Nu de theoretische kant van de vooropleiding tot keurmeester achter de rug is, en de standaard van al die rassen wel ergens in men geheugen is opgeslagen bestaat de volgende stap er in deze kennis naar de praktijk te brengen. Een standaard is een exact iets althans dat zou het moeten zijn, zo is de standaard voor lengtematen de meter, voor gewicht de kilo en voor de postuurvogels is dit de C.O.M. standaard. Een opmerking die wel eens te horen was als ik de wijze van keuring binnen K.B.O.F verklaarde aan collega vogelliefhebbers was dat wij de standaard van de C.O.M niet zouden toepassen. Niets is minder waar natuurlijk, wat wel anders is binnen K.B.O.F is de puntenverdeling per rubriek aangezien er hier werd geopteerd voor een uniform keurbriefje, maar dit doet niets af aan de gestelde standaard.
Vertrekkende vanuit de basis de exacte standaard kan men er niet omheen dat een keuring een zo exact mogelijke interpretatie is van deze standaard. Het streefdoel is natuurlijk van een gelijkvormige interpretatie van de standaard te bekomen door al de keurmeesters. Als men het simplistisch benaderd zou ik zeggen een keuring is een menselijke inschatting van iets met als leidraad een voorop gestelde norm?
Terug naar de vraag van het exacte binnen de standaard voor postuurvogels, er zijn wel een aantal normen binnen deze standaard die exact bepaald zijn. Zo is de grootte er één deze is vrij exact te interpreteren, ook de standhoek (houdingshoek) in de kooi is soms exact bepaald. Als we deze twee gegevens combineren kan men aan de hand hiervan soms snel zien en zonder dit te moeten nameten of ze hier aan voldoen. Als men lengte en standhoek in onderling verband brengt levert dit als uitkomst een bepaalde breedte op, en als men deze terug koppelt aan de afstand tussen de tralies van de kooi krijgt men een vrij werkbaar gegeven.
Een voorbeeld maakt het makkelijker om te verduidelijken(zie tekening) wat ik bedoel, neem nu de Border, de grootte(zuivere lichaamslengte) van de border is 14,5 tot 15 cm en de standhoek(houdingshoek) is 60° als men de lengte van 15 cm onder een hoek van 60° plaatst en men meet de breedte van deze opstelling komt men op 7,5 cm(afstand tussen de pijlen), als men dit nu relateert naar de afstand tussen de tralies van de TT-kooi zijnde +-1,5 cm weet men dat een Border van de juiste grootte en onder de juiste hoek van staartpuntje tot snavelpuntje niet buiten een breedte van 5 tralies mag komen. Komt hij verder dan is de grootte of de standhoek niet correct volgens de standaard. Zo kan men nu voor elk ras waar deze twee gegevens van bekend zijn gaan bepalen tussen hoeveel tralies de volledige vogel moet vallen om te voldoen aan de standaard. Voor de Fife- Fancy is dit 4 tralies en voor de Noordse-Frise is dit 6 tralies. Zowel Border, Fife als Noordse-Frise staan onder een hoek van 60° enkel de lengte van de vogels verschilt onderling.
Deze werkwijze gaat enkel op als er een max. lengte is aangegeven voor een bepaald ras, als men zo groot mogelijk vraagt zoals bij de A.G.I of Parijse-Frisè gaat deze vlieger natuurlijk niet op. Bij rassen waar een vallende of lichte knik van de staart wordt gevraagd gaat dit weinig verschil maken aangezien het steeds om een lichte afwijking gaat. Voor houding - of frisè vogels met specifieke houding kan men deze methode ook niet gebruiken, wat men soms wel kan gebruiken zijn de tralies van de kooi om te zien dat het lichaam( rug-staartlijn) volledig verticaal(90°) staat aan de zitstok . zo zal een bultje met een perfecte verticale houding zowel met schouder, rug en staart parallel lopen aan de tralies.
Los van de vogel is het bij de inschatting van de verhoudingen naar grootte en vorm ook van belang om de afmetingen van de kooi en de meest voorkomende plaats van zitstokken of horizontale verbindingstralies te kennen, ze kunnen aanwijzingen geven over de lengte van bepaalde onderdelen van de vogel. Voor een koepelkooi type Yorkshire bv. weet ik dat de eerste horizontale verbindingstralie op 9 cm zit(ik tel de onderste horizontale verbindingstralie die op de houten onderbak zit niet mee), de tweede op nog eens 9,5 cm en tot de nok nog eens 8 cm zit. Voor een bultje is de afstand van schouder, nek tot snavel +-4,5à 5 cm, zijn staartje is +- 4à4,5 cm van daar waar de vleugelpunten sluiten op de stuit tot uiteinde staart, dus weet ik dat een bultje van voldoende lengte(17à18cm) nog 9 à9,5cm moet laten zien boven de zitstok en dus met zijn schouders minstens tot aan en liefst tot boven de tweede horizontale verbindingstralie moet komen wil hij voldoen aan de gevraagde grootte. Nu is het wel zo dat een man altijd wat groter zal zijn dan een pop, maar als ze samen in een reeks dienen te worden beoordeeld maakt dit geen verschil aangezien er geen onderscheid word gemaakt tussen man of pop in de standaard.
