Intussen is het zondag en is de marathon van Torhout, beter bekend als de Nacht van Vlaanderen, al meer dan een etmaal verleden tijd. Ik weet niet waarom, maar ik blijf het een fantastische wedstrijd vinden, waar ik probeer zo vaak mogelijk aanwezig te zijn. Wat deze marathon precies onderscheidt van andere, weet ik niet, maar enkele factoren spelen hierin zeker een rol. Wat wel vaststaat is dat de organisatie niets, maar werkelijk niets, aan het toeval overlaat. André Migneau en zijn team weten als geen ander hoe ze een loopwedstrijd moeten organiseren en dat merk je. Het vlakke parcours is prachtig uitgepijld, maar er staan bovendien seingevers of politie op elke hoek van de straat. De bevoorrading is werkelijk geweldig, met ongeveer elke vier kilometer water, sportdrank, cola, ice-tea, bananen, appelsienen, rozijnen, chocolade en peperkoek. Wat wil een mens nog meer! Vrijdagavond, want het gaat hier wel degelijk om een avondmarathon met start om 20 uur, stond ik voor de derde keer aan de start. Vorig jaar moest ik in extremis forfait geven met luchtwegenproblemen, dit jaar hield niets of niemand me weg uit Torhout. Zelfs een aanslepende verkoudheid niet. Na toch een vermoeiende voormiddag -de kinderen waren al om halfzeven 's ochtends in de weer- besloot ik om tijdig te vertrekken om de verkeersellende in Antwerpen en Gent voor te zijn. Dit was me aardig gelukt, maar het ging eigenlijk te vlot zodat ik al om half vier van de partij was. Met het nuttigen van koeken en bananen, het luisteren naar de radio en het bekijken van mensen bracht ik de tijd om. Om een uur of zes ging ik rustig mijn borst- en voor de gelegenheid ook rugnummer halen, dronk nog enkele koffietjes en maakte me langzaam klaar. Ik maakte nog een praatje met JCK-lid Patrick Aerts en had ook nog een onderhoud met Willy Luyten, die me al verklapte dat hij in Kasterlee later dit jaar zijn tweehonderdste (!) marathon zal lopen. Rond zeven uur arriveerde ook Bart Van Nijlen, die de honderd kilometer tijdens de Nacht zou afwerken en verrassend brons pakte tijdens het BK en VK. Ontspannen begaven we ons naar de startbox. Om acht uur stipt weerklonk het startschot en in een zelden geziene sfeer liepen we door een talrijk opgekomen massa door het centrum van Torhout en begonnen we aan een ronde van 23 kilometer. Na enkele kilometer had ik het juiste tempo gevonden en er werd zowaar een bus gevormd van ongeveer veertig lopers en daarin liep ik vrij vooraan en enkele kilometers zelfs mee aan de leiding. Het tempo lag ongeveer op elf kilometer per uur en daar voelde ik me goed bij. Er viel al eens een buitje uit de lucht en het waaide fel, maar dan kan je je in groep al eens uit de wind zetten. Na kilometer vijftien zag ik dat de groep langzaam uit elkaar viel. Voor sommigen ging het te snel en die moesten afhaken. Bij de doortocht aan de aankomst waren we nog met een loper of acht. Ik kwam goed door in een tijd van 2:04 uur en wist dat een tijd onder de vier uur tot de mogelijkheden behoorde. Maar zo ver was het nog lang niet. Even voor het 30 km-bord sloeg het noodlot weer toe en de knie zorgde weer voor problemen. Hoewel ik nog vrij fris doorkwam in 2:48 (30km) werd de pijn steeds erger en bij elke stap die ik zette moest ik op de tanden bijten. Ik was genoodzaakt het langzamer aan te doen, maar opgeven was geen optie. Met nog twaalf kilometer te gaan moet je gewoon je karakter aanspreken. Vanaf dan telde slechts één doel en dat was het halen van de finish. Tussen kilometer 33 en 40 was het werkelijk een marteling, naar het einde toe werd -wellicht door de euforie- de pijn draaglijk en ik kwam aan de finish in een tijd van 4:11:37, precies zeven tellen sneller dan bij mijn eerste deelname. Jammer dat er door de knieperikelen geen persoonlijke besttijd inzat, maar ik voel dat ik dit jaar nog onder de vier uur zal lopen. Ik besef nu eindelijk dat je enkel met kilometers te malen vooruitgang boekt. Wat de recuperatie betreft zit het ook goed. Zaterdag had ik nog hevige pijn in de knie bij elke beweging, nu is die pijn volledig weg. Enkel wat stramme spieren in de bovenbenen spelen me nog wat parten, maar dat is morgen ook wel verleden tijd. Mijn marathonvoorjaar zit er op, in het najaar zou ik er nog graag drie lopen. De derde zou dan in eigen Kasterlee zijn, waar ik het twintigste streepje op mijn succesvol beëindigde marathonlijstje wil plaatsen. Maar zover is het dus nog lang niet...
