Hallo iedereen,
Een lange week
van absolute stilte. Niet dat ik verloren ben gelopen in de wildernis van
Australië, verre van : ik heb intens genoten van meerdere lange wandelingen
langsheen het heerlijke strand van Dee Why. Putje winter maar deze Belgische
madam kan met haar lichtste zomerkleedje wandelen gaan
De temperaturen halen
hier vlot 20 °C
in de namiddag. Het enige nadeel aan het klimaat hier is, zodra de zon achter
de horizon verdwijnt (en dat is altijd het geval tegen 6 uur), de warmte lijkt
te worden opgeslorpt door een grote airco, die dan heel sterk koude lucht
blaast. Het verschil tussen dag en nacht kan hier makkelijk meer dan 20 °C bedragen en dat is
iets, waar ik maar niet aan gewoon word.
Afgelopen week
heeft een heel bizarre start gehad. Na heel wat e-mails te hebben afgewerkt,
wou ik mezelf belonen met een deugddoende wandeling. Omdat het nu eenmaal in
mijn aard ligt om het aangename (en daarmee bedoel ik het maken van een
praatje) aan het nuttige (het strekken van de benen) te koppelen, ben ik altijd
op de uitkijk naar een gesprekspartner. Wandelend langs het strand, zag ik een
eindje verderop 2 mannen met elkaar praten, terwijl één van hen iets oppikte
van het strand en dat was meer dan voldoende om mijn nieuwsgierigheid te wekken.
Ik besloot dus om naar hen toe te wandelen om uit te vissen wat er zo
interessant was aan die vondst. Net voor ik bij hen kom, schiet één van de 2
mannen weg, alsof hij door een schorpioen gestoken was. De andere, kon niet
meer vluchten en niet wetend wat gezegd, toont hij het stuk rots, dat hij in
zijn hand hield, en vraagt me Herken je deze vorm? . Ik kon me niet inhouden
van lachen, want dat stuk rots leek wel een stenen penis te zijn. Ik heb alleen
geantwoord wel, als openingszin kan dit zeker tellen!. Het ijs was
onmiddellijk gebroken en uiteindelijk hield ik er zelfs een wandelgenoot aan
over. Hij vertelde me dat zijn vriend, er als de bliksem vandoor was gegaan,
omdat hij niet wist wat te zeggen, toen hij me zag naderen. Ik heb nog altijd
binnenpretjes wanneer ik denk aan degene, die achterbleef en de slungelige manier waarop hij zich
hieruit wou praten. Een van de vele toevallige ontmoetingen, op mijn trektocht.
Eentje, die me wel wat bijgeleerd heeft, want hij bleek een ingenieur te zijn,
die in de mijnindustrie gewerkt had. Ik heb tijdens de wandeling een meer dan
behoorlijke les geologie gekregen over de rotsformatie aan Long Reef. Het hoeft
niet altijd geschiedenis te zijn
De week is verder
behoorlijk rustig verlopen tot donderdagnamiddag want dan werd ik opgehaald om
een lezing in Ashfield te geven. De plaatselijke RSL club werd afgehuurd door de
Historical Motor Vehicles Association. Ik vraag me af, of mensen zich zorgen
maken over mijn slanke lijn, want overal waar ik ga wordt mij eten aangeboden.
Het restaurant van die club, mag er zeker zijn: het gebeurt uiterst zelden dat
ik mijn bord 2 maal vul! Dit is ook zo iets typisch Australisch: mensen gaan
naar een club i.p.v. naar een café. Iedere club vraagt een jaarlijks lidgeld
(en dat varieert van 3 tot 10 dollar) wat je recht geeft op korting voor iedere
maaltijd, die je daar neemt. Je kunt dus
heel eenvoudig het lidgeld terugwinnen op die manier want een maaltijd is er
echt heel goedkoop. Voor 17 dollar eet je zoveel je wil, met voorgerecht en
dessert inbegrepen. Het nadeel is wel dat iedereen lid moet zijn, zoniet moet
je als gast worden uitgenodigd door een lid (wat dus iedere keer het geval is
voor mij). Ik moet me telkens weer registreren. Een ander hemelsbreed verschil met ons Belgenland is dat deze club
allemaal over ontelbaar veel pokermachines beschikken. Het zijn de royale
inkomsten van deze eenarmige bandieten, die hen uiteindelijk toelaten, de
maaltijden aan meer dan democratische prijzen aan te bieden. Het is me al
langer dan vandaag duidelijk dat Australië een heel zwaar probleem met
gokverslaafden heeft, en dat blijken in heel veel gevallen vrouwen van
middelbare leeftijd te zijn.
