Na de verhalen van Willy en Maurice over hun bezoek in 2013 aan de show van de Border Convention in Fleetwood, en hun voornemen om dit jaar terug te gaan was men besluit snel genomen. En zo was het op de vrijdagmorgen van 14 november tegen de klok van kwart voor zes dat Maurice me oppikte en we richting Begijnendijk reden. Klokslag zes uur vertrokken we richting Fleetwood de chauffeur van dienst was Willy een ritje van 10 uur zat er aan te komen(dachten we). Tegen de klok van 8 uur was voorzien dat we de trein zouden nemen en door de Kanaaltunnel richting Engeland zouden sporen. Er bleek wat vertraging op de trein te zitten maar de sfeer was goed en de babbel vlot dus lieten we dit niet aan ons hart komen, wisten wij veel dat dit een voorbode was.
Eens de Kanaaltunnel door stoomden we richting Londen over de M1tot de brug over de Theems verliep alles vlot, vanaf nu stremde het verkeer soms, Willy merkte op dat zolang we rijden we niet stilstaan. Wisten wij veel dat stilstaan in het verloop van de verdere reis een sleutelwoord zou worden, net als bij ons bezoek aan Phil Warnes vlotte het verkeer niet echt goed. We moesten onze reistijd bijstellen maar ja een uurtje later was geen ramp natuurlijk dan was het maar 16 uur als we toekwamen, wie zou daar om malen de babbel was nog steeds vlot en de sfeer goed. En dan plots op +- 100km voor het bereiken van onze eind bestemming gedaan met rijden we stonden stil op de M6. De dame met de lieve stem op de Yorkshire radio wist ons te vertellen dat de M6 was afgesloten in beide richtingen wegens een ongeval met een vrachtwagen die geladen was met chemisch spul en dat dit hevig brandde. Nog een geluk bij een ongeluk dat we juist aan een afrit waren en de snelweg konden verlaten, we zouden verder gaan langs de binnenwegen en dan maar wat later arriveren dachten we. We gingen er van uit dat drie snuggere Belgen al die Engelsen te snel af waren door de snelweg tijdig te verlaten, was dat even een domper toen we in het stadje Winwick toekwamen en alles pot dicht zat. Vanaf nu was het met een slakkengangetje dat we nog vooruit kwamen, elk kruispunt en rotonde was bumper aan bumper aanschuiven en goed opletten. We zouden Fleetwoodpasbereiken na 14 uur rijden, over de laatste 100 km deden we 3 uur wat erg vermoeiend moet geweest zijn voor de chauffeur.
Maar uiteindelijk bereikten we het The North Euston Hotel in Fleetwood waar we na een maaltijd konden bijkomen van de reis. Men moet weten dat dit hotel is afgehuurd door de Border Convention en op een paar uitzonderingen na al de deelnemers van de show er ook verblijven. Willy en Maurice werden al snel erkend als Border mannen en bezoekers van vorig jaar ze verbroederden dan ook met de Engelse Liefhebbers. Dit heel gebeuren en zijn omgeving waarin ze plaats vind geeft de geest en de manier weer van de Engelse en hoe zij de hobby beleven. The North Euston Hotel stamt uit de Victoriaanse tijd gebouwd tussen 1837 en 1841 en ademt nog steeds de grootsheid uit van deze tijd, met enorme lusters in Tiffany stijl aan het plafond en tapijten in koninklijk rood door gans het hotel. Dit Titanic aandoend decor van grootsheid en rijkdom en de onmiddellijke omgeving van de zee schept een unieke sfeer van verbroederende adellijke grootmeesters kwekers van de Border. Op de vooravond van hun hoogtepunt van het jaar is dit de voorbereiding op de hoogmis die eindigt met de kroning van de nieuwe koning der Borders voor het eerstvolgende jaar. Dit geeft recht op onsterfelijke roem door uw naam bij te mogen schrijven in de archieven van de Border Convention die terug zou gaan tot het jaar 1824 ten tijde van Victoria.
Genoeg historie terug naar het heden, na een verkwikkende nachtrust en een Engels ontbijt full option en voor de Maurice een eitje met bacon, konden we er weer even tegen. In de voormiddag brachten we een eerste bezoek aan de Marine Hall, we waren wat laat om als steward te kunnen aantreden maar konden wel even binnen om de keurmeesters aan het werk te zien, wat bij hoogste uitzondering toegestaan is. Ook hier was het decor in victoriaanse stijl er heerste een sfeer vergelijkbaar met een kunstenaar die een creatie van hoger bestaan gestalte geeft. De aanwezigen schuifelen door de zaal en spreken met gedempte stem, ze dragen de borderkooien alsof het goudstaven zijn. Ik durf de vraag te stellen of ik enkele fotos mag maken, de weigering om dit te doen komt met een blik alsof ik vraag om te mogen vloeken in de micro tijdens de paus wijding in Rome.
In de namiddag is de show dan open voor het publiek, de hoog opgevoerde spanning is voorbij en de harde realiteit komt aan de oppervlakte. Vooreerst het aantal Borders is beduidend lager dan vorig jaar met +- 550 vogels dit is aan de lage kant, vorig jaar werden nog +-900 borders geshowd. De juiste oorzaak was niet bekend of wilde men ons niet vertellen, voor de opening van de show werd geopperd dat het lage aantal Borders ruimschoots zal goedgemaakt worden door de hoge kwaliteit van de aanwezige vogels. Ook dit was niet volledig waar er waren topvogels te zien maar ook echt mindere Borders en dit niet alleen in de novice klasse.
Ik zie wat ik zie en bij een onderlinge landen wedstrijd tussen de drie beste border kwekers van België en al wat ik hier zie, durf ik niet te zeggen wie met de overwinning aan de haal zou gaan maar de Belgen zijn zeker niet bij voorbaat verloren zeker weten. We monsterden de Borders welke zich wisten te onderscheiden, en merkten nog wat kleine foutjes op zoals een keelstreepje hier of daar, maar er was één constante bij de winnaars ze stonden allen hoog op de poten en lieten voldoende dijen zien. De beste in show hoe kon het ook anders was een Border van het gekende huis Phil Warnes, het was een top Border maar niet van het gehalte van zijn winnaar van vorig jaar. De dominantie was dit jaar ook wat minder uitgesproken maar vergist u niet bij nader inzien en het monsteren van een van de zwaarste reeksen, bleek weer maar eens wat voor een klasse Borders deze mens bezit. Hij is en blijft met voorsprong de beste kweker van het ras hoor, en dan werd volgens onze bescheiden mening een van zijn beste exemplaren nog niet eens geklasseerd.
De avond werd dan weer gevuld door deelname aan de Dinner & dance van de Border Convention in het hotel, en verder afgesloten door te verbroederen met de aanwezige Engelse, Ierse of Schotse grootheden van de borderwereld. William (Willy) zoals hij daar word genoemd moet in een van zijn vorige levens duidelijk in deze contreien vertoefd hebben aangezien het niet opviel dat hij een Belg was onder de Engelstaligen. We vermaakten ons door te genieten van de sfeer en het goede gezelschap, dit maal was de taal nog een barrière voor de Maurice maar tegen volgend jaar in december als hij de Noord-Ierse Bordershow zal jureren samen met William en dit op uitnodiging van Robbert Bennett zal dit geen probleem meer zijn, zeker weten.
Ik ontmoete hiermensen waarmee ik wel vriend was op facebook maar die ik nog nooit in levende lijve zag.Kennis maken met andere liefhebbers uit totaal andere streken is steeds een verrijking aan kennis en inzichten. Na nog een bezoek op zondag voormiddag aan de show namen we afscheid van de aanwezige liefhebbers en zetten we tegen 13 uur de terugreis in. Met de slechte ervaring in het achterhoofd van de heenreis waren we wel wat bevreesd, maar onze vrees bleek onterecht de sfeer bleef goed maar de babbel ebde stilaan weg de vermoeidheid nam de bovenhand, enkel William bleef bij de pinken en bracht ons veilig thuis.
Het land, de mensen, het landschap, de oer conservatieve instelling en een bevolking die tradities hoog in het vaandel draagt maakt van Engeland een land naar men hart waar ik me best zou kunnen thuis voelen, ik zie mij hier al wonen in een cottage op den buiten tussen uitgestrekte velden en natuur. Dit land en deze show te kunnen bezoeken samen met collega vogelliefhebbers Willy en Maurice geeft me een gevoel van voldoening dat ik weer een ervaring rijker ben en ik ben hen dan ook dankbaar dat ze positief antwoorden op men vraag of ik mee kon gaan. Op naar ons volgende avontuur Istanbul we komen er aan.
avde
In de late vooravond komen we toe in Fleetwoodde vuurtoren of TheUpper Lighthousegeeft aan dat we aan de zee zitten meer bepaald de Irish Sea en het bushokje symboliseert de Engelse tradities
De morgenstond heeft goud in de mond, met deze aanblik door het venster van de monding van de River Wyre werd ik wakker, hij nodigde mij dan ook uit om elke morgen een ochtendwandeling te maken in de schemer van de nakende dag.
We verbleven in The North Euston hotel dat zijn naam dankt aan de tijd toen dit het eindpunt was voor de treinen langs de westkust van Engeland , wie verder wilde naarSchotland nam hier de veerboot naar Ardrossan. In het park voor het hotel bevindt zich een herdenkingsteen van de eerste trein naar Fleetwood(15 July 1840.)
herdenkingsteen van de eerste trein naar Fleetwood(15 July 1840.)
Als ik me vanuit het raam even naar links draaide kreeg ik zicht op de Irish Sea met op de voorgrondTheLower Lighthouse dat werd gebouwd rond 1840 net als de rest van het oudere gedeelte van Fleetwood.
