BUITENLANDSE ZAKEN IN LIBERALE HANDEN
Wellicht zullen discussies over Buitenlandse Zaken niet uitmaken wie op 10 juni de verkiezingen wint. Maar dat betekent niet dat het niet zou gaan over belangrijke bevoegdheden. Ik denk eerlijk gezegd dat, wanneer we terugkijken naar de voorbije acht jaar, eerst met Louis Michel, achteraf met mezelf en met als vaste pion Guy Verhofstadt, dat wij er wel degelijk in geslaagd zijn België opnieuw op de internationale kaart te zetten.
België is opnieuw een land dat Europees meespeelt. Als Guy Verhofstadt het woord neemt in de Europese Raad dan wordt er naar hem geluisterd. Dat betekent nog niet dat men hem automatisch gelijk geeft. Eigenlijk mag hij er fier op zijn dat men hem niet automatisch gelijk geeft, want als je in de Europese raad onmiddellijk gelijk wil krijgen, dan zeg je het liefst de meest vage dingen. Daarvoor doen we het niet. Wij zitten in Europa en in de Europese raad om daar een Europees project te verdedigen.
Een Europees project dat is in eerste instantie een liberaal project. Je kan het liberalisme eigenlijk niet beter samenvatten dan als het vrije verkeer van personen, goederen, diensten, kapitalen en ideeân. De mooiste omschrijving die je van het liberalisme kan vinden, is ook een van de belangrijkste artikels van het Verdrag van Europa.
We hebben in de voorbije acht jaar veel trachten te doen voor Europa, op een ogenblik dat het met Europa niet zo goed gaat. Op een ogenblik dat er veel twijfel is over Europa, dat er veel twijfel is over de zin van de uitbreiding bijvoorbeeld. Wij hebben die uitbreiding altijd verdedigd. En terecht denk ik. Europa is er sinds de val van de Berlijnse muur in geslaagd de vrijheid over Europa uit te spreiden van 15 naar in totaal 27 en wellicht straks naar 30 landen. Dat is een ongelofelijk succes van de Unie.
In die zelfde periode hebben we ons volledig ingezet voor de liberalisering van het Europees landbouwbeleid. De Doha ronde, die startte toen Annemie Neyts het voorzitterschap namens Belgiâ had, wordt stilaan een succes. In die zelfde periode hebben we het ook gehad over de grondwet. Spijtig genoeg is dat geen succes geworden, maar het heeft wel de richting aangegeven. De richting aangegeven waarin Europa moet vooruitgaan. De verklaring van Brussel, is geloof ik sinds het Verdrag van Rome dat ook in Brussel werd voorbereid, de belangrijkste tekst die ooit over de Europese integratie gemaakt is. En dan laat ik nog de dienstenrichtlijn, en de vele andere stappen vooruit die in Europa gezet zijn buiten beschouwing. Belangrijke stappen waar Belgiâ aan de kar heeft getrokken en ook geduwd als het noodzakelijk was.
Ik denk dat België ook meetelt in de wereld. Ik heb het er altijd lastig mee wanneer men het heeft over Belgiâ als een klein land. We zijn natuurlijk niet groot op de wereldkaart, maar we zijn nog altijd het land dat de tiende grootste producent is van industriâle producten en de twaalfde grootste producent van diensten in de Wereld, ook al zijn we maar een speldenprik groot op de wereldkaart.
Wij hebben, in de voorbije jaren, inderdaad met succes geprobeerd om Belgiâ terug een echte plek op die wereldkaart te geven. Vorig jaar als voorzitter van de OVSE, de Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa. Dit jaar en volgend jaar als lid van de Veiligheidsraad. We zitten niet zomaar in die Veiligheidsraad. Nee, we worden daar geapprecieerd. Het moet ook u opgevallen zijn, dat het Belgiâ is die de missie naar Kosovo heeft geleid om zich ter plaatsen te vergewissen van de problemen die zich nog stellen voor het onafhankelijk kan worden. Wellicht zal de ganse discussie over Kosovo deze maand in de Veiligheidraad losbranden, net op het ogenblik dat wij het voorzitterschap hebben. En het zal in juni niet alleen gaan over Kosovo, het zal ook gaan over Soedan, het zal gaan over Darfour. Ik geloof dat wij ook daar een bijdrage kunnen leveren om in die vreselijke situatie in West-Soedan, een beetje licht aan het einde van de tunnel te brengen.
De liberalen hebben in de internationale politiek altijd eigen accenten gelegd. Dankzij de deelname van de Open VLD in de regering, zijn wij nooit naar Irak gegaan. Met een andere regeringssamenstelling, hadden we wellicht in Irak gezeten. We hebben ook in de internationale politiek een concept op de voorgrond gebracht dat volgens mij essentieel is als je bijvoorbeeld in Afrika iets wil realiseren en dat is goed bestuur. DÇ sleutel om Afrika uit de uitzichtloze situatie te krijgen waarin het nu zit is inderdaad goed bestuur en wij zijn daarvoor opgekomen. Ook al heb ik daar op een bepaald ogenblik eens zeven uur in de wachtzaal van president Kabila voor moeten zitten.
We hebben ook geprobeerd de FOD Buitenlandse Zaken nieuwe impulsen te geven, nieuwe impulsen in de richting van de economische diplomatie bijvoorbeeld. Als wij de welvaart die we in Belgiâ hebben willen behouden, dan moeten we die voor een groot stuk in het Buitenland verdienen door goederen te exporteren, door diensten te exporten, door te investeren in het buitenland en door er voor te zorgen dat het Buitenland bij ons investeert. Ik geloof dat Buitenlandse Zaken daarin samen met de gewesten een zeer belangrijke essentiâle rol kan spelen. Het is me onder andere opgevallen dat een Duitse ambassade georganiseerd is als een economische vechtmachine die tot doel heeft dat Duitsland zo goed mogelijk aan zijn trekken komt in het buitenland. Wij moeten dat, geloof ik, ook nog meer doen dan in het verleden het geval is geweest. Niet om de grootse exporteur ter wereld te worden, want dat zijn we. Maar om nog te groeien, om nog beter te worden en op die manier er voor te zorgen dat ook de volgende generaties het zo goed zouden hebben als wijzelf.
Ik ben ondertussen in meer dan 100 landen geweest en ik ben op zoek naar een land waar het beter is dan in België. Ik ben daar echt naar op zoek. Het probleem is, ik vind er geen. Ik wil gerust nog 4 jaar blijven zoeken naar zo een land, maak u niet ongerust, maar ik denk dat ik het niet ga vinden. Sta me toe dat ik u daarover een kleine anekdote vertel.
In mei liep ik in Khartoem, de hoofdstad van Soedan, 2 West-Vlamingen tegen het lijf. Een man en een vrouw, die alle twee verlof zonder wedde hadden genomen en die bijna een jaar op stap waren. Ze zouden nog verder doorreizen naar Kenia en pas 2 maand later terug naar België komen, dus te laat voor de verkiezingen. Dat zegden ze me ook: "ja, we kunnen voor u niet stemmen want, bon, we zijn maar na de verkiezingen terug". Dat vond ik natuurlijk spijtig. Maar wat ze mij ook zegden en zonder dat ik het hen gevraagd heb, was: "we zijn nu in zoveel landen geweest he meneer, maar nergens kunnen ze maar ruiken aan wat België is" en ik denk dat dat inderdaad een enorme boodschap is. Wij leven in een land van belofte. Laten we dat alstublieft zo houden.
www.wegmetdegucht.be
|