Als liefhebber van bultjes leek het mij wel van belang om een goede inschatting te kunnen maken van de afmetingen van de vogel. Dit komt van pas als men vogels tegen komt hetzij om zich nieuw kweekmateriaal aan te schaffen of gewoon om ze onderling te kunnen afwegen aangaande de grootte, werkhouding of onderlinge harmonie en verhoudingen van onderdelen bij een bultje. Ik kan iedere liefhebber van welk ras van postuurvogels dan ook aanraden van eens een grondige studie te maken over hoe dit voor zijn ras zit met de verhoudingen tussen vogel, kooi, houding en de standaard.
Verklaring van de bijgevoegde tekening:
A 9,5 cm Afstand tussen de horizontale verbinding tralies(1en2) van de TT-kooi type Yorkshire
B 9 cm Afstand tussen de horizontale verbinding tralies(onderkant en1) van de TT-kooi type Yorkshire
C 4à4,5 cm Lengte van de staart gemeten vanaf daar waar de vleugel punten sluiten op de stuit tot het einde van de staart
D 9,5 cm lengte van de rug gemeten van de schouders hoogte tot aan de vleugelpunten
E 1,5 cm afstand tussen de tralies van één TT-kooi type Yorkshire, E 13à14 cm rug lengte gemeten van schouder tot puntje staart.
F 4,5à 5 cm lengte van de hals gemeten van snavelpunt tot aan het verste punt van de schouders. Als men op de lengte van de hals en de hoek (min 90°) van de werkhouding cijfer 7, dezelfde methode los laat als ik hierboven beschreef en dit ook relateert naar het aantal tralies van een TT-kooi moet de hals van puntje bek tot aan het verste punt van de schouder zich over min 3,5 tot 4,5 tralies uitstrekken. Is dit niet het geval en gaat het over minder dan 3 tralies dan is de hals te kort of neemt de vogel een werkhouding aan in de vorm van een cijfer 1 en moet men dit als een zware fout beschouwen tegen de raszuiverheid (type Gibber of Giboso )
G 3cm min. Deze afstand kan niet breed genoeg zijn hoe breder de schouders, hoe hoger de kwaliteit van het bultje. Hier zit er wel een addertje onder het gras, veel bultjes zijn breder halverwege de rug en lopen dan terug wat toe naar de schouders.
H zo breed mogelijk. Deze afstand kan net als de schouderbreedte (G) niet groot genoeg zijn, samen vormen zij wat men de kas van het bultje noemt. Ook hier weer een addertje onder het gras het is namelijk zo dat als men twee bultjes met exact dezelfde halslengte naast elkaar plaatst, zal deze met de minste kas de optische indruk gaat wekken van een langere hals te bezitten dan deze met een brede zware kas. Als men goed toeziet bij deze vogels met een te lichte (niet brede) kas zal men vaststellen dat ze niet de typische driehoek laten zien in zijaanzicht, en in directe correlatie zullen de schouders te smal zijn zodat ook in achter aanzicht geen driehoek zal gevormd worden.
PS: de laatste tekening laat zien hoe het meten van een houdingvogel niet moet
De eerste stapjes die ons van kruipertje tot lopertje maakten herinneren we ons meer uit de verhalen van de oma dan uit ons geheugen. Op wat latere leeftijd zijn onze herinneringen aan één eerste keer wat exacter, onze eerste schooldag op de grote school, of de eerste keer alleen naar de cinema, vergeten doet men dat niet. Zo herinner ik mij ook +-35 jaar geleden men eerste bultjes die ik ooit bezat, aangekocht bij Orni-Mondo toen de place to be voor menig vogelliefhebber. Bijna elke zaterdag van september tot Nieuwjaar dreef de gedachte er moest eens iets zitten me naar Borsbeek. En op een van die zaterdagen ontdekte ik er bultjes, als ik er nu aan terug denk was het meer een slechte Scotch- fancy dan bultjes. Ondanks de wat mindere kwaliteit van deze bultjes was dit de aanzet van men voorliefde voor dit ras. Enkele weken later kon ik bultjes van goede kwaliteit zien bij Orni-Mondo, men vertelde mij dat ze afkomstig waren van een grote Waalse liefhebber. Er verhuisde dan ook enkele vogels naar Pijpelheide en van toen af was ik bulten liefhebber-kweker.
Door omstandigheden buiten mijn wil veranderde ik in de winter van 82 het geweer van schouder, en de vogels werden ingeruild voor de duiven van vader. Maar oude liefde roest niet en na 25 jaar duivenmelker en enkele jaren zonder gevleugelde vrienden kwam de microbe terug.
