SAMENWERKINGSFEDERALISME EN BORRELNOOTJES
Dat Eerste
Minister Leterme voor een « samenwerkingsfederalisme » pleit is een
stap voorwaarts ten opzichte van wat hij eerder vertelde. « Confederalisme »
betekent immers een losse unie van twee of meerdere soevereine staten, hetgeen
de volledige desintegratie van het nu al broze federale weefsel impliceert. Anderzijds is het onduidelijk hoe hij deze
filosofie wil verzoenen met het doorvoeren van het eerste pakket van de
staatshervorming, ook wel eens smalend - maar onterecht "de
borrelnootjes"
genoemd. Die vlag dekt inderdaad de lading niet. Dit
pakket bevat immers grote bevoegdheidsoverdrachten van de federale
staat naar
de deelstaten. Zo onder meer de wegcode, de sociale economie, delen van
het energie- en communicatiebeleid, de huur- en pachtwet, het
prijsbeleid enz. Zo wordt toch duidelijk dat we dringend toe zijn aan
een
ernstig debat dat niet vertroebeld wordt door sloganeske taal (« vette vissen », « plat op de buik », « onverwijld » enz.). Door slordig en onzorgvuldig taalgebruik krijgt de burger immers een foutieve indruk. De "borrelnootjes"
bijvoorbeeld gaan over ingrijpende beslissingen m.b.t. de toekomst van
ons land, al zou je dat niet uit de terminologie afleiden Leterme
heeft
er bovendien meermaals en terecht op
gedrukt dat de bevoegdheden in België erg versnipperd zijn. Vraag is dan waarom ze dan nog meer verbrokkelen door deze
nieuwe splitsingen? Bovendien is het allerminst duidelijk hoe deze voorgestelde
bevoegdheidsherverdelingen de cohesie van de federale staat ten goede zullen komen,
wel integendeel.
Zoals gepubliceerd in De Morgen van 12 januari 2010
|