VERKIEZINGEN
Walter Zinzen (DS 8.06.07) heeft overschot van gelijk: de verkiezingscampagne was vaak het toppunt van bekrompenheid. Een triest dieptepunt werd gisteren bereikt toen Yves Leterme onomwonden verklaarde dat de campagnes best niet te lang duurden, en dat besturen in politiek centraal moest staan, alsof het ene het andere uitsluit. Wat me bijzonder ergerdewas dat de moderator het niet nodig vond erop te wijzen dat verkiezingen de kern zijn van een democratie. Maar wat werkelijk hemeltergend was, was dat Vande Lanotte, toch een socialist, er niet eens op wees dat er mensen gestorven zijn voor het Algemeen Stemrecht. Gelukkig is er nog de geschreven pers, die ruimte laat voor debat en nuances, een verademing bij het oppervlakkige schouwspel dat we op televisie moeten slikken.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
GEEN GROOT STAATSMAN
Vande Lanotte (sp.a) is een groot staatsman zegde iemand op deze bladzijden (HLN 12 juni) Zou het? Vande Lanotte meende dat omdat 60% van de Vlamingen op Vlaamsgezinde partijen gestemd hebben, de socialisten vanuit de oppositie een staatshervorming, en meer Vlaamse autonomie moesten steunen.
Hij voegde eraan toe dat het niet kon dat partijen verkiezingen verloren omdat de burgers hen niet begrepen, maar wel dat zij de burgers niet begrepen. Met andere woorden: politici moeten niet meer leiden, ze moeten geleid worden. Deze dubbele uitspraak is mijns inziens het toppunt van het failliet van een politiek discours en van de socialistische en meer globaal een hedendaagse ideologische ethiek. Stel dat morgen 65% van de Vlamingen op het Vlaams Belang stemt, moeten dan alle liberalen, christen-democraten, socialisten enz. zeggen dat xenofobie een na te streven waarde is?
De realiteit is dat de politici mensen zouden moeten overtuigen niet omdat ze knap, mooi of "tof" zijn, maar omdat ze denken het beste programma te hebben en aan die ideeën vast houden. Dat gebeurt in ons politiek systeem van oneliners en babes niet meer.Waarom moeten we dan nog überhaupt gaan kiezen? Het wordt dringend tijd dat de politici van welke kleur ze ook zijn verkiezingen aangaan op basis van een diepgaand en fundamenteel inhoudelijk debat.
ANTIPOLITIEK
Een stelling van Jean-Marie Dedecker (VRT 11 juni) luidde dat de electorale "ruk naar rechts" in de Vlaamse volksaard lag en dat België moest ophouden te bestaan, omdat Vlamingen en Walen andere kranten lezen en een andere taal spreken. Zijn vertoog werd in meer of mindere mate gesteund door iedereen aan tafel.
Als taaleenheid een voorwaarde is tot verbondenheid, waarom belandden dan het taalhomogene Joegoslavië en Libanon in een burgeroorlog? Als taalverscheidenheid democratisch samenleven onmogelijk maakt, waarom hebben we dan nog een EU nodig? Sterker nog: moeten we dan niet alle Europese staten opsplitsen, op het taalhomogene Ijsland en Portugal na? Men blijft maar doorzeuren over een staatshervorming en terecht stelde Siegfried Bracke zich vragen bij bepaalde uitspraken van Jo Vandeurzen (CD&V). Deze laatste meende immers dat men het land moest opsplitsen om het... bijeen te houden. Overigens vond Vandeurzen ook dat gesprekken over staatshervormingen best niet in de openbaarheid gebeuren. De Belgen mogen dus morgen in een ander land wakker worden, maar zulks is blijkbaar niet interessant genoeg voor een publiek debat. En dan verbaast men zich over de heersende "antipolitiek".
WOORDGEBRUIK
Het is me opgevallen tijdens en na deze verkiezingen welk een omfloerst woordgebruik politici die aansturen op een splitsing van het land gebruiken. Ze spreken nooit over splitsing van het land, of zelfs van bevoegdheden, maar hanteren wel termen als "maatwerk voor de regio's", "homogene bevoegdheidspaketten", "overhevelen van middelen en instrumenten", "toepassing van het subsidiariteitsprincipel", "bestuur dichter bij de mensen" enz. Zou het kunnen dat de verdere opsplitsing van België toch niet zo goed in de markt ligt als sommigen beweren?
NATIONALISME
Een lezer (HLN 21.06.07) suggereert dat de Vlaamse partijen inzake staatshervorming voet bij stuk moeten houden.Volgens mensen als Di Rupo moeten de Franstalige belangen gediend worden. Interessant is om te zien hoe voornoemde lezer en Franstalige nationalisten of regionalisten zich op één en dezelfde golflengte bevinden. Beiden pleiten ze, in min of meerdere mate, voor het toepassen van het principe "eigen volk eerst". Zover zijn we dus al in België gekomen. Buitenlandse waarnemers zouden België moeten bestuderen indien ze willen zinnen welk verbaal en structuurgeweld nationalisme uitlokt. Tot wat het nog zoal in staat is, zagen we gisteren in Joegoslavië, en vandaag in Palestina.