Op een van men ochtendwandelingen bracht ik een bezoek aan het Fleetwood Memorial Park dat werd aangelegd ter nagedachtenis van de gesneuvelden uitwereldoorlog14-18
Hier was het hem om te doen the one and only show of The British Border Fancy Canary Clubs
En de winnaar was? Juist eentje van de Living LegendPhil Warnes
De show vond plaats in de Marine Hall welke gelegen is vlak aan de zee, de lichtinval die geschiede door een indrukwekkende koepel welke was afgeschermd door een even indrukwekkend glasraam.
Vorige week was Paul Huyghe en zijn vrouw nog betrokken in een ongeval op weg naar de Border&Fife show van Pijpelheide, maar gedreven als hij is nu al aanwezig op deze show en met de wagen.
avde
Willy en Maurice met George Eltringham Chairman Border Convention
John Furley samen met Winkelmans&Torfs , John Furley heeft toegezegd om als keurmeester te fungeren voor de borders in 2015 op de show van de Vlaamse Border & Fife fancy club. En Winkelmans & Torfs gaan in 2015 als keurmeesters naar de Noord Ierse border show op vraag van Robert Bennett.
Na een kleine pauze gaan we weer van start, de avonden worden langer en er heerst een relatieve rust in de volière. De bultjes zijn aan hun welverdiende winterrust toe en zitten voorlopig op een daglengte van 9 uur. We gaan verder waar het stopte de 1-dag show van Antwerpen, één week later was detentoonstelling op het dorp van Pijpelheideingericht door de Heikneuter dit is de plaatselijke vogelvereniging waar ik lid van ben. Met een tiental bultjes was ik aanwezig en met drie kampioene titels was ik tevreden. Wie de show van Pijpelheide nog nooit bezocht gaat het niet geloven maar het aantal en de kwaliteit van de aangeboden postuurvogels is uitstekend. Voor wie Yorkshire wil zien is deze show een must, buiten de speciaal shows voor Yorkshirekan men bijna nergens zoveel vogels zien op een show in België.
Ook de Diamond Bird Show kreeg in dit weekend zijn verloop en ook hier was ik present met men bultjes, het opsplitsen van uw show team is nooit aan te raden maar ik wilde hier aanwezig zijn. En het resultaat was niet zo slecht met 5 x goud, 3 x zilver en 2 x brons hoefde ik niet te blozen, natuurlijk moet men dit alles in zijn juiste context zien.
Nog een week later, we zijn dan ergens tegen 15 oktober ben ik te gast met 15 bultjes in het HagelandseHouwaart de plaatselijke Uil hier richt een tentoonstelling in. In een klein parochiezaaltje met goed 500 vogels, gedragen door een kern van vriendelijke gemotiveerde medewerkers die u graag zien komen, en een prijzentafel die er mag zijn, en ja de frietketelontbrak niet voor mij is dit nostalgie en gezelligheid ten top. Ver weg van soms verzuurde deelnemers die elkaar het licht in de ogen niet gunnen en zelfs weigeren hun prijs in ontvangst te nemen als de uitslag niet hun verwachting inlost. Men komt ze al eens tegen op de Haute couture shows en dit alles omdat ze denken dat hun marktaandeel in gevaar is.
Ondertussen zijn men eerste schuchtere stapjes gezet op het gladde ijs van de keurmeesters piste, na de theorie die me eenvoudiger leek ben ik aan de praktijk toe. Net als de scheidsrechters in het voetbal krijgen de keurmeesters vaak te horen dat ze er het minst van kennen. Wel men waardering voor deze mensen is nog gestegen, men moet er maar gaan aanstaan wetende dat men meer liefhebbers zal moeten ontgoochelen dan vreugde te bezorgen. Er wordt aan keurmeesters de meest vreemde gaven toegekend, zo zouden ze bijna al de stamnummers kunnen onthouden en het record ringnummer lezen staat op 1 sec naar ik hoor, wat niet zo snel is aangezien het gemiddelde 1.5 sec zou bedragen. Alle gekheid op een stokje natuurlijk maar ik stel vast dat elke keurmeester waar mee ik samenwerkte in eer en geweten een verantwoord aantal punten probeerde toe te kennen waar de vogel recht op heeft. Men mag ook niet vergeten dat zonder scheidsrechter(keurmeester) er geen voetbal wedstrijd(tentoonstelling) kan plaatsvinden, en dat de supporters(vogelliefhebbers) van hun eigen ploeg(vogels) nooit de fouten zien die de scheidsrechter (keurmeester)ziet, maar wel deze van de tegenstander die de scheidsrechter dan volgens hen weer niet ziet.
De weg is nog lang natuurlijk en op ervaring kan ik nog niet terugvallen maar de praktijk is de beste leerschool , met ervaren keurmeesters mogen meelopen die u in de geheimen of gebreken van elk ras inzicht geven maakt het wel erg boeiend.
Voor wat shows betreft was de bulten show van Spy men laatste deelname voor dit jaar ik ga de winterse rust van de bultjes niet in de war sturen door veel wisselende lichturen. De beste bultjes mogen zich gaan voorbereiden op het WK. In Nederland als de vogelgriep geen roet in het eten gaat gooien, naar ik verneem gaat men bij de C.O.M verder onder het motto hoe meer wereldkampioenen hoe meer vreugde. Op het einde van het verhaal gaat dit één ontgoochelde geven en 29.999 wereldkampioenen. Naar ik verder verneem denkt de Europese wielerfederatie (UEC) ook in dezelfde richting één wereldkampioen per kleur van fiets waarop ze rijden bij het overschrijden van de aankomstlijn.
VEEL EN GOEDE POSTUURVOGELS AANWEZIG OP DE PIJPELHEIDE MEN BULTJE DAT KAMPIOEN WAS IN KLAS A OP DE PIJPELHEIDE EEN ECHTE VETTERS VOGEL MEER DAN 800 AANWEZIGE VOGELS DE SCHEIDSRECHTER (keurmeester) HEEFT HET WEER NIET GOED GEZIEN
Op zaterdag 4 oktober was Antwerpen weer het Mekka voor de postuurkanarie liefhebber, deze kwamen dan ook uit alle windstreken van Europa afgezakt om de hoogmis van de 1 dag shows in België ten levenden lijve te kunnen ervaren. En dat Europa voor deze show weldra te klein word werd bewezen door bezoekers uit Brazilië en een Amerikaanse keurmeesteres die de grote plas overstak om hier de Glosters te komen beoordelen, het gezicht van deze show krijgt stilaan een wereldomvattende uitdrukking.
B.P.C Antwerpen slaagt er telkens weer in om te verbazen met de organisatie van de The Standing 1 Day show hiermee stellen zij al jaren de standaard voor wat betreft 1 dag show in België. En dit onder leiding en met steun van voorzitter Lucien Schoovaerts die er elk jaar in slaagt om zijn bestuur en vele helpende handen te motiveren om er een succes van te maken. Dat hij nog vele shows mag organiseren en België op de kaart blijft zetten bij de buitenlandse postuurkanarie liefhebbers ondanks de soms felle stormen die hoge bomen moeten doorstaan.
Natuurlijk konden mijn bultjes op dit groots podium niet ontbreken, met een ploeg van 20 bultjes moesten zij de kleuren van hun baasje gaan verdedigen. Met reekswinnaars bij de intensieven en deze met witte ondergrond en 9 bultjes die geplaatst werden en een derde beste van het ras( intensief bultje) was ik best tevreden.
Goede keurmeesters de beste kwaliteit aan bultjes afgevaardigd door de grootste liefhebbers van het ras uit de lage landen meer moet dat niet zijn. Wie deze storm kan doorstaan weet op welke plaats hij thuishoort, geluk heeft hier niets mee te maken, oude legenden worden hier genadeloos van hun voetstuk gelicht en nieuwe dynastieën staan hier op. Met Dick Van Brenkis de nieuwe grootmeester de Johan Cruijff van de Belgische bult opgestaan, op de 1 dag show van West-Vlaanderen één week voor Antwerpen gaf hij zijn adelbrieven al af door bijna alles te winnen bij de bultjes. Met beste van het ras en beste bij de continentale rassen behaald Dick zijn tiende overwinning op elf deelnames aan deze Antwerpse show, enkel die andere grootmeester Wim Hofman kon deze reeks onderbreken, spijtig dat Wim samen met Patrick Teichman voor de nodige kwaliteit en kunde bij de keurmeesters moeten zorgen, en daardoor hun eigen kansen als bultspecialisten niet kunnen verdedigen.
Wie Dick kent weet dat hij een grote kenner is van al de rassen die hij kweekt, maar de Belgische bult neemt wel een bijzonder plaatsje in, bultjes zijn dan ook geen hobby maar een passie. Wat hem vooral siert is dat hij niet alleen groot is als postuurkanarie kweker maar ook als mens, en steeds op een correcte manier omgaat met collegas bulten liefhebbers zonder deze te kleineren. Dat in zijn bulten rijk de zon nooit mag ondergaan en het duizendjarig mag duren, proficiat aan een leuke Nederlandse gozer genaamd Dick Van Brenk.
EEN PRIJZENTAFEL OM VAN TE DROMEN HET PRACHTIGE BONT BULTJE VAN DE JOHAN CRUIJFF VAN DE BULTJES DICK VAN BRENK PATRICK TEICHMAN NA ENKELE JAREN TERUG OP POST ALS RASKEURDER VAN DE BULTJES DICK VAN BRENK MET DE KEURMEESTERS VAN DIENST WIM HOFMAN EN PATRICK TEICHMAN DE STAD ANTWERPEN MOET DE ZAAL WELDRA VERGROTEN KAN HET NOG INTERNATIONALER links: VINCENZO SCARDINA UIT ITALIE midden: DE WINNAAR MET DERDE BESTE IN SHOW WRIGHT ROB & IAN UIT ENGELAND EN rechts: REGINA McCARTHY UIT AMERIKA WERNER VAN DESSEL BEHAALDE DE TWEEDE BESTE IN SHOW MET EEN GROENE FIFE FANCY DE WINNAAR VAN DE SHOW EEN GROTE NAAM IN DE POSTUURKANARIE WERELD GEKEND EN GEWARDEERD OVER HEEL EUROPA EN VER DAARBUITEN WILFRIED SWIJNGEDAUW EEN WAARDIGE WINNAAR VAN DEZE GROTE SHOW
Op zaterdag jongst leden werden de jonge bultjes voor hun eerste opdracht naar Namen gestuurd, met 35 stuks zouden ze de kleuren gaan verdedigen voor hun baasje. Ze doen wat ze kunnen maar laten in extremis de overwinning liggen, met tal van geplaatste bultjes en met winst in vier van de vijf reeksen was het niet slecht te noemen. Voor het ras behaalden ze de plaatsen 2,3,4,5,6 en 7 wat ook niet slecht is maar de kers op de taart ontbrak, juist ja de eerste plaats in het ras was er niet bij. Het voelde aan alsof onze Belgen de koers controleren en dat Tom boonen in de sprint geklopt word voor de overwinning.
