Fylacterion van een
vinger van de H. Martinus. Een
fylacterion is een amuletvormige reliekhouder. De naam is afkomstig van het
Griekse woord voor een amulet die de oosterse christenen vaak om de hals
droegen. Op de voorkant, waarvan het hele oppervlak versierd is met
filigraan in verguld goud en kleine parels, bevinden zich twaalf cabochons in
bergkristal die perkamenten certificaten bevatten. Op de achterkant bevindt
zich een voorstelling van de Heilige Maagd met kind. (vervaardigd door Hugo van
Oignies ong. 1228)
De
kruisrelikwieën in de Sainte-Croix-triptiek, voorheen in de kerkschat van de H.
Kruiskerk in Luik, tegenwoordig in het museum Grand Curtius in diezelfde stad,
zijn op een onbekend tijdstip uit de 12e-eeuwse reliekhouder verwijderd.
Datzelfde geldt ook voor het Stavelot-triptiek, oorspronkelijk in de Abdijkerk
van Stavelot, tegenwoordig onderdeel van de kunstverzameling John Pierpont
Morgan in New York, en een Maaslandse staurotheek met onbekende herkomst in het
Louvre te Parijs.
O wonderbaarlijk Kruis, aan wiens takken de schat en verlossing hing van de
gevangen mensen, door u werd de wereld verlost door het bloed van de Heer.
Wees gegroet, O Kruis, toegewijd door het lichaam van Christus, wiens
ledematen zoals kostbare juwelen, uw houten planken versierden. Door u werd de
wereld verlost door het bloed van de Heer. feest van het H. Kruis
In België worden fragmenten van het Ware Kruis bewaard onder andere
in: Brugge (OLVrouwekerk), Veurne (St-Walburgakerk), Middelburg (St-Petrus en St-Pauluskerk),
Brussel (Kathedraal van St-Michiel en St-Goedele), in de kathedraal worden ook
hosties als reliek bewaard die gebloed zouden hebben na doorsteking door Joden
(1370). De vergulde monstrans is bezet met diamanten en kristal. In de 17e eeuw
kende de cultus van het Sacrament van Mirakel een belangrijke bloeiperiode.
Hieronder
bevinden zich relikwieën uit Namen (kerkschat van Oignies, onderdeel van het Musée
provincial des anciens du Namurois), waaronder ook een relikwiehouder met
fragmenten van het ware Kruis.
Reliekhouder van de H.
Jacobus de Meerdere in de vorm van een voet.Hoewel
nadere gegevens ontbreken, kunnen we met zekerheid stellen dat zich in deze
reliekhouder een bot uit de voet van de heilige Jacobus de Meerdere bevindt.
Sprekende reliekhouders in de vorm van een lichaamsdeel waren destijds erg in
trek.
Reliekhouder van de
melk van de H. Maagd. De reliekhouder bevat galactiet (melksteen), wit
krijtpoeder afkomstig van de wanden van de zogenaamde Heilige Melkgrot bij
Bethlehem. Volgens de overlevering volstond één enkele druppel uit Marias
borst om de hele grot wit te maken. In de borst van de verfijnd geciseleerde
duif bevindt zich een grote amethist, volgens de Heilige Schrift een van de
kostbaarste edelstenen.
Zilveren reliekhouder
bezet met parels en edelstenen bevat fragmenten van het Heilig Kruis. Op de
figuratieve, geniëlleerde medaillons herkennen we de arend (attribuut van de
heilige Johannes), de heilige Nicolaas, de leeuw (attribuut van de heilige
Marcus), de os (attribuut van de heilige Lucas) en de engel (attribuut van de
heilige Mattheus). (vervaardigd door Hugo van Oignies ong. 1228)
Reliekkruis van het H.
Kruis, de relieken bevinden zich in de kruisingen van de armen. Het is een
heteroclytisch kunstwerk met drie onderscheiden elementen: het kruis zelf, de
schacht met knop waarop het is bevestigd en de voet in de vorm van een
afgeknotte piramide. De acht byzantijnse medaillons in email uit de periode van
de Comnenen (11e-12e eeuw), geven dit kruis zijn unieke aspect. Ze werden
waarschijnlijk buitgemaakt tijdens de plundering van de stad in 1204.
Reliekhouder van de
heilige rib van de H. Petrus. De rib zit in een buisje van bergkristal dat
gemonteerd is in het midden van een zilveren halve cirkel bezet met edelstenen.
(vervaardigd door Hugo van Oignies ong. 1228)
Grote torenreliekhouder
van de H. Nicolaas. De heilige Nicolaas van Myra was de patroonheilige van de
priorij van Oignies. Het is dus niet verwonderlijk dat er reliekhouders met
zijn resten zijn terug te vinden. Deze reliekhouder is de grootste van de
schat. (vervaardigd door Hugo van Oignies ong. 1260)
Kleine reliekhouders
van de H. Nicolaas. Deze door Hugo ontworpen reliekhouder bestaat uit een
zeshoekig buisje in bergkristal in zilveren zetting en deksel bekroond met een
Gekruisigde Christus (van latere datum). De knop van deze reliekhouder is
versierd met draken, wat erop wijst dat Hugo kennis had van een bestiarium. Een
kleine reliek van het Heilig Bloed zit gevat in een gouden Byzantijnse doos en
werd later in het buisje van bergkristal geplaatst. (vervaardigd door Hugo van
Oignies ong 1230)
Dit eerder gestandaardiseerde
object uit het atelier van Oignies bevat een reliek van de heilige Joris.
het patriarchaalkruis, het borstkruis van
St-Servaas en relieken van het H. Kruis in de schatkamers van de OLVrouwebasiliek
en de St-Servaasbasiliek in Maastricht
Noodkist
Noodkist
is de populaire benaming van het reliekschrijn van Sint-Servaas, dat zich in de
schatkamer van de St-Servaasbasiliek in Maastricht bevindt. De naam Noodkist
dankt het schrijn aan het gebruik om de kost met relieken van de patroonheilige
van Maastricht in tijden van nood in processie door de stad te dragen.
Borstkruis
Het
kruis is 16,2 cm hoog en 11,2 cm breed. Het bestaat uit een houten
kern, die aan de voorkant met dunne goudplaat is beslagen, aan de achterkant
met zilverplaat. Op de voorkant is een corpus van ivoor van ivoor bevestigd. Op
de achterkant van het kruis is de volgende tekst in de zilverbeplating
ingegraveerd: + SUB HA/C CRUCE CONTI/NENTUR RELI/QUIE/ DE LIGNO D(OMI)NI/ DE
SEPULCHRO D(OMI)NI DE/.../...A S(ANCTI) LAURENTII S(ANCTI) FELICIS
EP(ISCOP)I/S(ANCTI) PAULINIEP(ISCOP)I [S](ANCTI) COR/NELII PAPE S(AN)C(T)I/PAULINI
DIA(CONI). In dit kruis worden de relieken bewaard van het Kruishout des
Heren, van het graf des Heren, van ... van Sint Laurentius, van Sint Felix,
bisschop, van Paulus, bisschop, van de heilige Cornelius, paus, en van de
heilige Paulinus, diaken.
In
1906 werd het kruis voor het eerst opengemaakt en de sinds de 11e eeuw
ongeschonden inhoud onderzocht. Het kruis bevatte drie sterk samengeperste
pakketjes, gewikkeld in stukjes antieke oosterse stof. Daarin bevonden zich relieken
en strookjes perkament met daarop een beschrijving van de relikwie. Deze
beschrijving komt overeen met de tekst op de achterkant van het kruis. De
belangrijkste reliek is een stukje van het Heilig Kruis.
Patriarchaalkruis
Het
patriarchaalkruis van de St-Servaasbasiliek
in Maastricht, ook wel dubbelkruis
of reliekenkruis genoemd, is een
reliekhouder of staurotheek in de vorm van een patriarchaal kruis, die relikwieën
van het Heilig Kruis bevat. Het kostbare voorwerp van verguld zilver bevindt
zich in de schatkamer van de St-Servaasbasiliek in Maastricht.
het reliek van het Heilig Kruis in Dordrecht
relieken van het Heilig Bloed in Boxtel en
Boxmeer.
Relieken die te maken hebben met heiligen
De gordel van Maria, het Lambertuskleed en
andere relieken in de schatkamer van de OLVrouwebasiliek in Maastricht
relieken van de heilige Servaas, een armbot
van de apostel Thomas en andere relieken in de schatkamer van de
St-Servaasbasiliek in Maastricht
De Thomasarm, ook wel armreliekhouder van Sint-Thomas, is
een zilveren reliekhouder in de vorm van een arm die zich in de schatkamer van
de St-Servaasbasiliek te Maastricht, bevindt. De 71 cm hoge reliekhouder bevat
volgens de traditie één of meerdere armbotten van de apostel Thomas.Het relikwie, een bot van de rechterarm van de
apostel Thomas, is gevat in een 31,5 cm lange cilinder van bergkristal. De
cilinder is gevat in zilverwerk en wordt afgesloten door een torenbekroning.
Opvallend is dat alleen het bovenste 2/3 deel van de cilinder is gevuld. Of er
ook hand- en vingerbotjes bewaard zijn gebleven, is niet duidelijk, hoewel de
overlevering altijd benadrukte dat het hier ging om dezelfde hand die de
ongelovige Thomas in de zijdewond van Christus legde. Arm-, hand- of
vingerrelikwieën van Sint-Thomas zijn geenszins uniek; ze zijn onder andere te
vinden in Rome (Santa Croce), Bari (Basiliek van San Nicola), Bologna (Basiliek
van San Domenico), Parijs (Abdijker van Saint-Denis) en de kathedralen van
Chartres en Soissons.
de hamer van St-Maarten en de kelk van Lebuϊnus
in het Museum Catharijneconvent in Utrecht
De
Hamer van Sint-Maarten is een prehistorische
groen granieten kop van een strijdbijl uit circa 1000 v. Chr, die in de 13e
eeuw werd gekerstend door hem van een steel te voorzien met grotendeels een
vatting van bewerkt zilver. De Hamer van Sint-Maarten werd een reliek en maakte
eeuwenlang deel uit van de Utrechtse Domschat, waarin hij in een
inventarislijst uit 1498 en 1571 "maleus beati Martini" werd genoemd.
In de zilveren vatting van de bisschopshamer werd destijds een Latijnse
inscriptie aangebracht met de tekst; "Ydola vanarunt Martini cesa
securi nemo deos credat qui sic fuerant ruicuri". "De
afgodsbeelden storten neer, getroffen door de bijl van Sint-Maarten. Laat
niemand geloven dat zij goden zijn, die zo gemakkelijk neerstorten." In
een legende werd verhaald dat de bijl van Martinus van Tours (Sint-Maarten) was
geweest en dat hij daarmee de duivel had geslagen. In een andere legende had
hij deze bijl gebruikt om de heidense tempels en afgodsbeelden mee te
verwoesten. Sulpicius Severus heeft in circa 400 een hagiografie over Martinus
van Tours geschreven. Hierin staat onder meer beschreven hoe hij op
verschillende plaatsen vele tempels, altaren en afbeeldingen vernielde. Er is
nog een andere legende dat met deze bijl Bonifatius bij Dokkum zou zijn gedood.
het schedeldak van Bonifatius in Dokkum
relieken van Amelberga van Susteren,
Gregorius van Utrecht, Alberik I van Utrecht, koning Zwentibold en koningin
Oda van Saksen in de schatkamer van de Sint-Amelbergabasiliek in Susteren
relieken van Werenfridus in Elst, grotendeels
vernietigd
relieken van Adelbert van Egmond in het
altaar van de Sint-Adelbertabdij te Egmond-Binnen
relieken van de heilige Lidwina in Schiedam
reliekschrijn van
de H. Lidwina van Schiedam
relieken van de heilige Thomas van Kempen in
Zwolle, de onderkaak met een paar tanden van Thomas van Kempen ligt in de
Abdij van Solesmes
hoofd en andere
relieken van Thomas van Kempen bewaard in deze houder
relieken van
Thomas van Kempen
relieken van de H. Martelaren van Gorcum in
Den Briel
relieken van Petrus Canisius in Nijmegen
Een
relikwie van de heilige (fragmenten van een wervel en zijn schoenen), wordt
bewaard in de Petrus Canisiuskerk aan de Molenstraat in Nijmegen
Boodschap aan de gebedsgroep van Beatrice 19/3/2020
Evelette, 19 maart 2020
Woorden van de Heer voor het coronavirus
Lieve kinderen,
Het is voor het goede dat Ik kracht geef zodat het kwaad aan het licht komt en
er wederzijdse hulp ontstaat. Jullie waren steeds verder verwijderd van degenen
Ik bij jullie heb geplaatst en zo dicht bij degenen die je niet kent of die ver
van huis zijn.
Ik kom terug om jullie tot
herwaardering te brengen van wat er zich dicht bij jullie bevindt, zodat jullie
de waarde opnieuw kennen van degenen die er zijn en die zich in jullie
nabijheid bevinden.
Jullie zoeken steeds meer
het verre avontuur en zo weinig naar hetgeen dat kan beleefd worden in het
gezin, in de buurt of bij jullie.
Je bent steeds meer op
zoek naar het verre avontuur en beleven zo weinig bij je gezin en familie, bij
jullie in de buurt.
Misschien leer je je buren, je familie en je collega's beter te begroeten.
Leer opnieuw te kijken wat de natuur doet, het gaven van anderen ...
Leer weer leven en niet meer altijd rennen.
Bedankt om Mij te volgen. Ik steun jullie. Ik blijf bij jullie. Twijfel er niet
aan.
De
Heilige Sandalen van Christus bevinden zich in de St-Salvatorbasiliek van Prüm.
