TEWERKSTELLING
De verschillen in tewerkstelling tussen het Vlaams, Waals en Brussels Gewest hebben, zo schrijft Isabel Albers in De Standaard van 11 januari ("Op het einde draait alles om centen"), moeten leiden tot een andere aanpak. Immers: "een griepje en een chronische longontsteking behandel je niet op dezelfde manier", zo vervolgt de Wetstraatredactrice. Dit lijkt me een demagogische redenering, en wel om volgende redenen.
Allereerst bestaan er niet alleen verschillen tussen de gewesten, maar ook binnen de gewesten. Moet de werkloosheid in Antwerpen dan op dezelfde manier aangepakt worden dan in Limburg? Hetzelfde geldt voor, pakweg, Waals-Brabant en het armere Henegouwen. Ten tweede zijn er altijd al economische verschillen geweest tussen Noord- en Zuid-België. Nochtans heeft dit ons land niet weerhouden om zich tot één van de meest welvarende ter wereld te ontwikkelen. Honderd jaar geleden waren de verschillen tussen het meer agrarische Noorden en tussen het meer geïndustrialiseerde Zuiden trouwens nog véél groter en toch was België, na het VK en Duitsland, proportioneel de sterkste industriële natie ter wereld. Ten derde is het niet zo dat in federale staten het tewerkstellingsbeleid gesplitst moet worden. Niemand zal loochenen dat er tussen West- en Oost-Duitsland minstens even grote verschillen bestaan in werkgelegenheid. Toch is er maar één federaal beleid. Moet het hier dan gesplitst worden, louter om het feit dat er een taalgrens door ons land snijdt? Kunnen sectoriële en provinciale decentralisatie geen uitweg bieden? Tenslotte is het volkomen onduidelijk waarom (grote) verschillen een scheidingsgrond zouden moeten inhouden. Verschillen nopen net tot meer harmonisering. Dit is trouwens ook een basisprincipe van de EU.
|