Zo ook nu weer verander ik het geweer van schouder, van beoordeelde tot beoordelen. De eerste stappen zijn gezet om niet enkel als deelnemer op een TT aanwezig te zijn maar het ook eens als(aspirant) keurmeester te beleven. Na een gedegen opleiding en gevolgd door een theoretisch examen kon ik beiden afsluiten met een goed gevoel. Het examen zorgde voor de benodigde punten, maar de opleiding en bespreking van de verschillende rassen zorgde voor een nieuwe impuls. Vanaf nu zal een bezoek aan een show gans anders verlopen aangezien men blikveld aanzienlijk is verruimd. Ik kijk er al naar uit om ergens in oktober onder de hoede van ervaren keurmeesters de praktische kant van de zaak te mogen ervaren.
Door de standaard van de verschillend rassen eens van naderbij onder de loop te nemen en zaken te vergelijken voor zo ver dit kon, kwam ik tot eigenaardige vaststellingen. Voor al de rassen kan men twee constanten bepalen, de grootte en de houdingshoek in de tt-kooi. De grootte varieert tussen 11 cm voor de kleinste(fife&gloster) en 23cm voor de grootste(lancashire), wat me hier vooral verbaasde was dat in wezen de Belgische- Bult(17-18 cm) groter kan zijn dan de Yorkshire(17cm minstens). Vandaag in de praktijk stel ik vast en dan zeker in ons Belgen land dat bultjes die veel kleiner zijn dan de vereiste grootte het mooie weer maken op sommige shows? Het verleden leert ons dat de grootte van de Belgische bult ook vroeger soms voor contradictie zorgde, en net als Bart De Wever nu voorstelt ons Belgen land in twee splitste.
Nu de kweek voorbij is en de vogels samenzitten in grote volières is een periode aangebroken van relatieve rust voor mezelf. Op een uurtje na vragen de vogels weinig aandacht in deze zomerperiode. Zo blijft er meer tijd over om te genieten van de hobby, wat onkruiden verzamelen in de natuur voor de vogels of wegdromen voor de vlucht als ik weer eens een echte kampioen denk gezien te hebben. De bultjes mogen nog een aantal weken verlof nemen zodat ze voldoende rust-vakantie- compensatie- recuperatie- inhaal- en CV-dagen kunnen opnemen, om te voorkomen dat ze net als de cipiers, vluchtverkeersleiders of de spoorwegen in staking zouden gaan. Daarna volgt de inenting tegen de vogelpokken en starten ze onmiddellijk met de opleiding tot show vogels, die uiteindelijk het doel van hun bestaan verantwoord. De enkelingen die voorbestemd zijn voor de kweek en bewust gekweekt zijn naar een overaanbod van één of andere wel bepaalde kwaliteit worden op het voldoende aanwezig zijn beoordeeld. Als ze voldoen mogen ze verder uitgroeien en kan enkel hun gezondheid nog een storende factor zijn om het te maken als kweekvogel.
De rui doet zijn werk en elke morgen bedekt een zacht tapijtje van veren het kweek hok, moet men nu wat extra voorzien om deze te bespoedigen? Echt hoeft dit niet natuurlijk ook zonder iets toe te voegen aan voeding of drinkwater komt de vogel wel door de rui. Het is wel van groot belang dat het nieuwe verenkleed van een goede kwaliteit is, aangezien de veren de vogel maken. Dank zij men vroegere ervaring in de duivensport weet ik uit ondervinding dat al wat er misloopt tijdens de rui men kan aflezen in de veren van de duif, een slechte vlucht of enkele dagen op sukkel met de gezondheid dit alles kan men terug vinden in de slagpennen van de duif. Het is zelfs zo dat wanneer de duiven jongen dienen te voederen tijdens de rui ze deze onderbreken om te voorkomen dat ze moeten kiezen wie de benodigde voedingsstoffen nodig heeft, de jonge duif om te groeien, of de oude duif om een goed verenpak aan te maken. Ikzelf geef de voorkeur om een hulpmiddel tijdens de rui aan te bieden, zo meng ik tijdens de rui Murium Bird van Comed onder het eivoer. Tot het einde van de rui kunnen ze elke dag beschikken over wat eivoer om de benodigde voedingstoffen te kunnen opnemen.
Nog even geduld en dan breekt een mooie tijd aan, het africhten van de jonge bultjes. Net als een goudzoeker ga ik dan op zoek naar de ultieme vondst, en net als bij de goudzoeker gaat dit niet zonder slag of stoot. Anders dan bij sommige rassen is een houdingvogel niet zo maar een paar dagen voor aanvang van het seizoen in een kooi te plaatsen en op succes te hopen.