In laatste instantie heb ik dan toch maar beslist om de Foorloop in Dessel mee te doen. Onze Sean ging graag lopen en we waren toch zeker van plan om een kijkje te gaan nemen op de kermis in Dessel. Nadat Sean een goede kilometer had gelopen, voor mij het beste wat hij ooit op sportief vlak heeft gedaan, was het de beurt aan mezelf. Ik nam geen risico's en koos voor de vijf kilometer en naargelang ik de start vlot verteerde zou ik zien waar ik naartoe zou gaan.
Ik had me achteraan de massa gezet, want er was wel aardig wat volk, en vanaf het startschot schoof ik langzaam op tot ik in een aardig tempo zat. Ik slaagde er vlot in dit tempo aan te houden en ik bleef vlotjes opschuiven. Na één ronde - halfweg dus - kwam ik door in 11'15" en daar was ik zo tevreden over dat ik besloot nog een tandje bij te steken. In de slotkilometer trok ik nog even door en in 22'11" kwam ik aan de finish. Het was opvallend dat ik na toch een serieuze inspanning meteen gerecupereerd was. En met een 41ste plaats op 163 deelnemers ben ik zeer tevreden. En dan bedenken dat er meer in zat en dat er een heel sterk deelnemersveld aan de start stond.
Misschien moet ik wel eens wat vaker kiezen voor een kortere afstand, want die verteer ik blijkbaar beter dan dat beulenwerk op de langere afstanden. Zaterdag na de Sinksenjogging in Kasterlee heb ik ontzettend afgezien en de pijn in de knie was 's nachts en ook gisteren niet te harden. Vanochtend was alles gelukkig veel beter en deze vijf kilometer heeft me gesterkt met het oog op vrijdag. Natuurlijk is het onmogelijk een 5K te vergelijken met een marathon, maar als het in het kopje al snor zit, ben je al een aardig eind op weg...
Na de Gehuchtenloop vorige week, een knap initiatief van JC Kasterlee, was het opnieuw in de eigen gemeente te doen. De Sinksenjogging is een leuke wedstrijd met een schitterend, maar niettemin loodzwaar parcours. Aanvankelijk waren er wat twijfels of ik zou starten, want in de Gehuchtenloop had mijn knie voor heel wat problemen gezorgd, waardoor ik na een 25 kilometer genoodzaakt was de strijd te staken. Maar met de marathon van Torhout volgende vrijdag in het verschiet, werd het mijn laatste -tenzij ik maandag in Dessel nog een rustige 10K doe- test. En uiteindelijk ben ik toch tevreden over mijn wedstrijd.
Het pittige parcours met daarin drie hellingen, waarvan er twee niet van de poes zijn, zorgde meteen voor een goed gevoel. Ik had gekozen voor drie rondes van zes kilometer (al was het misschien wel iets minder, maar door de aard van het parcours hoorde je er geen haan naar kraaien). Het ging aanvankelijk vlot, misschien wel te vlot. Samen men schoonbroer Luc Van Doninck had ik geopperd om een rustige duurloop te houden, maar het ging zo lekker en de hellingen verteerde ik zo goed, dat ik iets te hard van stapel liep. Meteen werd duidelijk dat we tegen meer dan 12 km/uur liepen en dan moet ik vaststellen dat ik dat nog niet kan vasthouden. Toen ik de tweede ronde bovenkwam op de Hoge Mouw, liet ik mijn metgezel lopen en koos ik voor de rustigere aanpak. Enkel op die manier kon ik het tot een goed einde brengen. De knieproblemen vielen mee, maar de zachte ondergrond zal daar ook wel voor iets bij tussen gezeten hebben. In de derde ronde kreeg ik het moeilijk, maar kon toch aardig mijn tempo vasthouden om toch onder het anderhalf uur te finishen, niet slecht voor een loodzware wedstrijd over 18 kilometer.
Nu is het afwachten hoe de beentjes morgen aanvoelen en als dat in orde is, ga ik maandag tijdens de Foorloop van Dessel nog een allerlaatste test doen. Maar dat zien we dan wel. Met de Nacht van Vlaanderen in het verschiet is het nemen van risico's niet aangewezen.
Na de Maasdijkmarathon heb ik het een tijdje rustig gehouden. Zeker doordat de knie weer begon op te spelen, maar gelukkig heb ik hiervan niet al te veel hinder meer ondervonden. Een kleine tien dagen rust - nu ja, met een Oktoberfest ertussen kan je moeilijk van echte rust spreken - neem ik vandaag of morgen de draad weer op. Want zondag moet ik alweer paraat zijn, wanneer JC Kasterlee al haar vierde Gehuchtenloop organiseert. Dit jaar wil ik opnieuw de 35 kilometer uitlopen en dan zit ik meteen in de laatste rechte lijn richting Nacht Van Vlaanderen in Torhout.
