Als jullie denken dat de
titel bevestigt, dat ik mijn hart aan dit land verloren heb, dan is dat nog
maar een halve waarheid
Deze morgen vond ik dat
het stilletjes aan tijd werd om op eigen benen die grote wereld te gaan verkennen,
en dan wel bij middel van het openbaar vervoer. Om te beginnen is er één beeld
dat jullie uit de geest moeten bannen : vergeet Neighbours ( de Australische
soap die jaren razend populair was ) want het is een fabeltje dat iedere Aussie
een halve hectare grond rond zijn huis heeft. Mijn grootvader zou gezegd hebben
: dat is maar televisie, daar is niks van waar!En gelijk had hij als je dat beeld vergelijkt met de werkelijkheid in
Canberra. Tot mijn stomme verbazing wonen de Aussies (die wellicht nog niet aan
1 inwoner per km² geraken) echt heel bescheiden en dicht op elkaar geplakt. Een
bewuste keuze van de regering om Canberra dat bush gevoelte laten behouden: veel open ruimte tussen de
woonwijken maar weinig in de wijken zelf. Ik kan de voor- en nadelen van dit
systeem zien : er is inderdaad een zee aan ruimte tussen de voorsteden en
Canberra( en daar huppelen de
kangoeroes nog altijd vrolijk rond, zij het niet wanneer ik in de buurt kom
want ik heb er nog niet 1 kunnen spotten!) wat de stad een heerlijk gevoel van
(ruimtelijke) vrijheid geeft.
Ik vraag me af of de
grondlegger van Canberra, de mosterd in Washington gaan halen is, want de
verbinding tussen het Australian War Memorial en het parlement, lijkt verdacht
veel op die groene long in Washington. Wanneer ik dat hier aanhaal, krijg ik
direct op mijn brood dat het de bedoeling was om de politiekers een les te
leren (even dacht ik dat ze te voet op pelgrimstocht naar het AWM zouden moeten
trekken): zij die de keuze maken om hun land in een oorlog te betrekken, kunnen
door het raam van hun bureau zien, wat die beslissingen tot gevolg hebben. Het
AWM brengt een meer dan geslaagde vredesboodschap.
Om 11 uur was ik er klaar
voor ( geen vroege ochtenden voor mij hier, maar wel late (schrijf) avonden) :
wachten op de lokale bus. Les nummer 1: je moet wel weten welke richting de
stad ligt (en op de zon hoef je hier niet te vertrouwen want die hangt ook in
de verkeerde hoek!), les nummer 2 : dan mag je niet vergeten dat ze hier aan de
onverwachte kant van de weg rijden en les nummer 3: verwacht niet dat een
buschauffeur zomaar stopt. Zwaaien alsof je aan het gokken bent bij Two up
(zie25 april), is de boodschap. Probeer
dan maar eens als boerenmeisje van het achterland, op de juiste bus te geraken!
Gelukkig heb ik hersenen, die in geval van een rampenplan, heel snel in actie
schieten en ja hoor: ik ben vrouwelijk, kan dus multi-tasken.Een sprint naar de
andere kant van de straat (hou er rekening mee dat dit hier Belgische snelwegen
zijn) waarvan zelfs Usain Bolt versteld zou van staan en hop op de juiste bus.
Ik heb al heel vaak
toegegeven dat timing niet mijn sterkste kant is: meer en meer vermoed ik dat
ik Australisch bloed in de aderen heb. Een kwartiertje rijden en je bent in het
centrum, dat was de boodschap die Stacey me meegaf: een klein halfuur was een
stuk dichter bij de werkelijkheid (nog maar eens het bewijs dat een km hier
echt wel een andere afstand is dan eentje in het vaderland). Zonder files (dan
kennen ze hier niet) in het centrum van de stad aangekomen (vergeet het
marktplein maar want dat kennen ze hier ook niet) en dan op verkenning. Eerste
uitdaging: waar vind ik een stadsplan, want het is niet mijn bedoeling om
tussen de kangoeroes te eindigen (die beestjes hebben hier trouwens geen al te
lieve reputatie : ze kunnen heel gemeen trappen). Op zon moment valt het
direct op dat het zicht niet verstoord wordt door honderden wegwijzers mooi,
zou je zeggen ware het niet dat het andere extreem (nauwelijks een wegwijzer te
bespeuren) niet bepaald hoopgevend is voor een verloren gelopen Belg. Na een
paar pogingen in alle windrichtingen (en de vriendelijke hulp van een Aziatisch
studente) kon ik het waardevolle document bemachtigen : een stadsplan met alle
bezienswaardigheden. Van Aziatische studenten gesproken: het ziet hier geel van
de Japanners. Een diploma van een Australische universiteit lijkt heel erg
gegeerd te zijn. Nodeloos te zeggen dat de uniefs graag de yens zien
binnenstromen.
