Terwijl de lente nu
wellicht al duidelijk haar intrede in de Ieperboog heeft gedaan, is het hier
nog altijd behoorlijk kil naar Vlaamse normen. En hier betekent dan Toronto
Canada want ondertussen ben ik naar het noorden gevlogen. Gisteren zag ik zelfs
nog een auto met wat sneeuw op en waar ik morgen naartoe vertrek (Halifax) zijn
er nu zware hagelstormen.
Ik ben dus nog altijd in
de streek van Toronto waar ik ondertussen een hele reeks lezingen heb
afgewerkt. Nog eentje te gaan morgen en dan is het avontuur hier voorbij. Ik
kan nu al haast met zekerheid zeggen dat dit een land is waar ik nog terug zal
komen : de hartelijkheid die ik hier ervaar, hou je gewoon niet voor
mogelijk.
Nadat ik laat in de nacht
geland was op 26 maart (en naar een verkeerd hotel gespoord was) ben ik op de
morgen van 27 maart opgehaald geweest door een luitenant -kolonel die me naar
zijn huis heeft gebracht. De lezing in een school, die voor die namiddag
gepland was, werd geannuleerd door slechte communicatie: iets wat me, eerlijk
gezegd goed uitkwam want ik had best wel een lange dag gehad de dag voordien.
Die militair woont, geloof het of niet, op 5 km van de Niagara Watervallen. Het zou dus
ondenkbaar zijn indien ik dat natuurgeweld niet zou aanschouwen. Het vreemde
voor mij was te weten dat Renaat daar 4 dagen eerder geweest was want hij werd
naar Port Perry gestuurd om hier te werken. De Canadezen verwijzen hier heel
gemakkelijk naar : "just around the corner " (juist achter de hoek)
maar naar Vlaamse normen ligt die hoek meestal ver weg. Ik ben hier van de ene
lezing naar de andere gegaan met 3 uur rijden ertussen en dat aanzien zij hier
nog altijd als dichtbij. De afstanden zijn hier enorm maar gelukkig zijn de
straten dat ook: heel veel afstand wordt
overbrugd op 4 vakswegen (4 vakken in 1 richting wel te verstaan) en het
verkeer, hoewel druk, loopt hier eigenlijk heel vlot.
Na de Niagara watervallen
was het tijd om iets te gaan eten met zijn vrouw erbij (een heel charmante
madam waarmee ik tot laat in de nacht gebabbeld heb) en daarna was het shopping
time. Zijn vrouw is zowat verslaafd aan shoppen, ik duidelijk niet maar ja, wat
doe je in zo'n situatie : je gaat mee in het verhaal en je eindigt met de
aankoop van een nieuw kleedje (dat is nu het 2de Canadees kleedje in mijn
kleerkast, of beter gezegd: in mijn valies want ik had er verleden jaar ook
eentje gekocht). Kleding is hier trouwens een stuk goedkoper al zit er een
addertje onder het gras : de prijs die je in de winkel ziet is niet wat je
betaalt want er komt nog een taks (een soort BTW ) bovenop. Probleem is dat je
als buitenlander geen benul hebt welk percentage dat dit is en dat dit percentage
bovendien schommelt van provincie naar provincie. Ok, winkelen achter de rug,
tijd om te eten dus. De lt-kol woont in een historisch huis: dat betekent hier
1812 want ouder dan dat vind je niet. Eigenlijk niet slecht voor een jong land,
per slot van rekening is er in ons gebied geen enkel gebouw ouder dan 1922.
Zijn vrouw heeft daar het beste maal voorgeschoteld op een servies dat je
gerust voor de koning zou kunnen gebruiken. Een andere wereld: eentje waarin ik
niet bepaald zou verkiezen om dagelijks te leven maar wel een ontdekkingstocht
waard als bezoeker.
De volgende dag een
lezing in een poepchique golfclub : dames en heren die met hun kleding alleen
al duidelijk maken dat ze geslaagd zijn
in het leven. Een groep van 35 mensen, die nu niet bepaald laaiend enthousiast
waren bij de aanvang maar , oho, wel bij de afloop van mijn verhaal. Ze hebben
me nu al gevraagd om terug te komen.
Na die lezing was het
tijd om naar de volgende stop te gaan, " around the corner" drie uur
rijden. Daar kwam ik terecht in het gezin van een bankmanager (op pensioen) die
nu een historische organisatie leidt. Hij heeft het zeker gemaakt in het leven
want zijn huis was niet bepaald wat je zou omschrijven als een bescheiden
woning. Zijn bank had het 4de grootste aantal betaalterminals in Canada en hij
was degene die het systeem had uitgevonden. Feit was dat Frank en Bobbi (zijn
vrouw) heel blij waren om me te ontvangen. En omdat Canadezen nu eenmaal meer
dan hartelijk zijn, werd ik natuurlijk geacht te sterven van de honger, en dus
naar een restaurant meegenomen. We zouden daar met een groep van 10 gaan eten
maar heel onverwacht kwam daar een 11 (ongenode) gast bij. Dat bleek een 90
jarige man uit Torhout te zijn : een leraar van de oude stempel met een air van
"ik weet het hier allemaal". De conversatie verliep bepaald scherp
want op een bepaald aantal onderwerpen was ik absoluut niet van plan om me te
laten doen door dat onvriendelijk heerschap. Er waren momenten dat ik beschaamd
was dat de ongenode gast een Belg was. De gastheer was zeker verveeld met de
situatie, zoveel was duidelijk. Vandaar ging het naar een ruimte voor een
interview met de krant waarna ik naar de zaal voor de lezing gebracht werd.