Het is ook een fabeltje dat een houding kan aangeleerd worden natuurlijk, men kan een houdingvogel wel aanleren van zijn werkhouding aan te nemen op het moment dat dit word gevraagd bij de keuring. Als de vogel de juiste houding niet in zich heeft en dit heeft vooral te maken met het benodigde evenwicht van de vogel op de zitstok zal hij de juiste werkhouding nooit kunnen aannemen. Op vraag van een keurmeester leende ik hem een man uit om hier mee te kunnen kweken. Op een keuring had hij ze al menig maal ter beoordeling gekregen maar zelf gehouden had hij ze nog nooit. Toen hij mij de uitgeleende man terug bezorgde was zijn verwondering groot dat deze bijna steeds de werkhouding aannam zonder dat hij de kooi beroerde. Activering van de vogel door krabben of tikken was helemaal niet nodig, bij het observeren van zijn werkzaamheden in de volière zat de vogel bijna steeds in werkhouding.
Wat is nu de beste instelling voor een bultje om op het gepaste moment de werkhouding spontaan aan te nemen? Enerzijds moet de vogel zich veilig en op zijn gemak voelen in een TT-kooi, en anderzijds moet hij achterdochtig blijven voor wat komen kan. Het zich veilig en op zijn gemak voelen in een TT-kooi probeer ik te bekomen door de vogel nooit rechtstreeks uit een TT-kooi te nemen, zodat hij naar verloop van tijd deze kooi ervaart als een veilige omgeving. Tijdens het opkooien zullen al de bultjes welke zijn voorbestemd voor deelname aan een show kunnen beschikken over een kweekbak met daar voor een TT-kooi. Als ik nu een bultje moet ter hand nemen(wat ik uiterst zelden doe tijdens het TT-seizoen) zal dit steeds vanuit de kweekbak gebeuren, natuurlijk zijn er van die slimmeriken die eens ze dit merken met geen stokken uit hun TT-kooi te krijgen zijn.
Het achterdochtig houden van de bultjes doe ik door het gekende krabben of tikken tegen de kooi, ik zal dit steeds combineren met zachtjes praten tegen de vogels en oogcontact maken. En wees maar zeker dat ze na verloop van tijd goed weten dat praten en tikken of krabben samengaat. Bij de meesten gaat dit zo ver dat enkel er tegen praten voldoende is om ze in werkhouding te zetten. Laat nu net dit praten een onderdeel zijn van de werkwijze bij de finale toekenning van de kampioenstitel door de keurmeester. Gewoonlijk gebeurt dit in overleg met een collega keurmeester door te praten over voor- en nadelen van de overgebleven vogels en te verwijzen naar de desbetreffende vogel. Een goed afgericht bultje volgens de hiervoor beschreven werkwijze zal op deze handelswijze van de keurmeester reageren door hem achterdochtig gade te slaan in werkhouding zonder dat de kooi nog moet beroerd worden. Het bultje dat spontaan in werkhouding gaat staan bij het finaal oordeel zal een streepje voor hebben bij de keurmeesters, zonder dat deze beseffen dat hun praten deze werkhouding uitlokt.
Het is weer een tijdje geleden dat ik nog eens wat postte op men blog, gebrek aan tijd zeker de ziekte van onze moderne tijd. Ondertussen zit de kweek van men bultjes er op, de teller is gestopt op 187 jonge bultjes. En om het met een boutade te zeggen het zijn er minder dan voorheen maar men moet er niet veel hebben, men moet goede hebben. Naar mijn bescheiden mening is de kwantiteit gedaald maar de kwaliteit is gestegen, of maak ik mezelf blij met een dode mus? De keurmeesters zullen me binnen enkele maanden wel weer met de voetjes op de grond zetten en wakker schudden uit men droom, of juist niet en me nog harder laten dromen, we zien wel?
Nu ik zelf de ambitie heb uitgesproken om een poging te doen om tot het gilde van keurmeester toe te treden kreeg ik positieve en negatieve opmerkingen te horen. De meest negatieve was wel dat gepensioneerde mensen het recht zou moeten worden ontnomen om nog keurmeester te mogen worden. Ik loop nu ongeveer vijf jaar rond in het wereldje van (postuur)vogels en kan me er nog steeds in vinden ondanks de soms kleine kantjes die ik tegen kom.
Samen met de leden van de Heikneuter maakten we een natuurwandeling in de vallei van de Nete onder leiding van een natuurgids trokken we door de natte graslanden en langs de oevers van de Nete tot aan looidijk. We luisterden naar het gezang van vooral K.B.V vogeltjes die bij naam genoemd werden door onze gids. En ja ook de nachtegaal kregen we te horen, wat er wel ontbrak op één uitzondering na waren de eenden. Er zitten in de vallei van de Nete bijna geen eenden meer, is de vos de oorzaak of wat anders wist onze gids niet eenduidig te zeggen.