Gisteren dus de Maasdijkmarathon gelopen, zoals de naam het zegt langs de oevers van de Maas. Met een kleine honderd deelnemers was deze marathon klein van opzet, maar toch meer dan de moeite waard. Ik heb echt genoten van het parcours, de prachtige Maasdijk maar ook de heel gezellige dorpjes die we doorkruisten. De sfeer in Nederland is met niets te vergelijken met die in ons eigen landje en daarom ook dat ik zo graag de grens overtrek. Iedereen moedigt je aan en de mensen staan langs het parcours met bekertjes water. Met een temperatuur van om en bij de twintig graden is dat een welgekomen verfrissing.
Nu de wedstrijd zelf. Ik besloot om van in het begin met een groepje mee te gaan, om niet te snel alleen te zitten. Ik vond een kwartet dat eigenlijk net iets te snel liep en na een kleine tien kilometer besloot ik om ze maar te laten gaan. Na een uur wedstrijd bevond ik me tussen de bordjes van elf en twaalf kilometer. Te snel dus voor mijn kunnen, dus besloot ik wat te vertragen. Ik hoorde onderweg dat de halve marathon twee uur na de hele marathon van start ging, en halfweg het parcours. Wanneer ik dus even voordien deze plaats zou passeren, zou ik nooit alleen te komen zitten. En na 1:56 passeerde ik de tijdsregistratie van de halve marathon om nauwelijks een kwartier later de eerste lopers voorbij te zien stuiven. Het was dan wachten op de lopers met wie ik het wel kon vinden en na een kleine dertig kilometer bevond ik me in goed (en knap) gezelschap van enkele jongedames. Na drie uur had ik precies 31 km achter de kiezen, maar de vermoeidheid begon langzaam vat te krijgen op mij. Toch bleef ik -in tegenstelling tot heel wat vroegere marathons- mooi in het tempo, tot na 34 km de knie weer begon op te spelen. Even vreesde ik dat ik het einde niet zou halen, maar gelukkig viel het al bij al nog mee. Ik moest wel gas terugnemen en enkele passages (vooral dan aan de vele drankposten) te voet verder. De pijn in de knie verergerde niet, dus was ik er al zeker van dat ik de finish zou bereiken. Uiteindelijk gebeurde dit in 4:15 en daar heb ik toch gemengde gevoelens bij.
Vermits ik de week voordien meer tripels had gedronken dan kilometers gelopen (ik was namelijk geen enkele keer op pad gegaan) was ik er niet gerust in. Op zaterdagavond had ik nog een toneelvoorstelling bijgewoond op een houten keukenstoel en rond half twaalf pas thuis, dus ook niet bevorderlijk en 's ochtends was ik opgestaan met een verstopte neus en felle keelpijn, die me overigens heel de wedstrijd parten heeft gespeeld. Maar als ik nu de knie even laat rusten en de gehuchtenloop begin juni vlot kan afwerken, zit een goede prestatie in de Nacht van Vlaanderen er zeker in!
Het lijkt wel of ik mijn zinnen heb gezet op de marathon van volgende week langs de boorden van de Maas. Ik kwam de laatste tijd geregeld aan trainen toe en dat geeft me toch een goed gevoel. Deze week nog enkele extra trainingen inlassen met als afsluiter zaterdag een halve marathon of meer en dan moet ik klaar zijn voor volgende week. Een weekje rust zal dan goed doen en misschien ook wat op mijn eten gaan letten, iets wat ik in het verleden ook steevast verzuimde. Het feit dat ik de laatste weken veel meer trainde (dat was aangezien mijn beperkte trainingskilometers voordien niet echt moeilijk) heeft er tevens voor gezorgd dat mijn gewicht op peil blijft. In de marathon van Zeeuws-Vlaanderen verloor ik in 42 kilometer meer dan vier kilogram en die is er nog steeds niet bijgekomen. Vanavond nog eens op de weegschaal gestaan en het is allemaal perfect. Ik was wel na het werk naar huis gelopen (want vanochtend met de fiets gaan werken) en hoewel ik moe was na een werkdag verliep het eigenlijk vrij goed. Voor de twaalf kilometer had ik net geen uur nodig, in een nochtans niet zo gemakkelijk parcours. Nu donderdag nog eens wat loslopen en hopelijk tijdens het weekend een lange duurloop. En laat dan de Maasdijkmarathon maar komen...