H. Gordel van Jezus:
Dom van
Aken
Relieken die te maken hebben met de H. Maagd Maria
Kleed van de Maagd Maria
Het Kleed van de Maagd Maria (Latijn: Sancta Camisia of Frans: Le
Voile de la Vierge) is de beroemdste reliek van de kathedraal van Chartres. Het
doek lag aan de oorsprong van de grote Mariabedevaarten naar Chartres.
Het gaat om een kleed (eigenlijk
een zijden sluier) dat, volgens een eeuwenoude traditie, zou gedragen zijn door
de Heilige Maagd Maria toen zij onder het kruis van haar stervende zoon Jezus
stond.
Volgens een andere traditie zou
Maria het kleed gedragen hebben tijdens de annunciatie, of ook nog tijdens de
geboorte van Christus. De Byzantijnse kroniekschrijver Nicéphorus Calixtus
(circa 1256-1335) schreef in zijn 'Geschiedenis van de Kerk' dat Maria het
kleed droeg 'gedurende de tijd dat ze God droeg in haar kuise ingewanden'.
Volgens de overlevering zou
Maria, op haar sterfbed, het kleed geschonken hebben aan een vriendin.
Het Kleed van Maria in Chartres
is niet het enige. Zo bezit de Dom van Aken een exemplaar, dat met andere
textiele relieken is opgeborgen in het Marienschrein, een beroemd reliekschrijn.
Een ander kleed van Maria (en haar gordel) bevindt zich in de kathedraal van Zoegdidi,
Georgië.
Gordel van Maria:
Gordel van Maria te Maastricht
De gordel van Maria is een relikwie dat bestaat uit de vermeende
gordel of riem van de H. Maagd Maria. Verschillende kerken claimen het voorwerp
of een deel ervan in bezit te hebben, waaronder de OLVrouwbasiliek in
Maastricht. De kern van de huidige reliekhouder is veertiende-eeuws en bevindt
zich in een laat-negentiende-eeuws reliekschrijn.
Gordel van Maria in de Dom van Aken
In de schatkamer van de Dom van
Aken zou de andere helft van de 'Maastrichtse' gordel van Maria bewaard worden.
Deze bevindt zich in een verguld zilveren reliekenmonstrans, die omstreeks 1360
in Praag tot stand kwam. De zeer rijke Akense schatkamer bezit overigens ook de
gordel van Jezus (bewaard in een soortgelijke reliekenmonstrans) en het kleed
van Maria (bewaard in het 'Marienschrein').
17e-eeuwse reliekhouder van de
gordel van Maria in de Dom van Prato
De beroemdste gordel van Maria
is wellicht die in de Dom van Prato (Italië), die volgens de legende was
meegenomen door een kruisvaarder uit Jeruzalem. Deze wordt in een speciale
kapel in de dom bewaard en vijf maal per jaar vanaf een buitenkansel aan de
pelgrims getoond.
In Frankrijk claimt de
kathedraal van Le Puy de gordel van Maria te bezitten. In Spanje meent de
kathedraal van Tortosa de 'echte' gordel van Maria in bezit te hebben. Ook zou
er een deel van Maria's gordel zich in de kathedraal van Zoegdidi, Georgië
bevinden.
Huwelijksring van Maria door Jozef aan haar vinger
geschoven:
Vermeende huwelijksring van Maria
in de Kathedraal van San Lorenzo te Perugia in Italië
Anna Katarina Emmerick over de
ring: Ik zag de
trouwring van de Heilige Maagd; het is noch van zilver, noch van goud, noch van
enig ander metaal; het is donker van kleur en regenboogkleurig; het is geen
dunne smalle ring, maar eerder dik en minstens een vinger breed. Ik zag het
glad en toch alsof het bedekt was met kleine driehoekjes waarin letters
stonden. Aan de binnenkant zat een vlak oppervlak. De ring is gegraveerd met
iets. Ik zag het achter veel sloten in een prachtige kerk. Vrome mensen die op
het punt staan te trouwen, nemen hun trouwringen om hem aan te raken.
Relieken van
heiligen
De gebeenten van de H. Apostelen Petrus en
Paulus in Rome
Het lichaam van de H. Bernadette van Lourdes
in Nevers
De relieken van de H. Theresia van Lisieux in
Lisieux
het gebeente van de H. Hildegard van Bingen
in Eibingen
de relikwieën van de Drie Koningen in Keulen
Relikwieën in België
Relieken die te maken hebben met Christus zelf
Reliek van het H. Bloed te Brugge in de H.
Bloedbasiliek in Brugge
Relieken van het H. Kruis in onder andere Luik
en Stavelot
Relieken die te maken hebben met heiligen
vermeende relieken van Maria in de
OLV-kathedraal in Doornik in een reliekschrijn
relieken van de heilige Donatius in de St-Salvatorskathedraal
in Brugge (voorheen in de St-Donaaskathedraal)
relieken van de heiligen Bavo en Livinus in
de St-Baafskathedraal in Gent
relieken van de heilige apostel Paulus in de
St-Pauluskerk te Opwijk
relieken van het H. Sacrament en van de martelaren
van Gorkum in de Kathedraal van St-Michiel en St-Goedele in Brussel
114 relieken van de metgezellen van de
heilige Ursula in de St-Quitinuskathedraal in Hasselt (voorheen in de abdij
van Herkenrode)
relieken van de HH. Harlindis en Relindis in
de schatkamer van de St-Catharinakerk in Maaseik
relieken van de H. Hadelinus in de
St-Martinuskerk in Wezet
relieken van de HH. Domitianus en Meingold in
de OLV-kerk in Hoei
relieken van de H. Remaclus in de
St-Sebastiaanskerk in Stavelot
relieken van de H. Hubertus in de Basiliek
van St-Hubertus in Saint Hubert
relieken van de H. Waldetrudis in de
St-Waltrudiskerk in Bergen
relieken van de H. Gertrudis in de
St-Gertrudiskerk in Nijvel
Notre Dame te Parijs stuk van het ware Kruis van Jezus en twee nagels
van de Kruisiging van Christus. Het was eens van Anna Gonzaga, een Paltsgravin
en werd aan het klooster van St-Germain-des-Pres gegeven in Parijs. Dit
klooster werd verwoest in de Franse Revolutie, en de relieken zijn nu in de
Notre Dame Kathedraal.
Er zijn over de hele wereld
fragmenten van het ware H. Kruis te vinden. (of instanties die claimen dit te
hebben)
H. Doornenkroon :
Doornenkroon in de Notre Dame
Kathedraal
Veel andere kerken claimen de
doornenkroon of een deel ervan te bezitten. In Maastricht zouden zich twee
doornen uit de kroon in separate reliekhouders in de schatkamer van de
OLVrouwekerk bevinden. Ook in de Wenceslaskroon in Praag zou een doorn uit de
doornenkroon zijn verwerkt.Er worden ook
twee doornen in de basiliek Santa Croce in Rome bewaard.
H. Bloed van Christus :
H. Bloed in Brugge
Gestold bloed in een flesje
vervaardigd uit bergkristal of in een loden doosje. Het bloed zou uit de wonden
van Jezus opgevangen zijn. In die tijd was het gebruikelijk dat mensen bloed
van martelaren verzamelden. Een andere plaats waar het H. Bloed is verzameld
zou de abdijkerk van Fécamp (Fr) zijn.
H. Graal :
Officieel staat de H. Graal in
Valencia
Avondmaal uit gedronken zou
hebben, staat volgens Spaanse onderzoekers Margarita Torres en José Manuel
Ortega del Rio al duizend jaar in de basiliek van San Isidro in het Spaanse
León.
H. Lans :
De Heilige Lans in Wenen is een van de relieken waarvan gedacht werd
dat het de lans van Longinus zou kunnen zijn, de soldaat die de zijde van Jezus
doorboorde toen die was gestorven aan het Kruis..
De speer, die tegenwoordig in de
Schatkamer in de Hofburg (Wenen) bij de regalia van de Habsburgse dubbelmonarchie
wordt bewaard, bestaat uit verschillende lagen en elementen waarvan de basis een
van de spijkers waarmee Christus aan het kruis werd genageld zou zijn. Uit
onderzoek is gebleken dat de spijker uit het juiste tijdperk stamt en dus in
ieder geval authentiek zou kunnen zijn. Om de spijker heen zijn elementen van
latere tijden toegevoegd. Op de speer bevindt zich een inscriptie, waaruit
blijkt erop dat hij van Mauritius is. Deze inscriptie heeft een ander licht op
de zaak geworpen. Een verklaring zou kunnen zijn dat het hier om
reliekenverwisseling gaat. De lans zou een authentiek reliek zijn, maar van een
andere heilige: Mauritius van Agaunum, een soldaat in het Thebaanse Legioen
(dit was een grote groep soldaten die zich tot het christendom bekeerde ten
tijde van de vervolging door de Romeinen, en allemaal de marteldood vonden). De
lans zou dan later met opzet of per ongeluk tot Longinuslans gepromoveerd zijn.
Andere plaatsen die een H. Lans claimen: Rome, Parijs (verdwenen tijdens de
Franse Revolutie), Ejmiatsin (Armenië), Krakau, Aachen.
Lijkwade van Turijn :
De lijkwade van Turijn is 4,36
meter bij 1,10 meter. Op de lijkwade is een inprenting te zien van de voor- en
achterkant van een naakte man, die zijn handen gekruist houdt boven zijn kruis.
De man is gespierd, heeft een baard en een snor en lang haar. Hij heeft een
lengte van zeker 1,75 meter. Afgaande op enkele plekken op de lijkwade, die
bloedvlekken zijn, toont het lichaam van de man verschillende wonden op:
(ten minste) één pols. Deze wond lijkt te zijn
veroorzaakt door een doorboring. De andere pols is niet zichtbaar, doordat
deze zich tussen de bovenste pols en het lichaam bevindt;
de zijde. Deze wond lijkt te zijn veroorzaakt
door een doorboring;
de schedel;
de rug en de benen. Deze wonden lijken te zijn
veroorzaakt door geseling.
Energie bij de opstanding: Veel
mensen die geloven in de echtheid van de lijkwade geloven dat de afbeelding
ontstaan is door de energie die vrijkwam op het moment van de opstanding van
Jezus. Zij ondersteunen hun theorie onder meer door te wijzen op in 1992
ontdekte röntgenachtige afbeeldingen van tanden en vingerkootjes. Ook wordt
verwezen naar afdrukken die gevonden zijn in en rondom Hiroshima na ontploffing
van de atoombom. Door de grote hoeveelheid energie die bij deze ontploffing
vrijkwam, zijn sommige schaduwen op de weg of op muren 'gebrand'. Een dergelijk
proces zou dan een verklaring kunnen zijn voor de afdruk op de lijkwade. Enkele
onderzoekers betogen dat de afbeelding alleen nagemaakt kan worden door middel
van laserlicht, een technologie die in de Middeleeuwen nog onbekend was.
H. Tuniek van Trier:
De Heilige Tuniek (Duits: Heiliger Rock) is het vermeende
naadloze onderkleed (tunica) van Jezus, dat hij volgens de christelijke
traditie droeg vóórdat hij gekruisigd werd. De bekendste versie van het
tweedegraads relikwie, waarvan de echtheid omstreden is, wordt bewaard in de Dom
van Trier, hoewel ook andere plaatsen claimen het kledingstuk in bezit te
hebben.
Het naadloze onderkleed van
Jezus, de Tunika Christi, werd volgens het Johannesevangelie niet verdeeld,
maar door de aanwezige Romeinse soldaten verloot:
Toen dan de soldaten Jezus gekruisigd hadden,
namen zij zijn klederen en maakten daarvan vier delen, voor iedere soldaat één
deel, en zijn onderkleed. Dit kleed nu was zonder naad, aan één stuk geweven.
Zij zeiden dan tot elkander: Laten wij dit niet scheuren, maar erom loten, voor
wie het zijn zal; zodat het schriftwoord vervuld werd: Zij hebben mijn klederen
onder elkander verdeeld en over mijn kleding hebben zij het lot geworpen. Dit
hebben dan de soldaten gedaan.(Johannes 19, vers 23-24)
Het naadloos, niet uit
verschillende onderdelen samengesteld zijn van de tuniek maakt het tot een
symbool van het onverdeelde christendom. Bij de bedevaart van 1959 te Trier
werd het volgende gebed geïntroduceerd, dat geïnspireerd is door de gedachte
dat de Heilige Tuniek een symbool van de eenheid der christenen is:
Jezus Christus, Heiland en verlosser, Heb
medelijden met ons en met de hele wereld. Gedenk uw christenen en breng tezamen
wat verdeeld is.
Momenteel stelt de Kerk dat de
echtheidsvraag niet bepalend is, maar het feit dat de Heilige Tuniek een
zinnebeeld van Jezus Christus is. De verering ervan geldt net zoals bij het H.
Kruis en andere relieken van Jezus niet het voorwerp als zodanig, maar het
erachter staande oorspronkelijke beeld van Christus.
Anderen die claimen de tunica te
bezitten: Argenteuil (Frankrijk), Germia (Turkije) en Safed bij het Meer van
Tiberias (Israël).
Nagels van Jezus op het Kruis:
Van de nagels die in de handen
van Jezus zijn geslagen, zijn er minstens dertig in omloop. Opmerkelijk: dit
jaar nog beweerde de Israëlische regisseur en onderzoeker Simcha Jacobovici dat
hij de enige echte nagels had gevonden in het graf van de joodse hogepriester
Kajafas.