Toen ik als
peuter eindeloos doorratelde, vertelde mijn moeder me dat ik al babbelend
geboren ben. Ik begin het warempel te geloven ook. Toen de voorzitter me
vertelde dat er geen tijdslimiet was, wist ik gelijk dat het een aangename
babbel zou worden. En dat is ook zo gebleken : een lezing van 2.15 uur met een
pauze van 15 minuten, kan tellen. Het geeft me nog altijd een kick om een groep
in mijn greep te houden en na afloop te horen, dat het de beste lezing was, die
ze sedert lang gehoord hadden.
Mijn
verblijfplaats die avond was in Castle Hill, een andere voorstad van Sydney. Ik
had een snelle blik op de kaart geworpen en had (tegen beter weten in ) de
afstand op zon 15 minuten rijden geschat. Omdat ik mijn nieuwe gastgezin had
laten weten dat ik rond 10.30 uur zou aankomen, begon ik me zorgen te maken
toen het rond het 10.20 draaide voor alles opgekuist was. Ik liet de chauffeur
van dienst weten dat we 5 minuutjes te laat zouden zijn waarop de man me
doodgemoedereerd liet weten dat het ongeveer 50 minuten zal duren om naar
Castle Hill te rijden. Oeps, daar gaat mijn planning
ik besef op dat moment
dat ik meer dan rijkelijk te laat zal zijn.
Phil en Carol
zitten me ongeduldig op te wachten, wanneer we daar om uiteindelijk om 11.30
uur aankomen. De avond wordt nog een stuk langer, want tot diep in de nacht
worden herinneringen opgehaald. Heerlijk is het om zomaar het gevoel van
thuiskomen te mogen ervaren.
Vrijdag is echt
een dag van Australisch genieten en dat betekent dus : niets moet en alles kan.
Mijn gastgezin heeft vrienden uitgenodigd, die ook door de WO I microbe gebeten
zijn en die maar al te graag mijn lezing zouden horen. Het wordt dus een privé
voorstelling voor een meer dan geboeid publiek van 4 mensen. Daarna komt de dochter des huizes haar 4
kinderen en de hond afleveren, voor een weekendje bij opa en oma. Het huis
veranderd op staande voet in een bijenkorf waar de 3 jarige Ewan, de 5 jarige
Emma, de 7 jarige Hayley en de 11 jarige Jordan tezamen met Russel, een flink
uit de kluiten gewassen hond van een ondefinieerbaar ras, de hoofdrol inspelen.
Later op de avond sneuvelt een lavalamp op het pas vernieuwde vasttapijt. Oma
begint te googelen om een oplossing voor de kleurige smurrie te vinden, terwijl
opa overhaast begint de kuisen. Ik krijg meteen de rol van kinderoppas
toebedeeld. Eerlijk gezegd heb ik genoten van het jonge volkje. Het verbaasde
me dat ik hen wist te boeien want die ervaring ligt al jaren achter me. Pas
laat in de avond, raakt iedereen in zijn of haar bed en daalt de rust neer in
dit overvolle huis.