De jongste weken heb ik duidelijk de smaak te pakken en eindelijk ook wat tijd gevonden om eens deftig te trainen in voorbereiding op een marathon. Nadat ik donderdag met de leden van de Joggingclub al een dikke tien kilometer op de teller had staan, besloot ik vanochtend om een lange duurloop af te werken. Nu ja, wat heet lang. Van Lichtaart naar Dessel is nu niet de andere kant van de wereld, maar het was toch een deugddoende loop met uiteindelijk toch een kleine twintig trainingskilometers erbij. Met mijn zoon Sean erbij op de fiets was het wel aangenaam lopen. De eerste vier kilometer legde ik alleen af, door de bossen van Lichtaart naar Kasterlee en daar pikte hij aan. Via de Keeses Molen, de kajakclub en Hinnekensbergen ging het naar het Prinsenpark. In het Prinsenpark even gestopt om te drinken en dan via de industrie in Dessel (naast de Graspopwei) naar het centrum. Mijn gps gaf 19,7 kilometer aan met een gemiddelde snelheid van 10,4 km/u, exact de snelheid die ik zou willen halen op 22 mei. Maar zover is het nog lang niet. Maar als je dan bekijkt dat ik drie keer ben gestopt (twee maal om te drinken en één keer om een knappe jonge mama de weg te wijzen naar de sportterreinen van Dessel Sport), mag ik toch niet ontevreden zijn. Hopelijk lukt het me om de komende weken opnieuw de tijd en de goesting te krijgen om deze lijn door te trekken en dan kan ik me zelf tijdens en na de Maasdijkmarathon alvast geen verwijten maken.
Afgelopen zondag werd het marathonparcours van de marathon van Kasterlee verkend. Een gloednieuwe ronde van 21 km, want door de op til zijnde werkzaamheden aan de Noord-Zuidverbinding, die dwars door de Kastelse bossen moet (zij het via een tunnel), was het onmogelijk voor Roger om het bestaande pittige parcours te behouden. Zondagochtend daagden er een kleine vijftig lopers op om de verkenning aan te gaan. Aanvankelijk was het wat draaien en keren, maar eenmaal uit het centrum kreeg ik er wat zicht op. Door de aanhoudende droogte van de voorbije weken, waren de zandwegen heel zwaar om te belopen, maar wellicht valt dat in november nog wel mee. Dit jaar trekt de marathon richting Prinsenpark en ook daar is het geweldig om te lopen. Afgezien van het vele stof zondag en het door het mulle zand tot een zandbak omgetoverd parcours, was het best de moeite. Ik denk persoonlijk dat het zeker niet minder zwaar is dan het vorige parcours en voor mij is het zeker zo mooi. De Ark Van Noë en De Hoge Mouw verdwijnen dan wel voor enkele jaren, maar het Prinsenpark, Hooibeekhoeve, Millekensbrug en omgeving van Watermolen maken er toch ook iets moois van. Proficiat aan Roger, die nu enkel nog een vijfhonderd meter moet toevoegen. Voor mij was het de eerste keer na de marathon van Zeeuws-Vlaanderen en die zat toch nog wel wat in de benen, net als het bierfestival van een dag eerder. En natuurlijk is de warmte ook nooit een bondgenoot van mij, maar gelukkig kan ik me op dat vlak steeds beter handhaven.
Gisteren heb ik eindelijk mijn vijftiende marathon tot een goed einde kunnen brengen. In de prachtige marathon van Zeeuws-Vlaanderen ben ik echter zeer diep moeten gaan, maar opgeven was nooit een optie, daarvoor was deze 42-er te mooi. Want het was werkelijk schitterend. Het begon al bij de start in het pittoreske stadje Hulst, op minder dan een uur rijden van Kasterlee, of Lichtaart dien ik tegenwoordig te zeggen. Een heel gezellige sfeer en vooral een ontspannen bedoening. De plaatselijke big band speelde muziek van De Kreuners (Ik wil je) en bracht meteen sfeer in de keet, zoals je dat blijkbaar alleen in Nederland kan vinden. Het publiek was geweldig en dat was zo de hele afstand. Omstreeks elf uur werd het startschot gegeven, met een rondje door Hulst. Meteen kwamen we op kleine wegeltjes terecht waar het gezellig was om te lopen. Het parcours speelde zich heel veel in de natuur af, en zo heb ik het natuurlijk graag. Alles verliep vlot en ik probeerde mijn normale tempo van een dikke tien per uur aan te houden. Ik liep zonder mijn gps en had enkel een horloge aan, want druk had ik mezelf nauwelijks opgelegd. De hoop om eens onder de vier uur te duiken is er uiteraard nog altijd, maar ik wist dat het niet voor Z-Vl zou zijn. Het was gewoon mijn betrachting de wedstrijd uit te lopen en de afstand in de benen te hebben tegen Torhout op 17 juni, waar ik ontzettend hard naar uitkijk. Na tien km kwam ik door in 58 min en voor de halve marathon had ik net iets minder dan twee uur nodig. Alles lag op schema, maar even na km 25 kreeg ik een klopje. Ik kon nog even het tempo aanhouden en op km 30 zat ik nog ruim onder de drie uur, maar van dan af ging het mis. Ik had in de eerste bevoorradingsposten nagelaten om te eten en dat brak me zuur op. Het tempo stokte en ik kreeg mezelf nog nauwelijks in gang. Het was werkelijk aanmodderen van drankpost naar drankpost. Maar aankomen was het doel en ik wist dat ik dat zou halen, al was het op handen en voeten. Toen ik langs de Scheldeboorden richting Terneuzen liep, kreeg ik op de koop toe nog krampen te verwerken. Dus maar even tijd genomen om te stretchen en uiteindelijk heb ik het toch maar weer klaargestoomd, en dat met een minimum aan training. Bij de aankomst in Terneuzen was het overigens dolle pret. Echt een prachtige marathon, waar ik zonder ongemakken volgend jaar opnieuw aan de start verschijn, dat heb ik de organisatie overigens al beloofd. En laat dat dan net op mijn verjaardag zijn...