Volgens het Nieuwe Testament was
Kajafas de voorzitter van het gerechtshof toen Jezus berecht werd. Er zijn
nagels te vinden in de kathedraal van Trier en kathedraal van Monza.
kathedraal van Trier
De Heilige Spons:
Aan het kruis krijgt Jezus azijn aangereikt met een rietstok met een natte
spons op. Minstens acht kerken beweren dat ze een stukje spons hebben, o.a. de
basilieken Santa Croce, Maria Maggiore en Santa Maria in Rome.
Zweetdoek van Oviedo:
De zweetdoek van Oviedo is een relikwie dat bewaard wordt in de Spaanse
stad Oviedo. Van de zweetdoek wordt verteld dat deze gebruikt is om het hoofd
van Jezus te bedekken na zijn dood aan het kruis. De zweetdoek van Oviedo meet
84 x 53 cm. In de zweetdoek is geen menselijk gelaat te herkennen, maar zeker
is dat de zweetdoek menselijke bloedvlekken en andere lichaamsstoffen bevat. Op
de zweetdoek zijn verschillende vlekken zichtbaar.
Zweetdoek van de H. Veronica:
Het Heilige gelaat van Manopello is een afbeelding van een gezicht
waarvan wordt geloofd dat het het gelaat van Jezus Christus is, die wordt
bewaard in een basiliek bij het Italiaanse dorpje Manoppello. De afbeelding is
gemaakt op een doek van byssus, ook wel mosselzijde genoemd, een ragfijn
weefsel gemaakt van de ankerdraad van mosselen. Het doek is zo dun dat de
afbeelding zowel aan de voor- als de achterzijde bekeken kan worden. Het doek
wordt vaak vereenzelvigd met de zweetdoek van de H. Veronica, waarbij men ervan
uitgaat dat de doek die in Rome wordt bewaard een vervalsing is, ingesteld
nadat de echte doek naar Manoppello was overgebracht. Een andere theorie stelt,
dat het Heilige gelaat de doek is die over het gezicht van Jezus was geplaatst
toen hij in het graf lag.
Kleed van Edessa :
Het Kleed van Edessa of Mandylion
was een relikwie waarop het gezicht van Jezus te zien zou zijn.Volgens de legende, die later werd opgeschreven
door Eusebius van Caesarea (circa 263-circa 339), had de invalide koning van
Edessa, Abgar V van Osrhoene die leefde van 13 tot 50 na Christus, Jezus
geschreven hem te genezen. In plaats van Jezus zou de apostel Judas Thaddeüs gekomen
zijn, die een kleed droeg met daarop een afbeelding van het gezicht van Jezus.
Toen de koning het gezicht van Jezus zag, werd hij op miraculeuze wijze
genezen.
De duivel bij de menswording van Jezus door Maria - deel 9
De duivel bij de menswording van Jezus door Maria
De Allerheiligste
Maria doorziet de bedoelingen van de duivel tot vervolging van de Kerk. Zij
roept de goddelijke bijstand in, voor de troon van de Allerhoogste in de Hemel.
Toen
Lucifer en de helse opperhoofden na de bekering van de H. Paulus vergaderen
over de wraak die zij zouden uitoefenen op de allerheiligste Maria en de
kinderen van de Kerk, zoals in het laatste hoofdstuk beschreven werd, waren zij
niet op de hoogte van het feit, dat de kennis van deze grote Koningin en
Meesteres van de wereld de meest duistere en diepte hellekrochten doordrong en
zich uitstrekte over de verborgen geheimen van hun kwalijke raadsvergaderingen.
De bloeddorstige draken waren daardoor misleid en achtten hun overwinning en de
volledige uitvoering van hun samenzwering tegen Haar en de leerlingen van Haar
Zoon al bijna zeker. Maar vanuit Haar toevluchtsoord kende ge gezegende Moeder
met de helderheid van Haar hemels inzicht al hun besluiten en begreep Zij alle
complotten van deze vijanden van het licht. Zij doorzag al hun doelstellingen
en de middelen, die zij zouden gebruiken; hun woede tegen God en tegen Haar en
hun dodelijke haat tegen de Apostelen en de rest van de gelovigen. Hoewel de
zeer voorzichtige Vrouwe wel wist, dat de duivels niets konden uitrichten
zonder verlof van de Heer, wist Zij ook dat dit gevecht in het sterfelijk leven
niet vermeden kon worden en aangezien Zij de zwakte van de mensen kende en hun
algemeen verbreide onkunde van de duivelse geslepenheid en de op hun ondergang
gerichte boosaardigheid, werd Zij vervuld met grote zorg en smart over dit
eensgezinde besluit van deze afgunstige vijanden voor de vernietiging van de
gelovigen.
Buiten
deze kennis en de naastenliefde, die rechtstreeks van de Heer afstraalde, was
Zij begiftigd met een ander soort nimmer aflatende activiteit, gelijk aan die
van de Godheid, die voortduurt als één zuivere handeling, zonder onderbrekingen.
De zeer actieve Moeder werd zonder ophouden bewogen door Haar liefde en zorg
voor de glorie van de Allerhoogste en de troost en bescherming van Haar
kinderen. Tegelijkertijd overwoog Ze in Haar allerzuiverste Hart de bovenaardse
mysteries, het verleden met het tegenwoordige en beiden met de toekomst
vergelijkende en voor deze laatste alles met meer dan menselijke discretie en
overleg. Haar allervurigste wens om allen te redden en Haar moederlijk
medelijden voor hun zwoegen en gevaren bracht Haar ertoe, al hun bezoekingen en
gevaren als de Hare te beschouwen en in zo verre het Haar liefde betrof zou
Zij, indien dit mogelijk was, deze kwellingen graag gedragen hebben, terwijl de
rest van de volgelingen van Christus in de Kerk zou kunnen blijven werken,
zonder enige hindernis te ondervinden, in vreugdevolle vrede, genade en het
eeuwig leven voor henzelf verdienend en aan Haar alleen alle smarten en
bezoekingen overlatend. Hoewel dit niet mogelijk was in de rechtvaardige
voorzienigheid van God, staan wij toch in de schuld bij de allerheiligste Maria
voor dit uitzonderlijke en schone teken van liefde. Het komt veel voor dat Haar
zorgzame, rusteloze liefde voor ons grote weldaden verdient, die de Almachtige
verleent om aan Haar smachtend verlangen naar onze redding te voldoen.
Zij
wist bij deze gelegenheid niet wat de bijzonderheden waren van de
beraadslagingen van de helse vijanden, want Zij had slechts in het algemeen
begrepen, dat hun woede op speciale wijze tegen Haar gericht was. De goddelijke
Voorzienigheid verborg enige van hun plannen voor Haar, opdat Haar triomf, die
Zij over de hel zou behalen, later des te rijker vaan glorie zou zijn. Het was
ook niet nodig Haar voor te bereiden op bekoringen en vervolgingen, zoals dit
was toegestaan aan andere gelovigen, die Zij ver overtrof in Haar
geestesinstelling en over wier bezoekingen en bekoringen Zij duidelijke kennis
bezat. Overeenkomstig Haar gewoonte in alle dingen nam Zij Haar toevlucht tot
het gebed. Zij vroeg aan God raad voor de gelovigen in navolging van het
voorbeeld en de leer van de Her. Tot dit doel trok Zij zich terug; viel met
bewonderenswaardige eerbied en liefde neer op de grond en sprak Hem als volgt
toe:
Allerhoogste
Heer en eeuwige God, heilig en onbegrijpelijk, zie hier voor U Uw nederige
dienares en laag wormpje van de aarde, die Haar smekingen tot U, eeuwige Vader,
door Uw Eniggeboren Zoon en Mijn Heer Jezus Christus, tot U richt. Versmaad
Mijn smekingen en zuchten niet; zij worden U aangeboden vanuit de diepste
diepten van Mijn ziel en zijn gericht op Uw oneindig grote liefde, verenigd met
dat, wat uit de oven van Uw eigen liefde aan Uw slavin door U werd geschonken.
In de naam van Uw H. Kerk, van Uw Apostelen en Uw trouwe dienaren, bied Ik U
aan, O Heer, het offer van het Lijden en de Dood van Uw Eniggeborene; dat van
Zijn sacramenteel Lichaam, de meest aanvaardbare smekingen en gebeden, die Hij
U opdroeg gedurende de periode van Zijn sterfelijk en vergankelijk leven; de
liefde die Hij opbracht voor de Verlossing, door het vlees aan te nemen in Mijn
schoot, Zijn besloten-zijn daarin en Zijn voeding aan Mijn borst, dit alles
bied Ik U aan om toestemming te verkrijgen, U te vragen om dat wat Gij in de
wens van Mijn hart kunt lezen.
15/3/2020 Maria : Geliefde kinderen van Mijn Onbevlekt Hart: Ik zegen
jullie op dit moment waarin de mensheid Mijn Zoon nodig heeft om zich te wijden
aan zijn bekering. Vandaag, nog meer dan in andere tijden, wordt de mensheid overspoeld
door een moment van duisternis waar chaos heerst.
DE DUISTERNIS HEEFT EEN GROOT
DEEL VAN DE MENSELIJKE HANDELINGEN EN GEDRAG OVERGENOMEN.
Jullie zijn getuige hoe op een ogenblik alles kan
veranderen voor de mensheid; JULLIE VERHEERLIJKEN DE KONING DER KONINGEN EN DE
HEER DER HEREN NIET (zie Openb 19:16; 1 Tim 6:15), maar ik zie dat de meeste
landen aan hun lot zijn overgelaten als ze geconfronteerd worden met een
pandemie.
DAAROM ROEP IK DE HELE MENSHEID OP TE BIDDEN, EN DE ALLERHEILIGSTE
DRIE-EENHEID TE VERZOEKEN DAT HET VIRUS WORDT GESTOPT IN HUN HEILIGE WIL.
IK ROEP
DE HELE MENSHEID OP TE BIDDEN OP DONDERDAG, 19 MAART OM 3 UUR IN DE NAMIDDAG IN
ELK LAND, HET GEBED DAT MIJN ZOON JULLIE GELEERD HEEFT (Het Onze Vader), ALS
EEN OFFER DAT AANGENAAM IS VOOR DE EEUWIGE VADER, BID HET 3 KEER TRAAG EN
VANUIT HET HART.
Het is noodzakelijk dat de mensheid zich richt tot de
Allerheiligste Drie-eenheid om Goddelijke Barmhartigheid te verkrijgen om deze
pandemie te milderen, en Ik nodig jullie uit, samen in gebed,GEWIJDE OLIE TE PLAATSEN EN ALS JE DE
OLIE VAN DE BARMHARTIGE SAMARITAAN HEBT, EEN DRUPPEL VAN DEZE OLIE IN DE
GEWIJDE OLIE TE DOEN EN DE DEURSTIJL VAN DE VOORDEUR EN ACHTERDEUR VAN JULLIE
WONING TE VOORZIEN VAN DEZE OLIE, EVENALS IN STAAT VAN GENADE TE BLIJVEN, WAT
ESSENTIEEL IS IN DEZE TIJD.
Geliefde kinderen van Mijn Onbevlekt Hart, als jullie
kijken naar de menselijke handelingen en het gedrag van de mens met spirituele
ogen, zullen jullie zien hoe, door menselijke wil, jullie zijn veranderd van
kinderen van God te zijn naar te leven als vijanden van God, die ernstige
ketterijen plegen, waarvoor jullie de gal van pijn zullen ervaren die aan God
is veroorzaakt.
Geliefde kinderen, wat heb Ik jullie opgeroepen tot
bekering, en toch hebben jullie niet gereageerd! Er zijn zoveel WITGEKALKTE
GRAVEN (Mt 23:27-32) DIE IN DE KERK VAN MIJN ZOON LEVEN, DIE DE HET OVERGROTE
DEEL VAN MIJN ZOONS VOLK HEBBEN BESMET METHUN GEESTELIJKE BLINDHEID, EN DE WAARHEID VAN MIJN ZOONS OPROEP HEBBEN
BEGRAVEN ZODAT ZIJN VOLK NIET HEILIG ZOU ZIJN ZOALS HET ZOU MOETEN. (ZIE 1 Petr
1:16) Omwille van deze reden heeft de mens hetgeen wat er over hem komt, in de
hand gewerkt, en hetgeen komt zal hem op zijn knieën brengen. Wat blijft er nog
veel over dat jullie moeten doormaken, temidden van grote verschrikkingen en
lijden! Dit is de Pijn van Mijn Zoon: het lijden van Zijn Kinderen!
Geliefde kinderen van Mijn Onbevlekt Hart, dit zou voor
jullie de tijd moeten zijn om jezelf innerlijk te onderzoeken, om jullie werken
en daden te overwegen, en ook de weg en inspanning dat zuivering en bekering
inhouden. HET IS TIJD DAT JULLIE JE GEESTELIJK VERHEFFEN. Ofwel zullen jullie
er nu in slagen dit te doen, of anders zal het lijden groter worden als jullie
langer wachten.
ALS MOEDER WIL IK JULLIE LEIDEN OP DE VEILIGE WEG, OF
JULLIE MIJ TOELATEN DIT TE DOEN HANGT VAN ELK VAN JULLIE AF.
Geliefde kinderen van Mijn Onbevlekt Hart, deze generatie
is niet verschillend van de vorige die de Goddelijke Oproepen ook niet hoorden,
tot ze geconfronteerd werden met een moment dat ze nooit hadden verwacht.
Onze geliefde Engel van Vrede blijft in gebed voor de Troon
van de Drie-eenheid, en wacht op het Goddelijk Bevel om de harten in beroering
te brengen, om degenen die slapen wakker te schudden, om degenen te beschermen
die verworpen worden maar die het Geloof niet hebben verloren, om degenen bij
te staan die weten dat de Goddelijke Barmhartigheid bemint en vergeeft,
vergeeft en bemint, en die terugkeren naar Mijn Zoon.