De beste moet het laken naar zich toehalen natuurlijk daar kan ik best mee leven, maar kom mij niet vertellen dat deelnemen belangrijker is dan winnen. Of dat de 2de plaats ook nog goed is, niets daarvan daar doe ik het niet voor. De winnaar Patrick Teichmann is dan ook geen kleine jongen maar een doorwinterde bult liefhebber die na enkele sabbat jaren terug aanknoopt met de overwinning. Als goede collega bultenliefhebber wens ik hem natuurlijk proficiat met zijn mooi bultje dat eerste van de gele reeks en het ras werd en de tweede beste van de show wist te worden.
Nu volgend weekend blijven de bultjes thuis (geen goede staart), ze zijn nu eens buiten geweest en zijn klaar voor de 1dag show van BPC- Antwerpen. Voor wat betreft het BPC gebeuren is dit buiten Roeselare al einde seizoen voor de bultjes ze mogen nog wat kermiskoersen rond de kerktoren doen, altijd leuk voor de vrouw zo een koffiemolen of waterkoker.
foto boven :het mooie bultje van Patrick
foto boven: de winnaars te Spy foto onder: twee prominente kenners van de Belgische Bult Jos Vetters en Arlette Cardol
Het nieuwe show seizoen klopt weer op de deur, de teerlingen zijn geworpen er is nu geen weg terug we gaan bijna beoordeeld worden op onze daden. De woorden van hoe en waarom we een bepaalde koppeling uitvoerden smelten weg in de laatste zomerzon, ondanks de prachtige fotos van aanstormend geweld op facebook van over de ganse wereld het gaat niet baten. Het uur van de waarheid nadert op 20 september te Spy moeten de jonge bultjes voor de eerste maal de strijd aanbinden met deze van de andere vrienden van de Belgische Bult.
Het werk is ten einde 35 uitverkoren bultjes zitten te wachten om op vrijdag avond 19 september af te reizen naar de ONE DAY SHOW van BPC NAMUR. Deze show was me tot nu toe altijd gunstig gezind het was hier dat in 2011 de bultjes me voor de eerste maal een kippenvel moment bezorgden. De 79 een geel schimmel pop werd beste bult, beste continentaal ras en derde beste in show, spijtig dat ik deze zomer afscheid moest nemen van dit beestje, maar van op haar foto zal ze tot het einde der (liefhebberij) dagen me elke morgen fier aankijken. Het was ook hier dat in 2013 op de special bulten show een witte man met 100% Vetters bloed werd uitgeroepen tot beste bult in show en dit ondanks de hoge kwaliteit van de tegenstanders.
Wat voorbij is dient men te koesteren maar de wereld behoord toe aan de toekomst, en ieder maakt zijn eigen toekomst voor een stuk zelf. Of de liefhebberij van kweken en showen van postuurkanaries nog een toekomst heeft in België en in welke hoedanigheid is een groot vraagteken. Sommige zien de plaatselijke shows geen lang leven meer doormaken, anderen zien de toekomst in de speciaal shows voor bepaalde soorten en rassen. Wat het zal worden? Wie zal het zeggen misschien door samen te werken over de verschillende strekkingen heen en elkaar geen stokken in de wielen te steken maar elkaar te versterken kan er nog een mooie toekomst in het verschiet liggen voor onze hobby denk ik persoonlijk.
Van de oude garde kan men altijd wat opsteken zodoende ging ik eens op bezoek bij een oude krijger van vele veldslagen in het land van Perwez-le-Marché. Als Président van Club Spécialisé pour Canaris Bossus Belges B.C.Béén van de oudste en gekendste speciaal club voor de Belgische Bult met een zelfstandige show, is een bezoek aan Gustave Rosart altijd een mooi vooruitzicht. Samen met het Belgische bult monument Jos Vetters die op zijn 83 ste nog steeds een spraakwaterval is vliegt de tijd voorbij tijdens de autorit naar Gustave. Ook de namiddag was in geen tijd voorbij na het bezoek aan de volières en het bewonderen van de Melado Tinerfeño die door Gustave bijna als enige in België gekweekt worden was het weer tijd om huiswaarts te keren. Gustave gaf ons nog mee dat 2015 een jubileumjaar is voor de club en dat hij hier een extra toets gaat aan geven, en nu er versterking is gekomen uit West-Vlaanderen hij nog lang niet aan stoppen denkt met de club.
Wie lid wenst te worden van deze club meent contact op met:
Nu de theoretische kant van de vooropleiding tot keurmeester achter de rug is, en de standaard van al die rassen wel ergens in men geheugen is opgeslagen bestaat de volgende stap er in deze kennis naar de praktijk te brengen. Een standaard is een exact iets althans dat zou het moeten zijn, zo is de standaard voor lengtematen de meter, voor gewicht de kilo en voor de postuurvogels is dit de C.O.M. standaard. Een opmerking die wel eens te horen was als ik de wijze van keuring binnen K.B.O.F verklaarde aan collega vogelliefhebbers was dat wij de standaard van de C.O.M niet zouden toepassen. Niets is minder waar natuurlijk, wat wel anders is binnen K.B.O.F is de puntenverdeling per rubriek aangezien er hier werd geopteerd voor een uniform keurbriefje, maar dit doet niets af aan de gestelde standaard.
Vertrekkende vanuit de basis de exacte standaard kan men er niet omheen dat een keuring een zo exact mogelijke interpretatie is van deze standaard. Het streefdoel is natuurlijk van een gelijkvormige interpretatie van de standaard te bekomen door al de keurmeesters. Als men het simplistisch benaderd zou ik zeggen een keuring is een menselijke inschatting van iets met als leidraad een voorop gestelde norm?
Terug naar de vraag van het exacte binnen de standaard voor postuurvogels, er zijn wel een aantal normen binnen deze standaard die exact bepaald zijn. Zo is de grootte er één deze is vrij exact te interpreteren, ook de standhoek (houdingshoek) in de kooi is soms exact bepaald. Als we deze twee gegevens combineren kan men aan de hand hiervan soms snel zien en zonder dit te moeten nameten of ze hier aan voldoen. Als men lengte en standhoek in onderling verband brengt levert dit als uitkomst een bepaalde breedte op, en als men deze terug koppelt aan de afstand tussen de tralies van de kooi krijgt men een vrij werkbaar gegeven.
Een voorbeeld maakt het makkelijker om te verduidelijken(zie tekening) wat ik bedoel, neem nu de Border, de grootte(zuivere lichaamslengte) van de border is 14,5 tot 15 cm en de standhoek(houdingshoek) is 60° als men de lengte van 15 cm onder een hoek van 60° plaatst en men meet de breedte van deze opstelling komt men op 7,5 cm(afstand tussen de pijlen), als men dit nu relateert naar de afstand tussen de tralies van de TT-kooi zijnde +-1,5 cm weet men dat een Border van de juiste grootte en onder de juiste hoek van staartpuntje tot snavelpuntje niet buiten een breedte van 5 tralies mag komen. Komt hij verder dan is de grootte of de standhoek niet correct volgens de standaard. Zo kan men nu voor elk ras waar deze twee gegevens van bekend zijn gaan bepalen tussen hoeveel tralies de volledige vogel moet vallen om te voldoen aan de standaard. Voor de Fife- Fancy is dit 4 tralies en voor de Noordse-Frise is dit 6 tralies. Zowel Border, Fife als Noordse-Frise staan onder een hoek van 60° enkel de lengte van de vogels verschilt onderling.
Deze werkwijze gaat enkel op als er een max. lengte is aangegeven voor een bepaald ras, als men zo groot mogelijk vraagt zoals bij de A.G.I of Parijse-Frisè gaat deze vlieger natuurlijk niet op. Bij rassen waar een vallende of lichte knik van de staart wordt gevraagd gaat dit weinig verschil maken aangezien het steeds om een lichte afwijking gaat. Voor houding - of frisè vogels met specifieke houding kan men deze methode ook niet gebruiken, wat men soms wel kan gebruiken zijn de tralies van de kooi om te zien dat het lichaam( rug-staartlijn) volledig verticaal(90°) staat aan de zitstok . zo zal een bultje met een perfecte verticale houding zowel met schouder, rug en staart parallel lopen aan de tralies.
Los van de vogel is het bij de inschatting van de verhoudingen naar grootte en vorm ook van belang om de afmetingen van de kooi en de meest voorkomende plaats van zitstokken of horizontale verbindingstralies te kennen, ze kunnen aanwijzingen geven over de lengte van bepaalde onderdelen van de vogel. Voor een koepelkooi type Yorkshire bv. weet ik dat de eerste horizontale verbindingstralie op 9 cm zit(ik tel de onderste horizontale verbindingstralie die op de houten onderbak zit niet mee), de tweede op nog eens 9,5 cm en tot de nok nog eens 8 cm zit. Voor een bultje is de afstand van schouder, nek tot snavel +-4,5à 5 cm, zijn staartje is +- 4à4,5 cm van daar waar de vleugelpunten sluiten op de stuit tot uiteinde staart, dus weet ik dat een bultje van voldoende lengte(17à18cm) nog 9 à9,5cm moet laten zien boven de zitstok en dus met zijn schouders minstens tot aan en liefst tot boven de tweede horizontale verbindingstralie moet komen wil hij voldoen aan de gevraagde grootte. Nu is het wel zo dat een man altijd wat groter zal zijn dan een pop, maar als ze samen in een reeks dienen te worden beoordeeld maakt dit geen verschil aangezien er geen onderscheid word gemaakt tussen man of pop in de standaard.
Als liefhebber van bultjes leek het mij wel van belang om een goede inschatting te kunnen maken van de afmetingen van de vogel. Dit komt van pas als men vogels tegen komt hetzij om zich nieuw kweekmateriaal aan te schaffen of gewoon om ze onderling te kunnen afwegen aangaande de grootte, werkhouding of onderlinge harmonie en verhoudingen van onderdelen bij een bultje. Ik kan iedere liefhebber van welk ras van postuurvogels dan ook aanraden van eens een grondige studie te maken over hoe dit voor zijn ras zit met de verhoudingen tussen vogel, kooi, houding en de standaard.
Verklaring van de bijgevoegde tekening:
A 9,5 cm Afstand tussen de horizontale verbinding tralies(1en2) van de TT-kooi type Yorkshire
B 9 cm Afstand tussen de horizontale verbinding tralies(onderkant en1) van de TT-kooi type Yorkshire
C 4à4,5 cm Lengte van de staart gemeten vanaf daar waar de vleugel punten sluiten op de stuit tot het einde van de staart
D 9,5 cm lengte van de rug gemeten van de schouders hoogte tot aan de vleugelpunten
E 1,5 cm afstand tussen de tralies van één TT-kooi type Yorkshire, E 13à14 cm rug lengte gemeten van schouder tot puntje staart.
F 4,5à 5 cm lengte van de hals gemeten van snavelpunt tot aan het verste punt van de schouders. Als men op de lengte van de hals en de hoek (min 90°) van de werkhouding cijfer 7, dezelfde methode los laat als ik hierboven beschreef en dit ook relateert naar het aantal tralies van een TT-kooi moet de hals van puntje bek tot aan het verste punt van de schouder zich over min 3,5 tot 4,5 tralies uitstrekken. Is dit niet het geval en gaat het over minder dan 3 tralies dan is de hals te kort of neemt de vogel een werkhouding aan in de vorm van een cijfer 1 en moet men dit als een zware fout beschouwen tegen de raszuiverheid (type Gibber of Giboso )
G 3cm min. Deze afstand kan niet breed genoeg zijn hoe breder de schouders, hoe hoger de kwaliteit van het bultje. Hier zit er wel een addertje onder het gras, veel bultjes zijn breder halverwege de rug en lopen dan terug wat toe naar de schouders.
H zo breed mogelijk. Deze afstand kan net als de schouderbreedte (G) niet groot genoeg zijn, samen vormen zij wat men de kas van het bultje noemt. Ook hier weer een addertje onder het gras het is namelijk zo dat als men twee bultjes met exact dezelfde halslengte naast elkaar plaatst, zal deze met de minste kas de optische indruk gaat wekken van een langere hals te bezitten dan deze met een brede zware kas. Als men goed toeziet bij deze vogels met een te lichte (niet brede) kas zal men vaststellen dat ze niet de typische driehoek laten zien in zijaanzicht, en in directe correlatie zullen de schouders te smal zijn zodat ook in achter aanzicht geen driehoek zal gevormd worden.
PS: de laatste tekening laat zien hoe het meten van een houdingvogel niet moet
De eerste stapjes die ons van kruipertje tot lopertje maakten herinneren we ons meer uit de verhalen van de oma dan uit ons geheugen. Op wat latere leeftijd zijn onze herinneringen aan één eerste keer wat exacter, onze eerste schooldag op de grote school, of de eerste keer alleen naar de cinema, vergeten doet men dat niet. Zo herinner ik mij ook +-35 jaar geleden men eerste bultjes die ik ooit bezat, aangekocht bij Orni-Mondo toen de place to be voor menig vogelliefhebber. Bijna elke zaterdag van september tot Nieuwjaar dreef de gedachte er moest eens iets zitten me naar Borsbeek. En op een van die zaterdagen ontdekte ik er bultjes, als ik er nu aan terug denk was het meer een slechte Scotch- fancy dan bultjes. Ondanks de wat mindere kwaliteit van deze bultjes was dit de aanzet van men voorliefde voor dit ras. Enkele weken later kon ik bultjes van goede kwaliteit zien bij Orni-Mondo, men vertelde mij dat ze afkomstig waren van een grote Waalse liefhebber. Er verhuisde dan ook enkele vogels naar Pijpelheide en van toen af was ik bulten liefhebber-kweker.
Door omstandigheden buiten mijn wil veranderde ik in de winter van 82 het geweer van schouder, en de vogels werden ingeruild voor de duiven van vader. Maar oude liefde roest niet en na 25 jaar duivenmelker en enkele jaren zonder gevleugelde vrienden kwam de microbe terug.
Zo ook nu weer verander ik het geweer van schouder, van beoordeelde tot beoordelen. De eerste stappen zijn gezet om niet enkel als deelnemer op een TT aanwezig te zijn maar het ook eens als(aspirant) keurmeester te beleven. Na een gedegen opleiding en gevolgd door een theoretisch examen kon ik beiden afsluiten met een goed gevoel. Het examen zorgde voor de benodigde punten, maar de opleiding en bespreking van de verschillende rassen zorgde voor een nieuwe impuls. Vanaf nu zal een bezoek aan een show gans anders verlopen aangezien men blikveld aanzienlijk is verruimd. Ik kijk er al naar uit om ergens in oktober onder de hoede van ervaren keurmeesters de praktische kant van de zaak te mogen ervaren.
Door de standaard van de verschillend rassen eens van naderbij onder de loop te nemen en zaken te vergelijken voor zo ver dit kon, kwam ik tot eigenaardige vaststellingen. Voor al de rassen kan men twee constanten bepalen, de grootte en de houdingshoek in de tt-kooi. De grootte varieert tussen 11 cm voor de kleinste(fife&gloster) en 23cm voor de grootste(lancashire), wat me hier vooral verbaasde was dat in wezen de Belgische- Bult(17-18 cm) groter kan zijn dan de Yorkshire(17cm minstens). Vandaag in de praktijk stel ik vast en dan zeker in ons Belgen land dat bultjes die veel kleiner zijn dan de vereiste grootte het mooie weer maken op sommige shows? Het verleden leert ons dat de grootte van de Belgische bult ook vroeger soms voor contradictie zorgde, en net als Bart De Wever nu voorstelt ons Belgen land in twee splitste.
Nu de kweek voorbij is en de vogels samenzitten in grote volières is een periode aangebroken van relatieve rust voor mezelf. Op een uurtje na vragen de vogels weinig aandacht in deze zomerperiode. Zo blijft er meer tijd over om te genieten van de hobby, wat onkruiden verzamelen in de natuur voor de vogels of wegdromen voor de vlucht als ik weer eens een echte kampioen denk gezien te hebben. De bultjes mogen nog een aantal weken verlof nemen zodat ze voldoende rust-vakantie- compensatie- recuperatie- inhaal- en CV-dagen kunnen opnemen, om te voorkomen dat ze net als de cipiers, vluchtverkeersleiders of de spoorwegen in staking zouden gaan. Daarna volgt de inenting tegen de vogelpokken en starten ze onmiddellijk met de opleiding tot show vogels, die uiteindelijk het doel van hun bestaan verantwoord. De enkelingen die voorbestemd zijn voor de kweek en bewust gekweekt zijn naar een overaanbod van één of andere wel bepaalde kwaliteit worden op het voldoende aanwezig zijn beoordeeld. Als ze voldoen mogen ze verder uitgroeien en kan enkel hun gezondheid nog een storende factor zijn om het te maken als kweekvogel.
De rui doet zijn werk en elke morgen bedekt een zacht tapijtje van veren het kweek hok, moet men nu wat extra voorzien om deze te bespoedigen? Echt hoeft dit niet natuurlijk ook zonder iets toe te voegen aan voeding of drinkwater komt de vogel wel door de rui. Het is wel van groot belang dat het nieuwe verenkleed van een goede kwaliteit is, aangezien de veren de vogel maken. Dank zij men vroegere ervaring in de duivensport weet ik uit ondervinding dat al wat er misloopt tijdens de rui men kan aflezen in de veren van de duif, een slechte vlucht of enkele dagen op sukkel met de gezondheid dit alles kan men terug vinden in de slagpennen van de duif. Het is zelfs zo dat wanneer de duiven jongen dienen te voederen tijdens de rui ze deze onderbreken om te voorkomen dat ze moeten kiezen wie de benodigde voedingsstoffen nodig heeft, de jonge duif om te groeien, of de oude duif om een goed verenpak aan te maken. Ikzelf geef de voorkeur om een hulpmiddel tijdens de rui aan te bieden, zo meng ik tijdens de rui Murium Bird van Comed onder het eivoer. Tot het einde van de rui kunnen ze elke dag beschikken over wat eivoer om de benodigde voedingstoffen te kunnen opnemen.
Nog even geduld en dan breekt een mooie tijd aan, het africhten van de jonge bultjes. Net als een goudzoeker ga ik dan op zoek naar de ultieme vondst, en net als bij de goudzoeker gaat dit niet zonder slag of stoot. Anders dan bij sommige rassen is een houdingvogel niet zo maar een paar dagen voor aanvang van het seizoen in een kooi te plaatsen en op succes te hopen.
