Over het gebruik van de patiënt in de eenentwintigste eeuw.
Een interview met Omsk Van Togenbirger-De Waelekens
- Omsk Van Togenbirger: waar vandaan die zogenaamde vertrouwenscrisis, de jongste jaren?
OVT:
- Bij de banken, bedoelt gij? Maar op die vraag werd al uitgebreid geantwoord, of niet? En er kan slechts worden aan toegevoegd dat niet alleen de banken onder een vertrouwenscrisis lijden: het wantrouwen is algemeen.
- Wat niet te verwonderen is want alles heeft met geld te maken.
OVT:
- Zeker en vast, maar vooreerst dient gezegd dat het wantrouwen uiteraard heel terecht is! En het is niet alleen terecht: het is nog altijd flink ondermaats!
- Ondermaats?
OVT:
- Ongetwijfeld! Kan men niet vaststellen dat men door de band nog altijd veel te lichtgelovig is?
- Is dat zo?
OVT:
- Het geloof blijkt een bijzonder hardnekkige verslaving! Een volstrekt verblindende verslaving is het!
- Wat bedoelt gij precies?
OVT:
- Om het niet weer over de banken te hebben...
- Neem misschien de gezondheidszorg?
OVT:
- De ziekteverzekering, bedoelt gij? Als dat geen geldzaak is!
- Neen, de zorg zelf: de dienstverlening, de zorg van geschoolde vaklui voor onze gezondheid en voor het algemeen belang. Want men kan toch zeker niet beweren dat wantrouwen hier op zijn plaats is?
OVT:
- Artsen kloppen overuren en schaden hun eigen gezondheid om die van hun patiënten te redden: is het die edelmoedigheid die gij bedoelt? Ze doen het zelfs als hun patiënten zich eerst net niet hebben gezelfmoord met roken, drinken, brassen, noem maar op!
- Ja...
OVT:
- Na de behandeling en de goede voornemens herbeginnen velen vaak aan die eigen zelfvernietiging, maar geen enkele dokter denkt eraan om hen niet opníeuw te gaan behandelen, en dan vaak nog met peperdure technieken!
- Dat kan niemand tegenspreken...
OVT:
- Het is niet alleen edelmoedig, het is verduiveld fanatiek! Het doet denken aan de pelikaan die de eigen borst openrijt om zijn jongen te voeden! Men zou haast denken dat geen moeder zo goed voor haar kinderen zorgt als een dokter voor zijn patiënten! Is het dat wat gij bedoelt?
- Zo is het toch?
OVT: -
Dat zou men op den duur gewis gaan denken, ja!
- Wel, wat kan er dan nog aan de basis liggen van dat wantrouwen? Is wantrouwen geen welvaartsplaag? Hebben wij het niet veel te goed? In Afrika bijvoorbeeld is er honger... Moet ons dat niet bescheiden maken?
OVT:
- Kijk eens, mijn beste... Als ik u een brood verkoop, en er staat groene schimmel op de korst, en gij pruttelt tegen, kan ik u dan het zwijgen opleggen met het antwoord dat ze in Afrika helemaal níets te eten hebben? En zult gij mijn schimmelbrood dan nederig betalen en gestaag naar binnen werken? Ik denk het niet!
- Mijn geld is ook niet beschimmeld!
OVT:
- Daar ben ik nog niet zo zeker van. Maar het is wel een feit dat mijn uitvlucht geen klant zal kunnen overtuigen. Tenminste niet zolang men bij de bakker een straat verderop terecht kan. Bij monopolievorming wordt het probleem vanzelfsprekend een beetje lastiger.
- Bij monopolievorming?
OVT:
- Concurrentie onder producenten en verkopers is een troef die door de consument wordt uitgespeeld. Maar als handelaren samenzweren of als ze zich verenigen, dan liggen de zaken anders: prijsafspraken en kwaliteitsafspraken, een dubbele boekhouding...
- Kunt gij het misschien wat concretiseren?
OVT:
- Inzake gezondheidszorg?
- Bijvoorbeeld, ja.
OVT:
- Wel, kijk: medici houden sensibiliseringscampagnes en gratis screening van prostaat-, borst-, baarmoederhals- en huidkanker, en wij nemen aan dat zij dat doen omdat ze belang stellen in ons welzijn, niet?
- Dat lijkt mij logisch, ja: het land is gediend met gezonde burgers.
OVT:
- Ja, maar tegelijk verbergen de klinieken voor hun bezoekers dat ze de ziekenhuisbacterie hebben, nietwaar?
- De wet verplicht hen niet om dat aan hun bezoekers mede te delen, en ze houden het dan ook verborgen, inderdaad...
OVT:
- Wel, zeg mij dan eens voor wiens welzijn hier dan eigenlijk geijverd wordt! Hoort men in de ochtend en op de nog nuchtere maag niet eenzelfde liedje zingen door de banken? Het rijmpje van "wij dragen zorg voor uw fortuin"? En dragen zij ook zorg voor ons fortuin? Of brengen ze ons er zodoende toe om voor het hunne zorg te dragen? Is het echt met uw gezondheid dat de dokters begaan zijn? Of doen zij maar alsof gelijk de bankiers, en zien zij hun patiënten eerst als klanten?
- Ik veronderstel dat zij een gulden middenweg bewandelen.
OVT:
- En wat mag dat dan wel wezen, zo'n gulden middenweg inzake het verschaffen van gezondheidszorg? Dit klinkt alvast al heel wat minder hoogdravend dan dat liedje over edelmoedigheid en zelfopoffering, me dunkt!
- Ik bedoel: voor wat hoort wat.
OVT:
- Gezondheid met twee snelheden? Is het dat wat ik u hoor zeggen? Men heeft er inderdaad de mond van vol, vandaag. Het is stilaan gedaan met de solidariteit! Jeder für Sich und Gott gegen Alle, zo klinkt het allernieuwste refrein, maar er is uiteraard niets nieuws onder de zon: stokoud is het recht van de sterkste!
- De zorg moet uiteraard betaalbaar blijven...
OVT:
- Geen geld, geen zorg dus. En de solidariteit mag men stilaan ook vergeten. Rest de regel dat alwie gezondheid wil, deze zoals elk ander goed met klinkende munt zal moeten betalen!
- Maar zo gaat het toch ook met voedsel?
OVT:
- Tja, er is uiteraard een minimumloon zodat men, althans in theorie, niet hoeft om te komen van honger; maar kan men zich daarmee voeden zoals het hoort? De omzet van de geneesmiddelenindustrie is tussen haakjes groter dan die der voedingsindustrie, en tussen die twee in zit godbetert nog de drank. Wij leven in een wereld waarin de nood aan drugs kennelijk groter is dan de nood aan leven. Ik zou zelfs zeggen dat wij leven onder het juk van een industrie van de dood.
- Maar keren wij terug naar de gezondheidszorg...
OVT:
- En daar hebben we het opnieuw, inderdaad: hetzelfde onder een andere vorm...
- Wat bedoelt gij?
OVT:
- De dood onder de vorm van het leven!
- Maar overdrijft gij nu niet een beetje?
OVT:
- Gaat gij soms naar de kapper?
- Neen, mijn moeder verzorgt mijn snit...
OVT:
- De tandarts dan?
- Zelden, zelden... Tja, ook ik vertrouw die lui niet langer... Fotootje maken eerst, zegt hij en hij verstopt zich achter een loden muur terwijl de hele mond gescand wordt. Waarvoor is dat in godsnaam nodig?
OVT:
- Inderdaad, dat is helemaal niet nodig: tot voor kort verzorgde men het gebit zónder ioniserende stralen!
- Ioniserende stralen?
OVT:
- Jawel, hebt gij dat nooit op school geleerd?
- Wat zijn ionen ook alweer?
OVT:
- Een ion is een geladen atoom of molecule, en die lading is het resultaat van een surplus of een tekort aan electronen, die zelf geladen zijn. Ioniserende stralen slaan uit de atomen van uw lichaamscellen electronen weg zodat die atomen een lading krijgen. Is de stralendosis hoog genoeg dan is die direct dodelijk voor onze lichaamscellen, maar ook een lage dosis verhoogt de kans op kanker.
- Een radiografie van de longen bijvoorbeeld?
OVT:
- Verhoogt de kans op kanker, zeer zeker, en dat werd aangetoond!
- Maar waarom wordt dit dan nog toegepast?
OVT:
- Het is een berekend risico, vergelijkbaar met de aanleg van oversteekplaatsen voor voetgangers.
- Hoezo?