Met vlotte pas op stap,
op zoek naar een kerk, die als toeristische bezienswaardigheid werd
aangeprezen. Ik ben meteen voor de eerste keer geconfronteerd geworden met het
feit dat niet alles hier groot is : wat aangeprezen werd als een kerk, zou bij
ons met moeite de norm kapel halen. Wat niet wegneemt dat het me een paar km
wandelen heeft gekost om dat kleinood te vinden. Vandaar verder naar het
parlement ( mijn kuitspieren zullen het geweten hebben), maar op het laatste
moment, heb ik me bedacht en ben ik toch maar richting AWM geweest. Niet om het
museum te bezoeken maar wel om alle monumenten langs de (behoorlijk lange) weg
naar het museum te bekijken.Vandaar
terug naar het centrum: ik moet vandaag niet naar de fitness gaan, want ik heb
genoeg oefening gehad!
Even de shopping mall
doorlopen (dit aspect kan je net zo goed de indruk laten dat je in Canada of de
VS bent) en dan op zoek naar een terras. Kom ik daar toch wel langs een soort
speakers corner zeker. Daar staat een jonge kerel, vol vuur en vlam, uit te
bazuinen dat Jesus het woord bracht voor degene die het horen wilden. Ja, ja,
dat woord was vooral eentje van hel en verdoemenis maar wat me boeide was, dat
ik dit soort religieus gekwebbel hier nooit verwacht had. Het werd helemaal
mooi toen een (behoorlijk aangeschoten ook dat vind je dus overal) vrouw,
luidkeels weerwerk begon te geven. Dan heb je gelijk een speakers corner in
het kwadraat.Na enkele minuten trok ik
verder, toen er een jong koppel naar me toe kwam. En dan kan ik gelijk naar de
titel van mijn blog verwijzen: bijna helemaal bekeerd! Nooit heb ik de ambitie
gehad om in het klooster te gaan maar niettegenstaande dat, lijk ik wel een
magneet voor missionarissen te zijn: evangelische kerk in Tampa, gevolgd door
Mormonen; een of andere variant van katholiek in Washington om nu voor het
echte werk te gaan in Canberra. Anderhalf uur lang (totdat ik verdorie bijna
mijn bus miste) heeft die jongeman geprobeerd me te overtuigen. Ik verwacht dat
de volgende een poging zal doen om een boeddhist van me te maken!
Vanavond lekker uit gaan
eten met het gastgezin en kennissen van hen: naar een typische Australische
oude herberg. Onderweg werd me vooral duidelijk gemaakt dat het een oud
gebouw betrof dat nog heel authentiek bewaard was gebleven. Na 60 km (ze vonden niets dichters
zeker????) kwamen we aan in een . gloednieuw restaurant. Weg oude romantiek,
nu is het zo modern als het maar kan zijn. Ik heb het niet aan mijn hart laten
komen
Bij thuiskomst bleek dat
er nog iemand, het niet aan zijn hart had laten komen. De harige bol angora,
Skippy ( en dat is een hond, geen kangoeroe) heeft zijn eenzaamheid
gecompenseerd met de tablet chocolade die ik deze namiddag gekocht had : een
witte Maltezer die opeens van een ander ras bleek te zijn (behoorlijk bruin) en
een slaapkamer die kunstig bedekt was met een berg papier : dat was de
afsluiter van een boeiende dag
Een off-day hebben
terwijl je op reis bent:zou dat
mogelijk zijn? Wel het antwoord is volmondig : ja! Niet dat Canberra of de
Aussies me tegenvallen: dat zeker niet. De uitermate rustige kijk op het leven,
is iets waar ik met de dag meer van geniet. Wat me lelijk dwars zit is de moderne technologie.
Waar is de tijd dat alles
nog met pen en papier moest neer geschreven worden. Wat een enorme stap vooruit
betekende de typemachine en het werd natuurlijk helemaal mooi eens de computers
onze wereld begonnen te bepalen Eigenlijk zou ik hier al moeten stoppen want
dat mooie van die laatste stap, zie ik nu voor even niet meer zitten.
In plaats van de wijde
wereld in te trekken, had ik besloten om me vandaag vol overgave te wijden aan
het opstarten van een Engelstalige blog. Geef toe, nu ik die
Nederlandstalige blog 4 dagen geleden
opgestart heb , vind ik dat ik eigenlijk al de status van ervaren mag
hanteren. Tot daar het goede nieuws. In vergelijking met de overlevingskracht van
mijn nieuwste Engelstalige creatie, lijkt 4 dagen een eeuwigheid, want mijn
laatste spruit heeft het na 4 uur al opgegeven. En dan bedoel ikletterlijk dat mijn Engelstalige blog na 4
uur on-linete zijn geweest niet meer
toegankelijk was. Ik had met heel veel enthousiasme besloten mijn adresboek
(dat echt wel groter is dan
de dat van de doorsnee
persoon) te laten weten dat mijn Engelse hersenspinsels eindelijk klaar waren
om te worden gelezen en gekeurd. Wat is het resultaat : een eindeloze stroom
van berichtjes om me te laten weten dat de link niet werkt! Feit is dat er één
persoon blij zal zijn met deze gang van zaken : een Australische kapper zal
mijn grijze haren, verworven uit pure frustratie ( dus niet als gevolg van mijn
leeftijd want ik voel me met de dag jonger!), vakkundig moeten wegwerken!