KIESKRINGEN
Volgens lezer Sardou (HLN 25.07.07) vraagt Vlaanderen homogene kieskringen, zoals dit in Wallonië reeds het geval is. Deze bedenking klopt niet. Allereerst omdat in het Waals Gewest de kieskringen niet taalhomogeen zijn. Zo bestaat er, sedert de invoering van de provinciale kieskringen, de kieskring Luik, die - gedeeltelijk - tweetalig (Frans-Duits) is. Ten tweede is het nogal kras om te stellen dat Vlaanderen als een blok iets vraagt terwijl uit verscheidene peilingen blijkt dat de grote meerderheid van de Nederlandstaligen op zijn minst niet geïnteresseerd is in het "probleem" aangaande de kieskring Brussel-Halle-Vilvoorde. Overigens zijn in andere, meertalige staten zoals Zwitserland en Canada ook meertalige kieskringen aanwezig. Het loutere bestaan van het Brussels Gewest en het feit dat er binnen het kanton Brussel-Halle-Vilvoorde méér Franstaligen dan Nederlandstaligen wonenis trouwens het beste bewijs van de volledige illusie van taalhomogene gebieden.
BELGIË EN DEMOCRATIE
Volgens Peter De Roover van de VVB (DS 26.07.07) sluiten de begrippen 'België' en 'democratie' elkaar uit. De verschillen tussen Vlamingen en Walen zouden volgens de auteur te groot zijn geworden om een democratisch bestuur mogelijk te maken. Dat is, op zijn zachtst gezegd, een vreemde redenering. Denken alle Vlaamse partijen dan hetzelfde over sociaal-economische of ecologische themata? Waarom zou een democratie, ook een meertalige, geen verschillen kunnen verdragen? Een rechtsstaat bestaat net om de burgers via een democratisch besluitvormingsproces veiligheid en welvaart te geven. Het is de taak van de politici die een staat besturen om hun interne verschillen te overbruggen en hun verscheidene visies ten dienste te stellen van de bevolking. Tegengestelde visies zijn geen rem op een democratie, maar net een verrijking ervan. Als iedereen hetzelfde zou denken, heeft het begrip democratie zelfs geen zin. Verantwoordelijke politici proberen een staatssysteem te verfijnen en te verbeteren, niet in de naam van echte of vermeende verschillen de besluitvormingsstructuren op te blazen. In die zin is het niet België die geen democratie verdraagt, maar wel - bedoeld of onbedoeld - voornoemde auteur.
RESPECT
Volgens de Vlaamse onderhandelaars bij de regeringsvorming tonen de eisen van Franstalige partijen (o.a. uitbreiding Brussel) geen respect voor de federale Belgische staatsstructuren. Is het zeer nationalistische Vlaamse eisenpakket, waarin men talloze splitsingen vraagt, dan wel respectvol voor de structuren, laat staan voor de toekomst van ons land? Of toont het niet gewoon aan dat het hele zogenaamd federale systeem in werkelijkheid slechts in leven is geroepen om een blind nationalisme dat België stapsgewijs opsplitst te doen zegevieren? Waar is overigens het respect van onze traditionele partijen voor de 70% Belgen die volgens een recente peiling niets willen weten van een communautaire crisis? Wanneer gaan de politici in dit rijke land zich eindelijk als positieve Belgen en Europeanen gedragen in plaats van de communautaire Neanderthaler uit te hangen?
STAATSHERVORMING
In een aantal brieven wijzen lezers erop dat de Vlaamse onderhandelaars voet bij stuk moeten houden. Als de Franstaligen niet mee willen werken aan een grote staatshervorming, moet België maar ophouden te bestaan, zo luidt de redenering. Het doel van een doorgedreven staatshervorming is om de deelstaten nog autonomer te maken dan ze al zijn. Het spreekt vanzelf dat dit proces uiteindelijk kan uitmonden in de oprichting van twee of drie nieuwe republieken, omdat er op lange termijn eenvoudigweg geen staat meer zal bestaan om te hervormen. We hebben volgens die logica dus maar twee keuzes: het einde van België met onmiddellijke ingang of op langere termijn. Het is ten zeerste de vraag of deze splitsing wel overeenstemt met de wil van de meerderheid van de Belgen - of Vlamingen - die, zoals elke peiling aantoont, niet gewonnen zijn voor een separatistisch avontuur. Er is nu een lange weg afgelegd sedert de invoering van het zogenaamde federalisme in 1970, maar twee constanten blijven: het hele systeem heeft niet geleid tot een beter bestuur en op geen enkel moment heeft de bevolking inspraak gekregen. Misschien omdat men weet wat de gewone burger van dit systeem en nodeloos geruzie vindt?