OVT:
- Oversteekplaatsen voor zwakkere weggebruikers hinderen het andere verkeer, ze zorgen voor meer files en vertraging. Afwezigheid van veilige oversteekplaatsen zorgt dan weer voor meer verkeersdoden bij de zwakke weggebruikers. Men zoekt een compromis: oversteekplaatsen om meer veiligheid te brengen maar dan toch niet teveel van die hindernissen die dan toch maar voor dagelijkse vertragingen zorgen. Vertraging dus, maar niet teveel.
- Veiligheid maar niet teveel?
OVT:
- Zo is dat. En ook met stralen wordt dat spel gespeeld: ze doden soms maar toch moet men erkennen dat ze ook levens kunnen redden.
- Dat klinkt niet erg geruststellend. Hoe schadelijk zijn stralen dan?
OVT:
- Dat hangt er maar van af. Om te beginnen is het een feit dat de schadelijkheid van röntgenstralen vroeger sterk onderschat werd, mede doordat het effect ervan meestal geheel onzichtbaar is. Geïoniseerde atomen en moleculen kunnen door niemand zintuiglijk worden waargenomen. Marie Curie was amper zesenzestig toen ze stierf aan leukemie, zij had toen al twee keer een Nobelprijs in ontvangst mogen nemen: een eerste keer voor haar onderzoek naar straling en een tweede keer voor de ontdekking van twee nieuwe scheikundige elementen.
- Zij is haar eigen proefpersoon geweest?
OVT:
- Geheel ongewild.
- En hoe schadelijk is een röntgenfoto, of een scan?
OVT:
- De stralingsintensiteit van een röntgenfoto ligt ver beneden de dosis die wij jaarlijks van nature oplopen, al kan men hier alsnog opwerpen dat dit wellicht geen excuus is, aangezien bijvoorbeeld ook het innemen van een jaardosis alcohol in één teug, dodelijk kan zijn.
- En een scan?
OVT:
- Krijgt ge een scan van een tweehonderdvijftigtal röntgenplaatjes, dan hebt ge één kans op tachtig dat dit uw dood wordt.
- Eén kans op tachtig?!
OVT:
- Dat is dan een berekend risico. En het is uiteraard niet min. Als ik wist dat ik vandaag één kans op tachtig had om het groot lot te winnen, dan rende ik meteen naar de kiosk! Bijna iedereen koopt wekelijks loten in dit land, terwijl de kans op het winnen van een pak geld amper één op ettelijke miljoenen is. Als men goed nadacht, dan zou men dus voor zo'n reusachtige kans van één op tachtig om te overlijden, onmiddellijk op de vlucht slaan! Maar bijna iedereen laat zich uitgebreid scannen alsof daar helemaal niets aan gelegen was.
- En wordt men dan niet gewaarschuwd voor de gevolgen?
OVT:
- Ik kan slechts herhalen dat men spreekt van een berekend risico, af te wegen door de behandelende arts. Met dat cijfer van één kans op tachtig, zit men weliswaar in de theoretische sferen, maar men zou goed moeten beseffen wat dit heel concreet wil zeggen, en dat is vaak niet het geval.
- Wat wil dat dan concreet zeggen?
OVT:
- Stel dat wij in een hospitaal een scanmachine hebben die per dag van tachtig patiënten plaatjes maakt, dan weten wij zeker dat die machine één mens per dag doodt.
- Maar dat is niet te geloven!
OVT:
- Toch is het zo. Maar het is tevens zo, dat die dode ook kon overlijden door de ziekte voor dewelke hij in behandeling is. En bovendien neemt men uiteraard aan dat de machine van meer mensen per dag het leven redt, want zonder die foto's kan men moeilijk een preciese diagnose stellen of efficiënt ingrijpen.
- Toch vind ik het nog een gevaarlijke zaak, één dode per dag! En dat men daar kennelijk niet bij stilstaat!
OVT:
- Tja, de mensen geven hun vertrouwen aan de artsen, en meestal is dat heel terecht: men wil geholpen worden en als er dan mensen zijn die hulp aanbieden en die beloven hun best te zullen doen... Tegelijk is het ook zo dat de dood veroorzaakt door zo'n scan niet direct intreedt: het duurt namelijk meestal vele jaren vooraleer men ingevolge straling kanker krijgt en sterft. En dan is er nog het feit dat niemand op voorhand zeggen kan wíe van die tachtig elke dag weer de ongelukkige zal zijn.
- Maar zeker is dat van elke tachtig er één wordt opgeofferd?
