
  • De Laatste Reis (illustratie)
  • De Goede Deur
  • De Onderwereld (roman)
  • Water
  • De Overname
  • Solvejg’s Lied
  • Septembernacht
  • Die Nacht…
  • Die nacht (illustratie 2)
  • Spiegels
  • Over het verouderingsproces
  • Het Credo
  • De Afwas
  • Absolute macht
  • Trillingen
  • Maria
  • De Messias
  • Het Spel van de Wereld
  • De nieuwjaarsramp
  • Het argument
  • Zuster Olympia
  • De Meester
  • DE TUINEN
  • Janus of van de Aliënatie
  • De Neuzen van Tsjernobyl
  • Het Eeuwige Vuur
  • Vladslo, en andere plaatsen...
  • De dood is een gedachte
  • Het 'bijna-leven'
  • Het kind
  • De Apologie van de Eeuwigheid
  • De heer die zichzelf in stukjes hakte
  • Het gesprek
  • Een sollicitatie
  • De Omkering van alle dingen
  • Transsubstantiatie
  • De pikorde
  • De wedloop
  • De virtuele veiligheid
  • Dode handen
  • Samen thuis
  • Het Laatste Oordeel
  • SINTERBUIS
  • Gedenkteken

    Hoofdpunten blog omskvtdw2
  • De spiegel
  • De job
  • De Wrat (1)
  • De Wrat (2)
  • De Wrat (3)
  • De Wrat (4)
  • De Wrat (5)
  • DE VERGEETPUT
  • DE TUMOR
  • DE BEHEERDER VAN HET LABYRINT
  • De beheerder van het labyrint (vervolg)
  • Meer verhalen
  • DE HEMEL EN DE GOOT
  • meer verhalen

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Hoofdpunten blog musica
  • Audio-visuele installatie "Harvest Bell" (Dirk D'Hulster)
  • Koningin Elisabethwedstrijd
  • Nosferatu
  • Koningin Elisabethwedstrijd voor Piano 2021
  • Adagio liedcyclus
  • Meilied (muziekvideo)
  • Oh dichosa ventura (muziekvideo)
  • Nosferatu (video)
  • Wij waren (video)
  • Muziekvideo's J.B
  • muziekbestanden J.B.
  • Ave Maria
  • Pianoconcerto 14: Daer zat een sneeuwwit vogeltje
  • Te Deum laudamus10
  • Te Deum laudamus9
  • Te Deum laudamus8
  • Te Deum laudamus7
  • Te Deum laudamus6
  • Te Deum laudamus5
  • Te Deum laudamus4
  • Te Deum laudamus3
  • Te Deum laudamus2
  • Te Deum laudamus1
  • Harpsichord 2 verlengd met cello
  • Pianoconcerto 7 Apocalyptische Dans
  • De zee
  • De geschiedenis van de panfluit
  • Requiem - delen 4 tot 7
  • Requiem - deel 3
  • Requiem - deel 2
  • Requiem - deel 1
  • Keldertrappen - nr. 8/8
  • Keldertrappen - nr. 7/8
  • Keldertrappen - nr. 6/8
  • Keldertrappen - nr. 5/8
  • Keldertrappen - nr. 4/8
  • Keldertrappen - nr. 3/8
  • Keldertrappen - nr. 2/8
  • Keldertrappen - nr. 1/8
  • Harpsichord 13 verbeterd
  • Harpsichord 12
  • Harpsichord 11
  • Harpsichord 10
  • Harpsichord 9
  • Harpsichord 7
  • Harpsichord 6
  • Harpsichord 5
  • Harpsichord 3
  • Harpmuziekje
  • Trompetsonate
  • Nostalgia
  • K 2007
  • Goldbach Variaties
  • Pop 5
  • Pop 4
  • Pop 3
  • Pop 2
  • Pop1
  • Drie ontstemde klavieren
  • muziekvideo
  • portretten componisten
  • Pianoconcerto 14, Daer zat een sneeuwwit vogeltje, Jan Bauwens, Serskamp, 2004.
  • Klarinetconcerto 1 Jan Bauwens Serskamp 2004
  • Kort symfonisch gedicht
  • Door de neevlen van de avond (uit: Adagio van Felix Timmermans)
  • Onze-Lieve-Vrouw van Vlaanderen
  • Gebed voor het Vaderland
  • Boskaboutersymfonie
  • Bomen
  • Victoria lucis
  • Gitaarconcerto 1 "Portulaan"
  • vioolconcerto 1: deel 5 van 6
  • Klarinetconcerto 3: deel 3 van 3
  • Klarinetconcerto 3: deel 2 van 3
  • Klarinetconcerto 3: deel 1 van 3
  • pianoconcerto nr 15
  • Pianoconcerto nr 5 deel 5 van 6
  • Pianoconcerto nr 5 deel 4 van 6
  • Dans
  • Titan
  • Tsunami symfonie
  • Sint-Franciscussymfonie: deel 6 van 6
  • Sint-Franciscussymfonie: deel 5 van 6
  • Sint-Franciscussymfonie: deel 4 van 6
  • Sint-Franciscussymfonie: deel 3 van 6
  • Sint-Franciscussymfonie: deel 2 van 6
  • Sint-Franciscussymfonie: deel 1 van 6
  • Harpmuziekje
  • minimal1
  • Ave Maria
  • Juan de la Cruz' Canciones 7 van 7
  • Juan de la Cruz' Canciones 6 van 7
  • Juan de la Cruz' Canciones 5 van 7
  • Juan de la Cruz' Canciones 4 van 7
  • Juan de la Cruz' Canciones 3 van 7
  • Juan de la Cruz' Canciones 2 van 7
  • Juan de la Cruz' Canciones 1 van 7
  • Tsunami symfonie (Jan Bauwens)
  • Junisymfonie (J. Bauwens)
  • O dichosa ventura
  • Goldbach Variationen voor Piano Solo (J. Bauwens)
  • Orgelconcerto 3 J Bauwens Serskamp 2008
  • Orgelconcerto 2 J Bauwens Serskamp 2004
  • orgelconcerto 1 J Bauwens Serskamp 2004
  • -
  • achtergrond