Het is ook een fabeltje dat een houding kan aangeleerd worden natuurlijk, men kan een houdingvogel wel aanleren van zijn werkhouding aan te nemen op het moment dat dit word gevraagd bij de keuring. Als de vogel de juiste houding niet in zich heeft en dit heeft vooral te maken met het benodigde evenwicht van de vogel op de zitstok zal hij de juiste werkhouding nooit kunnen aannemen. Op vraag van een keurmeester leende ik hem een man uit om hier mee te kunnen kweken. Op een keuring had hij ze al menig maal ter beoordeling gekregen maar zelf gehouden had hij ze nog nooit. Toen hij mij de uitgeleende man terug bezorgde was zijn verwondering groot dat deze bijna steeds de werkhouding aannam zonder dat hij de kooi beroerde. Activering van de vogel door krabben of tikken was helemaal niet nodig, bij het observeren van zijn werkzaamheden in de volière zat de vogel bijna steeds in werkhouding.
Wat is nu de beste instelling voor een bultje om op het gepaste moment de werkhouding spontaan aan te nemen? Enerzijds moet de vogel zich veilig en op zijn gemak voelen in een TT-kooi, en anderzijds moet hij achterdochtig blijven voor wat komen kan. Het zich veilig en op zijn gemak voelen in een TT-kooi probeer ik te bekomen door de vogel nooit rechtstreeks uit een TT-kooi te nemen, zodat hij naar verloop van tijd deze kooi ervaart als een veilige omgeving. Tijdens het opkooien zullen al de bultjes welke zijn voorbestemd voor deelname aan een show kunnen beschikken over een kweekbak met daar voor een TT-kooi. Als ik nu een bultje moet ter hand nemen(wat ik uiterst zelden doe tijdens het TT-seizoen) zal dit steeds vanuit de kweekbak gebeuren, natuurlijk zijn er van die slimmeriken die eens ze dit merken met geen stokken uit hun TT-kooi te krijgen zijn.
Het achterdochtig houden van de bultjes doe ik door het gekende krabben of tikken tegen de kooi, ik zal dit steeds combineren met zachtjes praten tegen de vogels en oogcontact maken. En wees maar zeker dat ze na verloop van tijd goed weten dat praten en tikken of krabben samengaat. Bij de meesten gaat dit zo ver dat enkel er tegen praten voldoende is om ze in werkhouding te zetten. Laat nu net dit praten een onderdeel zijn van de werkwijze bij de finale toekenning van de kampioenstitel door de keurmeester. Gewoonlijk gebeurt dit in overleg met een collega keurmeester door te praten over voor- en nadelen van de overgebleven vogels en te verwijzen naar de desbetreffende vogel. Een goed afgericht bultje volgens de hiervoor beschreven werkwijze zal op deze handelswijze van de keurmeester reageren door hem achterdochtig gade te slaan in werkhouding zonder dat de kooi nog moet beroerd worden. Het bultje dat spontaan in werkhouding gaat staan bij het finaal oordeel zal een streepje voor hebben bij de keurmeesters, zonder dat deze beseffen dat hun praten deze werkhouding uitlokt.
Het is weer een tijdje geleden dat ik nog eens wat postte op men blog, gebrek aan tijd zeker de ziekte van onze moderne tijd. Ondertussen zit de kweek van men bultjes er op, de teller is gestopt op 187 jonge bultjes. En om het met een boutade te zeggen het zijn er minder dan voorheen maar men moet er niet veel hebben, men moet goede hebben. Naar mijn bescheiden mening is de kwantiteit gedaald maar de kwaliteit is gestegen, of maak ik mezelf blij met een dode mus? De keurmeesters zullen me binnen enkele maanden wel weer met de voetjes op de grond zetten en wakker schudden uit men droom, of juist niet en me nog harder laten dromen, we zien wel?
Nu ik zelf de ambitie heb uitgesproken om een poging te doen om tot het gilde van keurmeester toe te treden kreeg ik positieve en negatieve opmerkingen te horen. De meest negatieve was wel dat gepensioneerde mensen het recht zou moeten worden ontnomen om nog keurmeester te mogen worden. Ik loop nu ongeveer vijf jaar rond in het wereldje van (postuur)vogels en kan me er nog steeds in vinden ondanks de soms kleine kantjes die ik tegen kom.
Samen met de leden van de Heikneuter maakten we een natuurwandeling in de vallei van de Nete onder leiding van een natuurgids trokken we door de natte graslanden en langs de oevers van de Nete tot aan looidijk. We luisterden naar het gezang van vooral K.B.V vogeltjes die bij naam genoemd werden door onze gids. En ja ook de nachtegaal kregen we te horen, wat er wel ontbrak op één uitzondering na waren de eenden. Er zitten in de vallei van de Nete bijna geen eenden meer, is de vos de oorzaak of wat anders wist onze gids niet eenduidig te zeggen.
De jaarlijkse drink der wereldkampioenen begint een klassieker te worden, de plaats van uitnodiging was weer de kantine van voetbalclub Molenzonen te Hallaar. En dat het goed was hoef ik niet te vertellen, de uitnodigers het partnerschip Winkelmans&Torfs , Vercammen&Schoovaerts, Werner Van Dessel, Pelgrims Dirk, en Nestor Dennis zijn liefhebbers waar men prat kan op gaan om ze tot uw kenniskring te mogen rekenen. Deze mensen behalen al jaren na elkaar medailles op de wereldkampioenschappen en dragen de naam en faam van de Belgische postuurvogels uit over gans de wereld. Ondanks hun naam en faam in gans de wereld, moeten ze in eigen land vaak horen dat hun vogels te lange oren, of ten dikke tenen hebben. Of krijgen ze te horen ik heb er thuis veel betere zitten en dat het WK. één grote loterij is, en dat het behalen van een wereldtitel dus niets voorstelt. Wel ik laat ieder in zijn waarheid natuurlijk maar wat mezelf betreft zou ik verdomde graag met men bultjes op die uitnodiging staan. Ik weet wat sommige er voor doen en laten om een medaille te kunnen behalen op een WK. en dat is niet min hoor. Ik durf er nog niet aan te denken van deze liefhebbers of hun verdienste te minimaliseren. Vanuit het standpunt als vogelliefhebber heb ik niets dan bewondering voor deze mensen en hun vogels.
Geen bewondering maar verwondering op de vergadering van de Heikneuter toen de voorzitter vertelde dat er een boze mail was gekomen van het nationaal niveau binnen één van de grotere federaties. De aanleiding voor deze boze mail bleek echter bij mijn blog te zitten, het was een vroeger verschenen bericht wat handelde over de tijdschriften van de desbetreffende federatie. Ik had het aangedurfd om één mening te luchten die blijkbaar hogerop niet werd gedeeld, spijtig maar we leven in een land van vrije meningsuiting. Het is niet mijn bedoeling van wie of wat dan ook te schofferen, en als mensen zich aangevallen of gekwetst voelen door wat ik op mijn blog plaats weet dan dat dit nooit zo bedoeld is, en verontschuldig ik mij daar voor. Als de artikelen over postuurvogels welke de laatste maanden verschijnen in het bewuste tijdschrift het gevolg zijn van de opmerkingen op mijn blog kan ik daar enkel maar tevreden over zijn.
Toen ik in een vroeger bericht waarschuwde voor het rode gevaar en hun landing in Normandië kon ik in de verste verte niet vermoeden dat Omaha beach hier bij mij was gelegen. Tot mijn grote verwondering bleken de little red bastardsmijn kweekkamer te verwarren met Sainte-Mere-Eglise in Normandië . In het tussenstation van kweekbak en grote vlucht kwam ik ze tegen tussen de uiteinden van de zitstokken. Direct handelen leek me aangewezen en na wat heen en weer geschuif met de kweekbakken kwam ik tot de vaststelling dat het probleem zich beperkte tot een plaattussen de twee wat grotere kweekbakken die als tussenstation dienstdoen. Alles werd direct behandeld en de vier kweekbakken uit meubelplaat werden buiten gezet om daar een gif kuur te ondergaan, na enkele dagen van observatie kon ik geen levende exemplaren meer vinden.
Wat was er nu mis gegaan? Na alles op een rijtje te hebben gezet moest ik vast stellen eigen schuld dikke bult. In de vijf jaar dat ik terug vogels kweek werd ik nog nooit geconfronteerd met deze beestjes. Als ze soms als ongewenst geschenk meekwamen van een TT konden ze het nooit harden in men kweekkamer. En dan gaat dat duiveltje op uw linker schouder zeggen dat het alleen maar bij de anderen kan gebeuren nooit bij uzelf, en men gaat dit geloven. Maar de volkswijsheid zegt dat hij wie zich onoverwinnelijk voelt het kortst bij zijn nederlaag staat. Wetende dat men elke drie maand een voorbehoedende behandeling diende te herhalen maar denkende de kweek is toch bijna gedaan en ik zal wachten om te behandelen tot het zo ver is. Dat duiveltje zal plezier hebben gehad omdat men laksheid me in de val liet lopen.
Voor ik men kweekkamer opbouwde ging ik om goede raad bij enkele liefhebbers die het klappen van de zweep kenden en paste hun aanbevelingen toe bij de opbouw. Deze handelswijze maakte het verdelgen wel een stuk eenvoudiger één van de opmerkingen was van geen vaste obstakels te plaatsen in men kweekkamer, en de muren te bekleden met gipskarton en af te werken met enkele lagen verf zodat er nergens kieren waren. Ook kasten of het nu onder- of bovenkasten zijn dienen als ideale schuilplaats om hun eieren te deponeren en enkele maanden te laten overleven, dus zijn ze hier ook niet te vinden in men volière.