PS: Overigens nog een proficiat aan Jan Neirinck uit Kasterlee, die hoopte in 3:30 aan te komen en zijn pronostiek volledig waarmaakte.
Afgelopen weekend trokken we met vijf leden van JC Kasterlee naar de vrije natuurloop voor het Giels Bos, een knappe organisatie van Jef Smits en zijn Afstandslopers (ALV). 'Slechts' vijf leden dus, maar het werd toch een aangename loop. Het parcours was knap, op vijftien kilometer moest je slechts één weg oversteken, maar toch redelijk lastig. We moesten veel draaien en keren en lopen op een mountainbikepad is niet zo evident. Maar de rust van de bossen maakt alles goed en er werd aan een strak maar gezapig tempo gelopen. Elke kilometer stond goed aangegeven en zo werd duidelijk dat we na een langzame start toch in een gezapig tempo van rond de 11 km/uur liepen. Na tien kilometer kwamen we door in 56 minuten, de laatste vijf hebben we nog een fractie sneller afgelegd. Het waren deugddoende kilometers met het oog op de marathon van Zeeuws-Vlaanderen van aanstaande zaterdag. Ik weet nog steeds niet goed wat ik hiervan moet denken. Wat aantal trainingskilometers betreft zat ik nooit beter, maar het juiste gevoel vond ik tot dusver nog niet tijdens het lopen. Vanavond ga ik nog even een training doen en donderdag nog even rustig uitlopen. En dan maar hopen dat zaterdag alles meezit en nummer vijftien dan uiteindelijk toch op de teller komt.
Na een kleine twee weken gedwongen rust wegens mijn knieperikelen (blijkbaar is de meniscus geraakt) nam ik vorige week een nieuwe start en ik voelde me klaar om gisteren (zondag) met de Joggingclub naar Scherpenheuvel te lopen. Kilometers had ik veel te weinig in de benen, maar we zouden wel zien waar het schip strandde. En tot mijn grote verbazing bleek dat aan de basiliek van Scherpenheuvel te zijn. In het begin ging het moeizaam en ik kwam zoals zo vaak langzaam op gang, maar nog voor we goed en wel Geel binnen liepen voelde ik dat het goed zat. Ik kon zelfs spelen met de benen, al eens een gaatje laten vallen om te eten of voor een sanitaire stop. Zelfs voorbij Averbode ging het nog vanzelf zodat ik rustig mijn tijd nam om te eten. Maar blijkbaar iets té rustig, want ik kon aansluiten net voor de Markt van Zichem werd opgedraaid, maar even later, wanneer de gebruikelijke versnellingen er aan komen, moest ik (net als enkele clubgenoten) passen en de rest laten gaan. De laatste klim naar de basiliek deed pijn, maar gelukkig viel het met de knie goed mee. Hopelijk blijft dat ook de komende dagen uit, zodat ik volgende maand vol vertrouwen richting Zeeuws-Vlaanderen kan.
Gisteren ben ik naar Lier getrokken om er een halve marathon af te werken. De jongste weken vond ik meermaals de tijd om toch minstens éénmaal per week te trainen en vermits er half april de marathon van Zeeuws-Vlaanderen op het programma staat is elke kilometer welkom. Dus samen met de schoonbroer naar Lier en terwijl de vrouwtjes de winkels onveilig maakten, maalden wij onze kilometers af langs de kanalen en de Nete. Ik vind het er steeds schitterend, al was het nog maar de tweede keer dat ik er was. De bedoeling was om er een rustige lange duurloop van te maken en uiteindelijk is me dat ook gelukt. Binnen de twee uur was mijn richttijd, dus ver van mijn besttijd van 1:38. Bij de doortocht van de tien kilometer had ik net een (heel) kleine versnelling gemaakt en ik zat net rond de 57 minuten. Met nog meer dan elf kilometer te gaan wist ik dat ik aan deze snelheid wel onder de twee uur zou finishen, want na iets meer dan vijf kilometer had ik het groepje waarin ik zat verlaten om naar een voor ons uitlopend groepje te lopen dat een fractie sneller ging. Maar net toen ik bijna aansloot gooide een bevoorrading roet in het eten en de groep viel helemaal uit elkaar. Het was koud en ik moet zowat de enige geweest zijn met korte mouwen. De koude wind blies steevast in het nadeel, maar ik hield goed stand. Op zestien kilometer kwam ik door op net geen anderhalf uur, dus gewoon tempo blijven lopen zou me goed doen. Maar even later kreeg ik een pijnscheut in de knie en die ging maar niet weg. En deze stekende pijn is een dag later nog niet verdwenen. Ik hoop dat het overbelasting is, want met nieuwe schoenen in drie dagen tijd meer dan dertig kilometer op harde ondergrond, het is boven mijn normale doen. Toch vrees ik wat dat het een ontsteking is en dan ziet het er minder uit. De komende dagen rustig aan doen en dan zien we wel. Hopelijk kan ik donderdag de schoenen weer aanbinden en de voorbereiding richting Terneuzen verderzetten.