    Boeken van dezelfde auteur.
    Om een boek te lezen, klik op de prent van de flap.

    Foto

    Foto

    Foto

    EN FRANCAIS:
    Foto
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Beluister hedendaagse klassieke muziek van dezelfde auteur: klik op de prent van de weblog hieronder.


    Foto

    Foto

    Foto

    Warm aanbevolen:
    Pas verschenen: "Kamers", van Dirk  Biddeloo, grootmeester van de tragie-komedie:
    Foto

    “O jerum jerum jerum…”

     

    “Streuvels is een Vlaamse Dostojevski; Vansteenbrugge, een hedendaagse Streuvels.

    Stijn Streuvels stelde het harde boerenleven te boek net voor het voorgoed verdween.

    Zijn dorpsgenoot, de befaamde chirurg, auteur, kenner en bewonderaar van de Griekse Oudheid, stichter van Vlaanderens mooiste loopkoers en gewezen senior seniorum, dr. Kris Vansteenbrugge, deed hetzelfde met het Vlaamse studentenleven van weleer.

    Een rijkdom aan cultuur en een niet te missen historisch document, op meesterlijke wijze vorm gegeven in een authentieke Vlaamse realistische roman die leest als een trein.”
    (J.B.)

     

    Alle info: klik op de kaft:

     


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    De nieuwe poëziebundel van
    Guy van Hoof
    (*) is uit:
    "Bekentenissen"
    Meer info: klik op de flap hier onder.
    (*) De dichter heeft een plaats in de top drie van Omsk's voorkeurlijstje der Nederlandse dichtkunst


    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    VAN DEZELFDE AUTEUR:
  • bloggen.be/musica/
  • bloggen.be/tisallemaiet/
  • bloggen.be/hetgoedezoeken/
  • bloggen.be/heteindedertijden/
  • bloggen.be/popvtdw/
  • bloggen.be/bethina/
  • bloggen.be/mithrasgijzeling/
  • bloggen.be/theartofmusic/
  • bloggen.be/tiktak/
  • bloggen.be/mathematicachristiana/

    VAN DEZELFDE AUTEUR: MUZIEK: COMPUTERGESTUURDE UITVOERINGEN IN MP3 EN MUZIEKVIDEO:
  • bloggen.be/musica/
  • bloggen.be/popvtdw/
  • bloggen.be/iserlevennadedood/
  • bloggen.be/spiritus/
  • bloggen.be/ontstaansvraag/
  • bloggen.be/onlifeafterdeath/

  • OVER MUZIEK:
  • bloggen.be/theartofmusic

  • CHRISTENDOM VERSUS FYSICALISME:
  • bloggen.be/bethina/
  • bloggen.be/bethina2/
  • bloggen.be/bethina3/
  • bloggen.be/bethina4/
  • bloggen.be/bethina5/
  • bloggen.be/bethina6/
  • bloggen.be/schepping/
  • bloggen.be/prudence/
  • bloggen.be/andthelightshineth/

  • CHRISTENDOM VERSUS KERKENDOM:
  • bloggen.be/mithrasgijzeling/

  • TELEOLOGIE:
  • bloggen.be/heteindedertijden/

  • EDUCATIEF:
  • bloggen.be/hetgoedezoeken/

  • WISKUNDE, LOGICA EN TELEOLOGIE:
  • bloggen.be/mathematicachristiana/
  • bloggen.be/mathematicachristiana2/
  • bloggen.be/paradoxes/

  • SPORT EN GEZONDHEID
  • bloggen.be/metamanagement/

  • Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Archief per maand
  • 03-2023
  • 12-2020
  • 08-2017
  • 06-2017
  • 01-2017
  • 07-2015
  • 12-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 12-2012
  • 09-2012
  • 08-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 07-2011
  • 06-2011
  • 04-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 08-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 07-2008
  • 06-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 05-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006
  • 11-2006
  • 10-2006
  • 09-2006
  • 08-2006
  • 07-2006
  • 05-2006
  • 03-2006
  • 01-2006
  • 09-2005



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs