Van een restje gekookte aardappels maak je de volgende dag weer wat lekkers. Bewaar ze bij voorkeur in de koelkast, afgedekt tegen uitdrogen en laat ze voor gebruik eerst op kamertemperatuur komen.
1. Pureer 500 gram kruimige aardappels met een liter warme kippenbouillon en een bekertje slagroom tot een romige soep, garneer met reepjes gekookte kip of knapperig gebakken spek.
2. Snijd vastkokende aardappels in plakjes en bak ze, bestrooid met wat cayenne peper of paprikapoeder, in boter goudbruin. Lekker met sla en een karbonade.
3. Prak een restje zeer kruimige aardappels fijn, liefst als ze nog warm zijn. Roer een klontje boter, geraspte kaas en wat fijngesneden bieslook door de puree en schep deze in een ovenschaaltje. Verwarm de puree de volgende dag in de oven, tot de bovenkant bruin kleurt.
4. Snijd vastkokende aardappels in stukjes en schep die - liefst nog warm - door een saus van mayonaise, citroensap, fijngesneden kruiden en versgemalen peper. Meng er ook wat gehakte augurk of zilveruitjes door en laat de smaken een nachtje intrekken. Lekker met stokbrood of als picknickgerecht met koude gegrilde kip.
|