De jaarlijkse drink der wereldkampioenen begint een klassieker te worden, de plaats van uitnodiging was weer de kantine van voetbalclub Molenzonen te Hallaar. En dat het goed was hoef ik niet te vertellen, de uitnodigers het partnerschip Winkelmans&Torfs , Vercammen&Schoovaerts, Werner Van Dessel, Pelgrims Dirk, en Nestor Dennis zijn liefhebbers waar men prat kan op gaan om ze tot uw kenniskring te mogen rekenen. Deze mensen behalen al jaren na elkaar medailles op de wereldkampioenschappen en dragen de naam en faam van de Belgische postuurvogels uit over gans de wereld. Ondanks hun naam en faam in gans de wereld, moeten ze in eigen land vaak horen dat hun vogels te lange oren, of ten dikke tenen hebben. Of krijgen ze te horen ik heb er thuis veel betere zitten en dat het WK. één grote loterij is, en dat het behalen van een wereldtitel dus niets voorstelt. Wel ik laat ieder in zijn waarheid natuurlijk maar wat mezelf betreft zou ik verdomde graag met men bultjes op die uitnodiging staan. Ik weet wat sommige er voor doen en laten om een medaille te kunnen behalen op een WK. en dat is niet min hoor. Ik durf er nog niet aan te denken van deze liefhebbers of hun verdienste te minimaliseren. Vanuit het standpunt als vogelliefhebber heb ik niets dan bewondering voor deze mensen en hun vogels.
Geen bewondering maar verwondering op de vergadering van de Heikneuter toen de voorzitter vertelde dat er een boze mail was gekomen van het nationaal niveau binnen één van de grotere federaties. De aanleiding voor deze boze mail bleek echter bij mijn blog te zitten, het was een vroeger verschenen bericht wat handelde over de tijdschriften van de desbetreffende federatie. Ik had het aangedurfd om één mening te luchten die blijkbaar hogerop niet werd gedeeld, spijtig maar we leven in een land van vrije meningsuiting. Het is niet mijn bedoeling van wie of wat dan ook te schofferen, en als mensen zich aangevallen of gekwetst voelen door wat ik op mijn blog plaats weet dan dat dit nooit zo bedoeld is, en verontschuldig ik mij daar voor. Als de artikelen over postuurvogels welke de laatste maanden verschijnen in het bewuste tijdschrift het gevolg zijn van de opmerkingen op mijn blog kan ik daar enkel maar tevreden over zijn.
Toen ik in een vroeger bericht waarschuwde voor het rode gevaar en hun landing in Normandië kon ik in de verste verte niet vermoeden dat Omaha beach hier bij mij was gelegen. Tot mijn grote verwondering bleken de little red bastardsmijn kweekkamer te verwarren met Sainte-Mere-Eglise in Normandië . In het tussenstation van kweekbak en grote vlucht kwam ik ze tegen tussen de uiteinden van de zitstokken. Direct handelen leek me aangewezen en na wat heen en weer geschuif met de kweekbakken kwam ik tot de vaststelling dat het probleem zich beperkte tot een plaattussen de twee wat grotere kweekbakken die als tussenstation dienstdoen. Alles werd direct behandeld en de vier kweekbakken uit meubelplaat werden buiten gezet om daar een gif kuur te ondergaan, na enkele dagen van observatie kon ik geen levende exemplaren meer vinden.
Wat was er nu mis gegaan? Na alles op een rijtje te hebben gezet moest ik vast stellen eigen schuld dikke bult. In de vijf jaar dat ik terug vogels kweek werd ik nog nooit geconfronteerd met deze beestjes. Als ze soms als ongewenst geschenk meekwamen van een TT konden ze het nooit harden in men kweekkamer. En dan gaat dat duiveltje op uw linker schouder zeggen dat het alleen maar bij de anderen kan gebeuren nooit bij uzelf, en men gaat dit geloven. Maar de volkswijsheid zegt dat hij wie zich onoverwinnelijk voelt het kortst bij zijn nederlaag staat. Wetende dat men elke drie maand een voorbehoedende behandeling diende te herhalen maar denkende de kweek is toch bijna gedaan en ik zal wachten om te behandelen tot het zo ver is. Dat duiveltje zal plezier hebben gehad omdat men laksheid me in de val liet lopen.
Voor ik men kweekkamer opbouwde ging ik om goede raad bij enkele liefhebbers die het klappen van de zweep kenden en paste hun aanbevelingen toe bij de opbouw. Deze handelswijze maakte het verdelgen wel een stuk eenvoudiger één van de opmerkingen was van geen vaste obstakels te plaatsen in men kweekkamer, en de muren te bekleden met gipskarton en af te werken met enkele lagen verf zodat er nergens kieren waren. Ook kasten of het nu onder- of bovenkasten zijn dienen als ideale schuilplaats om hun eieren te deponeren en enkele maanden te laten overleven, dus zijn ze hier ook niet te vinden in men volière.
Nu staat alles weer op scherp natuurlijk en zal men opgebouwde afweer waar ik vijf jaar in geloofde zijn degelijkheid moeten bewijzen. Eén maatregel heeft alvast bewezen dat hij werkt, de luizen valletjes wisten mij dag na dag te vertellen of ze er nog waren en in welke kweekbak de rode vluchtelingen zich verstopten. Ook de gebruikte bestrijdingsmiddelen bewezen hun degelijkheid, enkel van het manneke dat ze op een correcte manier moet toepassen ben ik minder tevreden, hij heeft zijn lesje natuurlijk wel geleerd. Het enige positieve aan deze rode invasie is de praktische ondervinding die ik opdeed tijdens hun bestrijding, en aangezien ik voor september of oktober een lezing ga voorbereiden handelend over het verborgen leven en de bestrijding van rode en zwarte luis(mijt) kan ik nu spreken uit ondervinding. Zo blijft het gezegde van Johan Kruifelk nadeel heb zen voordeel ook weer maar eens overeind.
PS: voor wat de zwarte luis betreft verkies ik nog lang te mogen spreken van horen zeggen, en niet uit ondervinding. Maar als ik één les heb geleerd uit deze invasie is het wel dat de luizen en de dood een gelijkenis vertonen, ze komen als een dief in de nacht en op een moment dat men ze het minst verwacht. Met deze morbide vergelijking ga ik afsluiten, en laat het laatste woord uit Jos Gijzen zijn levensverhaal komen bij leven en welzijn tot de volgende keer
Op 1 mei vieren ze in gans het land de feestdag van de arbeid, maar voor de leden van de Heikneuter staat deze dag in het teken van de viswedstrijd die recht geeft op de titel van beste visser van de club.
Op de laatste twee edities was het telkens Louis van Dessel die het laken naar zich toe wist te halen en met de eerste prijs aan de haal ging. Bij het behalen van zijn tweede kampioene titel sprak hij dat het geen twee zonder drie zou worden. Louis kondigde dan ook aan dat hij met een derde overwinning op rij zich tot keizer zou kronen dit jaar, hoe was dat weer van die beer en zijn vel?
Aan uitdagers was er geen gebrek de talrijk opgekomen leden vissers namen onder een schitterend zon tegen de klok van 14 uur de start. De vis werkte goed mee en al vlug werden de netten gevuld, bij de ene al wat meer dan bij de andere. Vissen is net als(goede) vogels kweken zo een zaak zonder exacte definitie die in de schemerzone leeft van iets meer te weten of kunnen dan de andere, van geluk of tegenslag, er zijn al dikke boeken over geschreven en men heeft het laatste woord nooit gehoord of gezegd.
Voor de bevriende vissers van BPC Antwerpen die onder leiding van hun flamboyante voorzitter de handschoen opnamen in een onderling club duel met de leden van Border&Fife was de druk nog wat groter natuurlijk.
Aan het einde van de visdag was weer iedereen tevreden met de door hem of haar gevangen vissen, niemand kreeg de naam van Bosmans toegespeeld. En voor iedereen was het weer een best amusante dag geweest.
Spijtig voor de Louis maar de keizer titel zal voor volgend jaar zijn, de overwinning ging dit jaar naar André Geeraerts met 31kg vis in het net, op de tweede plaats komen we Danny tegen en op de derde plaats Frans Van Dessel.
BESTE VISSER VAN DE CLUB KAMPIOEN VAN DE HEIKNEUTER 2014
Op 15 augustus vieren we in België het feest van half oogst, voor mij valt half oogst ergens rond begin april, dus nu zo ongeveer. Van de 200 ringen die ik bestelde zijn er 109 al verpast, en er zijn nog een 30 tal wachtende die hun aanvraag al indiende maar nog even geduld moeten oefenen in hun nestje. Als alles in de gunstige zin blijft verlopen, zullen we de kaap van 200 jonge bultjes wel ronden tegen einde mei.
Verder is hun baasje terug in de boeken gedoken, les leren en huiswerk maken geblazen, zoals vroeger al gemeld ben ik gestart met een opleiding tot keurmeester. We hebben ondertussen al een aantal dagen les mogen volgen bij Guy Bex de lesgever van dienst. Deze ervaren keurmeester en geverfd door de wol weet op een boeiende wijze ons de beginselen van het keuren bij postuurkanaries bij te brengen. Met vier aspirant keurmeesters volgen wij te Kessel op zaterdag tussen 9 en 15h zijn uiteenzettingen. Samen met Walter Optiels, Dirk Verlinden, Wannes Geerts en ikzelf zijn wij aandachtige toehoorders, ook Louis Geerts komt zijn kennis opfrissen om bij te blijven in de steeds evoluerende wereld van de postuur kanaries.
foto boven: de lesgever van dienst Guy Bex, foto onder van links naar rechts, Dirk Verlinden, Wannes Geerts, Guy Bex, ikzelf en Walter Optiels foto onder: ook Louis Geerts komt zijn kennis opfrissen.
Een soms erg
moeilijke periode in het nog jonge leven van een kanarie is de fase waarin ze
zelfstandig dienen te worden en niet meer afhankelijk zijn van de ouders. Men
kan deze stap op verschillende manieren uitvoeren en ondersteunen om het voor
de jonge kanarie zo aangenaam mogelijk te maken om deze periode tot een goed
einde te brengen.