Bid dat de tijd zou verkort worden en dat de gebeurtenissen
kort zouden zijn.
Geliefde kinderen, het werelds leven neemt jullie gevangen:
het leven dat toegewijd is aan de Allerheiligste Drie-eenheid bevrijdt jullie.
Bid Mijn kinderen, bid voor Mexico, het beven van de aarde
zal geen uitstel kennen.
Bid Mijn kinderen, bid dat alle mensen gehoor zouden geven
aan de Goddelijke Oproepen en dat het lijden dat nog volgt zou verminderd
worden.
Bid Mijn kinderen, bid. De Kerk van Mijn Zoon als
instelling zal de mensheid verbazen; het Geloof zal nog verder afnemen.
Bid Mijn kinderen, bid dat Mijn kinderen niet ten
prooi vallen aan angst, wetende dat de economie de mensheid aan het wankelen
brengt.
Geliefde kinderen van Mijn Onbevlekt Hart, geef gehoor aan de
Oproepen die de Allerheiligste Drie-eenheid jullie toelaat te ontvangen.
Wees broederlijk: blijf niet gehecht aan zonde.
Blijf deze Vastenperiode zonder angst, maar in
boetedoening. Beledig het Goddelijke Hart niet van Mijn Zoon, LEEF ALS WAS HET
DE LAATSTE DAG VAN JE LEVEN.
WEES NIET BANG!
BEN IK NIET HIER, IK DIE JULLIE MOEDER BEN?
Ik
zegen jullie.
Moeder
Maria
3 X WEES GEGROET MARIA ZONDER ZONDE ONTVANGEN,
ZONDER ZONDE ONTVANGEN
Luz de Maria
Broeders en zusters:
Onze Moeder, als de
zegevierende 'Koningin en Moeder van de Eindtijd', zet ons aan tot definitieve
bekering.
Hoeveel voorspelde
gebeurtenissen zijn in een stroomversnelling geraakt met de opkomst van dit
virus dat ons jaren van tevoren werd geopenbaard!
We moeten waakzaam blijven
en niet in paniek raken; hoewel dit virus zeer besmettelijk is, zullen anderen
na deze eerste komen, die een groot aantal dodelijke slachtoffers zal maken bij
de mensheid.
Gezien het panorama van
wat ik heb ontvangen, zie ik dit virus als het virus dat het grote gordijn
achter zich trekt waarachter andere dodelijke ziekten komen die echte
pandemieën zullen worden vanwege hun sterftecijfer.
We moeten niet geloven dat
wat door de Hemel is aangekondigd hier eindigt: wat door de Hemel is
aangekondigd, begint hier.
Laten we daarom bidden,
laten we bidden in eenheid, zodat het minste aantal zielen verloren gaat en we
niet bezwijken, zelfs niet als ons schild wordt doorboord door de aanvallen die
op ons afkomen.
We hebben een MOEDER DIE VAN ONS HOUDT EN ONS NAAR HAAR
GODDELIJKE ZOON LEIDT. Amen.
Zij
stemden hierin toe en gingen op pad om de Kerk door anderen te laten verdelgen,
juist zoals zij dit hadden geprobeerd door Saulus. Daaruit kwam onder andere
voort dat er een gevecht was van de draak en zijn horden tegen de
allerheiligste Maria, waarin Zij zon grote overwinningen voor de H. Kerk zou
behalen.
Onderricht van de grote Meesteres van de Engelen, Maria
Mijn
dochter, geen menselijke woorden kunnen in dit sterfelijk leven ooit erin
slagen om de afgunst van Lucifer en zijn trawanten tegen de mensen te
beschrijven, noch de boosaardigheid, de sluwheid, het bedrog en de kunstgrepen,
waarmee hij ze in zonde wil laten vallen en later in de helse afgronden wil
laten verdwijnen, in volle omvang neer te schrijven. Hij tracht alle goede
werken te verminderen en degenen die reeds verricht zijn, tracht hij tot niets
terug te brengen of hun effect te verminderen. Alle boosaardigheid waartoe zijn
eigen geest in staat is, tracht hij over te hevelen in de zielen. Tegen deze aanvallen
verschaft God bewonderenswaardige bescherming, indien de mensen slechts willen
meewerken en van hun kant Zijn bescherming beantwoorden. Daarom raadt de
Apostel hen aan, voorzichtig te zijn temidden van al deze conflicten; niet
gelijk de dwazen, maar als verstandigen, die de hun toegemeten tijd goed
gebruiken omdat de dagen van het sterfelijk leven slecht zijn en vol gevaren
(Ef 5:13). Verder maant hij hen aan, om voortdurend goede werken te verrichten
omdat hun werk niet tevergeefs verricht wordt in het oog van God (1 Kor 15:38).
Onze vijand kent de waarheid hiervan, hij is daar bevreesd voor; daarom tracht
hij met de meest grote boosaardigheid, verslagenheid in de zielen te zaaien bij
het bedrijven van een zonde, opdat zij zich uit wanhoop zouden ruineren en zich
ver zouden houden van alle goede werken; want op deze wijze verwerpen zij de
wapens waarmee de Engelen hen tegen de duivels kunnen verdedigen. Hoewel deze
werken, door de zondaars verricht, geen liefdeleven in zich hebben en niets
betekenen om genade of glorie te verdienen, zijn ze toch zeer bruikbaar. Soms
komt het voor, dat wegens de gewoonte om goede werken te doen, de goddelijke
barmhartigheid efficiënte hulp verschaft om deze werken met grotere liefde of
met berouw over eigen zonden en met naastenliefde te verrichten, waardoor de
ziel rechtvaardiging geniet.
Door
al onze goede daden, als schepselen verricht, verschaffen zij de zaligen de
middelen ter onzer verdediging en om voor ons de goddelijke barmhartigheid te
vragen op ons neer te zien en ons van de zonde weg te rukken. De Heiligen
voelen zich verplicht, degene te hulp te komen die hen ernstig aanroepen als
zij in gevaar verkeren en hen met bijzondere devotie vereren. Als de Heiligen
in hun menslievendheid zo geneigd zijn de zielen bij te staan in hun
gevaarlijke gevechten met de duivels, zult gij dan niet verbaasd zijn, mijn
liefste, dat Ik barmhartig ben met de zondaars die hun toevlucht zoeken in Mijn
goedertierendheid, want Ik verlang oneindig meer naar hun redding dan zijzelf.
Ontelbaar zijn de zielen die Ik gered heb van de helse draak, omdat ze een
grote devotie hadden tot Mij, zelfs indien ze slechts één Weesgegroet hebben
gezegd of slechts één woord ter Mijner ere hebben geuit. Zo groot is Mijn
liefde voor hen, dat geen van hen verloren zou gaan, indien ze zich slechts op
tijd en ernstig tot Mij zouden richten. Maar de zondaars en de goddelozen doen
dit niet, omdat de wonden van de zonde niet lichamelijk zijn en hen niet
verontrusten. Hoe meer ze bedreven worden, des te minder verdriet of spijt
veroorzaken ze. De tweede zonde is gelijk aan het verwonden van een dood
lichaam, dat geen vrees, geen verdediging en geen gevoel meer kent.
Het
gevolg van de in slaap gesuste gevoeligheid voor de eeuwige verdoemenis en voor
het bedrog van de duivels om deze voor de mensen, in gereedheid te hebben, is
vreselijk. Zonder te weten waarop hun valse zekerheid is gebaseerd, worden de
zondaars in slaap gesust en zijn ze helemaal op hun gemak gesteld tegenover de
hen bedreigende ondergang, terwijl ze terecht van vrees bevangen moesten zijn
voor de snel naderende eeuwige dood, of tenminste hulp moesten zoeken door de
Heer, Mij of de Heiligen om hulp te vragen., Maar zelfs dit, dat hen zo weinig
moeite kost, weten ze niet meer op te brengen, totdat de tijd, waarin de
voorwaarden voor hun redding gerealiseerd zouden kunnen worden, reeds lang
verstreken is. Indien Ik voor enigen van hen tijdens hun doodsstrijd nog
redding vermag te verschaffen, dan geldt dit privilege zeker niet voor allen.
Zo gaan vele kinderen van de Kerk verloren die in hun ondankbaarheid en
dwaasheid de vele en machtige hulp die hen door de goddelijke barmhartigheid op
het juiste moment gegeven wordt, in de wind slaan. Daarom zal het ook hun
verwarring groter maken als ze zien, dat ze, ondanks de barmhartigheid van God,
Mijn eigen tedere wensen om hen te helpen en de naastenliefde van de Heiligen,
God hebben beroofd van de glorie van hun bekering, en noch Mij, noch de Engelen
of Heiligen de vreugde geschonken hebben van hen te redden in antwoord op de
aanroeping van uit hun deemoedig hart.
Het is
Mijn wens, o dochter, u nog een ander geheim mee te delen. Gij weet reeds, dat
Mijn Zoon en Heer in het Evangelie zegt, dat de Engelen in de Hemel zich
verheugen wanneer een zondaar berouw toont en zich bekeert tot de weg van het
Leven door zijn rechtvaardiging (Lc 15:10). Hetzelfde gebeurt als de
rechtvaardigen werken verrichten van ware deugd en nieuwe gloriegraden
bereiken. Dat wat zich afspeelt onder de Hemelbewoners bij de bekering van
zondaars en bij de vermeerdering van verdiensten van de rechtvaardigen, heeft
zijn tegenhanger in wat gebeurt met de duivels bij de zonden van de
rechtvaardigen en de grotere val van de zondaars, want er wordt geen zonde door
de mensen bedreven, waarover de duivels zich niet verheugen en zij die de
verleiding van de stervelingen uitvoeren, melden onmiddellijk hun successen aan
de duivels in de eeuwige kerkers. Daar hebben ze er vreugde over en ze
boekstaven ze voor verder gebruik, om hun aanspraken voor de goddelijke Rechter
door te drukken en opdat hun uitgebreid rijk en jurisdictie over de zondaars,
in overeenstemming met de mate van de bedreven zonden, publiekelijk bekend
worden. Op deze wijze tonen ze hun verraderlijke haat voor de mensen, telkens
wanneer ze slagen een mens tot een zonde te verleiden door enig voorbijgaand
plezier. Maar de Allerhoogste, die rechtvaardig is in al Zijn werken, heeft
besloten, dat ook de bekering van de zondaars en de goede werken van de
rechtvaardigen hun weerslag zouden hebben op de kwellingen van de afgunstige
duivels, die zich zozeer verheugen over de ondergang van de mensen.
Dit
soort kastijding veroorzaakt daarom grote kwellingen aan alle duivels; omdat ze
niet alleen beschaamd en gekweld worden in hun dodelijke haat tegen de mensen,
maar ook door de overwinningen van de Heiligen en de bekering van zondaars
beroofd worden van een groot deel van hun macht over degenen, die zij tot zonde
gebracht hebben met hun complotten. De nieuwe kwellingen die zij wegens deze
zaken moeten ondergaan, trachten zij af te reageren op de vervloekten in de
hel; en juist zoals er nieuwe vreugde in de Hemel is bij het berouw en de goede
werken van de zondaars, zo is er om dezelfde reden nieuwe verwarring en nieuw
ongeluk in de hel door de goede werken van de rechtvaardigen. Bij zon
gelegenheden verzinnen de duivels onder het uiten van wanhoopskreten nieuwe
kwellingen voor allen, die in deze kerkers van ontzetting en gruwel leven. Zo
ondervinden tegelijk Hemel en hel de weerslag van de bekering en de
rechtvaardiging van de zondaar, zij het in tegenovergestelde zin. Wanneer de
zielen zich rechtvaardigen door de sacramenten, in het bijzonder door een
berouwvolle biecht, dan komt het voor, dat de duivels gedurende lange tijd niet
voor de penitent durven verschijnen, zelfs gedurende vele uren niet eens naar
hem kijken, indien hijzelf hen niet aanmoedigt, door de goddelijke genade te
verliezen en terug te keren naar gelegenheden en gevaren tot zonde, want dan neemt
de vrees van de duivels, die ware boete en rechtvaardiging hen inboezemt, snel
af.
In de
Hemel kan geen smart of lijden bestaan; maar indien dit zou kunnen, dan zouden
de Heiligen dit door niets zo zwaar ondervinden als door het zien van
rechtvaardigen, die terugvallen in de zonde en de genade verliezen en bij het
zien van de zondaar, die verder en verder wegzakt en zich ontoegankelijk maakt
voor de goddelijke genade. Zonde is van nature even machtig om de Hemel tot
smart en lijden te bewegen als boete en berouw voor de hel kwelling betekenen.
Overweeg dan, mijn liefste, in wat voor gevaarlijke onkunde de mensen gewoonlijk
leven, de Hemel de vreugde van de rechtvaardiging van de zielen ontzeggen, de
uitwendige glorie die daarmee gepaard gaat verhinderen, evenals de straffen die
de duivels toekomen verhinderen en hen, integendeel, de vreugdevolle triomf van
de val en ondergang van de mens aanbieden. Het is Mijn wens, dat gij, als een
trouwe en voorzichtige dienares, wordt geleid door uw hogere kennis en aan het
werk gaat om dit kwaad te compenseren. Zie toe dat gij steeds het sacrament van
de Biecht met warmte ontvangt, er eerbied en verering voor hebt en verdriet
hebt over uw zonden. Want dit sacrament boezemt de draag grote schrik in en hij
spant zich in om de zielen door zijn bedrog te beïnvloeden om dit sacrament
lauw tegemoet te treden, het in sleur te ontvangen, zonder smart en niet met de
juiste instelling. Hij is zo voortvarend in deze geschiedenis, niet alleen
omdat hij het verlies van zielen beoogt, maar ook omdat hij de kwellingen wil
ontlopen die ware boete en rechtvaardiging van zijn ontsnapte slachtoffers voor
hem als gevolg hebben.