Een en ander heeft als
gevolg gehad dat ik verwoed op zoek gegaan ben naar een oplossing voor mijn
probleem. Je kan me net zo goed vragen om pi, tot 15 cijfers na de komma te
berekenen, met mijn gebrek aan pc kennis, was het een haast onmogelijke
opdracht. En wat kan je als vrouw het best in de strijd gooien wanneer je geen oplossing
ziet ja, charme (niet dat ik als eerste in de rij stond, toen die werd
uitgedeeld) . Dus op het forum een boodschap van ongeloof en wanhoop
achterlaten, bleek voor mij de beste tactiek. Ik kreeg al snel een reactie dat
mijn blog werd geblokkeerd omdat het Engelstalig was en dus als spam werd
aanzien. Ja, hallo, wil er iemand de moeite doen om een halve pagina te lezen
aub? Dan wordt het al gauw duidelijk dat ik die spam sticker nergens verdiend
heb. Nu zit ik met nog wat meer grijze haren, tandenknarsend af te wachten of
die ban zal opgeheven worden.
Dat was gisteren (ik was
zo uit mijn lood, dat ik de fut niet had om dit op de Nederlandse versie op te
laden).
De regel zegt dat er na een down ,
onvermijdelijk een opgaande beweging volgt. Ja hoor : ik heb een heerlijke dag
gehad. Deze morgen zijn we (lees:
Stacey en mezelf , plus Desiree en Jeff) naar het War
Memorial gereden. Om het even wie, die me naar een museum over WO I brengt,
weet al dat hij mijn dag gemaakt heeft. Wanneer dat museum dan nog eens van
topklasse blijkt te zijn, kan het helemaal niet meer stuk. Wat een heerlijke
plaats om te ontdekken! Netjes in verhouding met het land en dat betekent :
groot. Maar dan moet ik er wel aan toevoegen dat het groot is op een andere
manier dan bv het Amerikaanse Kansas City WW I museum.Ergens zijn de Aussies er uitstekend in
geslaagd om dit museum, ondanks zijn afmetingen, toch nog een intiem karakter
te geven. En, geheel naar Australische geest, wordt de Australische
betrokkenheid in veldslagen, nergens opgeblazen tot het heldendom. Hier zijn ze
groot in nederigheid.
Om het half uur zijn er
gidsbeurten: een perfecte kans om collegas van down under aan het werk te horen. Nu al kan ik
zeggen dat ze mij hier nooit zouden te werk stellen. De opdracht is : werk
alle oorlogen tussen de late 1800 en vandaag af, in 90 minuten. Ik moet me in
alle bochten wringen om 1 oorlog in die tijd uitgelegd te krijgen! Onze gids kan zonder twijfel morgen deelnemen
aan een marathon: nooit tevoren ben ik op een snellere draf door een museum
gegaan dan vandaag. Hiermee wil ik absoluut geen afbreuk doen aan haar
kwaliteiten als gids, integendeel : ze slaagt erin het onmogelijke te bereiken.
Waar het op WO I aankomt,
kon ik hier en daar toch wel wat ( laat het me omschrijven als)
bijwerken.Beweren dat de leeuwen die
in hun memorial staan van de huidige Menenpoort werden meegebracht Oeps, even
vergeten dat de Menenpoort pas gebouwd werd vanaf 1923? Of de eerste
gasaanvallen in Pozières plaatsen in 1916 ho maar ,nooit van de gasaanvallen
tussen Sint-Jan en Steenstraete gehoord een jaartje vroeger???Ik moet zeggen dat de bewuste dame, heel erg
geïnteresseerd was om bij te leren. Toen ik haar vertelde dat ik lezingen geef
over WO I, heeft ze me zelfs uitgenodigd om een lezing te geven voor alle
gidsen van het AWM! Dat wordt dan nummer
2 in
hetzelfde gebouw Feit is dat ik zeker verschillende dagen zal doorbrengen in
dit gebouw. Ik kan er haast nu al donder op zeggen dat de gidsen me allemaal
zullen kennen voor ik Canberra verlaat!
Onderwijs in een ander
land is voor mij altijd een onderwerp van gesprek. Het is ongelofelijk hoe
verschillend andere landen met hun jeugd omgaan. Het systeem hier is, net zoals
in Groot-Brittannië, gebaseerd op het creëren van vele mogelijkheden voor de
jongeren: lees: ze krijgen hier de mogelijkheid om van alles te leren: zang,
drama, muziek zit in het vaste programma van een middelbare school. Discipline
dat blijkt een ander paar mouwen te zijn. Nu ja, de diggers, die naar de
slagvelden van het Westelijk Front werden gestuurd, blonken ook niet bepaald
uit door hun discipline
De zoon des huizes, 16
jaar heeft een job in een fastfood restaurant (o ja, Mc Donald en Kentucky
Fried Chicken zijn hier ook alom tegenwoordig) om wat zakgeld te verdienen.Wanneer ik vertel dat studenten in België maar een bepaald aantal dagen op een jaar mogen werken, vallen ze hier stijl achterover. Hier is de regel dat je zo veel mag werken als je wil. Er blijkt een tekort aan werkkrachten te zijn voor jobs op het lager niveau. Het mooie is dat iedere jongere, die zich wil inzetten, een aardige stuiver kan verdienen. Tax free!
Blijkbaar is het nu zo, dat jongeren 2 jaar moeten werken voor ze aan de
universiteit mogen beginnen. Ze moeten een zeker kapitaal achter zich hebben om
te kunnen voorzien in hun onderhoud. En of studeren hier duur is??? Wel de
prijs voor een kot komt op 180 Euro per week! Geen wonder dat de jongeren
moeten meehelpen om hun studies te betalen. Vadertje staat geeft wel de kans om
een studentenlening aan te gaan. Het resultaat daarvan is dat heel veel jong
afgestudeerden een schuld van duizenden (gaat tot 20000) Australische dollars
hebben. Vanaf het ogenblik dat ze een zeker inkomen halen in hun beroepsleven,
mogen ze beginnen dokken. Leg dat maar eens uit aan onze verwende jongeren
wedden dat het aantal bissers drastisch zou dalen????
Wat er morgen op het
programma staat, weet ik nog niet. Ik ben nu wel klaar om de wijde wereld in te
trekken want, driemaal hoera, er is hier een goed werkend openbaar vervoer.
Bussen komen om het kwartier deze madam zal dus op eigen houtje op zoek gaan
naar die eerste kangoeroe en wie weet wat nog meer!
Groetjes uit Canberra
waar het zonnetje vandaag een heerlijk zomers gevoel creëerde. Mooie liedjes
duren niet lang :het is nu 6 uur en pikdonker, weg zomer gevoel.. laat maar
komen die herfst
Vreemd hoe een menselijk
brein moderne technologie te snel af kan zijn. Ik had natuurlijk voor alle
zekerheid mijn alarm ingesteld op mijn gsm, want zeg nu zelf : om 4 uur opstaan
is ongemeen vroeg. Dat was buiten mijn grijze massa gerekend (ik voel me weer
wat jonger, nu ik bemerk dat die kleine cellen me niet in de steek laten, zelfs
nu niet ik officieel op vakantie ben) want om 3.55 uur, was ik klaarwakker nog
voor mijn gsm zijn vervelend geluid de wereld in kon sturen.
Met gezwinde pas uit
bed,kort bezoek aan de badkamer om dan
te wetten van het kleden in laagjes uit te testen: in de herfst bestaat de kunst erin om zoveel
mogelijk verschillende lagen over elkaar aan te trekken: dat geeft de
flexibiliteit om dan op elke weersomstandigheid te kunnen inspelen. Tot zover
de theorie de praktijk leert al heel snel dat, die lange broek die normaal
heel vlot past, niet ontworpen is om daar 3 extra T shirts in te wringen!De wetenschap dat je om 4.30 uur s morgens
voor een paar uur onder de (overigens adembenemend mooie) sterrenhemel zal
staan, resulteert al gauw in het feit dat die broek moet toegeven omdat ik niet
van plan ben om die tijd rillend door te brengen. Ik mag dus vanaf nu beweren
dat ik ervaring heb met het kleden naar alle omstandigheden.
Indien jullie denken dat
Belgen warm kunnen lopen voor een event (en dan denk ik vooral aan een of
andere wielerronde) , wel dan moet ik deemoedig ontkennen dat wij, nuchtere
Belgen, niet dezelfde gedrevenheid hebben als de Australiërs wanneer het op HUN
Anzac Day aankomt. Nog voor het krieken van de dag, beweegt half Canberra, plus
nog een horde bezoekers, zich naar het Australian War Memorial. Ok, ik wist wel
dat ze een beetje Anzac Day gek waren maar dit nee, dat houdt niemand voor
mogelijk.Aussies mogen dan wel de
reputatie hebben om laid back te zijn (lees: een houding van geen paniek, we
komen er wel) wanneer het erop aankomt om hun grote dag te organiseren, kennen
ze duidelijk het klappen van de zweep. Die enorme mensenmassa, die maar bleef
aanzwellen, werd zonder noemenswaardige problemen naar een zit- of staanplaats
geloodst. Geloof het of niet, maar een mens voelt zich opeens heel nietig: in
de duisternis, met enkel een flikkerende sterrenhemel, tussen duizenden mensen
ik werd er stil van ( en heus niet omdat het vroeg dag was).
De plechtigheid verliep
als een goed geoliede machine, zonder veel bombastisch gepraat, al ving ik
later op van een kapitein dat hij de religieuze inslag te sterk vond. Deze dag
houden ze vooral voor de militairen : politiekers of religieuzen houden zich
best gedeisd.
Om 7.30 uur trokken we
met ons select gezelschap naar het Australian War Memorial voor een meer dan
uitgebreid ontbijt. Een selectie van de Aussie keuken (die ik best wel kan
smaken) verorberen onder de vleugels van een enorme bommenwerper : het is eens
wat anders. Mijn uitbundige gastvrouw stond erop dat ik een lezing gaf na het
ontbijt, zomaar voor de vuist weg. Toen ik protesteerde dat de andere aanwezigen
daar waren om te genieten van het ontbijt, werd dat argument kordaat van tafel
geveegd: Stacey zou Stacey niet zijn, indien ze haar zin niet kreeg. Zonder
verwijlen is zij van de ene tafel naar de andere getrokken met de melding dat
de gasten, als extra toemaatje bij hun ontbijt, nog een authentiek verhaal van
de slagvelden van WO I zouden horen. Ja, dan sta ik daar mooi voor aap
natuurlijk : geen ontkomen meer aan op zon momenten ben ik de
hemel dankbaar dat ik als vlotter prater door het leven mag gaan. Dat praten
niet echt mijn probleem is, weten jullie allemaal wel maar toch vond ik dit wel
een behoorlijke uitdaging. Gelukkig komt dat kleine duiveltje in me naar
boven(of zou ik moeten schrijven : de
kleine Vlaming) : ze zullen me niet temmen (die Vlaamse leeuw). Op terugblik,
moet ik bekennen dat ik genoten heb van deze unieke ervaring en dat geldt ook
voor mijn publiek want bij het buitengaan werd ik door verschillende mensen
aangesproken om me te bedanken. Een opsteker van formaat.
Volgende stop: het huis
van Australië s best
verkopendeauteur : Bruce Courtenay. Wat
een charmante man. Bijna 80, maar met een geest die menig 20- jarige zou
benijden. Hij vertelde me dat mensen hun droom moeten volgen want dat is
precies wat hij ook gedaan heeft. Van zijn afkomst zei hij : er was geen trap
meer lager dan die waar ik geboren ben, het voordeel is dat je vanaf je
geboorte eigenlijk alleen maar vooruit kan gaan. En of hij vooruit gegaan is!
Professioneel is Bryce een grote meneer, privé is hij dat zo mogelijk nog meer.
Zelden iemand ontmoet die zo open minded naar andere mensen kijkt. Een
prachtmens!
Volgende stop : terug
naar het Australian War Memorial om de parade bij te wonen van alles wat maar
van ver of dichtbij met de militaire wereld te maken heeft. Een staaltje hoe presenteer
je een grote groep militairen een vlekkeloze parade? werd hier tentoongesteld:
zeemacht, leger en luchtmacht, ja wadde: ze kennen er hier wat van! Na
ontelbare groepen van oud-strijders, cadetten, en noem maar op, werd de
plechtigheid afgesloten door net zoveel ontelbare officiële dignitarissen, die
zo nodig allemaal een krans dienden te leggen. Geef mij maar de gewone soldaat
: zelfs al lieten sommige eenheden, die voorbij marcheerden, ons de indruk dat
hun armen meer een golfbeweging nabootsten (zon type mexican wave, al was dat
hier dus NIET de bedoeling) dan een gelijkmatige armslag. De luchtmacht bleek
het nogal luchtig te zien op dat gebied wat mijn buurvrouw de commentaar
ontlokte: ah, we zullen ze maar vergeven zeker, want op hun vliegtuigen kunnen
ze hun dril niet goed oefenen. Wat ze daar tekort schoten, werd met een
indrukwekkende lage vlucht van 3 straaljagers, vlak boven onze hoofden en boven
het memorial, met overdonderend geraas, netjes rechtgezet. Ze kunnen trots zijn
: die jongens in hun lichtblauwe uniformen!
Kon mijn dag toen al lang
niet meer stuk : het sluitstuk was er eentje in crescendo, voor zover dat nog
mogelijk was natuurlijk.Ik werd naar
een bar, annex plein gebracht waar de Aussies two up spelen. Een dag in het
jaar is gokken legaal in dit land en dat zal ik geweten hebben.Er wordt een vierkant gevormd met in het
midden een aantal, ik zou ze haast omschrijven als, ceremoniemeesters. Al mag
je absoluut niet denken aan een ceremonie hoor! Verre van. Het principe is dat
iedereen zwaait met een briefje van 5, 10, 20 of zelfs meer en om ter luidst
roept : 5 op kop of 10 op munt. Echt, ik verzeker je, dit is iets dat geen
woorden kunnen omschrijven, je moet dit meegemaakt hebben. De mannen in het midden
van de cirkel nemen het geld aan, en lopen rond om een tegenspeler te vinden,
die dezelfde waarde wil inzetten op het tegenovergestelde. Zeg ik 5 op munt,
dan zoeken zij iemand die 5 op kop , zegt. Het geld wordt aan de tegenspeler
overhandigd, die gewoon oogcontact met je maakt. Vervolgens worden er 3
muntstukken op een houten plankje gelegd, en wordt een omstaander uitgenodigd
om die muntstukken letterlijk in de lucht te gooien. Nodeloos te zeggen dat de
mannen in het midden heel goed de kunst verstaan om het publiek op te zwepen.
De volgende fase is dat er heel expliciet wordt aangegeven wie er wint (2
handen op het zitvlak is munt) en dan wordt het geld overhandigd aan de
winnaar. Gans het systeem is gebaseerd op eerlijkheid van de spelers en geloof het
of niet, zelfs met een behoorlijk aantal biertjes in de kleren, blijken die
Aussies nog doodeerlijk te zijn.En ja,
ik heb mijn geluk gewaagd : binnen de kortste keren, riep ik al net zo hard als
alle anderen Ik kan bevestigen dat spreekwoorden heel wat waarheid bevatten :
gelukkig in het spel, ongelukkig in de liefde wel, ik heb 250 % winst
gemaakt!
Ik kijk terug op een dag
die ik niet snel meer zal vergeten : het ingetogen Australië s morgens
vroeg,het levendige Australië tijdens
de plechtigheid om 10 uur en het warme, overweldigende, uitbundige Australië
voor de rest van de dag!Bijna ben ik geneigd om
mezelf een reis naar down under te boeken voor Anzac Day next year! (verdorie,
ik moest wat langer gegokt hebben, dan had ik misschien mijn vliegtuigreis
kunnen betalen )
oorlog, zei je? luisteren naar de stem van de soldaat...
Hallo iedereen,
Dinsdagmiddag bijna 4 uur
Wat een gezellige drukte
heerst er in mijn gastgezin: de vrouw des huizes die op kousenvoeten haar wederhelft
roept om diens hulp te claimen, teneinde die koppige rits toch maar dicht te
krijgen. In haar typische last minute stijl , is ze deze morgen nog gaan
shoppen om een nieuwe jurk voor de receptie van vanavond.En ik moet zeggen, het is een rit geweest die
de moeite waard was, want ze ziet er echt wel oogverblindend uit.
We zijn dus volop de
laatste hand aan het leggen aan de make-up, om een weerbarstige lok en die
draaiende panty, nog allemaal naar de normen van het fatsoen te brengen. Wie
heeft er ooit gezegd dat het een voorrecht is om vrouw te zijn?Ik wil die persoon wel eens uitleggen dat de
stress om piekfijn voor de dag te komen, die er op onze frêle schouders rust,
verre van een voorrecht is! Maar wees gehoed: wij dames, zijn klaar voor de
confrontatie dinsdagavond 11 uur
En of het eenaangename confrontatie geweest is! Wat een
avond: Ok, het weer vanBelgische
makelij, we zijn dus door een behoorlijke regenvlaag naar de samenkomst
gereden, maar al de rest was very Australian. Alhoewel champagne kan alleen
maar van Frankrijk komen toch? Speelt geen rol, het liep zoet binnen net als de
hapjes, die niet alleen mooi om aan te zien waren, maar daar bovenop qua smaak
zonder probleem de persoon op het strengste dieet tot zondigen zou aansporen!
De avond betrof een
officiële lancering van een vzw die zich zal inzetten voor gewonde soldaten. Het
woord werd gevoerd door een luitenant- generaal , een journalist en een
soldaat, die de gruwelen van de oorlog aan de lijve ondervonden had. Zonder
enige twijfel was de laatste toespraak de meest beklijvende. Niet alleen had hij een
heel beladen verhaal over zijn eigen herstel, maar daar boven op zat hij met een
bijtend schuldgevoel omdat hij zijn patrouille in die hinderlaag had laten
lopen waarbij één van zijn mannen om het leven was gekomen. In onze Westhoek
spreken we over een oorlog die lang voorbij is , hier hoor ik het verhaal van
de ruwe werkelijkheid. Een verhaal, dat zich onder mijn huid heeft genesteld en
me tot nadenken stemt misschien wordt het tijd dat ik mijn blik op het meer
nabije verleden richt? Na zijn speech, ben ik die man persoonlijk gaan
bedanken. Heel wat van wat hij verteld heeft, was zo enorm herkenbaar. Ik ben
natuurlijk geen soldaat en heb ook geen fysieke pijn geleden maar emotionele
pijn kan net zo scherp zijn, indien niet scherper zelfs. Hij geeft mensen een
levensles, die bijlange niet alleen geldt voor soldaten, zoveel is me
ondertussen duidelijk geworden.
En dan was er Tim Page (zie : http://en.wikipedia.org/wiki/Tim_Page_(photographer)
): zelden heb ik iemand met meer persoonlijkheid ontmoet dan deze man. Ik heb
letterlijk meer dan een uur met hem staan praten;een gesprek dat me voor altijd zal
bijblijven. Hier in Oz is hij een levende legende maar ijdelheid is hem vreemd.
Down to earth, lijkt trouwens het motto van de ganse natie te zijn.
Dit is wat reizen zo mooi
maakt : een luidruchtige hotelkamer hier of daar, een overvolle vlucht, een
kind dat je ribbenkast doet daveren in die krappe zetel op het vliegtuig
ontnemen je soms even dat overweldigende gevoel, dat je krijgt wanneer je
mensen ontmoet. En dan bedoel ik niet elkaar even gedag zeggen voor je weer
verder gaat. Iemand ontmoeten betekent
voor mij: binnenkijken in de ziel en
persoonlijkheid van je gesprekspartner en tegelijk je eigen kleine ik, openstellen
voor de
tegenpartij. De uitwisseling die er op zon momenten plaats
vindt, kan in geen enkel beeld beschreven worden, maar geeft beide partijen
meer energie en in zekere mate de wijsheid, om na die ontmoeting verder te gaan
op de weg, met dat stukje extra bagage, die je een rijker mens maakt.
