D.S. schrijft dat Dehaene "het ook niet meer weet". Tiens, Dehaene, was dat niet de man die er in 1988 en 1993 mede voor gezorgd heeft dat we thans zo'n onwerkbaar systeem hebben? Dit is niet de crisis van België, wel die van het federalisme.
SPELLETJE ZEVEN OF NEGEN OP EEN RIJ
COMMENTAAR Ooit het spelletje 'vier
op een rij' gespeeld? Twee spelers moeten elk pogen vier schijfjes op
een rij te krijgen en intussen beletten dat de ander dat kan. Het lijkt
makkelijk, maar het is het niet. De moeilijkheidsgraad neemt
exponentieel toe: 'vijf op een rij' is niet een kwart moeilijker, maar
dubbel zo moeilijk. Onze federale onderhandelaars spelen zeven of negen
op een rij. Dat is afschuwelijk moeilijk. Daarom duurt het zo lang.
Goed een week geleden startte een nieuwe ronde met de
CD&V'er Wouter Beke als spelleider. Hij zette de twee
hoofdrolspelers aan de tafel. Het was, à propos, zes maanden geleden dat
die twee nog intens met elkaar gepraat hadden! Onderhandelen doen ze
nog niet. Zij hebben hun tegenstellingen en overeenkomsten opgelijst en
nemen hun posities opnieuw in. Ze staan nog mijlen van elkaar. En ze
vertrouwen elkaar niet. De PS denkt dat de N-VA geen akkoord wil; de
N-VA raakt overtuigd dat de PS een akkoord wil zonder haar. En dan
moeten de anderen ook nog aan de tafel komen! Hoelang gaat dit nog
duren?
Niemand weet het. Dan is het goed een ervaren gids te raadplegen. Jean-Luc Dehaene.
In
het interview in deze krant zegt hij tal van zinnige dingen. Over de
sociaal-economische actualiteit bijvoorbeeld: verlaag de accijnzen op
brandstof niet, we moeten toch leren leven met zéér dure benzine. En:
niet elke verandering aan ons sociaal systeem is een achteruitgang. Hij
laat ook aanvoelen dat enige Europese druk op ons land soms best welkom
is.
Maar voor de formatie verbergen zijn forse uitspraken dat hij het ook niet meer weet.
Enerzijds
zegt hij: 'Het heeft nu lang genoeg geduurd.' En: 'Wie geen
compromissen wil sluiten, blijft best weg uit de politiek.' Dat is een
boodschap aan de N-VA, maar ook aan de PS. Ook zegt hij: 'Als je iets
kan doen, moet je het doen, anders blijf je ter plaatse trappelen': een
terechte boodschap aan de N-VA dat de Grote Staatshervorming ook in twee
of meer fasen te realiseren is.
Maar anderzijds zegt hij: 'Ik had 100 dagen nodig in 1988. Zijn er nu 500 nodig? Als het moet, dan moet het maar.'
Hij
weet het dus ook niet meer. Misschien moeten we onze visie op het
begrip regeren herzien voor federaal België. De deelstaten functioneren
normaal. Het volstaat dat we eens in de vier à vijf jaar ergens een
akkoord bereiken over een federaal regeerprogramma. Een normale regering
hebben we niet echt nodig. Een regering van lopende zaken kan dat
akkoord uitvoeren, in dialoog met het parlement. De ministers moeten
zich dan aan dat akkoord houden en mogen geen nieuwe leuke ideetjes
lanceren die de begroting toch alleen maar bezwaren. Als Europa dan nog
zo lief wil zijn om ons af en toe te dwingen de maatregelen te nemen
waartoe we zelf niet in staat zijn, is alles toch oké? ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------- Wie begrijpt deze laatste paragraaf?
|