Ik ben weer boven water
gekomen. Eindelijk...zou ik zeggen want het was een lange en vermoeiende tocht
om hier te geraken. Plastische chirurgie heeft zijn oorsprong in WO I, maar
zonder enige twijfel zijn alle passagiers na zo'n lange vlucht, potentiële
kandidaten: de spiegel in de toiletten maakt ongemeen hard duidelijk dat de
jaren, waarin ik nog deftig kon overleven zonder slaap, al even ander me aan
liggen.
Ergens had ik gedacht dat
ik het allemaal wel gezien had, wat verkeerd kan gaan met een vliegtuigreis
maar ondertussen weet ik weer beter. De vlucht van Kansas naar San Francisco is
vlekkeloos verlopen net zoals de eeuwig durende vlucht (ietsje minder dan 15
uur vliegen) naar Sydney. Eens in Sydney werd het een ander verhaal : om te
beginnen viel de rolband die de bagage moest brengen na 10 minuten stil en werd
er ons gemeld dat er een technisch probleem was, dat even zou kunnen duren. Dat even bleek een uur lang wachten te
worden. Het grote vraag was ik of ik nog tijdig door de douane zou geraken om
mijn vlucht naar Adelaide te halen. Daar heeft het geluk me een handje geholpen
want in plaats van te moeten aanschuiven aan ellenlange rijen van wachtende
passagiers, werd ik naar een aparte rij met sniffeldogs verwezen. Behalve
mezelf was er slechts 1 andere persoon, die naar die poort werd doorverwezen.
We moesten onze bagage op de grond leggen en een paar stappen achteruit nemen.
Border control, zoals ik dat op tv al een paar keer gezien had, ten voete
uit! Een viervoetige vriend deed zijn
werk in een fractie van een seconde : gesnuffeld en goedgekeurd, ik kon dus
weer verder. De bus op naar een andere terminal om buiten adem nog net het
volgende vliegtuig te halen. Eens alle passagiers goed en wel gezeten, liet de
kapitein weten dat er een passagier niet was opgedaagd maar dat haar koffer wel
werd ingecheckt (door haar echtgenoot). Om veiligheidsredenen moest die koffer terug
van het vliegtuig gehaald worden. Ik kan je verzekeren dat die meneer zich niet
sympathiek gemaakt heeft want we konden pas met 3 kwartier vertraging
opstijgen. Tot overmaat van ramp zat er een jonge vrouw met 2 kleine kinderen
vlak achter me. Zonder enige twijfel staat een van die kleuters een carrière
als operazangeres te wachten: het ganse uur lang hebben die kleine longen de
hoogst mogelijke noten geproduceerd. Ik was toen al een goede 30 uur onderweg
en kon dit missen als kiespijn. Om het helemaal compleet te maken, besloot dat
jonge grut om de zang te versterken met trappen tegen te leuning van ... je
raadt het al : mijn stoel. Heel even denk je dan: waar ben ik godsnaam aan
begonnen????
Eens in Adelaide
aangekomen, kon ik mijn gastheer nergens bespeuren, werkte de WIFI van de
luchthaven niet, weigerde mijn telefoon alle dienst en hadden mijn hersenen ook
besloten dat "trop teveel is".
De spreekwoordelijke vriendelijkheid van de Aussies werd hard onderuit
gehaald door de eerste dame die ik aansprak met de vraag om de naam van mijn
gastheer om te roepen. Mevrouw wou van geen liefde weten; haar lichaamstaal
maakte me onmiddellijk duidelijk dag ZIJ geen probleem had en dat ze zeker niet
geïnteresseerd was om dat van iemand anders op te lossen. Dan maar naar de desk
van Quantas (per slot van rekening ben ik één van hun klanten). Meer geluk,
want er werd me onmiddellijk een telefoon aangeboden en minuten later wist mijn gastheer waar me te vinden.
De rit naar hun huis ging
over 40 km
al betwijfel ik heel sterk of Australische km niet dubbel zo lang zijn als
Europese. Een wijds landschap, heel dor en bruin, met hier en daar een
verdwaalde gumtree en een paar, nog meer verdwaalde, schapen, blakend onder de
zon. Het was hier een stuk in de 30
°C gisteren en dat heet dan herfst te zijn!
We reden weg van Adelaide
naar de heuvels toe, waar het per definitie ietsje koeler is, al vrees ik dat
het woord koel hier een totaal andere betekenis heeft. Het huis van mijn
gastheer ligt dus in de heuvels en is omgeven door zo'n 3 hectare waar er
ontelbare wrakken van legervoertuigen staan. Je houdt het niet voor mogelijk
wat er hier allemaal rondstaat en -slingert.
