Raad van State over
Vlaamse kinderbijslag
door K. Nevens
In reactie op mijn recent blogbericht met als titel
"Een sociale zekerheid met vier pijlers, ook wel "sécurité sociale à la
flamande" waarin ik het had over het voorstel van NVA om een Vlaamse
kinderbijslag op te richten - een voorstel waar ook SP.a-kopstuk Frank
Vandenbroucke zich trouwens kan in terugvinden - ontving ik van mevrouw Valerie
Jadoul (FGTB) een verwijzing naar twee adviezen van de Raad van
State, afdeling wetgeving.
Het eerste advies gaat over een
voorstel van decreet houdende invoering van een algemene gezinsbijslagregeling
op Vlaams niveau (Parl. St. Vl. Parl. 1999-2000, nr. 355-2), het
tweede advies gaat dan weer over een gelijkaardig voorstel van
decreet tot invoering van een bijzondere tegemoetkoming voor kinderen (Parl. St.
Vl. Parl. 1999-2000, nr. 393-2). In beide adviezen geeft de Raad te kennen dat
Vlaanderen de nodige bevoegdheid mist.
De argumentatie sluit aan bij hetgeen ik in mijn
eerder blogbericht stelde. De Raad zegt meer bepaald:
"Anders dan de regeling in verband met de
zorgverzekering, is de voorgestelde regeling nauw verbonden met de federale
regeling inzake gezinsbijslagen. (... ) (H)et (...) blijkt dat de voorgestelde
regeling bedoeld is om aanvullend te zijn ten opzichte van de federale regeling.
De voorgestelde regeling komt er immers op neer dat het bedrag van de
uitkeringen "van dezelfde aard", toegekend krachtens een Belgische, een
buitenlandse of een internationale regeling, wordt aangevuld met het bedrag van
een door de Vlaamse Gemeenschap toegekende bijslag, om het aldus op te trekken
tot een bedrag bepaald door de Vlaamse regering. (...) Aldus moet aangenomen
worden dat de voorgestelde regeling in feite in haar geheel neerkomt op een
aanvulling van de federale regeling inzake gezinsbijslagen. Het gaat aldus om
een wijziging van de federale regels in verband met de sociale zekerheid.
De gemeenschappen zijn daarvoor echter niet
bevoegd."
Volgens de Raad wordt die interpretatie ook bevestigd
door de parlementaire voorbereiding van de BWHI van 8 augustus 1980, die de
bevoegdheidsregels vastlegt. Naar aanloop van die bijzondere wet werd vanuit
Vlaamse hoek verschillende malen de vraag gesteld of het voor de Gemeenschappen
mogelijk zou zijn een aanvullende kinderbijslag in te voeren. Daarop werd steeds
ontkennend geantwoord. Joëlle Milquet heeft de "non!" dus duidelijk niet
uitgevonden.
NVDR Joëlle Milquets verzet tegen
een hogere Vlaamse kinderbijslag verantwoordt ze door het principe dat elk kind in België recht heeft op een gelijke
ondersteuning.
|