FRONTVORMING
Als we onze opiniemakers en politici aan beide zijden van de taalgrens mogen geloven bestaat er zoiets als een Vlaamse en een Franstalige mening in zowat alle politieke dossiers. Men zegt dat daarom de Belgische regeringsonderhandelingen mislukken. Maar wat is het nut van verkiezingen wanneer de uitslag ervan resulteert in de vorming van twee nationalistische fronten, waarbij alle ideologieën naar de prullenmand worden verwezen? Al onze vertegenwoordigers doen hun uiterste best om eerst een goede Vlaming of Waal te zijn en dan pas een liberaal, socialist of christen-democraat. Is dat het signaal dat we willen geven naar Europa en de wereld toe? Zal er meer vrede, welvaart en veiligheid ontstaan wanneer alle politici zich eerst en vooral als leden van een afgebakende groep opstellen en dan pas oog hebben voor Belgische, Europese en mondiale problemen? De enorme vervuiling, de armoede van de Derde Wereld, de vele warme en koude oorlogen doen vermoeden van niet. Wie daarop wijst, wordt een progressieve globalist of toekomstgerichte Europeaan genoemd. Wie samenhorigheid tussen de Belgen voorstaat is dan weer zogezegd oubollig. Waar is de logica gebleven?
BELGIË
Sedert de invoering van het federalisme in 1980 hebben de politici de bevolking voortdurend beloofd dat dit systeem tot een beter bestuur zou leiden. Niets is echter minder waar. Het tweeledige federalisme heeft geleid tot een institutionalisering van conflicten, gevoerd door politici uit twee taalgroepen, die enkel maar hun regionaal belang vooropstellen. Op een volstrekt onetische manier worden langs beide kanten van de taalgrens de gemoederen opgehitst, met telkens weer dezelfde simplismen. Steeds opnieuw krijgen we te horen hoeveel geld het Zuiden ons kost, hoe arrogant de Franstaligen wel zijn, dat België artificieel is enz. De goede vragen echter worden niet, of nauwelijks, gesteld. Waarom horen we nooit hoeveel geld pakweg Limburg ons kost (niet dat er iets op tegen is dat Limburg geld ontvangt uit Brabant of Antwerpen)? Waarom zegt niemand dat de manier waarop velen over de Franstalige Belgen spreken, indien ze op immigranten zou toegepast worden, puur racisme zou zijn? Wanneer gaat iemand eens zeggen welke staat wel natuurlijk of door God gewild is? Tenslotte zou het ook bijzonder boeiend zijn om te vernemen welke Belg een voordeel ondervindt bij het bekostigen van zes parlementen en regeringen die conflicten ophopen en mensen tegen elkaar in het harnas jagen.
GELDSTROMEN
Sommigen menen dat Vlaanderen zich maar moet afscheiden van Wallonië, omdat dit landsdeel een economisch kerkhof zou zijn, dat ons handenvol geld kost. Het argument komt, tijdens de woelige regeringsonderhandelingen, meer dan eens naar boven. Maar feitelijk gaat het hier niet om een objectieve analyse, maar wil men door een pseudo-wetenschappelijke methode nationalistische of zelfs racistische motieven camoufleren. Laten we er immers van uitgaan dat de gekste bedragen aangaande de miljardentransfers correct zijn. Niemand zal betwisten dat zulk een geldstroom ook bestaat tussen het Westen en het Oosten van Duitsland. Waarom pleit dan geen enkele Duitse politicus voor een splitsing van Duitsland? Het antwoord is simpel: er is tussen de rijkere en de armere regio geen zichtbare breuklijn, zoals taal,waarlangs politici verschillen kunnen waarnemen en kapitaliseren. Dat is ook de reden waarom men nooit spreekt over economische verschillen binnen het Vlaams Gewest. Wanneer radicaal-rechtse partijen ervoor pleiten om de sociale zekerheid op te splitsen tussen allochtonen en autochtonen, schreeuwen de traditionele partijen - terecht - dat het gaat om racisme. Maar het zijn wel dezelfde partijen die klakkeloos dit discours overnemen en projecteren op Nederlands- en Franstaligen.
VERDRAAGZAAMHEID
In het "democratische Vlaanderen" wordt het Vlaams Belang bestreden. Men wijst op het nauwelijks verhulde racisme van de partij, op haar fundamentele onverdraagzaamheid en op de onmogelijkheid om met zulke partij een democratisch bestuur op poten te zetten. Het is dan ook hoogst bevreemdend te moeten horen dat dezelfde mensen die voortdurend hameren op een multiculturele samenleving waarin allochtonen en autochtonen vreedzaam samenleven, steevast benadrukken dat het voor Vlamingen en Walen onmogelijk is om samen bevoegdheden uit te oefenen, of om samen in dezelfde staat te leven. Mensen die op deze stelling hameren omschrijven zichzelf graag als democratische nationalisten, en goede Europeanen. Hier belanden we bij een tweede contradictie aan. Hoe kan men voor een sterk, meertalig Europa zijn als men tegen een verenigd meertalig België is? De idee dat de fundamentele macht, zowel in Europa als in eigen land moet berusten bij homogene taalgebieden, staat haaks op de idee van Europese eenmaking. De EU is immers opgericht om een einde te maken aan het Europa van soevereine, vendelzwaaiende staten, dat zovele rampen veroorzaakt heeft. Kan iemand dat eens gaan zeggen aan onze politici, bij voorkeur wanneer ze het niet te druk hebben met het uitvoeren van het eerste programmapunt van het Vlaams Belang?
|