Buiten
dit alles, mijn vriendin, wil Ik u herinneren dat, hoewel de helse draken
inderdaad de scheppers en meesters van leugens zijn en hoewel zij slechts met
de mensen omgaan om hem te misleiden en verloren te doen gaan door hun bedrog, zij toch,
in hun bijeenkomsten, als zij spreken over het misleiden van mensen, gedwongen
zijn enige waarheden toe te geven, die zij kennen en niet kunnen ontkennen. Zij
begrijpen ze, maar ze geven ze niet in goed vertrouwen aan de mensen door, maar
verduisterd en gemengd met hun eigen dwalingen en leugens, met de bedoeling hun
eigen boosaardige plannen te verwezenlijken.
Tezamen
met andere uitroepen, waarvoor de helse draken op de vlucht slaan. Soms worden
ze daarbij teruggeworpen in de hel, maar keren zij, met nieuwe haat terug naar
de strijd.
De
helse vijanden streven er met al hun kracht naar de mensen over te halen hun
zonden te vermenigvuldigen, opdat de maat van hun zonden des te eerder vol is
en hun tijd van boetedoening en van hun leven tot een eind komt, want zouden de
duivels in staat gesteld worden om hen naar de eeuwige kwellingen te voeren.
Maar de Engelen die zich verheugen als een zondaar zich bekeert (Luc 8:17),
zelfs indien het hun niet mogelijk is zich helemaal te verbeteren, werken
ijverig om de gelegenheden tot zonden minder te maken en het aantal zonden te
verhinderen, of ze helemaal te beletten. En indien het hun, ondanks al hun
inspanningen niet mogelijk is hen terug te brengen van de zonden dan wenden zij
zich tot de allerheiligste Moeder van God, aan wie ze vragen hun Middelares of
Voorspreekster te zijn bij de Heer en Haar hulp aan hen te willen verlenen
tegen de duivels. Om Haar barmhartige liefde zo snel mogelijk te verkrijgen
sporen ze de zielen aan om enige bijzonder devotie in praktijk te brengen of
enige dienst te verrichten ter ere van de grote Vrouwe. Hoewel het waar is, dat
alle geode werken die verricht worden in staat van zonde, dode en zeer zwakke
wapens zijn tegen de duivel, houden ze toch een soort goede gerichtheid aan,
wegens het goede doel, waarop ze gericht zijn, waardoor de zondaar minder
afkering komt te staan tegenover de genade dan zonder dat hij deze werken
verricht had. Daarenboven bezitten deze werken, indien ze aangeboden worden
door de Engelen en in he bijzonder door de hemelse Moeder, in de ogen van de
Heer, een zeker leven, of wat daar op lijkt, geheel verschillend van wat er aan
gegeven werd door de zondaars, en daarom beantwoordt Hij ze ondanks het feit
dat Hij daartoe niet gebonden is, uitsluitend wegens de persoon die dit vraagt.
Op
deze verschillende manieren komen oneindig veel zielen terug van hun zondige
wegen en worden ze weggerukt van de draak. En aangezien er oneindige veel
zielen zijn, die tot een dergelijke staat vervallen zijn, bemiddelt de
allerheiligste Koningin telkens, wanneer de Engelen falen in hun verdediging.
De duivels worden wreed gekweld door hun eigen toedoen, wanneer ze gewaar
worden, dat een zondaar zich tot zijn Koningin richt of Haar hulp inroept. Zij
weten hoe liefderijk zij de zondaars ontvangt en hoe Zij zich vereenzelvigt met
hun moeilijkheden. Zonder hoop of zin tot tegenstand geven de duivels zich
onmiddellijk op als verslagen en overwonnen. Het gebeurt vele keren dat indien
God een bijzondere bekering tot stand wenst te brengen, de Koningin Zelf de
duivels met beslistheid beveelt zich terug te trekken van deze ziel en in de
afgrond terug te trekken. En Haar bevelen worden steeds geëerbiedigd. Bij
andere gelegenheden staat God hen toe de mysteries, de kracht en de heiligheid
van Zijn Moeder te zien en deze nieuwe kennis, die hen met verwarring en
ontreddering vervult, jaagt hen op de vlucht. Indien de ziel beantwoordt aan de
genade, die voor haar verkregen is door de hemelse Koningin, wordt ze bevrijd
van de aanvallen van de duivels.
Maar
hoewel de tussenkomst van de grote Koningin en Haar macht een groot effect
heeft op de duivels en hoewel de Allerhoogste geen genaden op de Kerk of de
zielen doet neerkomen zonder Haar, zijn er toch vele gelegenheden waarbij de
mensheid van het Mensgeworden Woord zelf voor ons vecht en ons tegenover
Lucifer verdedigt, samen met Zijn Moeder, waar Hij zich openlijk aan Haar zijde
schaart bij het vernietigen en overwinnen van de duivels. Zijn liefde voor de
mensen en voor alles wat met hun welzijn te maken heeft, is zo groot, dat dit
niet alleen voorkomt als de duivels direct de deugden van Christus en Zijn
verdiensten door de werking van de Sacramenten in de zielen duidelijk voor hun
ogen geplaatst worden, maar ook in andere wonderbaarlijke bekeringen, waarbij
de Heer ze met bijzonder inzicht begiftigt in het een of ander mysterie,
waardoor de verwarring bij de duivels toeneemt en zij op de vlucht slaan. Zon
soort bekering was die van de H. Paulus, van Maria Magdalena en andere
Heiligen, of wanneer het nodig is een Katholieke Koninkrijk of de Kerk te
vrijwaren voor de misleiding en de boosaardigheid van de hel. Bij zon
gelegenheden treedt niet slechts Zijn heiligen menselijkheid op, maar zelfs de
oneindige Godheid, gewapend met de almacht van de Vader. De helse horden worden
tegemoet getreden, vervuld met kennis van de mysteries en van Zijn almacht,
waardoor Hij hen overweldigt en voorkomt, dat zij hun geplande veroveringen
uitvoeren.
Wanneer
de Heer tussenbeide komt met zon machtige hulp, dan worden de helse horden en
de hele hel van verwarring met vrees bevangen en neergesmakt in de
hellekrochten, waar ze voor vele dagen onder gebrul en wanhoopskreten moeten
verblijven totdat de Heer hen opnieuw verlof geeft om tevoorschijn te komen.
Maar zodra ze toestemming verkregen hebben, komen ze met dezelfde woede terug
en werken zij zich op de zielen. Hoewel het niet in overeenstemming lijkt met
hun trots en hoogmoed om opnieuw een gevecht aan te gaan met Degene die hen
overwonnen heeft, is hun angst dat zij tot het genieten van God zullen komen en
hun gloeiende wens om dit te voorkomen zo groot, dat zij hun vervolging tot het
einde van ons leven blijven voortzetten. Mij werd te kennen gegeven dat, indien
de barmhartigheid van God niet zo schandelijk misbruikt werd, Hij veelvuldiger
Zijn goddelijke almacht tot onze verdediging zou inzetten. Dit zou Hij in het
bijzonder doen ter verdediging van het Mystiek Lichaam van de Kerk en van
bepaalde Katholieke regeringen, waardoor de raadgevingen uit de hel, die
slechts kunnen leiden tot de ruïne van het Christendom in deze tijd, tot niets
zouden ineenschrompelen. Wij verdienen deze verdediging door de oneindige Macht
niet, omdat wij allen verenigd zijn in het opwekken van de goddelijke toorn en
de hele wereld samenwerkt met de helse vijanden, in welke macht zij gevallen is
wegens het blinde najagen van het kwaad.
Bij de
bekering van de H. Paulus is de tussenkomst van de Allerhoogste zeer duidelijk,
want Hij had hem reeds in de schoot van zijn moeder uitverkoren als Apostel en
als vat van uitverkiezing. Hoewel zijn leven van vervolging van de Kerk een
serie gebeurtenissen was, die de duivels op het verkeerde been zette, juist
zoals de duivels in zoveel andere zielen bedrogen uitkomt, sloeg God hem vanaf
het moment van zijn ontvangenis gade, regelde zijn natuurlijk karakter en de
mate van zorg, die de Engelen in zijn verdediging en bescherming moesten
gebruiken. Daardoor nam de haat van de duivel toe en zijn wens om hem reeds in
het eerste jaar van zijn leven de dood te berokkenen nam ook toe. Toen de Engelen
daarin niet slaagden en later zagen, dat de Paulus de Kerk vervolgde, waren ze
erop uit om zijn leven te behouden. Toen de Engelen zich machteloos voelden om
Paulus uit zijn dwaling te trekken, waaraan hij zich helemaal gegeven had, trad
de machtige Koningin in het strijdperk en nam het voor Paulus op. Door Haar
zette Christus en de eeuwige Vader Zijn goddelijke hulp in en rukten hem uit de
greep van de draak. In één ogenblik werden, bij het verschijnen van de Heer,
alle duivels, die de H. Paulus op de weg naar Damascus vergezelden in de
afgrond geslingerd.
Maar,
o droevig ongeluk, dat er zo weinig zijn die tot de jaren van verstand (leeftijd
van 7 jaar)zijn gekomen, die niet de genaden van het Doopsel zijn verloren en
geen gemene zaak maakten met de duivel tegen God. Met het oog hierop zou het rechtvaardig
zijn, dat wij ontriefd en afgesneden worden van de bescherming van Zijn
Voorzienigheid en van Zijn H. Engelen. Hij echter doet dit niet. Integendeel,
tegen de tijd, dat wij er onwaardig aan worden, treedt Hij ons met groter
liefde tegemoet om in ons de rijkdommen van Zijn oneindige Goedheid te
openbaren. Woorden kunnen niet beschrijven hoe de geslepenheid en de voortvarendheid
van de duivel hem doet optreden om de mensen te gronde te richten, hen zonden
doet bedrijven tot zij tot de jaren van verstand zijn gekomen. Want dit wordt
door de duivel indirect voorbereid door hen te wennen aan zondige daden
gedurende de kinderjaren door hen te doen horen en te doen zien hoe hun ouders
zich misdragen, hun verzorgers en oudere metgezellen zich uitleven en door de
ouders geen maatregelen te doen nemen om de invloed van dit kwaad tegen te gaan.
Want gedurende deze jeugdjaren laten alle zinnelijke indrukken diepe sporen na,
waardoor de duivels de gelegenheid krijgen de neigingen en hartstochten van de
kinderen te beïnvloeden; en het is bekend dat de volwassen mens gewoonlijk deze
neigingen en hartstochten blijft nastreven, tenzij hij er door bijzondere invloeden
ervan weerhouden wordt. Zo zullen deze kinderen, die tot de jaren van verstand
zijn gekomen, de neigingen en hartstochten wat betreft de zinnelijke vreugden,
waarmee hun voorstellingsvermogen en hun fantasie gevuld zijn, blijven volgen.
Zodra zij enige zonden bedrijven, neemt de duivel onmiddellijk bezit van hun
zielen, waardoor hij nieuwe rechten en macht verkrijgt om hen in andere zonden
te doen storten.
De
ijver en de zorg van de H. Engelen, waarmee zij trachtten de schade te
voorkomen en ons te beschermen is niet minder actief. Zij fluisteren de ouders
veelvuldige heilige gedachten in, sporen hen aan om de opvoeding van hun
kinderen nauwlettend te bewaken, ze te onderwijzen in Gods wetten, ze aan te zetten
tot goede werken en devoties hen af te houden van het kwaad, en zich te oefenen
in de deugden. Dezelfde goede gedachten houden zij de kinderen voor als zij
opgroeien, overeenkomstig het licht dat hen door God geschonken wordt inzake
Zijn bedoelingen met hun zielen. Bij het regelen van deze verdediging hebben
zij omvangrijke twistgesprekken met de duivels, want deze boosaardige geesten
voeren alle zonden van de ouders tegen de kinderen aan en de evenzo verkeerde
daden van de kinderen zelf; want indien zij niet schuldig zijn, dan stellen de
duivels, dat hun handelingen het resultaat zijn van zijn eigen activiteit, en
dat hij daarom het recht heeft ze op te volgen in hun zielen. Indien het kind,
op het moment dat hij zijn verstand gaat gebruiken, begin te zondigen, beginnen
ze een groot gevecht om de goede Engelen ervan af te houden de zielen te
beschermen De goede Engelen voeren alle deugden van de ouders aan en
voorvaders, en de goede daden van de kinderen zelf. Zelfs indien dit niet meer
is dan ooit de naam van Jezus of Maria te hebben uitgesproken zoals hen dat
geleerd is door hun ouders, dragen de Engelen dit toch voor als verdediging,
omdat zij begonnen zijn de naam van hun Heer en Moeder te eren, of, indien zij
een bepaald devotie in praktijk brengen, hun Christelijke gebeden kennen en
zeggen, dan voeren de Engelen dit eveneens aan. De Engelen maken van dit alles
als nuttige wapens gebruik, want met elke goede daad beroven wij de duivels van
enig recht dat hij over ons verkregen heeft door de erfzonde en nog meer door
onze eigen zonden.
Heiligen die te maken hadden met pandemieen - deel 1
Heiligen
die te maken hadden met pandemieën Meg Hunter-Kilmer 12/3/2020
En nog meer zelfs, ze wisten hoe een pandemie
een manier kan worden om God en de naaste te dienen
Het vinden van een Heilige
die werkte met slachtoffers van plagen en andere epidemieën kan moeilijk zijn -
omdat er zoveel Heiligen zijn dat ze ontelbaar zijn!