Hoe en
wanneer dient men hier mee tebeginnen, er
zijn verschillende methodes en aan elke methode zijn voor en nadelen natuurlijk,
ik zal beschrijven hoe ik dat doe. Als de jongen +- 15 dagen oud zijn plaats ik
de nest met de jongen op de bodem van de kooi, ik zet de nest in een stuk pvc
buis van +-*10 cm hoog. Houd er wel rekening mee dat 15 dagen ouderdom een
rekbaar begrip is natuurlijk. Jongen die in de eerste dagen niet voldoende
opgroeien om welke reden dan ook zoals bv. een minder voedende pop of een groot
aantal jongen in één nest geeft men best wat langer de tijd, zo zal een jong
dat alleen in de nest zit en voorbeeldig word gevoed soms al op 14 dagen naar de bodem kunnen. Let
er vooral op dat de jongen voldoende zijnbepluimd om zich warm te kunnen houden tijdens de nacht, nu ze zonder de
lichaam warmte van de pop deze moeten overbruggen. Wacht ook niet te lang, als
de jongen 17 of 18 dagen oud zijn springen ze gegarandeerd onmiddellijk uit het
nest eens men hem op de bodem plaatst.
Zolang ze nu
in het nest blijven mogen ze ook in de kooi blijven, eens ze er uitkomen na
+-5à6 dagen gaan ze naar een baby-kooi die ik voor de kweekkooi bevestig. Hier
blijven ze nu tot ze zelfstandig eten en drinken, bij het ontdekken van wat eten
is voor de jongen gaan ze zowat alles in hun bek nemen wat ze kunnen vinden.
Dit kan gaan van een droog of nat poepje, tot de tenen van hun broertjes, ook
vertonen ze in deze periode spiegel gedrag. Ze gaan zich spiegelen aan elkaar,
als er eentje aan wat pikt gaat er minstens één andere dit nadoen. Eens ze
voldoende zelfstandig eten en drinken tegen de leeftijd van +- 28 dagen gaan ze
naar een grote kooi, ik plaats hier steeds meerdere nesten van bijna dezelfde
ouderdom samen op dezelfde dag in.Achteraf
nog jongen bijplaatsen gaat dikwijls voor problemen zorgen voor wat de
aanpassing betreft van de laatst bijgeplaatste jongen. Dit komt omdat wanneer
men jongen samen plaatst van verschillende nesten ze samen de nieuwe kooi gaan
ontdekken en er een natuurlijke hiërarchie ( een soort van pikorde) ontstaat en
ieder voor zich een stukje van de nieuwe kooi als zijn territorium zal gaan beschouwen.
Plaatst men nu na dit proces van pikorde bepalen nog een jonge vogel bij zal
deze als laagste in pikorde en de jongste van de groepzeker het kind van de rekening worden. Ze blijven nu samen tot de staart volgroeit is,
om dan weer met meerdere kooien tezamen naar een grote vlucht te verhuizen,
hier herhaald zich het proces van pikorde bepalen.
Welke
voeding kan men geven tijdens deze periode van zelfstandig worden? uiteraard
begint men met het verstrekken van het gekende en vertrouwdeeivoer eens ze in de baby-kooi zitten. Van
zodra ze hier gaan van eten stelt men ook kiemzaad ter beschikking, dit is
zachter voor de jonge vogels en ze kunnen hier op oefenen om het zaad te leren
pellen. Voorzie ook een snoepbakje gevuld met een gewone kanarie mengeling, men
staat er soms van versteld hoe snel sommigen hier gaan van eten en door spiegel
gedrag volgen de anderen. Plaats ook steeds de vertrouwde drink Fontein ter
beschikking de eerste dagen als men ze van kooi verplaatst. Kanaries zijn wel
zo goed als kleuren blind maar als zeeen klein donker groene drink fontein associëren met water en men
veranderd dit bij een verhuis plots naar een grote witte, gaan sommigen deze
niet direct herkennen als drinken. Bij
grote rassen zal ditzelfstandig
wordenwat langer duren en omslachtiger
zijn.
Het plaatsen
van de jonge vogels op de bodem van de kooi of in een baby- kooi zal er voor
zorgen dat ze sneller zelfstandig zullen zijn. Het zal zowel een kans als een
aansporing zijn om zelf hun kostje te zoeken en zal voorkomen dat sommige
jongen veel te lang blijven bedelen en het vertikken om zelf voor de kost te
zorgen. Voor alles is er een gepaste
tijd om een vaardigheid aan te leren voor de jonge kanarie, eens deze voorbij
is word het moeilijker om dit nog in te halen. Denken we maar aan fietsen of
zwemmen wie dit niet op jonge leeftijd aanleert zal het bijna nooit nog
behoorlijk onder de knie krijgen.