OVT:
- En dat cijfer ligt zelfs nog een flink stuk hoger als ge 't mij vraagt, heel eenvoudig omdat na elke volgende ionisatie het herstel telkens wat moeizamer verlopen zal. De stralen maken ziek en een zieke is daar minder goed tegen bestand. De dosis stapelt zich op en dat geeft een zichzelf vermenigvuldigend effect. Dan hebben we nog helemaal niet in rekening gebracht dat de meesten van ons zich meermaals in hun leven laten scannen.
- Zijn er cijfers?
OVT:
- Beslist, maar het evolueert allemaal heel snel. Neem nu de tandartsen met hun fotoreeksen van uw hele bek. Het is vandaag een must voor kinderen om een perfect gebit te hebben en als hun ouders vermogend zijn, spenderen zij daaraan een heus fortuin. De behandeling duurt vaak meerdere jaren. Ik zou op dit ogenblik echt geen schatting durven maken van de hoeveelheid ioniserende straling die nog jonge kinderen te verwerken krijgen als zij blootstaan aan die vaak ongebreidelde 'fotosessies'. Komt daarbij dat recent onderzoek uitwijst dat kinderen extra gevoelig zijn voor röntgenstraling. De resultaten van statistisch onderzoek tonen sinds de ingebruikname van die toestelletjes door tandartsen een forse stijging van het aantal tong- en keelkankers, terwijl tevens werd aangetoond dat de kans op hersentumoren vervijfvoudigt bij het gebruik van die röntgenapparatuur in de mondholte. In feite zullen deze nieuwe kankers pas binnen enkele jaren gaan pieken, de trend is reeds gezet maar het griezelige is dat de praktijk gewoon doorgaat.
- Hebben tandartsen dan geen geweten?
OVT:
- Tja, een beetje geweten hebben ze misschien wel, zoals iedereen, maar dan ook niet teveel natuurlijk, want ze hebben ook schulden, ziet ge.
- Schulden?
OVT:
- Uiteraard. Hebt gij er een idee van hoeveel die röntgentoestelletjes voor de mondholte kosten? Dat zijn echt handenvol geld, leningen die zich uitstrekken over de hele duur van een carrière. Niemand zet zo'n toestel bij het grof huisvuil, ook niet wanneer blijkt hoe kankerverwekkend het wel is. Men zoekt dus ijverig het risico zodanig te berekenen dat het verantwoord kan worden genoemd, men past dus de normen een beetje aan, men maakt gebruik van de rekbaarheid van zekere begrippen, men laat zijn klanten als het ware kiezen tussen de pest en de cholera en als men hen daarbij een heel klein beetje stuurt, wie zal het merken? Andermaal: de resultaten van de stralen komen nog lang na het fraai schitterende gebit en hoe kon iets slecht zijn als men er zoveel heeft moeten voor betalen?
- Schulden...
OVT:
- Onderschat die factor niet, want schulden, dat is nog iets heel anders dan geldzucht. Geldzucht kan mensen aanzetten tot immorele praktijken, maar de druk van schulden kan voor nog veel meer ellende zorgen. Gij weet toch dat diegene die zich in de schuld gestoken heeft, zichzelf alras het recht toekent om gedane investeringen te doen renderen? Hij weet zich bovendien gesteund door de argumenten van de verkopers die hem tot zijn investering hebben overhaald met nota bene medische argumenten. En die berusten vaak op onderzoek waarvan het bedrieglijke karakter quasi onaantoonbaar is omdat dit meteen de wetenschap als zodanig in diskrediet kon brengen. Gij weet toch dat de wetenschap de religie is van heden en dat zij gehoorzaamheid afdwingen kan en daaraan ook haar stuurmanskunst ontleent en al haar macht? Dit middel kan men niet zomaar te grabbel gooien want dan gaat het bijgeloof weer tieren en breekt het tijdperk van de kwakzalvers aan en wie wil nu terug naar de krankzinnige middeleeuwen? Alleen al om die reden moeten medische tekortkomingen aan het oog onttrokken worden... Maar ik moet nu dringend een van mijn patiënten zien, excuses dus.
- Bent u dan zelf arts?
OVT:
- Ik beoefen momenteel de handopleggerij.
- Handopleggerij!?
OVT:
- Inderdaad. En mijn leuze is deze: baat het niet, het schaadt ook niet! Een goedendag nog!
- Hemeltje!
(J.B., 25 september 2012)