Tijdens de 3e-eeuwse Plaag van Cyprianus (beroemd om het doden van meer dan
5.000 mensen per dag in Rome), werden christenen naar patiënten toegegeven, die
hen graag wilden verplegen, ongeacht de kosten. In Alexandrië (waar tweederde
van de bevolking verloren was gegaan door deze plaag) schreef St. Dionysius
over de christenen: Zonder gevaar namen zij de zieken in handen, zorgden voor
al hun behoeften en dienden hen in Christus en met hen vertrok dit leven sereen
gelukkig; want zij waren door anderen met de ziekte besmet, gebruikten de ziekte
van hun buren en namen vrolijk hun pijn op. '
In feite stierven zoveel christenen in Alexandrië terwijl ze de zieken
verzorgden, de groep niet nader genoemde helden kreeg een feestdag (28
februari) en werd vereerd als martelaren.
Aangezien het coronavirus zich over de hele wereld verspreidt, waardoor veel
zieken en nog veel meer mensen bang worden, zouden we er goed aan doen om de
tussenkomst te vragen van degenen die plagen en epidemieën bestreden en daarbij
halo's wonnen.
St. Godeberta van Noyon (ca. 700) zorgde voor de zieken op een minder directe
manier dan vele anderen. Als abdis met grote invloed op de mensen die in de
buurt van haar abdij woonden, moedigde Godeberta hen aan om te bidden voor het
einde van een plaag. Nadat ze drie dagen in zak en as hadden vasten, eindigde
de pest vrij plotseling.
During the 3rd-century
Plague of Cyprian (famous for killing upwards of 5,000 people a day in Rome),
Christians were reported running toward sufferers, eager to nurse them whatever
the cost. In Alexandria (where two thirds of the population was lost to this
plague) St. Dionysius wrote of the Christians, Heedless of danger, they took
charge of the sick, attending to their every need and ministering to them in
Christ, and with them departed this life serenely happy; for they were infected
by others with the disease, drawing on themselves the sickness of their
neighbors and cheerfully accepting their pains.
Plaag van Cyprianus 19/6/2014 VRT NWS
Archeologen hebben in Egypte enkele skeletten gevonden,
resten van slachtoffers die overleden zijn aan een epidemie in de 3e eeuw. Die
epidemie werd de "Plaag van Cyprianus" genoemd, naar de bisschop van
Carthago die de vreselijke symptomen van de ziekte beschreef.
"De darmen ontladen voortdurend de kracht van het
lichaam, en in het beenmerg ontstaat een brand die wonden veroorzaakt tot in de
keel", zo beschrijft Cyprianus de ziekte. Hij was op dat moment de
bisschop van Carthago.
"De ingewanden worden overhoop gehaald door het
voortdurende braken en de ogen lijken in brand te staan door het bloed dat erin
geïnjecteerd raakt. Soms worden de voeten of een deel van de ledematen afgezet
uit vrees voor besmetting van de zieke verrotting."
Het moet een vreselijke soort pest geweest zijn die toen
door het Romeinse Rijk woedde. Volgens sommige bronnen vielen er tussen 250 en
271 na Christus tot 5.000 doden per dag. Cyprianus schreef dat hij vreesde voor
het einde van de wereld. Wellicht gaat het om een variant van de virussen die
vandaag verantwoordelijk zijn voor de mazelen of de pokken. De massale sterfte
zou de val van het Romeinse Rijk ook bespoedigd hebben, zo vermoeden historici.
Een internationaal team van archeologen heeft nu de
bevindingen gepubliceerd van de ontdekkingen die ze gedaan hebben bij een
vroeger monument in de buurt van Luxor, dat vroeger Thebe heette. Ze vonden
onder meer schedels en lichaamsresten onder een dikke laag kalk, dat vroeger
gebruikt werd als ontsmettingsmiddel. Door onderzoek hebben ze achterhaald dat
het gaat om slachtoffers van de "Plaag van Cyprianus". **
In feite stierven zoveel Christenen toen ze de zieken
verpleegden in Alexandria, de groep van onbekende helden werd beloond met een
feestdag (28 februari) en werden vereerd als martelaren.
Nu het coronavirus zich verspreidt over de aarde, vele
zieken in zijn spoor nalaat en nog meer die bang zijn, zouden we er goed aan
doen de voorspraak te vragen van degenen die tegen de pest en epidemieën
streden en aureolen verdienden.
De
pest (wikipedia)
De pest is een infectieziekte die van de 14e
tot en met de 19e eeuw in Europa veelvuldig, bij vlagen epidemisch
en zelfs pandemisch voorkwam en enorme aantallen slachtoffers maakte. De ziekte
wordt veroorzaakt door de bacterie Yersinia pestis, bij sommigen ook bekend als
pestbacil. De meest voorkomende vormen van de pest zijn builenpest en
longpest. Men schat dat door de Zwarte Dood van 1347-1351 een derde deel van
alle Europeanen, destijds enkele tientallen miljoenen, het leven liet.
De pest vormt voor medici geen probleem meer omdat de
ziekte over het algemeen snel en effectief bestreden kan worden met behulp van
verschillende goedkope antibiotica, zoals tetracycline en doxycycline..
Behalve op Antarctica en in Australië en Europa komt de
pest nog steeds op alle continenten voor onder zwarte en bruine ratten en onder
een aantal andere voor de pest vatbare zoogdieren (vooral knaagdieren).).
Incidenteel raken mensen met de pest besmet. Daarbij gaat het voornamelijk om
arme landarbeiders en hun gezinnen, die in afgelegen dorpen in het zuiden van Afrika
wonen, bijvoorbeeld in Zambia, Madagaskar en Malawi, of om mensen die in
afgelegen en dunbevolkte delen van Azië wonen, bijvoorbeeld in Kazachstan, Kirgizië,
Binnen-Mongolië en Nepal. **
H.
Godeberta van Noyon (ong. 700) zorgde voor de zieken op een minder
rechtstreekse manier dan vele anderen. De abdis had een grote invloed over de
mensen die in de nabijheid van haar klooster woonden en ze moedigde hen aan te
bidden voor het einde van de pest. Nadat ze drie dagen doorbrachten al vastend
in jutekledij en as, eindigde de pest nogal plotseling.
H.
Rochus van Montpellier (1295-1327) ging aan boord van een schip
op bedevaart naar Rome toen hij 20 jaar was, en bedelde de volledige reis. Toen
hij aankwam in Italië ontdekte hij dat het land verwoest was door de pest.
Rochusging voor de zieke vreemdelingen
zorgen die hij tegenkwam (en genas hen dikwijls op miraculeuze wijze) tot hij zelf
de ziekte opliep. Omdat hij niemand kende, sleepte Rochus zich naar een woud om
te sterven, maar een plaatselijke hond bracht hem voedsel en likte zijn wonden
tot Rochus herstelde.
H.
Carolus Borromeüs (1538-1584) was een kardinaal toen er
hongersnood kwam en de pest over Milaan kwam. Hoewel de meeste edelen de stad
ontvluchtten, organiseerde de Kardinaal de religieuzen die bleven om de
hongerigen en zieken te voeden en verzorgen. Ze gaven meer dan 60.000 mensen
voedsel op een dag, en de rekening werd grotendeels gedragen door de Kardinaal,
die persoonlijke schulden opbouwde om de hongerigen te voeden. Hij bezocht ook
persoonlijk degenen die leden onder de pest en waste hun wonden. Hij had zijn
laatste Wilsbeschikking opgetekend en bereidde zich voor op de dood. Maar de
goede Kardinaal werd gespaard, en leefde nog 6 jaar nadat uiteindelijk de Pest
van de H. Carolus werd genoemd.
H.
Henry Morse (1595-1645) werd geboren als een Engelse
Protestant, maar werd een Jezuïet en keerde naar Engeland terug om in het
geheim te dienen. Veel van zijn werk bestond in slachtoffers van de pest te
dienen, zowel in de uitbraak van 1624 en later (nadat hij werd verbannen uit
Engeland, maar in het geheim terugkeerde) in 1635. In 1635-1636 kreeg Morse 3
keer de pest maar herstelde elke keer. Wanner hij later werd gevangen genomen,
werd zijn werk met de slachtoffers van de pest in aanmerking genomen en werd
hij vrijgelaten. De volgende keer werd hij opnieuw gevangen genomen, en was er
geen clementie deze keer, en Morse werd gemarteld.
H. Virginia
Centurione Bracelli
(1587-1651) was een welgestelde weduwe toen de pest uitbrak in Genua. Ze
liet vele zieken opnemen in haar huis, en toen er geen plaats meer was, huurde
ze een openstaand klooster, en bouwde daarna nog meer woonplaatsen. Hoewel de
pest eindigde, bleef het ziekenhuis van Virgina honderden zieken verplegen, en Virgina
richtte een religieuze orde op temidden van dit alles, en deze bestaat nog
steeds.
Waarom pestslachtoffers zich toewijdden aan de H. Jozef
Waarom pestslachtoffers zich toewijdden aan de
H. Jozef 23/3/2020 Philip Kosloski
pestdokter
Toen de pest in Europa woedde, richtten de
slachtoffers zich vaak tot de H. Jozef en zijn miraculeuze voorspraak.
Epidemieën hebben een lange geschiedenis in Europa, en
wanneer Christenen zich temidden van zon crisis bevonden richtten ze zich vaak
tot de H. Jozef.
Naast het verzoek om zijn krachtige voorspraak wijdden vele
Christenen zich persoonlijk toe aan de H. Jozef en legden hun hele leven in
zijn handen in de hoop dat zij en hun gezinnen zouden gespaard worden van de
pest.
In het boek De
Glories van de Kerk legt de auteur uit hoe succesrijk de H. Jozef is om zijn
toegewijden te genezen, hen zelfs te bewaren tegen de grootste ziekte, de pest.
We kunnen dit afleiden van zijn verdediging van de stad Avensan die bewaard bleef
van volledige vernietiging door de pest omdat ze 10 jaar daarna nog steeds zijn
feest vierden nadat de stad een plechtige belofte hadden gemaakt elk jaar zijn
feest vierden.
Naast de stad Avensan, was de stad Lyon ook de plaats van
een miraculeus herstel.
Mr
Augery, een advocaat in het parlement van Dauphiné, in Lyon, en hij begreep op
15 juli 1638 dat Theodore, zijn 7-jarige zoon, werd getroffen door de pest...
hij deed een gelofte aan God, dat als de H. Jozef, door zijn voorspraak, het
herstel van zijn zoon zou bekomen, en zijn familie zou beschermen tegen de
pest, hij negen dagen lang ter ere van hem H. Missen zou laten opdragen in zijn
kerk ... de zieke jongeling, bezocht door de pestchirurgen, die hem voor dood
opgaven, werd uit het huis gehaald en naar St. Laurence gebracht, een huis waar
de pest werd behandeld uit angst anderen te besmetten. Hier bevond hij zich perfect in orde, en ook zijn
familie werd niet getroffen.
Dit was geen alleenstaand
geval, aangezien de H. Jozef herhaaldelijk bemiddelde voor slachtoffers van de
pest voor Gods troon en God hun ziekten genas.
Tevenet, een goede oude
man van St. Laurence Dauger, een dorp in de buurt van Lyon, die besmet was met
de pest, vroeg de priester van de parochie of er geen middelen waren voor zijn
herstel. De priester antwoorde hem dat er geen waren, maar enkel door een
beroep te doen op de H. Jozef, en door elk jaar een gelofte af te leggen om
zijn feest te vieren... De vrome oude man legde onmiddellijk de gelofte af en
werd bevrijd van de pest.
Hoewel er altijd naar de
juiste medische hulp moet worden gezocht, evenals door instructies van de
overheid te volgen, benadrukken Christenen door de eeuwen heen de noodzaak dat gebed wordt opgenomen in
iemands reactie op een epidemie.
God zal altijd een antwoord bieden op een berouwvol hart en
als het in Zijn wil ligt, heeft Hij de kracht om mensen te genezen en te
beschermen tegen ziekten. In dit
opzicht is de H. Jozef een krachtige voorspreker gebleken, die Christelijke zielen dichter bij God brengt en de Heer smeekt om
genade te hebben met zieken en lijdenden.
Maar vooral leert de H.
Jozef ons om in alle omstandigheden op God te vertrouwen en ons leven in Zijn
handen te leggen.
Dit is waarom
katholieken tijdens de vasten op vrijdag geen vlees eten en waarom vis op het
menu staat Philip Kosloski 1/3/2017
Waarom
geeft de Kerk Katholieken de instructie om op vrijdag (evenals Aswoensdag en Goede
Vrijdag) van vlees af te zien, maar geeft ze Katholieken een "duim omhoog"
om vis te eten? Klinkt raar.
Allereerst moeten we de vraag stellen: "waarom op vrijdag?" De Katholieke
Katechismus geeft een beknopte uitleg:
Katholieke volkeren hebben sinds onheuglijke tijden de vrijdag apart gezet voor
speciale boetedoening waardoor ze graag met Christus lijden om in de toekomst
met Hem verheerlijkt te worden. Dit is het middelpunt van de traditie van
onthouding van vlees op vrijdag, waar die traditie wordt nageleefd in de Heilige
Katholieke Kerk.
