Heiligen
die te maken hadden met pandemieën Meg Hunter-Kilmer 12/3/2020
En nog meer zelfs, ze wisten hoe een pandemie
een manier kan worden om God en de naaste te dienen
Het vinden van een Heilige
die werkte met slachtoffers van plagen en andere epidemieën kan moeilijk zijn -
omdat er zoveel Heiligen zijn dat ze ontelbaar zijn!
Tijdens de 3e-eeuwse Plaag van Cyprianus (beroemd om het doden van meer dan
5.000 mensen per dag in Rome), werden christenen naar patiënten toegegeven, die
hen graag wilden verplegen, ongeacht de kosten. In Alexandrië (waar tweederde
van de bevolking verloren was gegaan door deze plaag) schreef St. Dionysius
over de christenen: Zonder gevaar namen zij de zieken in handen, zorgden voor
al hun behoeften en dienden hen in Christus en met hen vertrok dit leven sereen
gelukkig; want zij waren door anderen met de ziekte besmet, gebruikten de ziekte
van hun buren en namen vrolijk hun pijn op. '
In feite stierven zoveel christenen in Alexandrië terwijl ze de zieken
verzorgden, de groep niet nader genoemde helden kreeg een feestdag (28
februari) en werd vereerd als martelaren.
Aangezien het coronavirus zich over de hele wereld verspreidt, waardoor veel
zieken en nog veel meer mensen bang worden, zouden we er goed aan doen om de
tussenkomst te vragen van degenen die plagen en epidemieën bestreden en daarbij
halo's wonnen.
St. Godeberta van Noyon (ca. 700) zorgde voor de zieken op een minder directe
manier dan vele anderen. Als abdis met grote invloed op de mensen die in de
buurt van haar abdij woonden, moedigde Godeberta hen aan om te bidden voor het
einde van een plaag. Nadat ze drie dagen in zak en as hadden vasten, eindigde
de pest vrij plotseling.
During the 3rd-century
Plague of Cyprian (famous for killing upwards of 5,000 people a day in Rome),
Christians were reported running toward sufferers, eager to nurse them whatever
the cost. In Alexandria (where two thirds of the population was lost to this
plague) St. Dionysius wrote of the Christians, Heedless of danger, they took
charge of the sick, attending to their every need and ministering to them in
Christ, and with them departed this life serenely happy; for they were infected
by others with the disease, drawing on themselves the sickness of their
neighbors and cheerfully accepting their pains.
Plaag van Cyprianus 19/6/2014 VRT NWS

Archeologen hebben in Egypte enkele skeletten gevonden,
resten van slachtoffers die overleden zijn aan een epidemie in de 3e eeuw. Die
epidemie werd de "Plaag van Cyprianus" genoemd, naar de bisschop van
Carthago die de vreselijke symptomen van de ziekte beschreef.
"De darmen ontladen voortdurend de kracht van het
lichaam, en in het beenmerg ontstaat een brand die wonden veroorzaakt tot in de
keel", zo beschrijft Cyprianus de ziekte. Hij was op dat moment de
bisschop van Carthago.
"De ingewanden worden overhoop gehaald door het
voortdurende braken en de ogen lijken in brand te staan door het bloed dat erin
geïnjecteerd raakt. Soms worden de voeten of een deel van de ledematen afgezet
uit vrees voor besmetting van de zieke verrotting."
Het moet een vreselijke soort pest geweest zijn die toen
door het Romeinse Rijk woedde. Volgens sommige bronnen vielen er tussen 250 en
271 na Christus tot 5.000 doden per dag. Cyprianus schreef dat hij vreesde voor
het einde van de wereld. Wellicht gaat het om een variant van de virussen die
vandaag verantwoordelijk zijn voor de mazelen of de pokken. De massale sterfte
zou de val van het Romeinse Rijk ook bespoedigd hebben, zo vermoeden historici.
Een internationaal team van archeologen heeft nu de
bevindingen gepubliceerd van de ontdekkingen die ze gedaan hebben bij een
vroeger monument in de buurt van Luxor, dat vroeger Thebe heette. Ze vonden
onder meer schedels en lichaamsresten onder een dikke laag kalk, dat vroeger
gebruikt werd als ontsmettingsmiddel. Door onderzoek hebben ze achterhaald dat
het gaat om slachtoffers van de "Plaag van Cyprianus". **
In feite stierven zoveel Christenen toen ze de zieken
verpleegden in Alexandria, de groep van onbekende helden werd beloond met een
feestdag (28 februari) en werden vereerd als martelaren.
Nu het coronavirus zich verspreidt over de aarde, vele
zieken in zijn spoor nalaat en nog meer die bang zijn, zouden we er goed aan
doen de voorspraak te vragen van degenen die tegen de pest en epidemieën
streden en aureolen verdienden.