Hoewel er weinig tot geen berichten verschenen, heb ik de afgelopen weken en zelfs maanden niet stilgezeten. Eind december, met tweede kerstdag liep ik in Kasterlee de Kalkoenenloop, een prachtige omloop met de Joggingclub over 25 km. De tocht bracht ons door de mooie bossen naar Herentals om dan langs de Kempische Heuvelrug en Lichtaart-centrum (zelfs naast mijn nieuwe deur) terug richting sporthal. Ik was niet voorbereid, want na mijn opgave in de marathon van Kasterlee had ik amper de loopschoenen aangetrokken. Maar wonderwel verliep het allemaal beter dan verwacht en het zorgde ook voor nieuwe moed. Het nieuwe jaar kwam, mede door de verhuis en de onophoudende sneeuwval traag op gang, maar sinds eind januari ben ik toch goed op dreef. De laatste zondag van januari is traditioneel het clubkampioenschap en de week voordien ging ik de Lichtaartse natuur verkennen. Een tocht van 14 kilometer, met een moeizaam einde, had ik nodig om er terug in te komen. Het clubkampioenschap verliep ook fantastisch, met een zware tien kilometer die ik aflegde in 48 minuten. Hiervan had ik nooit durven dromen.
Zoals de titel al laat uitschijnen hebben we ook de laatste weken niet stilgezeten. Heel veel heb ik niet uitgestoken, maar toch werk ik langzaam naar een iets hoger niveau toe. Vorige week was ik aanwezig op de Monumentenloop in Vorselaar, waar het elk jaar genieten is van het parcours maar dat was dan ook het enige positieve van vorige week zaterdag. Ik voelde me al niet zo goed en de warmte speelde opnieuw parten. Ik had lome benen voor de start, maar vaak gaat dat er na een kilometer of zes uit. Deze keer niet dus. Ik vertrok (als haas voor mijn schoonbroer) en we hielden een mooi tempo aan van ongeveer twaalf kilometer per uur. In principe moet ik dit kunnen volhouden in een wedstrijd van minder dan twintig kilometer, maar na kilometer negen kwam ik weer in acuut zuurstoftekort. Ik voelde het langzaam aankomen en had wat vaart geminderd, maar plots werd alles weer zwart voor de ogen. Ik moest me echt naar de finish slepen, maar de tijd was niet om over naar huis te schrijven. Ik was sneller in de eerste acht kilometer dan in de daaropvolgende zes, dat zegt voldoende.
Dan was het zondag helemaal iets anders. Samen met schoonbroer Luc en diens dochter Eva trokken we naar de Nuclea-bosloop in Mol. Een ronduit schitterende wedstrijd in prachtige bossen in een gezapige en gezellige sfeer. Net zoals ik het graag heb. Aanvankelijk hadden we de plannen om er de twintig kilometer te lopen, maar doordat er meer snot in het hoofd zat dan jus in de benen kozen we alledrie voor de tien kilometer. Ik had mijn gps nog eens aangedaan zodat ik me zeker niet zou opblazen. Van bij de start genoot ik van de rustige omloop. Het weer was schitterend, een graad of twaalf en je kon de ochtend ruiken in de dichte bossen. Smalle paadjes wisselden af met iets bredere dreven, rechte stukken met bochtige passages en er waren enkele leuke klimmetjes ingebouwd. Het was genieten tot ik na km 8 mijn voet omzwikte. Even was er paniek, maar ik besloot door te bijten want de jongste maanden werd ik wel eens meer voor watje versleten. De resterende twee kilometer ondervond ik nog wel hinder, maar ik veronderstel dat het allemaal wel meevalt. Ik voel nog wel de plek waar mijn enkel averij heeft opgelopen, maar ik denk dat ik er tegen het weekend opnieuw zal staan. Met zaterdag de Prinsenparkjogging op het programma en misschien zondag de marathontraining belooft het druk te worden. Maar opdrijven in kilometers zal niet slecht zijn met het oog op de marathon van Kasterlee op 14 november.
Voor afgelopen zondag hadden de weermannen en -vrouwen in de media weer heel wat onheil voorspeld. Het was zelfs zo ver gekomen dat de verplaatsing van de Joggingclub met de fiets naar Tielen niet kon doorgaan. Amper twee moedigen kondigden zich aan, waaaronder ikzelf dan nog. Maar gelopen werd er wél gedaan, maar we reden met de auto naar het Tielense Ontmoetingscentrum, waar twee deelnemers aan de Transalp een natuurloop voor het goede doel hadden georganiseerd.