Waarom vis dan op het menu
staat
Omdat wordt aangenomen dat
Jezus Christus op een vrijdag heeft geleden en gestorven is aan het Kruis,
hebben Christenen vanaf het begin die dag apart gezet om hun lijden met Jezus
te verenigen. Dit bracht de kerk ertoe om elke vrijdag te erkennen als een
"Goede Vrijdag" waar Christenen het Lijden van Christus kunnen
gedenken door een specifiek soort boete te doen. Gedurende een groot deel van
de geschiedenis van de Kerk werd vlees uitgekozen als een waardig offer vanwege
de associatie met feesten en vieringen. In de meeste oude culturen werd vlees
als een delicatesse beschouwd en werd het vetgemeste kalf niet geslacht,
tenzij er iets te vieren was.
Aangezien vrijdagen werden
gezien als een dag van boetedoening en versterving, leek het eten van vlees op
een vrijdag om de dood van Christus te 'vieren' niet gepast. Maar waarom wordt vis dan niet als "vlees"
beschouwd?
Volgens de Katholieke
Katechismus classificeren de wetten van de Kerk de onthouding van
"landdieren". Onthoudingswetten zijn van mening dat vlees alleen
afkomstig is van dieren zoals kippen, koeien, schapen of varkens - die allemaal
op het land leven. Vogels worden ook als vlees beschouwd.
Vis valt daarentegen niet
in diezelfde classificatie. Vissen zijn een andere categorie dieren. Zout- en
zoetwatersoorten, amfibieën, reptielen (koudbloedige dieren) en schaaldieren
zijn toegestaan.
In het Latijn is carnis, het woord dat wordt gebruikt om te beschrijven wat
voor soort "vlees" op vrijdag niet is toegestaan, en verwijst
specifiek naar "dierlijk vlees" en het bevatte nooit vis als
onderdeel van de definitie. Bovendien werd vis in deze culturen niet beschouwd
als een 'feestmaaltijd' en was het eten zelf meer een boetedoening.
Onze huidige cultuur is
heel anders, aangezien vlees over het algemeen wordt beschouwd als de
goedkopere optie op het menu en niet langer de culturele connectie heeft met
feesten. Dit is de reden waarom veel mensen in de war zijn over de regelgeving,
vooral degenen die graag vis eten en het niet als een boete beschouwen.
Uiteindelijk is het de
bedoeling van de Kerk om de gelovigen aan te moedigen om een offer aan God te
brengen dat uit het hart komt en het lijden van de mens verenigt met dat van
Christus aan het Kruis. Vlees wordt gegeven als een basis van boetedoening,
terwijl het doel ervan voor ogen moet gehouden worden. Het geeft bijvoorbeeld een
persoon niet de vrijgeleide om elke vrijdag in de vastentijd een kreeftdiner te
eten. Het
hele punt is om een offer te brengen dat een persoon dichter bij Christus
brengt, die uit liefde voor ons het ultieme offer bracht dat een persoon kan
brengen: lijden en dood aan het Kruis om onze schuld te delgen.
Ziehier wat Jezus van ons verlangt op deze
zondag 23/2/2020:
Boodschap aan Bernadette van Fondation Coeurs
Unis pour la Paix
Stop met uw klachten gedurende deze vastentijd die weldra
gaat beginnen. Ik vraag jullie je klachten aan Mijn voeten neer te leggen. Ik
hou er rekening mee. Ik luister aandachtig naar jullie en eens als jullie je
kracht uitgedrukt hebben ga over tot vreugde. Houop met de hele dag te kniezen.
Blijf niet met je problemen ronddraaien en ze te herkauwen.
Dat leidt tot niets. Het is alleen maar negatief. Ik wil dat jullie
onophoudelijk beginnen positief te denken. Zelfs als alles niet draait zoals
jullie het willen, is het niet erg. Vererger niet iedere situatie door er de
hele tijd aan te denken. Het is niet op deze manier dat jullie vooruitgang
boeken. Voor ieder probleem is er een oplossing. Ik ben de oplossing voor
jullie problemen.
Indien jullie Mij alles toevertrouwen en als jullie
vertrouwen in Mij hebben, zullen jullie zien dat jullie problemen zullen
verminderen en uiteindelijk verdwijnen. Het is een gewoonte die jullie moeten
aannemen en zo zal alles in jullie leven opklaren. Jullie zullen Mijn Licht zien
dat jullie constant met vreugde en geluk zal overstelpen zelfs als er
schaduwzones zijn.
Alles zal vreugde, geluk en tevredenheid worden. Uw
voldoening zal groot zijn en zal voortdurend groeien. Ik hou van jullie. Ik wil
jullie geluk. Verspreid dit geluk rondom u zodat al de mensen in uw omgeving
ervan zullen kunnen genieten en in Mijn Vreugde stralen.
Dank u voor uw luisterbereidheid. Wees overstelpt met Mijn
Liefde.
Gebed
van ouders tot de H. Jozef voor hun kinderen en kinderen in het algemeen
O Glorierijke H. Jozef, aan u heeft God de zorg van Zijn
eniggeboren Zoon toevertrouwd te midden van vele gevaren van deze wereld. We
richten ons tot u en vragen u om onze kinderen en de kinderen in het algemeen
die God de mens gegeven heeft, zowel geboren als ongeboren kinderen, onder uw
bijzondere bescherming te plaatsen. Door het H. Doopsel worden ze kinderen van
God en leden van Zijn H. Kerk.
We wijden hen vandaag aan u toe, zodat door deze toewijding
ze uw geadopteerde kinderen worden. Bewaar hen, leid hun stappen in het leven,
vorm hun harten volgens de Harten van Jezus en Maria.
H. Jozef, die de beproeving en zorg van een ouder ervaarde
wanneer het Kind Jezus verloren was, bescherm onze geliefde kinderen nu en voor
altijd. Moge u hun vader en raadsman zijn. Laat hen, zoals Jezus, groeien zowel
in leeftijd als in wijsheid en genade voor God en de mensen. Behoed hen voor de
verwording van deze wereld en schenk ons de genade om op een dag met hen voor
altijd verenigd te zijn in de Hemel. Amen.
MIJN KINDEREN, BID HET GEBED VAN MIJN BLOED EN MET
PSALM 91, S MORGENS EN S AVONDS; BREID HET GEBED UIT TOT JULLIE KINDEREN EN
GEZIN, EN IK VERZEKER JULLIE DAT GEEN GEEST VAN PLAGEN EN VIRUSSEN JULLIE KAN
TREFFEN! 15/3/2020
Parochie van het Heiligdom van de H. Rafael - CHINÚ CÓRDOBA Colombia Boodschap aan
Enoch Boodschap van Jezus, Heilig Sacrament aan Zijn trouwe volk.
Mijn Vrede zij met jullie, mijn
trouwe kudde.
Mijn kleine Nabi (profeet),
vertel de mensheid en vooral mijn trouwe Volk, laat onder geen enkel
voorwendsel de heiligschennende en demonische praktijk om de communie te
ontvangen in de hand jullie opleggen, die de Vrijmetselarij in mijn Kerk wil
toepassen, onder de bewering dat het wordt gedaan om de verspreiding van het
virus dat de mensheid treft, te weerstaan.
Ik herhaal: Alle communie in de
hand is een belediging voor mijn Goddelijkheid dat levend en waarachtig is in
de eenvoud van een Geconsecreerde Hostie. Kerkelijke Vrijmetselarij wil
voordeel halen uit de pandemie van het Coronavirus om mijn Kudde te dwingen te
communiceren en Mij in de hand te ontvangen.
Ah, hoeveel deeltjes van mijn H.
Hostie worden doordrongen door de handen van degenen die mij zo onwaardig
ontvangen; deeltjes van mijn Goddelijkheid die op de grond vallen en waar op
getrapt wordt! Duizenden van geconsecreerde Hosties worden gebruikt in
satanische rituelen en occulte praktijken, waarmee ze mijn Zonen binden en mijn
Kerk schade toebrengen! Ah, hoeveel heiligschennis wordt er gepleegd met de
dwang om de communie in de hand te ontvangen! Word wakker, mijn volk, en spreek
luidop; wees geen medeplichtige in dit verachtelijk misbruik van mijn
Goddelijkheid! Blijf niet stil en jullie, mijn Kudde, ontvang Mij niet in de
handen, omdat jullie goed weten dat deze verwerpelijke praktijk, mijn Liefdevol
Hart doet bloeden! Ontvang Mij altijd in de mond en als het mogelijk is
geknield, omdat dit de manier is hoe je jouw God zou moeten ontvangen.
Ik vraag jullie, Mijn Kinderen,
om eerherstel te brengen voor alle heiligschennende communies die worden
gepleegd wanneer ik in de hand wordt ontvangen. Zeg daarom:
O Lichaam en Bloed van Jezus in het H. Sacrament,
ik bemin U en vraag om vergeving en barmhartigheid. Ik breng eerherstel aan U
in vereniging met de H. Maagd Maria en het hele Hemels Hof, voor al de
onwaardige en heiligschennende communies die dagelijks worden gepleegd tegen Uw
Heilige Goddelijkheid. Jezus en Maria (en Jozef), ik houd van jullie, red de
zielen.
Mijn kinderen, bid het gebed van
mijn Kostbaar Bloed en Psalm 91, s morgens en s avonds; breid het gebed uit
tot jullie kinderen en verwanten, en Ik verzeker jullie dat er geen geest van
plagen of virussen jullie kan treffen of schade berokkenen. Mijn Kinderen, Mijn
Liefdevol Hart wordt doorboord met de doornen van heiligschennende communies;
de Hemel weent met Mij bij het zien van zon verwerpelijk misbruik; maar de hel
en mijn tegenstander verheugen zich en drijven de spot met het bedrog waarin ze
vele van mijn Herders en Schapen van mijn Kudde hebben gestort.
Bid voor de Bedienaren van Mijn
Kerk en voor mijn Priesters, opdat het Licht en Wijsheid van Mijn H. Geest hen
leidt en verlicht en dat de heiligschennende praktijk van communie in de hand,
die Mijn Goddelijkheid zoveel schade berokkent, voor altijd afgeschaft wordt.
Moge Mijn Vrede in jullie
blijven, Mijn Geliefde Kudde.
Jullie Herder (Priester) en
Meester, Jezus, Heilig Sacrament
Maak Mijn boodschappen kenbaar
aan de hele mensheid, Mijn Volk
Psalm 91 :
Wie in de beschutting van de
Allerhoogste woont en overnacht in de schaduw van de Ontzagwekkende, zegt tegen
de Heer: Mijn toevlucht, mijn vesting, mijn God, op U vertrouw ik.
Hij bevrijdt je uit het net van
de vogelvanger en redt je van de dodelijke pest, Hij zal je beschermen met Zijn
vleugels, onder Zijn wieken vind je een toevlucht, Zijn trouw is een veilig
schild.
De verschrikking van de nacht
hoef je niet te vrezen, ook de pijl niet die overdag op je afvliegt, noch de
pest die rondwaart in het donker, noch de plaag die toeslaat midden op de dag.
Al vallen er duizend aan je
linkerzijde en tienduizend aan je rechterhand, jou zal niets overkomen. Open je
ogen en zie hoe wie kwaad doen worden gestraft.
U bent mijn toevlucht, Heer. Als
je mag wonen bij de Allerhoogste, zal het kwaad je niet bereiken, geen plaag je
tent ooit treffen.
Hij vertrouwt je toe aan Zijn
Engelen, die over je waken waar je ook gaat. Hun handen zullen je dragen, je
voet zal je niet stoten aan een steen. Leeuw en adder zal je vertrappen,
roofdier en slang vermorzelen.
Ik zal bevrijden wie Mij
liefheeft en beschermen wie met Mijn Naam vertrouwd is. Roep je Mij aan, Ik
geef antwoord, in de nood zal Ik bij je zijn, je bevrijden en met roem
overladen, je overvloed geven van dagen. Ik zal je redding zijn.
Monstrans (wikipedia)
De monstrans of ostensorium
(van het Latijn monstrare en ostendere, 'tonen') is een onderdeel
van het liturgisch vaatwerk in de Katholieke Kerk, Anglicaanse Kerk,
Oudkatholieke Kerk en in het Lutheranisme. Een monstrans is een houder, normaal
van goud, waarin de geconsacreerde hostie wordt getoond.
Geschiedenis
De monstrans heeft een lange
geschiedenis. Het voorwerp komt voort uit de middeleeuwse reliekhouders met
relieken van Heiligen, die vaak op het altaar tentoongesteld werden. Vanaf de
12e eeuw nam de devotie tot de Eucharistie een hoge vlucht, vooral onder
invloed van Thomas van Aquino, die de aanbidding van Christus onder de
gedaanten van de hostie stimuleerde. Vanaf die tijd werden reliekhouders met
glazen of kristallen 'kijkvensters', ostensoria genaamd, ook gebruikt
voor het uitstallen van het Heilig Sacrament van het Altaar. Geleidelijk aan
ging deze 'hostiehouders' zich ook in uiterlijke kenmerken steeds meer
onderscheiden van de reliekhouders. Zo ontstond de sacramentsmonstrans, terwijl
de reliekmonstransen steeds meer van het altaar verdwenen.
Gebruik
Aanbidding en Lof
Het gebruik van een monstrans
wordt in de katholieke Liturgie voorgeschreven tijdens het Lof, ter ere van het
Lichaam van Christus in de gedaante van het Allerheiligste Sacrament. Hiertoe
wordt een geconsacreerde Hostie in de monstrans geplaatst. Tegenwoordig worden
ze weer gebruikt, deels omdat het in stilte aanbidden van de geconsacreerde
hostie in veel kerken wordt gestimuleerd. Sommige monstransen kunnen zeer groot
zijn, en zeer kostbaar versierd zodat de gelovigen ze van afstand kunnen
aanbidden. Op bepaalde Hoogdagen zoals Sacramentsdag wordt vaak de beste
Monstrans uit de schatkamer gehaald en versierd met bloemen. Na de Aanbidding
wordt de geconsacreerde hostie door de priester weggebracht naar het
tabernakel.
