Federalisme of confederalisme? door Ludo Dierickx
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De voorstanders van confederalisme moeten voor hun mening uitkomen. Ze moeten ze niet verstoppen. Duidelijkheid siert. Dat geldt ook voor regeringsleden.De voorstanders van confederalisme moeten niet alleen voor hun mening uitkomen, ze moeten ook zeggen waar het verschil ligt tussen federalisme en confederalisme. Ze mogen niet doen alsof confederalisme een onschuldige variant is van federalisme.
Het verschil is fundamenteel. Confederalisme is het tegenovergestelde van federalisme. In een federale staat is de burger de eerste drager van rechten en plichten, in een confederale constellatie is hij dat niet, daar zijn het de staten en hun regeringen. In essentie worden bij confederalisering de democratische (federale) rechtsverhoudingen tussen de burgers vervangen door machtsverhoudingen tussen onafhankelijke staten. Die beschikken over soevereiniteit en het zelfbeschikkingsrecht. Dat betekent dat die onafhankelijke staten rekening kunnen houden met de wensen en belangen van de burgers van andere staten, maar dat ze ook de mogelijkheid hebben dat niet te doen. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn bij het nemen van maatregelen in het fiscale en sociale vlak. Ze kunnen eenzijdige beslissingen nemen. Confederalisering vormt een bedreiging voor de solidariteit tussen de mensen.
De overgang van een federatie naar een confederatie heeft vooral fundamentele gevolgen op het gebied van de besluitvorming. Want ook na confederalisering moeten tal van problemen worden opgelost. (Zie het reeds deels geconfederaliseerde België). In een federatie geschiedt dat door middel van wetten en decreten, besproken en goedgekeurd in parlementen. In een confederatie worden de problemen, als alles goed gaat, besproken en geregeld in diplomatieke overlegorganen achter gesloten deuren. De beslissingen, als die er dan al komen, worden vastgelegd in verdragteksten, protocollen, pacten, Belgische samenwerkingsakkoorden, Europese richtlijnen en reglementen, meestal met kracht van wet. In die soort besluitvorming is er van democratische inspraakrechten voor de burgers en hun partijen geen of nauwelijks sprake. Er wordt dan ook gesproken van de dictatuur van de diplomatieke besluitvorming. Diplomatieke beslissingsorganen worden democratisch door niemand bedreigd of ten val gebracht.
De economische, sociale, ecologische en andere interdependenties tussen de mensen en de volkeren blijven immers bestaan , ook na de verwerving van staatkundige onafhankelijkheid, ook na de confederalisering. In België worden de problemen nu al meer en meer opgelost door middel van afspraken tussen de uitvoerende organen, door een toenemend aantal samenwerkingsakkoorden met kracht van wet op basis van art. 92 bis van de Bijzondere Wet. De parlementaire democratie wordt er gemarginaliseerd. Dat leidt tot een flagrant democratisch deficit. De Belgische confederale besluitvorming lijkt reeds op die van een grote intercommunale.
De verdere confederalisering van België is dus geen peulenschil. In elk geval honderdmaal ingrijpender dan het Verdrag van Nice, waarover de Ieren een referendum organiseerden. Wanneer er over de toekomst van België geen referendum of een consultatieve volksraadpleging kan komen, dan ten minste een breed maatschappelijk debat.
Zij die menen dat de confederalisering pijnloos, geruisloos, stiekem, in een sfeer van euforie en langs wegen van geleidelijkheid kan worden verwezenlijkt moeten blijk geven van openheid en politieke cultuur. Ze moeten hun bedoelingen kenbaar maken en het debat aangaan met de tegenstanders van de confederalisering. In dat open debat moeten ze aantonen dat de zogenaamde belgicisten ongelijk hebben. Ze moeten maar eens aantonen dat de confederalisering geen bedreiging vormt voor de democratie en voor de sociale solidariteit tussen Vlamingen, Walen en Brusselaars (solidariteit met de zwakkeren). Maar ze mijden het debat.
Ook moeten ze de mensen geruststellen en uitleggen dat de nieuwe mogelijkheden voor de gewesten éénzijdige beslissingen te nemen inzake zorgverzekering, belastingverminderingen, uitvoer, gemeentelijke politiek... niet zullen leiden tot wrevel en irritaties. Irritaties die kunnen bijdragen tot een gevaarlijke verharding van de fronten. De recentste geschiedenis leert ons hoe de vreedzaamste bevolkingsgroepen in escalaties van agressiviteit kunnen worden meegesleurd. Eén vonk kan volstaan. Kijken we naar de rel op 9 juni jongstleden in Voeren. Frontvorming gaat aan het conflict vooraf, het omgekeerde doet zich niet voor. De Belgische bevolking is tot nu toe wijzer dan veel van haar leiders. Sociologen komt naar België.
Dat alles om te zeggen hoezeer er behoefte is aan een breed maatschappelijk debat over de toekomst van België. Er mag zeker niet worden gewacht op de communautarisering van de Rode Duivels om het te organiseren. In de Lambermontakkoorden worden nieuwe stappen gezet in de richting van de confederalisering: regionalisering met vetorechten van Landbouw, Buitenlandse Handel, Ontwikkelingshulp (zijn federale bevoegdheden overal ter wereld) en Fiscaliteit. Die regionaliseringen (zonder normenhiërarchie) worden niet ernstig gemotiveerd. Reeds wordt er gepleit voor splitsing van Justitie en Gezondheidsbeleid. Vlamingen en Franstaligen worden niet overtuigd met argumenten, ze worden verleid en gechanteerd met geld voor het onderwijs aan de ene kant en mogelijke belastingverminderingen aan de andere.
We zijn allen tegen het Vlaams Blok. Maar in welke politieke ideologie vinden we aanduidingen betreffende de wenselijkheid Landbouw (de plantentuin van Meise), Ontwikkelingssamenwerking, Buitenlandse Handel, Ziekteverzekering, Justitie... te splitsen op taalbasis? In de christelijke, de socialistische, de liberale, de ecologische? Neen, ze zijn alleen te vinden in het nationalistische gedachtegoed van het Blok en van sommige extremisten. En dan maar zeggen dat we het Vlaams Blok willen bestrijden door middel van 'le cordon sanitaire'. Alle democratische partijen verwerpen de slogan 'Eigen volk eerst', maar zijn wel voor het zelfbeschikkingsrecht om eerst aan het belang van het eigen volk te kunnen denken.
Een klein verschil.
|