Is netheid niet hun grootste troef, vriendelijkheid krijg ik hier wel in
het kwadraat.
Die vriendelijkheid had
ik ergens niet verwacht omdat mijn gastheer op maandag zijn enige zoon begraven
heeft (gestorven op 22 jarige leeftijd in een verkeersongeluk). Toen ik dat
vernomen had, had ik voorgesteld om in een hotel te overnachten en hen de tijd
te geven hun verdriet te verwerken. Er was geen praten aan : hij wilde dat ik
bij hen verbleef. Misschien zien ze mijn bezoek als een welgekomen afleiding
van alle kopzorgen die ze de laatste dagen gehad hebben.
Dat Australiërs grosso
modo mensen zijn die met beide voeten stevig op de grond staan en die het
algemeen gezien niet begrepen hebben op veel toeters en bellen, heb ik gisteren
ook mogen ervaren. Mijn gastheer woont tezamen met zijn 2de vrouw maar heeft
nog een heel nauwe vriendschapsband met zijn eerste vrouw en haar 2de man. Gisterenavond werd er bij zijn eerste vrouw
een barbecue georganiseerd met heel wat jongeren uit Robbie's (de verongelukte
zoon) jonge jaren en uit zijn studentenleven. Het is een uitermate vrolijke
avond geworden met veel gelach, gepraat en behoorlijk wat drank want de
jongeren hebben Robbies flessen alcohol, die hij voor zijn verjaardag had
gekregen, soldaat gemaakt. Ik vond het een surrealistische bedoening :
gescheiden ouders, die vrienden zijn geworden van elkaar, die met jongeren in
een bijna feeststemming afscheid nemen van hun zoon... Misschien kunnen wij,
als ernstige Belgen, hier nog een les aan leren?
En dat ik hier veel zal
leren staat nu al vast.: Hugh heeft een passie voor geschiedenis en deelt zijn
kennis maar al te graag. Ik heb al heel wat opgestoken over hoe de regering
hier omgaat met het opleiden van Aboriginal kinderen. Het grote probleem blijkt
bij de ouders te liggen, die de noodzaak van onderwijs voor hun kroost, niet
willen erkennen. Ten einde die kinderen een kans te geven , zijn er scholen
opgericht, speciaal voor hen waar er niet alleen les wordt gegeven maar
daarbovenop worden er 3 maaltijden aangeboden. Bovendien zijn die scholen ook
op zondag open met de bedoeling om die kinderen een zekere regelmaat te geven
en hen op die manier aan te sporen tot verder onderwijs (wat jammer genoeg niet
goed blijkt te werken). Net omdat de aboriginals niet erg te vinden zijn voor
onderwijs, wordt er heel veel in sport geïnvesteerd. Dit relaas deed me denken
aan de Romeinen: geef het volk eten en spelen en je houdt hen in de ban...
Kangoeroes heb ik nog
niet gezien maar wel heel prachtige kleurrijke vogels. Het houten huis waar ik
verblijf is een aardigheidje op zich : je kunt zo tussen de balken door naar
buiten kijken. Het wordt al heel snel duidelijk dat ze hier geen koude winters
kennen. Bovendien zijn de ramen zo gebouwd dat ze zelfs niet dicht kunnen. Wat
er wel hard nodig is, zijn horren want de muggen verkiezen blijkbaar ook de koelte van het
huis boven de zwoele avonden buiten.
Omdat mijn bodyclock nog
danig verstoord is, werd ik midden in de nacht wakker (zal ook wel te maken
hebben met het feit dat ik 4 uur geslapen heb in de namiddag) om heel wat
vreemde geluiden te horen. Dat bleken possums te zijn, die ravotten in de bomen
. Heel af en toe valt er dan eentje met een bons op het platen dak... goodbye
nachtrust... Vreemde kreten van nachtvogels verstoren de immense stilte ook af
en toe. Echt, dit is een andere wereld.
Het zuidelijke halfrond
houdt ook in dat je hier een andere sterrenhemel ziet en jongens wat voor één!
Duizenden heldere sterren (geen wolken weet je wel) kleuren het firmament.
Adembenemend mooi ... meteen geeft het ook een gevoel van nietigheid in dit
weidse landschap.
Al met al ben ik heel blij
dat ik hier een 3tal maanden zal verblijven: veel tijd om de toerist te spelen,
heb ik hier echter niet want de komende 3 dagen, heb ik telkens lezingen te
geven voor een heel gevarieerd publiek gaande van de locale leefgemeenschap tot
een "posh" military club. Benieuwd of Australische officieren even
stijf in hun hemd zitten als hun Canadese collega's.... Wordt vervolgd...
warme groetjes charlotte
|