Volgens de organisator verwachtten ze tussen de 70 en 100 mensen. Groot was hun
verbazing toen dat er uiteindelijk 190 bleken te zijn. De zaal barstte zowat
uit haar voegen. Het is voor mij een heel aparte avond geweest : in deze streek
zijn 25000 Belgen ingeweken, die allemaal graag Vlaams willen praten. Binnen de
kortste keren was ik omringd door mensen die hun Vlaams wilden oefenen. Geloof
het of niet maar het Vlaams dat men hier spreekt is Vlaams dat ik in geen 30
jaar gehoord heb. Wanneer je de taal hier hoort, besef je pas hoe sterk de
invloed van het Nederlands is op het Vlaamse dialect. Al met al is het een
heerlijke avond geworden, met een heel aandachtig en dankbaar publiek. Maar nog
was de dag niet voorbij want om 11.30 's
nachts zijn we naar een radiostudio getrokken voor een radio interview.
Het verhaal met de
ongenode Belgische gast heeft nog een staartje gekregen ook: zoals ik al zei,
was de gastheer heel onaangenaam verrast door dit onaangekondigd bezoek. Iets
waar ik me ten volle kon in vinden want ik heb nog nooit met zo'n onbeschofte persoon te maken gehad. De
bankier is gaan spitten in het verleden van die man en... is te weten gekomen
dat hij een SS colaborateur was tijdens de 2de wereldoorlog. Hij werd op
staande voet verbannen uit de Belgische gemeenschap. Of hoe het bezoek van een Belg gevolgen kan
hebben voor iemand hier (eigen schuld dikke bult want hij was het die zonodig
agressief uit de hoek moest komen).
Na deze succesvolle avond
was het tijd voor de volgende fase: Het Royal Canadian Military Institute, een
hele mondvol ... Dit is een instelling voor officieren van het Canadese leger :
meestal heren die al jaren gepensioneerd zijn en die, als je hen mag geloven
(en dat doe ik niet) bijna ce oorlog alleen gewonnen hebben. Opnieuw een heel
andere wereld: heel veel toeters en bellen, een maaltijd met grand chique
maar... wat mij betreft geen warme atmosfeer. Ik had het niet zo begrepen op
sommige van het gezelschap die met de air van " ik weet het hier
allemaal" eens zouden vertellen hoe het in de Salient is. Ik mag dan wel
geen officier zijn, toch heb ik de heren kordaat weerwerk gegeven. Wanneer ze
op mijn terrein komen, zal ik niet over me heel laten wandelen. Toen ik mijn
lezing moest beginnen, besloot mijn notebook om me in de steek te laten.
Great... van alle plaatsen waar ik lezingen moet geven, moet het uitgerekend in
het hoogste militaire instituut gebeuren. Een reserve laptop heeft uitkomst
geboden en ik kon, ertegen aan. Het is een vlotte lezing geworden met een
publiek dat te deftig was om enige interesse te tonen denk ik. Of waren ze
gewoon te vastgeroest in hun gewoonten?
Na mijn lezing werd ik
afgehaald door nog maar eens iemand anders: een voorzitter van een Western
Front Association. Vrijdag is een
ontspannen dag geworden met een aantal bezoeken aan andere WW I geinteresseerden
om er dan zaterdag volop tegenaan te gaan op een seminarie waar ik de enige
spreker was. Ik ben zowat 3 uren aan het woord geweest met een groep die heel
erg gefascineerd was en die ontelbare vragen gesteld heeft. Een ervaring om bij
te houden.
's Avonds terug naar een
ander adres : ditmaal bij een brigadier-generaal waar ik verleden jaar ook al
overnacht had. Het werd een heel hartelijk weerzien met Marg en Greg. Een
rustige zondag om bij te praten en dan vandaag terug naar de WFA voorzitter.
Morgen staan er 2 lezingen op het programma in een lokale middelbare school. Op
woensdag trek ik verder naar Halifax waar ik lezingen op een militaire basis
zal geven.
Ik ben nu dik 2 weken
onderweg en geniet van ieder moment. Het is gewoon niet te beschrijven wat voor
een gevoel het geeft met nieuwe mensen in contact te komen. Op mijn tocht kom in bij de doorsnee
Canadees terecht maar ook bij de top: het is een les psychologie eerste klas,
zonder twijfel. Wat ik gehad heb, kan niemand me afnemen, wat er nog komt, dat
weet ik niet. Feit is dat het een ontdekkingstocht is die een blijvende invloed
op mijn verdere leven zal hebben.
Dat is het voor nu. Na
het lezen van deze krant zijn jullie weer helemaal mee met mijn wedervaren. Tot
hoors
Groetjes
Charlotte
|