Nu staat alles weer op scherp natuurlijk en zal men opgebouwde afweer waar ik vijf jaar in geloofde zijn degelijkheid moeten bewijzen. Eén maatregel heeft alvast bewezen dat hij werkt, de luizen valletjes wisten mij dag na dag te vertellen of ze er nog waren en in welke kweekbak de rode vluchtelingen zich verstopten. Ook de gebruikte bestrijdingsmiddelen bewezen hun degelijkheid, enkel van het manneke dat ze op een correcte manier moet toepassen ben ik minder tevreden, hij heeft zijn lesje natuurlijk wel geleerd. Het enige positieve aan deze rode invasie is de praktische ondervinding die ik opdeed tijdens hun bestrijding, en aangezien ik voor september of oktober een lezing ga voorbereiden handelend over het verborgen leven en de bestrijding van rode en zwarte luis(mijt) kan ik nu spreken uit ondervinding. Zo blijft het gezegde van Johan Kruifelk nadeel heb zen voordeel ook weer maar eens overeind.
PS: voor wat de zwarte luis betreft verkies ik nog lang te mogen spreken van horen zeggen, en niet uit ondervinding. Maar als ik één les heb geleerd uit deze invasie is het wel dat de luizen en de dood een gelijkenis vertonen, ze komen als een dief in de nacht en op een moment dat men ze het minst verwacht. Met deze morbide vergelijking ga ik afsluiten, en laat het laatste woord uit Jos Gijzen zijn levensverhaal komen bij leven en welzijn tot de volgende keer
Op 1 mei vieren ze in gans het land de feestdag van de arbeid, maar voor de leden van de Heikneuter staat deze dag in het teken van de viswedstrijd die recht geeft op de titel van beste visser van de club.
Op de laatste twee edities was het telkens Louis van Dessel die het laken naar zich toe wist te halen en met de eerste prijs aan de haal ging. Bij het behalen van zijn tweede kampioene titel sprak hij dat het geen twee zonder drie zou worden. Louis kondigde dan ook aan dat hij met een derde overwinning op rij zich tot keizer zou kronen dit jaar, hoe was dat weer van die beer en zijn vel?
Aan uitdagers was er geen gebrek de talrijk opgekomen leden vissers namen onder een schitterend zon tegen de klok van 14 uur de start. De vis werkte goed mee en al vlug werden de netten gevuld, bij de ene al wat meer dan bij de andere. Vissen is net als(goede) vogels kweken zo een zaak zonder exacte definitie die in de schemerzone leeft van iets meer te weten of kunnen dan de andere, van geluk of tegenslag, er zijn al dikke boeken over geschreven en men heeft het laatste woord nooit gehoord of gezegd.
Voor de bevriende vissers van BPC Antwerpen die onder leiding van hun flamboyante voorzitter de handschoen opnamen in een onderling club duel met de leden van Border&Fife was de druk nog wat groter natuurlijk.
Aan het einde van de visdag was weer iedereen tevreden met de door hem of haar gevangen vissen, niemand kreeg de naam van Bosmans toegespeeld. En voor iedereen was het weer een best amusante dag geweest.
Spijtig voor de Louis maar de keizer titel zal voor volgend jaar zijn, de overwinning ging dit jaar naar André Geeraerts met 31kg vis in het net, op de tweede plaats komen we Danny tegen en op de derde plaats Frans Van Dessel.
BESTE VISSER VAN DE CLUB KAMPIOEN VAN DE HEIKNEUTER 2014
Op 15 augustus vieren we in België het feest van half oogst, voor mij valt half oogst ergens rond begin april, dus nu zo ongeveer. Van de 200 ringen die ik bestelde zijn er 109 al verpast, en er zijn nog een 30 tal wachtende die hun aanvraag al indiende maar nog even geduld moeten oefenen in hun nestje. Als alles in de gunstige zin blijft verlopen, zullen we de kaap van 200 jonge bultjes wel ronden tegen einde mei.
Verder is hun baasje terug in de boeken gedoken, les leren en huiswerk maken geblazen, zoals vroeger al gemeld ben ik gestart met een opleiding tot keurmeester. We hebben ondertussen al een aantal dagen les mogen volgen bij Guy Bex de lesgever van dienst. Deze ervaren keurmeester en geverfd door de wol weet op een boeiende wijze ons de beginselen van het keuren bij postuurkanaries bij te brengen. Met vier aspirant keurmeesters volgen wij te Kessel op zaterdag tussen 9 en 15h zijn uiteenzettingen. Samen met Walter Optiels, Dirk Verlinden, Wannes Geerts en ikzelf zijn wij aandachtige toehoorders, ook Louis Geerts komt zijn kennis opfrissen om bij te blijven in de steeds evoluerende wereld van de postuur kanaries.
foto boven: de lesgever van dienst Guy Bex, foto onder van links naar rechts, Dirk Verlinden, Wannes Geerts, Guy Bex, ikzelf en Walter Optiels foto onder: ook Louis Geerts komt zijn kennis opfrissen.
Een soms erg
moeilijke periode in het nog jonge leven van een kanarie is de fase waarin ze
zelfstandig dienen te worden en niet meer afhankelijk zijn van de ouders. Men
kan deze stap op verschillende manieren uitvoeren en ondersteunen om het voor
de jonge kanarie zo aangenaam mogelijk te maken om deze periode tot een goed
einde te brengen.
Hoe en
wanneer dient men hier mee tebeginnen, er
zijn verschillende methodes en aan elke methode zijn voor en nadelen natuurlijk,
ik zal beschrijven hoe ik dat doe. Als de jongen +- 15 dagen oud zijn plaats ik
de nest met de jongen op de bodem van de kooi, ik zet de nest in een stuk pvc
buis van +-*10 cm hoog. Houd er wel rekening mee dat 15 dagen ouderdom een
rekbaar begrip is natuurlijk. Jongen die in de eerste dagen niet voldoende
opgroeien om welke reden dan ook zoals bv. een minder voedende pop of een groot
aantal jongen in één nest geeft men best wat langer de tijd, zo zal een jong
dat alleen in de nest zit en voorbeeldig word gevoed soms al op 14 dagen naar de bodem kunnen. Let
er vooral op dat de jongen voldoende zijnbepluimd om zich warm te kunnen houden tijdens de nacht, nu ze zonder de
lichaam warmte van de pop deze moeten overbruggen. Wacht ook niet te lang, als
de jongen 17 of 18 dagen oud zijn springen ze gegarandeerd onmiddellijk uit het
nest eens men hem op de bodem plaatst.
Zolang ze nu
in het nest blijven mogen ze ook in de kooi blijven, eens ze er uitkomen na
+-5à6 dagen gaan ze naar een baby-kooi die ik voor de kweekkooi bevestig. Hier
blijven ze nu tot ze zelfstandig eten en drinken, bij het ontdekken van wat eten
is voor de jongen gaan ze zowat alles in hun bek nemen wat ze kunnen vinden.
Dit kan gaan van een droog of nat poepje, tot de tenen van hun broertjes, ook
vertonen ze in deze periode spiegel gedrag. Ze gaan zich spiegelen aan elkaar,
als er eentje aan wat pikt gaat er minstens één andere dit nadoen. Eens ze
voldoende zelfstandig eten en drinken tegen de leeftijd van +- 28 dagen gaan ze
naar een grote kooi, ik plaats hier steeds meerdere nesten van bijna dezelfde
ouderdom samen op dezelfde dag in.Achteraf
nog jongen bijplaatsen gaat dikwijls voor problemen zorgen voor wat de
aanpassing betreft van de laatst bijgeplaatste jongen. Dit komt omdat wanneer
men jongen samen plaatst van verschillende nesten ze samen de nieuwe kooi gaan
ontdekken en er een natuurlijke hiërarchie ( een soort van pikorde) ontstaat en
ieder voor zich een stukje van de nieuwe kooi als zijn territorium zal gaan beschouwen.
Plaatst men nu na dit proces van pikorde bepalen nog een jonge vogel bij zal
deze als laagste in pikorde en de jongste van de groepzeker het kind van de rekening worden. Ze blijven nu samen tot de staart volgroeit is,
om dan weer met meerdere kooien tezamen naar een grote vlucht te verhuizen,
hier herhaald zich het proces van pikorde bepalen.
Welke
voeding kan men geven tijdens deze periode van zelfstandig worden? uiteraard
begint men met het verstrekken van het gekende en vertrouwdeeivoer eens ze in de baby-kooi zitten. Van
zodra ze hier gaan van eten stelt men ook kiemzaad ter beschikking, dit is
zachter voor de jonge vogels en ze kunnen hier op oefenen om het zaad te leren
pellen. Voorzie ook een snoepbakje gevuld met een gewone kanarie mengeling, men
staat er soms van versteld hoe snel sommigen hier gaan van eten en door spiegel
gedrag volgen de anderen. Plaats ook steeds de vertrouwde drink Fontein ter
beschikking de eerste dagen als men ze van kooi verplaatst. Kanaries zijn wel
zo goed als kleuren blind maar als zeeen klein donker groene drink fontein associëren met water en men
veranderd dit bij een verhuis plots naar een grote witte, gaan sommigen deze
niet direct herkennen als drinken. Bij
grote rassen zal ditzelfstandig
wordenwat langer duren en omslachtiger
zijn.
Het plaatsen
van de jonge vogels op de bodem van de kooi of in een baby- kooi zal er voor
zorgen dat ze sneller zelfstandig zullen zijn. Het zal zowel een kans als een
aansporing zijn om zelf hun kostje te zoeken en zal voorkomen dat sommige
jongen veel te lang blijven bedelen en het vertikken om zelf voor de kost te
zorgen. Voor alles is er een gepaste
tijd om een vaardigheid aan te leren voor de jonge kanarie, eens deze voorbij
is word het moeilijker om dit nog in te halen. Denken we maar aan fietsen of
zwemmen wie dit niet op jonge leeftijd aanleert zal het bijna nooit nog
behoorlijk onder de knie krijgen.