Wat het meest opviel was de heel lage opkomst. Het is ooit anders geweest, maar JC Kasterlee was zonder twijfel de grootste club ter plaatse. We waren met ongeveer tien (zie ook de Goednieuwskrant in Gazet van Antwerpen van dinsdag 31 augustus) en het was best een aangenaam groepje. Ook het parcours was de moeite, althans het rondje van tien kilometer toch. Het vertrok door de velden en weiden naast de IJsboerke-fabriek en van daaruit ging het richting Balderij, een schitterend natuurgebied. Zo kwamen we op plaatsen waar het merendeel van ons nog nooit was geweest. Na de tweede bevoorrading trokken we dan naar de kazerne van de para's om zo via het kasteel van Tielen terug naar de start te gaan.
OP uitzondering van collega-journalist Paul Keyenberg (het Nieuwsblad is nu eenmaal net de mindere van GVA ;-) maar dat is niets nieuws) besloten we om er nog een vijf kilometer aan vast te hechten. Dit parcours was minder aangenaam, het eerste en laatste stuk hadden we al gedaan, het mooie middenstuk van de tien kilometer ontbrak. Maar toch hadden we er vijftien achter de kiezen en het was echt genieten. Lange tijd dat ik nog zo van mijn inspanningen had genoten. De trappist nadien smaakte even lekker... Ik voel dat alles op zijn plooi begint te vallen!
Moe, maar voldaan. Dat is iets wat je vaak hoort, maar dat was vrijdagavond na de Hollewegjogging wel even anders. Ik was kapot, maar helemaal niet tevreden. Ik liep er de tien kilometer op een eigenlijk wel lastig parcours en de bedoeling was te eindigen in de buurt van de vijftig minuten. Uiteindelijk lukte dat ook wel (ik dacht iets van een 52-53 min), maar het werd een ware uitputtingsslag. In de eerste ronde probeerde ik mijn geliefkoosde tempo van 12 km/u aan te houden, maar een tekort aan zuurstof in de broeierig hete bossen en de vele en vooral te lange hellingen zorgden ervoor dat ik het in de tweede ronde bewust langzaamaan moest doen. Bij deze matige tijd zal ik niet te lang meer stilstaan, het belangrijkste is dat ik weer tien trainingskilometers in de benen heb. Het zal nodig zijn, want de marathon in eigen dorp komt angstvallig dichterbij. En misschien dat ik tussendoor nog een 42-er extra zal doen. Maar veel zal afhangen van de marathontraining van volgende week. Als het me nog eens lukt om de 21 km zonder problemen af te leggen, schrijf ik me in voor Brussel of een dagje eerder in Beloeil. Maar dat is allemaal nog afwachten. Gelukkig wordt het weer me iets beter gezind en hopelijk vind ik deze week de tijd om tussendoor al eens een training mee te pikken.
Eerder deze week had ik me voorgenomen om verder te werken aan de opbouw van de conditie en met een jogging in de buurt op het programma zou ik wederom de nodige kilometers in de benen krijgen. De Volleyrun in Retie stond enkele jaren geleden steevast op het programma, maar het was de eerste keer sinds de verhuis naar het centrum dat ik aan de start kwam. Het had echter niet zoveel gescheeld of ik was er niet bijgeweest. Een persconferentie om vijf uur (met een glaasje wijn) en pas om kwart voor zes thuis, waar de lasagne stond te wachten. Nog even twijfelen of ik wel naar Retie zou trekken en om twintig minuten voor zeven dan toch maar vertrokken. Even over zeven kwam ik ter plaatse aan en had nog even de tijd om me in te schrijven en om te kleden. Om half acht volgde ik dan de meute naar de start en ik had gekozen voor de 10,5 km, kwestie van langzaam op te bouwen. Ik had vandaag hard gewerkt en de benen voelden loodzwaar aan, maar toch ging het aanvankelijk vrij goed. Ik kwam bij een jong duo van ARAC en de gps van één van hen gaf aan dat we tegen 4'35" per km aan het lopen waren. Gelukkig waren we nog maar twee kilometer ver en kon ik even terugschroeven, want tegen dat tempo zou ik gegarandeerd voor halfweg de klop van de hamer krijgen. Ik besloot terug te vallen naar de 5' per kilometer, maar naar het einde van de twee van de drie af te leggen rondes kreeg ik het moeilijk. Maar ik had het gevoel dat ik goed mijn tempo kon vasthouden, maar ik moest me toch door die laatste ronde slepen. Het parcours was niet mijn ding, met lange rechte stukken over warme asfalt en hoewel de organisatie er sfeer trachtte in te brengen door naast de terrasjes in het centrum te lopen, miste dit compleet het effect. Uiteindelijk was er wel wat verval in mijn wedstrijd, maar wat wil je met amper zeven kilometer in de benen de jongste maanden, en mijn eindtijd was 54' rond, zo gaf de man aan de finishlijn aan. Hiermee ben ik best tevreden en nu hoop ik deze week één of meerdere keren te kunnen trainen zodat ik vrijdagavond tijdens de Hollewegjogging in Lichtaart tussen de mensen kan blijven. Ik kijk er alvast naar uit!