Om te eindigen met een
vrolijke noot: ik werk hard aan het ervaren van culinair genot (al zal ik nooit
het niveau van een echte Bourgondiër halen) . Omdat eten voor mij nu eenmaal
een zaak is van opnemen van voldoende calorieën om dit lichaam draaiende te
houden, concentreer ik mij op drinken. Wel, ik moet zeggen dat ze hier
verdraaid goede wijn weten te produceren. Normaal gezien is rode wijn niet mijn
ding ik vrees echter dat ik nog voor het einde van mijn reis door dit land,
mijn mening over deze godendrank grondig zal herzien hebben. Zonder ambities om het als sommelier te maken,
ben ik toch van plan om het rijke palet dat ze hier te bieden hebben, nader te
gaan bestuderen, m.a.w. : laat maar komen die flessen rode wijn!
Het zal een korte nacht
worden :morgen zal ik mijn allereerste
dawn service bijwonen en dat houdt in dat mijn gsm (die hier trouwens halsstarrig
alle dienst weigert), me om 4 uur uit mijn bed zal jagen. O ja, reizen kan zo
mooi zijn al zal ik daar binnen 5 uur misschien heel even een andere mening op
nahouden.
Dit is nu wat ik niet
verwacht had : regen in Australië en problemen met mijn notebook waardoor ik
niet meer op het internet kan. Terwijl het eerste een zegen is (althans voor de
bevolking hier) is het tweede gegeven een echte nachtmerrie. Uit pure
frustratie begin ik maar met het typen van mijn reisverslag in een word
document, hopend op een klein mirakel waardoor mijn pc-tje me weer met de
buitenwereld zal willen verbinden.
Ik ben nu een kleine 3tal
dagen in Oz en begin geleidelijk aan mijn draai te vinden in het dag- en
nachtritme. Jetlag heet dat dan, wel ik kan nu reeds een hoofdstuk van een boek
aan de gevolgen van die befaamde jetlag wijden: de fameuze klop van de hamer
wanneer je het absoluut niet verwacht om dan rond 3 uur s nachts, fris als een
hoentje, in je bed te liggen woelen terwijl de grijze massa zich afvraagt of er
echt niets beters te doen is Het goede nieuws is dat jetlag bijna als
liefdesverdriet is : het wordt beter met de tijd, bij de ene als wat sneller dan
de andere, maar je komt er sowieso
overheen.
Ik kan er nog altijd niet
goed bij hoe ontzettend droog het landschap hier is : gisteren was er iemand
gras (dat is hoe die dorre bruine begroeiing hier omschreven wordt!) aan het
maaien : een geluk dat ik in het gezelschap van mijn gastvrouw was , anders was
ik ervan overtuigd geweest dat er een lokale zandstorm op komst was! In zon
omstandigheden wordt het al rap duidelijk dat regen hier echt een godsgeschenk
is (tussen haakjes : wat hier als regen wordt omschreven, haalt bij ons
nauwelijks de norm van motregen). Anderzijds is het geen goed nieuws voor mijn
gastheer, die er 2 zaken op na houdt: enerzijds is hij elektricien, anderzijds
levert hij hier water (vergeet de brandweer maar in dat geval). Met andere
woorden, hij is dagelijks onderweg met een grote tanker, die hij op meer dan
een uur rijden hiervandaan moet gaan vullen, om zijn kostbare vracht dan te
gaan leveren. Nochtans zie ik hier grote pijpleidingen langs de baan, die het
water kilometers ver brengen, maar dan nog moet er met tankers worden
bijgehaald. Voor een Belg, die de regen meer dan eens vervloekt heeft, wordt
het duidelijk dat een mens niet altijd apprecieert wat echt belangrijk is.
Tot nog toe heb ik de
meest populaire bewoner van down under nog niet gezien maar
hoogstwaarschijnlijk zullen we morgen naar een soort opvangcentrum van
kangoeroes gaan. Maar dat er hier wildlife is, staat buiten kijf. Gisteren
was Hugh (mijn gastheer) zijn tanker aan het vullen en omdat ongeveer een uur
in beslag neemt, was hij een kleine wandeling aan het maken. Bij terugkomst
bemerkte hij dat er een vuile hond in de cabine van zijn vrachtwagen zat,
die zich nota bene tegoed had gedaan aan zijn lunch pakket. Bij nader toezien
bleek die vuile hond een koala te zijn. Waar iedere Europeaan die kleine
teddybeertjes met de grootste vertedering bekijkt, is dat hier wel even anders.
Blijkbaar stinken die lievertjes als de pest. Daarenboven probeer je ze best
niet te grijpen (in snelheid zijn ze natuurlijk makkelijk te verslaan) omdat ze
ongemeen scherpe klauwen hebben. Mooi om naar te kijken maar afblijven is de
boodschap!
Ik heb mijn eerste lezing
in een toast masters club gegeven, eergisteren avond. Het minste wat ik daarvan
kan zeggen is dat het een totaal ander publiek is : voor een keer geen mensen
met een interesse in wereld oorlog I maar een groep, die de kunst van spreken
in het publiek onder de knie probeert te krijgen. En of ze dat ernstig menen?
Wel, dat kon ik al heel snel ervaren. Niet alleen wordt er verwacht dat je over
om het even welk onderwerp kan spreken, maar daar bovenop wordt je geacht om je
aan een opgegeven tijdslimiet te houden. Het voordeel als gastspreker is dat je
de normen wat losser gehanteerd worden en dat is maar goed ook want ik ken mijn
zwaktes en timing is daar zeker eentje van! Al met al werd het een boeiende
avond waarop ik nog vaak zal terugblikken.