Processie
Tijdens een sacramentsprocessie
wordt ook het Allerheiligste meegedragen op straat, in een monstrans die
geschikt is voor te dragen. De monstrans wordt door een pastoor gedragen, met
een wit of gouden schoudervelum. Er wordt van de gelovigen verwacht dat ze
eerbied tonen als het Allerheiligste passeert. Omdat een processie vaak zeer
lang is, en de monstrans vaak onhandig en zwaar is worden verschillende
rustpunten voorzien. Na de processie worden de gelovigen gezegend en de
monstrans terug opgeborgen. In Sommige landen worden speciale
processiemonstransen gebouwd van uitzonderlijke grote, een bekend voorbeeld
zijn de exemplaren van Toledo en Sevilla.
Voor Heilige olie kan je ook zelf zorgen, zonder
het te moeten vragen aan een externe bron:
·Neem wat bio-olijfolie, laat een priester het
zegenen (indien mogelijk, maar niet noodzakelijk)
·Neem daarna een wiek
en votiefglas of gelijkaardig (bestand tegen hitte)
·Laat de wiek branden
voor minstens 1 uur voor een icoon, reliek van een Heilige, prent van de
Heilige, bid ondertussen tot deze Heilige
·Behoud de rest van
de olie, en dan heb je jouw eigen olie ter ere van de Heilige.
Dit werkt ook voor de Engel
Rafael bijvoorbeeld.
Je kunt de stap van de zegening
door een priester overslaan indien nodig omdat de handeling van het branden met
toewijding de olie tot een sacramentalie maakt.
Sacramentalia (volgens Wikipedia)
De sacramentalia
of sacramentaliën (enkelvoud : sacramentale) zijn zegeningen
en handelingen binnen de Katholieke Kerk en de Orthodoxe Kerk om het leven te
heiligen, in navolging van de sacramenten. Het onderscheid tussen sacramenten
en sacramentalia is dat sacramenten door Jezus Christus zelf zijn ingesteld
voor het eeuwige heil en sacramentalia niet direct door Christus ontstonden,
maar door de kerkelijke traditie. Christus refereerde wel naar vele
sacramentaliën en gebruik ze zelf ook (bijvoorbeeld exorcisme), maar Hij stelde
ze niet zelf in als middelen tot het eeuwig heil.
Er zijn vele
sacramentalia. Onder de sacramentalia nemen de zegeningen een belangrijke
plaats in. Enkele voorbeelden zijn :
het gebruik van
wijwater
zegeningen van
personen (bijvoorbeeld door ouders wanneer het kind gaat slapen, of de pauselijke
zegen)
wijding van een
persoon (bijvoorbeeld van een abt of abdis, ritus van de religieuze
geloften en maagdenwijding)
zegeningen over
voorwerpen (bijvoorbeeld over de maaltijd, een huiszegening, kaarsen,
autowijding, ook olie, en zout)
wijding van een
voorwerp (bijvoorbeeld van een kerk, een altaar, een icoon, of grafaarde,
de zegening van de heilige oliën, de zegening van liturgisch vaatwerk of
gewaden, klokken, palmtakken enz.)
het bezweren van
de Duivel (exorcisme).
Nieuwe
sacramentaliën vaststellen of erkende op authentieke wijze uitleggen, sommige
ervan afschaffen of wijzigen, kan alleen de Apostolische Stoel.
Alle zegen
komt van God en alle zegen komt bij God terug. Uiteindelijk is Degene die
zegent ook de Gezegende. Mensen zijn geroepen om de zegen te bemiddelen door
God, de Gezegende, te smeken, te loven, te prijzen en te danken. Deze
bemiddeling van Gods zegen is een liturgische, gemeenschappelijke, kerkelijke
handeling: het is, in één woord, een viering. De aard van deze viering is
bepalend voor de persoon die als voorganger het zegeningsgebed uitspreekt. Het
boek der zegeningen geeft de volgende indeling:
1. De bisschop
gaat voor in die vieringen die betrekking hebben op het hele bisdom.
2. De priester
verricht de zegeningen die betrekking hebben op de gemeenschap waarover hij is
aangesteld. Hij kan voorgaan in alle vieringen die in het boek der zegeningen
gegeven worden, maar zal aan de bisschop voorrang geven als deze aanwezig is.
3. Voor de diaken
staat steeds expliciet vermeld welke zegeningen hij kan verrichten. Feitelijk
betreft dit alle zegeningen behalve de zegeningen van zaken die worden bestemd
voor kerkgebouwen of andere cultusplaatsen, of die daarin wordt opgericht. Ook
behoort de zegening van een missionaris of van een scapulier niet tot de
functie van de diaken. Hij zal aan een priester voorrang geven als deze
aanwezig is.
4. Gelovigen
die de passende eigenschappen bezitten kunnen zegeningen verrichten op grond
van het algemeen priesterschap, waaraan zij door het doopsel en vormsel hebben
deel gekregen. Zij kunnen dit doen als zij in opdracht van de bisschop een
bijzondere taak uitoefenen in de Kerk; maar wanneer een priester of diaken
aanwezig is, zal deze in de viering voorgaan. Ook kunnen gelovigen zegenen op
grond van hun eigen taak, bijvoorbeeld als ouders van hun kinderen. Verder
kunnen worden genoemd: zegening van het gezin; van een echtpaar, kinderen,
verloofden, ouderen, zieken, een vrouw voor of na de bevalling. Ten slotte
kunnen gelovigen dieren zegenen, en zaken als een huis, een voertuig of
werktuig. Het Tweede Vaticaans Concilie heeft het mogelijk gemaakt dat bepaalde
zegeningen nu ook door leken (die de juiste hoedanigheid bezitten) kunnen
worden verricht.
De canones
1166 tot en met 1172 van het Wetboek van Canoniek Recht van 1983 en artikels
1667 tot en met 1679 van de Catechismus van de Katholieke Kerk behandelen de
sacramentalia.
Wanneer voedsel besmet wordt
door straling, wegens nucleaire fall out, moeten we wat H. Olie bij ons voedsel
voegen (tijdens het koken of als olie bij de salade) om het voedsel te
zuiveren. Voor alle andere voedsel kunnen we ze wassen in wijwater, en dan zal
het voedsel gezuiverd zijn. Iedereen wordt aangeraden een voorraad H. Olie en
Wijwater in huis te hebben. Onthoud dat je geloof moet hebben, want het kan
vermenigvuldigd worden.
Relikwie of reliek
Deze zijn overblijfselen die
binnen bepaalde religies vereerd worden. Met name in het Rooms-Katholieke en
Oosters-orthodoxe Christendom speelt de verering van relikwieën een belangrijke
rol.
Relikwieën in het
christendom
Binnen het Rooms-katholicisme
worden met relikwieën de overblijfselen bedoeld van het lichaam van Heiligen
of voorwerpen die met het lichaam van Jezus, Maria of een andere Heilige in
contact zijn geweest.
Dergelijke voorwerpen worden, op
volgorde van belang, in drie categorieën ingedeeld:
Eerstegraads relieken: lichamen of
lichaamsdelen van overleden heiligen;
Tweedegraads relieken: voorwerpen die met
Christus of een heilige in contact zijn geweest tijdens hun leven
(kleding, schoeisel, gebruiksvoorwerpen, enz.);
Derdegraads relieken: voorwerpen die met
Christus of een heilige in contact zijn geweest na hun dood (de Heilige
Lans, lijkwades, aarde uit een graf, enz.).
Verering
Het vereren van relikwieën is
terug te voeren op de vroeg-christelijke gewoonte om de liturgie te vieren
boven of nabij het graf van martelaren, bijvoorbeeld in de catacomben in Rome.
Toen in later tijden op of nabij de graven van martelaren kerken verrezen,
ontstond de gewoonte om relikwieën in het altaar te plaatsen. Deze gewoonte
bestaat in katholieke kerken nog steeds. Indien een altaar ontwijd is, dan
wordt de reliek terug naar de bisschop gezonden. In de geschiedenis werden aan
de relieken van heiligen wonderdadige krachten toegekend. De lichamen van
heiligen konden als 'kanaal' van goddelijke macht optreden: in die zin
verrichten de heiligen niet zelf wonderen.
Relieken van een heilige worden
vaak op de naamdag van de heilige ter verering aangeboden. In sommige plaatsen
komen de gelovigen na de mis naar voren om een theca met daarin de relikwie te
kussen.
Lier (Sint-Gummarus) :
Brugge (Heilig Bloed) :
In Lier en Brugge vinden processies
plaats, gepaard gaande met uitgebreide feestelijkheden. In andere plaatsen
worden zevenjaarlijkse heiligdomsvaarten georganiseerd:
Aken : Heiligtumsfahrt
Hasselt : Kroning van beeld van
Maria - Virga Jesse
Tongeren : Trudofeesten
Hoei : Septennales
Maastricht en Susteren :
Heiligdomsvaarten
Deze processies gaan vaak terug
op eeuwenoude tradities. Gedurende de rest van het jaar worden de relieken
bewaard in de sacristie of in een beveiligde bewaarplaats, soms onder de hoede
van een broederschap, die zich op de devotie van deze heilige heeft toegelegd.
Uit:
virgajessefeestenbe.webhositng.be Gert Gielis: Uit onze zoektocht naar de
oorsprong van de zevenjaarlijkse traditie blijkt dat de wortels van dat levende
erfgoed tweeledig zijn: enerzijds de heiligdomsvaarttraditie, anderzijds de
traditie van zevenjaarlijkse mariale processies. Een heiligdomsvaart was een
religieuze manifestatie waarbij voorname relieken publiekelijk aan de pelgrims
werden getoond. Essentieel is dat dat gebeurde tijdens een veertiendaagse
genadeperiode, die een zevenjaarlijkse turnus volgde. De historische
vergroeiing van die verschillende componenten maakt de genese van de
heiligdomsvaart complex. Bij bijzondere gelegenheden, zoals het
kerkwijdingsfeest, toon-den kapittels en abdijen voorname relieken aan
pelgrims, die daarmee aflaten konden verdienen. In de veertiende eeuw werden in
Aken de torentoning en een zevenjaarlijkse turnus ingevoerd, waardoor de
traditie van heiligdomsvaarten ontstond. In navolging van Aken namen ook andere
kapittels en abdijen (onder meer in Maastricht, Tongeren, Luik, Susteren,
Aldeneik, Sint-Truiden en Rolduc) die gebruiken over. Op die manier ontwikkelde
zich een statienetwerk, met Aken als spil. Tijdens de vijftiende eeuw ken-de de
heiligdomsvaart een groot succes, vooral in Aken en Maastricht. Maar door de
reformatorische kritiek en de godsdiensttroebelen taande het succes ervan in de
16e eeuw. De traditie overleefde de crisisperiode, maar was nog slechts een
schim van de middeleeuwse heiligdomsvaart. De gegevens over de Tongerse en
Sint-Truidense heiligdomsvaart zijn zo schaars dat we nauwelijks meer weten dan
dat de traditie in stand werd gehouden tot aan het einde van het ancien régime.
In 1790 vond de laatste heiligdomsvaart van de oude stempel plaats. Tijdens de
Franse overheersing verdwenen de reliekschatten en werden de kerkelijke
instellingen die de traditie controleerden, buitenspel gezet.
De oorsprong van de
zevenjaarlijkse processies kadert in een heel andere context. De
Contrareformatie bracht de devotie voor Maria op het voorplan. De geruchten
rond miraculeuze Mariabeelden zorgden voor de opbloei van nieuwe bedevaartsoorden
(Scherpenheuvel, Kortenbos, Hasselt, Hoei, Verviers ...). Vanzelfsprekend werd
de Heilige Maagd ook met processies vereerd. In Hasselt werd in 1682 voor de
eerste maal een zevenjaarlijkse processie gehouden. In Hoei is de
zevenjaarlijkse turnus met zekerheid aanwijsbaar vanaf 1687, al bestond hij
daar mogelijk reeds eerder. Werd daar de zevenjaarlijkse traditie van de heiligdomsvaarten
overgenomen? Hoewel culturele verbreiding niet uitgesloten is, staat een
rechtstreeks verband met de heiligdomsvaarten niet vast. Die waren reeds
geruime tijd op hun retour en bovendien verschilde het kader van de
afzonderlijke tradities enorm. In de achttiende eeuw vestigde de
zeven-jaarlijkse traditie zich definitief in Hoei en Hasselt, maar ook daar
betekende de Franse overheersing een breuk.
Handelsverbod
In de late Middeleeuwen vormden
relikwieën een bron van levendige handel. Er werden zeer veel misbruiken
gepleegd omwille van economische redenen. Hierdoor werden gelovigen niet alleen
financieel maar ook spiritueel bedrogen. Het verhandelen van gewijde objecten
en relieken in het bijzonder is kerkrechtelijk verboden (simonie). De katholieke
kerk verbiedt het handelen in eerste- en tweedegraads relikwieën. Leken mogen
in principe geen relieken bewaren in een ongewijde ruimte. Handel in relikwieën
uit de derde graad is wél toegestaan, onder toezicht van de kerkelijke
overheid. Een relikwie draagt een zegel uit was. Bij het reliek hoort een
certificaat of diploma, ook wel echtheidsverklaring genoemd. Zegels en
certificaten worden afgegeven door bisschoppen, abten en in het bijzonder de vicaris-generaal
van het bisdom Rome. Als de zegel verbroken of niet aanwezig is, is de
authenticiteit niet meer aan te tonen. Vaak krijgen bedevaartsoorden nog steeds
kostbare relieken toegezonden van populaire heiligen.