En we zijn weer vertrokken ! Hopelijk is het nu van langere duur. De gezondheid is nog niet helemaal zoals ze moet zijn, maar ik merk toch al duidelijk beterschap. En dat mijn conditie ondanks een gebrek aan training nog een aanvaardbaar niveau haalt, stemt me zeker tevreden. Zaterdag liep ik na lange tijd nog eens en meteen in wedstrijdverband. Kwestie van meteen door te zetten, want doordat het een estafettewedstrijd was, was opgeven geen optie. In de estafette halve marathon van het Gielsbos, een wedstrijd georganiseerd door de Afstandslopers uit Vosselaar, mocht ik als startloper fungeren. Het was niet mijn keuze, maar kapitein Frans Adams had er zo over beslist. En misschien was het geen slechte keuze, want doordat ik met de massa (er waren toch een kleine zeventig ploegen) kon ik snel op zoek naar iemand die ongeveer hetzelfde tempo aanhield als ik, en dan was het gewoon volhouden en doorbijten. Ik startte helemaal achteraan en had gehoopt over de net iets meer dan 7 kilometer ongeveer 36 minuten af te leggen, maar eigenlijk was aankomen de voornaamste drijfveer. Ik stond dus achteraan in de start en keek de eerste honderd meter de kat uit de boom. De benen voelden onzeker aan, maar ik had niet anders verwacht. Toch schoof ik langzaam op en vond een plekje in het midden van het pak. Vanaf kilometer twee besloot ik om mijn voorgangers te volgen, want ik vreesde dat ik mezelf zou opblazen. En eigenlijk was dat ook wel een beetje het geval, want halfweg de wedstrijd kreeg ik het even moeilijk. De bevoorrading aan kilometer vier kwam net op tijd en gaf me weer wat moed. Naar het einde toe kwam de verzuring opzetten, maar ik moest doorgaan, want mijn collegae van JCK II stonden te wachten. Uiteindelijk kwam ik binnen in minder dan 35 minuten (34:40) en legde de beste tijd van mijn team af, een minuut sneller dan Eddy Buyckx en Frans Adams. Het geeft me meteen weer moed om er voluit tegenaan te gaan de komende weken.
Na meer dan een maand zonder lopen, wilde ik eigenlijk vorige week op vakantie in Noord-Nederland langzaam terug beginnen, maar ondanks elke dag vroeg opstaan - dat heb je met twee kinderen - kwam het er niet van. Woensdag een kijkje gaan nemen naar Dwars Door Kasterlee, maar het was te vroeg om er al bij te zijn. Toch kriebelde het en dus schoot ik gisteren, donderdag, weer in actie. De bedoeling was om het uur met de Joggingclub rond te maken, maar na een kleine drie kilometer kreeg ik het moeilijk. Ik wilde mezelf niet meteen in de problemen brengen en besloot de training in te korten. Uiteindelijk had ik net iets meer dan vijf kilometer achter de rug toen ik thuiskwam. Zo blijkt dat de gezondheid nog niet helemaal is wat het moet zijn, al voel ik me wel al heel wat beter, maar vooral dat ik weer helemaal van nul moet beginnen.Langzaam opbouwen is nu de boodschap en regelmatig trainen noodzakelijk. En dan komt het wel goed tegen het jaareinde, zoniet hoop ik dat ik dit kwakkeljaar heel snel kan vergeten.
Na enkele maanden te sukkelen met de gezondheid, lijkt de kentering eindelijk in zicht. Nadat ik vorige week de nodige tests onderging, bleek uiteindelijk een vernauwing van de luchtwegen de oorzaak van mijn wankele gezondheid van de jongste weken, zeg maar maanden. Hierdoor functioneerden mijn longen niet optimaal en aanhoudende vermoeidheid, door een gebrek aan zuurstof, was het gevolg. Nu is het aan mij om met vier puffs per dag dit euvel te verhelpen. Na een week voel ik me gelukkig al wat beter en weldra zal ik ook de trainingen opnieuw starten.
Een doel heb ik nog niet echt voor ogen, eerst afwachten hoe het met de opbouw van de conditie gaat. Hopelijk lukt het me om tegen 21 juli te kunnen deelnemen aan Dwars Door Kasterlee en hierin zou ik frisser moeten arriveren dan ik vorig jaar deed. Want toen leek ik wel een wandelend lijk toen ik in de buurt van de finish kwam. Maar ik heb drie weken om op te bouwen en volgende week tijdens mijn verlof moet het lukken om hiervoor de nodige tijd vrij te maken. Andere mogelijke wedstrijden waaraan ik zal deelnemen zijn de Hollewegenjogging (Hoegaarden), de LU 2 uur van Herentals, de Hollewegjogging in Lichtaart en hopelijk vind ik nog twee soulmates voor de estafettemarathon in het Giels Bos, een knappe organisatie van de Afstandslopers uit Vosselaar.
Allez, de moed is terug, hopelijk volg de conditie snel !