Op zaterdag staat
me weer maar eens een Australische rit te wachten. Ik word opgehaald in Castle
Hill om over de Blue Mountains, naar Bathurst te worden gebracht. Een rit van 4
uur a.u.b.! Ongeacht hoelang ik hier al
ben, het blijft mijn verbeelding tarten dat mensen 4 uur rijden om een lezing
bij te wonen! Eerste stop brengt me naar de zaal waar ik op zondag het publiek
te woord zal staan om een half uur later richting ons hotel te trekken. Het
blijkt een Best Western hotel te zijn op de rand van de stad, die zon 37000
inwoners telt. Dat de standaarden in Oz verschillen van die op het Europese
vasteland, is al lang geen nieuws meer. Toch ben ik blij verrast om in een
kamer MET verwarming terecht te komen. De afmetingen zijn eerder aan de krappe
kant (wat niet kan gezegd worden van de badkamer, want die valt heel ruim uit)
maar afgezien daarvan, ben ik meer dan tevreden. Een uitermate vriendelijke
hoteluitbater maakt het plaatje compleet.
Er werd me gemeld
dat we met een groep van 13 mensen gaan eten in een Thai restaurant
iets waar
ik met heel weinig enthousiasme naar uitkeek.
Er bleek geen reden tot ongerustheid echter, want het restaurant heeft
net zo goed een Australische menukaart. Bonk
, dat was een pak van mijn hart!
De lamsboutjes, die ik voorgeschoteld kreeg, smaakten naar meer. Indien ik aan
dit tempo blijf eten, dan wordt het straks een maatje meer! Slechts één groot
minpunt voor deze zaak. Het is er verdorie berekoud! Wanneer een van onze
tafelgenoten vraagt om de verwarming op te zetten, blijft dat een bede in
dovemansoren. Er zijn nog altijd mensen, die niet begrijpen dat het van belang
is om naar je klanten te luisteren
Al snel blijkt dat iemand van het bestuur,
een carrière als komiek heeft gemist: de avond wordt een lang verhaal van
lachen, lachen en nog eens lachen!
Lang geleden dat
ik nog in een hotelkamer geslapen heb
Ik mis de familiale sfeer maar gezien
het maar voor 1 nacht is, stelt dit geen probleem. Om 10 uur vertrekt de ganse
groep naar de plaatselijk RSL club, waar ik eerst een interview met een
journaliste van de plaatselijke krant, dien af te werken. Ondertussen loopt de
zaal vol met 60 geïnteresseerden, die me een dikke 2 uur later uitgebreid
bedanken voor een lezing, die als een waterval over hen heen gekomen is. Een
dame blijkt van Franse origine te zijn en is vastbesloten om een conversatie
met me aan te gaan in haar moedertaal. De lieve mevrouw lijkt maar niet te
vatten dat ik me niet echt comfortabel voel in de taal van Molière en dat het
bovendien niet erg tactvol is om in een taal te converseren, die de rest van de
groep niet begrijpt.
En dan is het
tijd om de rit naar Sydney aan te vatten. We verlaten Bathurst om 3.15 uur in
de namiddag om tegen 8.30 uur in Dee Why aan te komen. De chauffeur van dienst besluit om een andere
route door de Blue Mountains te nemen. Tot dan vroeg ik me af waarom die
bergketen (piek op 998
meter) met die naam bedacht werd. Op de terugweg, wordt
het me zonneklaar : er vormt zich een blauwe nevel, die ontstaat door de olie
van de gumtrees. Net boven te boomtoppen hangt een blauwe waas, die het geheel
in een sprookjessfeer verandert. Het is onmogelijk om deze kleur te omschrijven
want naargelang de inval van het zonlicht varieert het van broos lichtblauw
naar een heel intense schakering van lichtblauw. Dit beeld brandt zich op mijn
netvlies
waar ik ooit terecht zal komen in mijn later leven, dit is een beeld
dat ik nimmer zal vergeten.
Ondertussen ben
ik dus terug in mijn vaste stek in Dee Why. Ik heb nog een paar dagen vooraleer
ik voor de zoveelste keer mijn rode koffer deskundig mag pakken, op weg naar het
volgende avontuur. Brisbane, here I come!
Groetjes, Charlotte
|