De
pest (wikipedia)
De pest is een infectieziekte die van de 14e
tot en met de 19e eeuw in Europa veelvuldig, bij vlagen epidemisch
en zelfs pandemisch voorkwam en enorme aantallen slachtoffers maakte. De ziekte
wordt veroorzaakt door de bacterie Yersinia pestis, bij sommigen ook bekend als
pestbacil. De meest voorkomende vormen van de pest zijn builenpest en
longpest. Men schat dat door de Zwarte Dood van 1347-1351 een derde deel van
alle Europeanen, destijds enkele tientallen miljoenen, het leven liet.
De pest vormt voor medici geen probleem meer omdat de
ziekte over het algemeen snel en effectief bestreden kan worden met behulp van
verschillende goedkope antibiotica, zoals tetracycline en doxycycline..
Behalve op Antarctica en in Australië en Europa komt de
pest nog steeds op alle continenten voor onder zwarte en bruine ratten en onder
een aantal andere voor de pest vatbare zoogdieren (vooral knaagdieren).).
Incidenteel raken mensen met de pest besmet. Daarbij gaat het voornamelijk om
arme landarbeiders en hun gezinnen, die in afgelegen dorpen in het zuiden van Afrika
wonen, bijvoorbeeld in Zambia, Madagaskar en Malawi, of om mensen die in
afgelegen en dunbevolkte delen van Azië wonen, bijvoorbeeld in Kazachstan, Kirgizië,
Binnen-Mongolië en Nepal. **
H.
Godeberta van Noyon (ong. 700) zorgde voor de zieken op een minder
rechtstreekse manier dan vele anderen. De abdis had een grote invloed over de
mensen die in de nabijheid van haar klooster woonden en ze moedigde hen aan te
bidden voor het einde van de pest. Nadat ze drie dagen doorbrachten al vastend
in jutekledij en as, eindigde de pest nogal plotseling.
H.
Rochus van Montpellier (1295-1327) ging aan boord van een schip
op bedevaart naar Rome toen hij 20 jaar was, en bedelde de volledige reis. Toen
hij aankwam in Italië ontdekte hij dat het land verwoest was door de pest.
Rochus ging voor de zieke vreemdelingen
zorgen die hij tegenkwam (en genas hen dikwijls op miraculeuze wijze) tot hij zelf
de ziekte opliep. Omdat hij niemand kende, sleepte Rochus zich naar een woud om
te sterven, maar een plaatselijke hond bracht hem voedsel en likte zijn wonden
tot Rochus herstelde.
H.
Carolus Borromeüs (1538-1584) was een kardinaal toen er
hongersnood kwam en de pest over Milaan kwam. Hoewel de meeste edelen de stad
ontvluchtten, organiseerde de Kardinaal de religieuzen die bleven om de
hongerigen en zieken te voeden en verzorgen. Ze gaven meer dan 60.000 mensen
voedsel op een dag, en de rekening werd grotendeels gedragen door de Kardinaal,
die persoonlijke schulden opbouwde om de hongerigen te voeden. Hij bezocht ook
persoonlijk degenen die leden onder de pest en waste hun wonden. Hij had zijn
laatste Wilsbeschikking opgetekend en bereidde zich voor op de dood. Maar de
goede Kardinaal werd gespaard, en leefde nog 6 jaar nadat uiteindelijk de Pest
van de H. Carolus werd genoemd.
H.
Henry Morse (1595-1645) werd geboren als een Engelse
Protestant, maar werd een Jezuïet en keerde naar Engeland terug om in het
geheim te dienen. Veel van zijn werk bestond in slachtoffers van de pest te
dienen, zowel in de uitbraak van 1624 en later (nadat hij werd verbannen uit
Engeland, maar in het geheim terugkeerde) in 1635. In 1635-1636 kreeg Morse 3
keer de pest maar herstelde elke keer. Wanner hij later werd gevangen genomen,
werd zijn werk met de slachtoffers van de pest in aanmerking genomen en werd
hij vrijgelaten. De volgende keer werd hij opnieuw gevangen genomen, en was er
geen clementie deze keer, en Morse werd gemarteld.
H. Virginia
Centurione Bracelli
(1587-1651) was een welgestelde weduwe toen de pest uitbrak in Genua. Ze
liet vele zieken opnemen in haar huis, en toen er geen plaats meer was, huurde
ze een openstaand klooster, en bouwde daarna nog meer woonplaatsen. Hoewel de
pest eindigde, bleef het ziekenhuis van Virgina honderden zieken verplegen, en Virgina
richtte een religieuze orde op temidden van dit alles, en deze bestaat nog
steeds.
|