Tijdens deze
periode van zelfstandig worden der jongen gaat de pop indien er een man
aanwezig is aan haar tweede legsel denken. Eens ze met de bouw van een nieuw
nest gaan starten durven ze al eens de slechte gewoonte hebben van hun jongen
als nestmateriaal te gaan beschouwen. Het gevolg is dat ze soms binnen de
kortste keren de jongen gaan kaal plukken, s morgens zijn het nog donzige
bultjes entegen de middags zijn ze
klaar om aan het spit te worden gebraden. Met de door mij toegepaste methode en
de sturingvan de broed cyclus die ze
als gevolg heeft, gaat dit zich tot een uitzondering te daar gelaten niet meer
voordoen. Het is namelijk zo dat voor dat depop terug zal beginnen met een tweede nest, de jongen reeds in de
baby-kooi zitten en dejongen plukken
niet meer mogelijk is door de pop.
Nog een
laatste oproep aan alle liefhebbers die met de kweek nu bezig zijn wees op uw
hoede De Russen zijn op komst het rode leger staat klaar en bij de volgende
lente opstoot vallen ze aan, wees daar maar zeker van Nee het gaat niet over
de nakende invasie van de Krim door Rusland maar wel over de duizenden of
honderd duizenden eitjes van de bloedluis die nu gaan uitkomen, ze wachten nog
even op het uitkomen van de jonge kanaries en beginnen dan aan hunlanding in Normandië.
JONGE BULTJES OP DE BODEM VAN DE KOOI foto onder: SOMS IS DE NEST WAT LAGER PLAATSEN AL VOLDOENDE, TER INFO DIT ZIJN DE EERSTE BULTJES MET EEN DUBBELE ACHTERNAAM DE VADER IS EEN SICILIAAN DUS NOEMEN ZE "SICILIAANSE-BELGISCHE-BULTJES foto onder: VAN EEN GROTE TOEKOMST DROOMENDE BULTJE EENS ZE UIT HET NEST KOMEN GAAN ZE NAAR EEN BABY-KOOI NOG WAT HULPELOOS IN DE BABY-KOOI DEZE VOELEN ZICH AL HELEMAAL THUIS WACHTEND TOT DE MAMA HEN KOMT VOEDEREN AL SNEL WETEN ZE HET EIVOER TE VINDEN DE EERSTE STAP NAAR ZELFSTANDIG ETEN
De teller
staat weer op nul voor iedereen, het kweekseizoen en de hopelijk
voorspoedigeresultaten dat het mag
opleveren worden weer geschreven op een nieuwe en propere lei. Aan het vertrek
staan we allen gelijk het is pas bij de aankomst dat de verschillen worden
genoteerd. Elke kweek brengt weer momentenvan voor en tegenspoed, van vreugde en ontgoocheling. Ieder jaar ook
weer maken we fouten en doen we nieuwe ervaringen op. Of ik nu de meeste voldoening
haal uit het kweek- ofshow seizoen is moeilijk te zeggen maar het
is zeker dat het één soms het gevolg is van het andere. Bij de juiste
koppelingen in de kweek zal de beloning volgen op de show met mooie resultaten
als gevolg.
Ik startte
de kweek dit jaar wat vroeger om de vogels welke van het WK terug kwamen te
kunnen inschakelen als kweekvogel. Ik houd er aan om de mans welke ik meeneem
naar het WK al in broedconditie te brengen door ze een viertal weken op te lichten voor ze vertrekken. Ik doe dit om de
eenvoudige reden dat een kanarie man welke in broed conditie is zich op zijn
mooist laat zien bij de bultjes. Hij zal strak in het pak zitten en blaken van
gezondheid, en erg attent zijn voor zijnomgeving. Dit alles vertaald zich bij een bultje dat hij voor het minst
in werkhouding zal gaan staan, en zich zo groot mogelijk zal maken. Dit is niet
voor alle postuur kanarie rassen, denken
we maar aan een Gloster of Border deze gaan ook strak zitten en zich oprichten maar
gaan erg in boeten aan volume en rondingen, wat dan weer in hun nadeel zal zijn.
Op dit
moment zijn de eerste 65 bultjes van een
ring voorzien en gaan de laatkomers van de eerste ronde bijna uit het ei komen.
En dan de minpunten die er ook weer bij hoorden. Daar ik er steeds van uit ga
dat 99% van al wat mis gaat bij het kweken van kanariesde oorzaak bij de kweker zelf te vinden is ging ik op zoek waarom verschillende nestjes
enkel bestonden uit slechte eieren . Al snel kwam ik tot de vaststelling dat
een nieuw geplaatste buitenverlichting bij de buren de waarschijnlijke
boosdoener was. De buurman treft natuurlijk geen schuld, ikzelf had moeten
anticiperen en de zonneplinten van men volièreelke avond sluiten, eigen schuld dikke bult . Ook slaagde ik er weer
maar eens in om 2 mans samen te plaatsen
als koppel en één maal 2 popjes, voor wat de mans betreft moest ik vaststellen
dat het homohuwelijk bij de bultjes nog geen ingang heeft gevonden er werd dan
ook danig wat geruzied . Voor wat de popjes betreft kon ik vast stellen dat de
vrouwtjes weer maar eens het voortouw namen door vredig samen te leven als
koppel.
Men Siciliaan
hetbultje dat na het WK te Bari het
warme zuiden ruilde voor het land van zijn voorvaderen heeft reeds voor
nakomelingen gezorgd. Als vurige en strak in het pak afgelijnde Italiaanse
macho verkoos hij een mooie blonde(witte) deerne om te verleiden. Nog voor de
kindjes werden geboren kwam hij tot het besluit dat een broedende pop andere
zorgen aan haar hoofd had dan in te gaan op zijn amoureuze voorstellen, geen
nood als vurige minnaar viel hij ditmaal voor een bonte troela die nu ook weer
aan het broeden is. Bij het observeren van de nakomelingen van deze Siciliaan
stelde ik vast dat op geen enkel van de drie jongen ook maar enige dons te
vinden is? Aangezien deze man een bevedering bezit om U tegen te zeggen stel
ik mij de vraag of er een verband is tussen geen dons en een strakke bevedering
. Ik ga dit opvolgen bij deze jongen en als ook zij strak in het pak zitten en
gezegend zijn met een zeer goede bevedering, is dit misschien wel een punt om deze vogels te ontdekken met een goede
bevedering nog voor ze een bevedering bezitten?
Gekiemdezaden zijn een zegen voor de voederend
oudervogels en een weldaad voor de jongen. Ik verstrek ze dan ook in grote
getalen en verscheidenheid aan de kwekende vogels. Buiten gekiemde zadenvoegik
vanaf dit jaar ook quinoa toe aan men eivoer, quinoa is het zaad van een
grassoort en bezit een uitmuntende voedingswaardebalans. Met zijn uitgesproken noten
smaak is het zeer gelust zowel door mensen als door de vogels. Men gaat ditkiemen door het tekoken om het voor de vogels toegankelijk te
maken, dit kan op twee manieren gebeuren. Men kan het een 15 tal minuten koken
op een matig vuur zodat het gaat kiemen, in dit kookproces gaan veel vitamines en andere voedingsstoffen
verloren . Het is daarom dat ik verkies om het op een andere manier tot kiemen
te brengen enmetbehoud van bijna alle vitaminen en voedingsstoffen.
Men brengt eerst voldoende water aan de kook en voegt de quinoa toe, deze moet volledig
onder water staan en laat het geheel max 2 à 3 min verder koken. Nu zet ik het
vuur(kookplaat) uit en laat hem nog 30min
rusten in het warme water. De restwarmte van de kookplaat gaat voor het kiemen zorgen zonder dat het water
nog kookt en de vitaminen er uitgekookt worden.
Als er over
quinoa gesproken word dan klasseert men dit voor de mensen inde categorie van super food een term die
erg hip blijkt te zijn heden ten dage. Wat ik ook onder de term super food
zou durven klasseren maar dan voor de kweek van kanarie is vogelmuur dit plantje heeft zijn naam niet gestolen. Als
ik op sommige vogelsites of in boeken lees dat groenvoer voor kanaries in de kweek
uit den boze is stel ik mij de vraag of ze uit ondervinding spreken of maar wat vertellen? Verstandig
gebruik van groenvoer in de kweek of er buiten heeft nog nooit voor diarree
gezorgd bij kanaries, onverstandig gebruik, bedorven of beschimmeld groenvoer
gaat problemen geven natuurlijk.
Nu we bijna eind maart zijn is de natuur ook
weer ontwaakt, en wie goed heeft opgelet kan vaststellen dat ondanks de warme
winter temperaturen de bomen en planten zich niet hebben laten misleiden om te
vroeg bladeren te vormen. In januari kwam een geleerde professor op TV.
vertellen dat we een ecologische ramp tegemoet gingen met deze hoge
temperaturen in de winter. Nu dit niet zo blijkt te zijn hoor of zie ik geen
onheil profeten meer op TV die het einde van de beschaving aankondigen wegens
de opwarming van de aarde. Ze zijn misschien allemaal naar Amerika waar er zich
een nieuwe ijstijd aankondigde, of naar Engeland waar er een zondvloed was deze
winter.En kijk ondanks dit alles
bloeien de bomen gewoon zo als altijd einde maart. Ik kan van uit men boerenverstand deze professor
gerust stellen en vertellen dat de natuur niet reageert op temperatuur alleen.
De ecologische klok van mens, dier of plant reageert op het beschikbaar aantal
uren licht per dag net als onze kanaries. Men mag kanaries winter en zomer op
een temperatuur huisvesten van 25°c als men ze niet bij lichtzullen ze pas tegen half maart starten met de
kweek als de dag voldoende lang is om hun jongen voldoende te kunnen voeden om
de nacht door te komen
QUINOA IS SUPER FOOD SUPER FOOD UIT DE TUIN VOGELMUUR DE SPHYNX BULTJES UIT MEN SICILIAAN(SPHYNX IS EEN NAAKT KAT) OOK BIJ MEN ANDERE JONGEN IS ER VERSCHIL IN VEEL OF BIJNA GEEN DONS? ER KAN ER MAAR EEN DE MOOISTE ZIJN "VIER BRUINTJES" KIEMZADEN ZIJN SUPER FOOD VOOR KANARIES IN DE KWEEK
Voor de
liefhebbers van de Belgische Bult en bij uitbreiding de liefhebber van de
postuur kanarie in het algemeen kan ik melden dat de populariteit nog steeds in
stijgende lijn gaat. Wat maakt nu dat een bepaalde soort erg populair is of
niet? Als we even de twee meest gekweekte postuurkanarie rassen Gloster en Fife Fancy van naderbij bekijken stellen we vast dat ze
een paar raakpunten bezitten. In de eerste plaats zijn ze inprijs en aantallen zeer toegankelijk voor
iedereen, op elke beurs of vogelverkoop komt men ze in grote aantallen tegen.