Gisteren werd ik voor een
heel ander type publiek geplaatst : terug naar de wereld van de militairen en
upper class : een lezing in een officierenclub. Waar ik door de jaren heen
geleerd heb om me aan te passen aan om het even welke omgeving, kan dat jammer
genoeg niet gezegd worden van mijn gastgezin. Een maatpak is iets dat mijn
gastheer liefst niet in zijn kleerkast heeft, laat staan dat hij zich op zijn
gemak voelt wanneer hij het noodgedwongen moet aantrekken. Ik kwam aan de
eretafel terecht tussen een advocate die het duidelijk gemaakt heeft in het
leven (mevrouw had voor het internationale gerecht in Den Haag gewerkt) en een
officier, die heel gemoedelijk over kwam. De maaltijd die werd geserveerd (zalm
) was wat mij betreft van het beste dat mijn smaakpapillen mochten ervaren, sedert
ik de Belgische keuken achter me heb gelaten.
Ondertussen zijn we weer
een dag verder (zondagavond) en zit ik hoog in de lucht op weg naar Canberra.
Mijn laatste dag in Adelaide werd er eentje van een heel ander kaliber dan
vrijdag. Hugh en Rita zijn beiden heel actief in een museum met WO II
voertuigen. Tezamen met een relatief klein bestuur (sommige zaken zijn overal
ter wereld gelijk :in een vereniging zijn het altijd dezelfde mensen, die de
handen uit de mouwen steken. De ganse dag lang ben ik actief geweest met het dekken van
tafels, helpen in de keuken (straks kan ik nog een internationaal restaurant
uit de grond stampen want ondertussen heb ik al in de VS, Canada en Australië
achter het fornuis gestaan, al moet ik er onmiddellijk aan toevoegen dat mijn
bijdrages enkel als ondersteunend kunnen omschreven worden), aanbrengen van
audio materiaal en noem maar op. Daar waar een groep van een 50 tal mensen werd
verwacht, zijn er echter slechts een 30 tal effectief gekomen wat toch wel een
enorme teleurstelling betekende voor mijn gastgezin. Was de groep niet
indrukwekkend is grootte, aan aandacht was er geen gebrek Mijn spreekbeurt is
er in 3 delen gekomen (bijna schreef ik: tussen de soep en de patatten in, maar
dat moet zijn tussen het voor- , hoofdgerecht en dessert in) en dat betekent
dat mijn grijze massa tijd had om creatief te denken: ik sta op een nieuw
record van iets meer dan 2 uur vertellen. Mooie avond, ontspannen sfeer:
Australië ten voeten uit!
En dat dit een
reisverslag in kleine stapjes is, wordt duidelijk wanneer ik laat weten dat het
inmiddels maandagmorgen 6.50 uur is. Ik zit nog in bed, ergens in Canberra. De komende
maand verblijf ik bij een militair gastgezin : Chuck and Stacey. Beiden zijn
heel extrovert, al spant Stacey ongetwijfeld de kroon. Ik had heel warme
herinneringen aan deze dame, die met een vriendengroepje bij ons verbleven
heeft. Ergens zou zij het label van aanstookster moeten krijgen, want het was
Stacey, die me verleden jaar zei dat ze me met Anzac Day (25 april) in Canberra
wilde zien OK, hier ben ik dan. De lieve dame heeft al heel wat gepland voor
me: veel tijd om stil te zitten zal er niet zijn.
Vijf dagen down under en
nog geen enkele kangoeroe gezien Wel, daar zal in de eerstvolgende dagen
verandering in komen want blijkbaar zijn die huppelende zoogdieren hier vaste
bewoners van de hoofdstad (waarvan ik gisteren een klein stukje by night
gezien heb). Ik werd al vakkundig voorbereid op het feit dat er heel regelmatig
slachtoffers langs de weg liggen. Het lot van de konijntjes in Europa, is hier
weggelegd voor een aantal van deze dieren. Zou dat de reden zijn waarom er hier
zoveel jeeps met een bull bar rondrijden????
Het wordt zo stilletjes
aan tijd om mijn nieuwe thuis voor een maand te gaan verkennen.Ik heb er alvast een vriend bij want Fluffy
, een wandelende bol angora wol , vond mij afgelopen nacht de ideale
bedpartner. Even schrikken (al was ik verwittigd geweest) toen er een natte
neus tegen mijn wang werd gedrukt. Ondertussen weet die kleine viervoeter dat
ik hem genegen ben en ben is mijn veiligheid gegarandeerd :ik heb nu immers mijn eigen bodyguard!
In de wetenschap dat er
heel wat te vertellen zal zijn de komende maand, stuur ik alvast dit verhaal
naar jullie door. Nog heel even meegeven dat jullie niet jaloers moeten zijn
wat het weer betreft : de 28°C
van Adelaide ben ik voor lange tijd kwijt; hier zal ik met een 11 °C al dik tevreden mogen
zijn.
Toch heel warme groetjes
van iemand, die iedere dag vol verwondering aan een nieuwe dag begint