Wat de prijs betreft is deze voor niemand een struikelblok om er zich aan te
schaffen, en wie een beetje uit zijn ogen kijkt komt voor een schappelijke
prijs al behoorlijke kwaliteit tegen. Ook hun kwaliteiten als kweekvogels zijn
voldoende gekend en geroemd, zodat het nageslacht verzekerd is. Niets zo
makkelijk als het kweken van Fife Fancy hoort men al eens verkondigen en op
veel plaatsen doen ze dienst als onderleggers. De Gloster bekoord dan weer met
zijn uiterlijk, een bieteltje of Jommeke willen ze allemaal wel in hun volière.
Tot daar de platgetreden paden die we nugaan verlaten, een exemplaar met goede
kwaliteiten als show of TT vogel kweken bij Gloster of Fife is net zo moeilijk
als bij de Borders, Cresten of Bultjes. Het verschil zit hem daar dat deze laatste
minder worden aangeboden en sommige enorm duur zijn bij aanschaf, ook de
slechte faam die ze meedragen als kweekvogel pleit niet in hun voordeel. Maar
is dit wel altijd zo dat het slechte kweek vogels zijn? En heeft dit altijd wel
te maken met een bepaald ras? We kunnen er van uit gaan dat grote of zwaar bevederde
rassen zoals Norwich en Yorkshire wat
moeilijker aan kweken toe komen en minder jongen per nest opleveren. Minder
jongen per nest kan een van de factoren zijn die de hogere prijs verantwoord.
In een vorig stukje vermelde ik reeds het verschil tussen de prijs en de waarde
van een kanarie.
Het is ook
zo dat de prijs van een postuurvogel het succes of populariteit van een gans
ras kan beïnvloeden, denken we hier maar aan de hoge prijzen die heden worden
gevraagd voor de Yorkshire, A.G.I. of Parijse frise. Deze hoge prijs is een mes
dat langs twee zijden snijd, langs de zijde van de liefhebber die met één van
deze rassen wenst te starten is de hoge investering vaak een domper op de vreugde.
Men komt A.G.I. of Parijse frisedan ook
niet vaak meer tegen op een show. Langs de kant van de liefhebber kweker die ze
reeds bezit komt deze hoge prijs goed uit om soms dure investeringen in
aangekochte vogels wat te verzachten.
De Yorkshire is dan nog een ander verhaal, de hoge prijzen
die de opkopers vogelhandelaars hedenbieden heeftvoor een boem effect
gezorgd.De liefhebbers die Yorkshire kweken zijn aanzienlijk toegenomen maar de
kwaliteit van de aangeboden vogels is bij deze evenredig afgenomen. Op korte
termijn kan men van een succes spreken voor het aantal gekweekte exemplaren en
liefhebbers, het is maar de vraag of op lange termijn dit ten goede gaat komen
aan de gekweekte kwaliteit en het ras. Vandaag stel ik vast dat men bijna geen Yorkshire
meer tegen komt op de show, zo was er te
Roeselare op de Gouden ring show geen enkele Yorkshire aanwezig. Daar waar België tot enkele jaren
geledensteedsmedailles wist te behalen op het WK met dit
ras was er dit jaargeen enkele
BelgischeYorkshire meer aanwezig op het WK. te Bari?
De
prijs van een vogel bepaald de verkoper of opkoper en de waarde bepaald de
koper, weinigen is het gegeven om met vogels van bij de opkoper te starten en
na enkele jaren te concurreren met gevestigde waarden van het ras. Beter is men
af door te starten met vogels welke men aanschaft bij bekende kwekers van een
ras. Laat u niet afschrikken door de soms wilde verhalen over de gevraagde
prijzen, of dat men bij deze mensen onmogelijk vogels kan bekomen, gewoon
vragen volstaat meestal en de prijzen vallen gewoonlijk voor het geboden best
mee.
Voor
de juiste prijs van een kanarie kan men best langs gaan bij de opkoper of bij
een erkende vogelhandelaar. Deze mensen hechten enkel belang aan de pure
commerciële waarde van de aangeboden kanaries, al naar gelangvraag en aanbod kan de prijs lichtjes variëren.Voor deze mensen is het doel om winst te
maken door export of verder verkoop van de aangeboden vogels.
Voor
ons liefhebbers gaat het niet zo zeer om de prijs van de vogel maar vooral om
de waarde van een bijgehaalde kanarie. Wie zich enkel richt op de prijs van de
vogel en voorbijgaat aan de waarde koopt steeds te duur, wie zich richt op de
meerwaarde van een vogel voor zijn bestandkomt er steeds goedkoop van af. Eens men over een eigen vogelbestand van
enige omvang beschikt en een selectie kan doorvoeren onder zijn jonge vogels
zal men op zoek gaan om dat bij te halen wat men nog mist om zijn bestand een
trapje hoger te tillen. Hoe hoger de kwaliteit van uw eigen bestand hoe
moeilijker het word om nog vogels te vinden welke een meerwaarde bieden bij
inbreng in uw vogelbestand.
Aan
de hand van wat kan men nu bepalen of een vogel welke men wenst aan te kopen
een meerwaarde kan bieden voor ons bestand? Als men koopt bij een grote naam in
een bepaalde soort of ras moet dit wel een vogel zijn met meerwaarde hoort men
wel eens verkondigen. Neem het van mij aan dat net als iedereen deze betere
kwekers ook niet allemaal super vogels kweken laat staan dat ze deze al zouden
verkopen.
Het
is altijd makkelijk als de waarde van een vogel al bepaald is zonder dat men
dit zelf hoeft te doen en dan nog door erkende keurmeesters. Al te vaak worden
er op de shows punten gekocht, wat men thuis of op de beurs niet aan de
straatstenen kan slijten heeft plots een meerwaarde als er punten opstaan. De
slimste gaan als volgt te werk, men neemt deel aan een van de laatste
plaatselijke TT ergens rond kerstmis( vooral gekend voor de milde toekenning
van punten)Ze nemen enkel vogels mee
welke voorbestemd zijn voor de verkoop, al wat nu maar enigszins wat punten
weet te behalen verdubbeld in prijs(niet in waarde). Als zoete broodjes
wisselen hier elk jaar tientallen vogels van eigenaar, de slimme verkoper is te
vrede en de naïeve koper kan uitpakken met een vogel van 90 of 91p. Wat mij
hier altijd aan verwonderd is dat de keurmeesters bij het beoordelen van vogels
die de kopers zelf inzenden maar al te vaak worden verweten van volkomen
onbekwaam te zijn, maar men gaat wel af op het oordeel van deze zelfde keurmeester
als men een vogel kan aanschaffen van 90 of 91p.
Nog
een vb. uit de praktijk, bij een bezoek aan een liefhebber met doel om zich
versterking aan te schaffen zitten de vogels welke weg mogen opgedeeld in twee
kooien met elk een verschillende prijs. In een derde kooi zitten enkel
topvogels welke natuurlijk niet weg mogen? De koper monstert de koopwaar en
komt uiteindelijk bij de kooi uit van de topvogels welke niet weg mogen, na
enig aandringen van de koper gaat de verkoper door de knieën. De koper denkt
dat hij (zij het wel voor een wat te hoge prijs )een topvogel heeft kunnen meenemen maar weet
niet dat er ook een paar lokvogels tussen zaten die met opzet daar werden
tussengeplaatst door de verkoper en eigenlijk niet beter zijn dan deze uit de
goedkoopste kooi.
Om
dit alles te voorkomen is het van het grootste belang dat men weet wat er dient
ingebracht te worden om te evolueren naar betere vogels. Zoek ook steeds naar
kweekvogels als men versterking nodig denkt te hebben, en ga ook op zoek in uw
eigen bestand naar kweekvogels, deze zien er soms gans anders uit dan show
vogels. Als men de kans heeft om ervaren
liefhebbers aan het woord te horen, vraag dan steeds hoe zij hun kweekkoppels
samenstellen om tot goede show vogels te komen. Als men het geluk heeft van op
bezoek te mogen gaan bij een van de betere kwekers vraag dan steeds om de
kweekvogels eens te mogen zien. Geef uw ogen hier de kost en denk vooral niet in
termen van de standaard voor de show vogel, maar zoek vooral naar de kenmerken
waarin ze verschillen van de showvogels, in dit verschil zit de sleutel
verborgen van het succes van deze betere liefhebber. In al men onervarenheid
weet ik wel zeker dat een kampioen zelfs een wereldkampioen per definitie niet
de kwaliteiten hoeft te bezitten van een goede kweekvogel. Of om het met een
voorbeeld uit men werkverleden te duiden, men maakt de kleur oranje uit de
samenvoeging van rood en geel, wel nu de showvogel kampioen is de oranje kleur
en de kweekvogels zijn rood en geel. Wie nu met oranje vertrekt mag bijmengen
wat hij wil nooit zal hij het zelfde resultaat bekomen dan met rood en geel.
Voor
wat men bultjes betreft bestaat rood uit een grote zware man met een volle
dikke romp met wat houding als het kan maar het hoeft niet echt, en geel is een fijn slank popje met een perfecte
houding en bevedering ze gaan geen van beiden hoge ogen gooien op de show maar
onder hun nakomelingen bestaat de kans dat het bijna perfecte oranje tevoorschijn
komt.