Tijdens deze
periode van zelfstandig worden der jongen gaat de pop indien er een man
aanwezig is aan haar tweede legsel denken. Eens ze met de bouw van een nieuw
nest gaan starten durven ze al eens de slechte gewoonte hebben van hun jongen
als nestmateriaal te gaan beschouwen. Het gevolg is dat ze soms binnen de
kortste keren de jongen gaan kaal plukken, s morgens zijn het nog donzige
bultjes entegen de middags zijn ze
klaar om aan het spit te worden gebraden. Met de door mij toegepaste methode en
de sturingvan de broed cyclus die ze
als gevolg heeft, gaat dit zich tot een uitzondering te daar gelaten niet meer
voordoen. Het is namelijk zo dat voor dat depop terug zal beginnen met een tweede nest, de jongen reeds in de
baby-kooi zitten en dejongen plukken
niet meer mogelijk is door de pop.
Nog een
laatste oproep aan alle liefhebbers die met de kweek nu bezig zijn wees op uw
hoede De Russen zijn op komst het rode leger staat klaar en bij de volgende
lente opstoot vallen ze aan, wees daar maar zeker van Nee het gaat niet over
de nakende invasie van de Krim door Rusland maar wel over de duizenden of
honderd duizenden eitjes van de bloedluis die nu gaan uitkomen, ze wachten nog
even op het uitkomen van de jonge kanaries en beginnen dan aan hunlanding in Normandië.
JONGE BULTJES OP DE BODEM VAN DE KOOI foto onder: SOMS IS DE NEST WAT LAGER PLAATSEN AL VOLDOENDE, TER INFO DIT ZIJN DE EERSTE BULTJES MET EEN DUBBELE ACHTERNAAM DE VADER IS EEN SICILIAAN DUS NOEMEN ZE "SICILIAANSE-BELGISCHE-BULTJES foto onder: VAN EEN GROTE TOEKOMST DROOMENDE BULTJE EENS ZE UIT HET NEST KOMEN GAAN ZE NAAR EEN BABY-KOOI NOG WAT HULPELOOS IN DE BABY-KOOI DEZE VOELEN ZICH AL HELEMAAL THUIS WACHTEND TOT DE MAMA HEN KOMT VOEDEREN AL SNEL WETEN ZE HET EIVOER TE VINDEN DE EERSTE STAP NAAR ZELFSTANDIG ETEN
De teller
staat weer op nul voor iedereen, het kweekseizoen en de hopelijk
voorspoedigeresultaten dat het mag
opleveren worden weer geschreven op een nieuwe en propere lei. Aan het vertrek
staan we allen gelijk het is pas bij de aankomst dat de verschillen worden
genoteerd. Elke kweek brengt weer momentenvan voor en tegenspoed, van vreugde en ontgoocheling. Ieder jaar ook
weer maken we fouten en doen we nieuwe ervaringen op. Of ik nu de meeste voldoening
haal uit het kweek- ofshow seizoen is moeilijk te zeggen maar het
is zeker dat het één soms het gevolg is van het andere. Bij de juiste
koppelingen in de kweek zal de beloning volgen op de show met mooie resultaten
als gevolg.
Ik startte
de kweek dit jaar wat vroeger om de vogels welke van het WK terug kwamen te
kunnen inschakelen als kweekvogel. Ik houd er aan om de mans welke ik meeneem
naar het WK al in broedconditie te brengen door ze een viertal weken op te lichten voor ze vertrekken. Ik doe dit om de
eenvoudige reden dat een kanarie man welke in broed conditie is zich op zijn
mooist laat zien bij de bultjes. Hij zal strak in het pak zitten en blaken van
gezondheid, en erg attent zijn voor zijnomgeving. Dit alles vertaald zich bij een bultje dat hij voor het minst
in werkhouding zal gaan staan, en zich zo groot mogelijk zal maken. Dit is niet
voor alle postuur kanarie rassen, denken
we maar aan een Gloster of Border deze gaan ook strak zitten en zich oprichten maar
gaan erg in boeten aan volume en rondingen, wat dan weer in hun nadeel zal zijn.
Op dit
moment zijn de eerste 65 bultjes van een
ring voorzien en gaan de laatkomers van de eerste ronde bijna uit het ei komen.
En dan de minpunten die er ook weer bij hoorden. Daar ik er steeds van uit ga
dat 99% van al wat mis gaat bij het kweken van kanariesde oorzaak bij de kweker zelf te vinden is ging ik op zoek waarom verschillende nestjes
enkel bestonden uit slechte eieren . Al snel kwam ik tot de vaststelling dat
een nieuw geplaatste buitenverlichting bij de buren de waarschijnlijke
boosdoener was. De buurman treft natuurlijk geen schuld, ikzelf had moeten
anticiperen en de zonneplinten van men volièreelke avond sluiten, eigen schuld dikke bult . Ook slaagde ik er weer
maar eens in om 2 mans samen te plaatsen
als koppel en één maal 2 popjes, voor wat de mans betreft moest ik vaststellen
dat het homohuwelijk bij de bultjes nog geen ingang heeft gevonden er werd dan
ook danig wat geruzied . Voor wat de popjes betreft kon ik vast stellen dat de
vrouwtjes weer maar eens het voortouw namen door vredig samen te leven als
koppel.
Men Siciliaan
hetbultje dat na het WK te Bari het
warme zuiden ruilde voor het land van zijn voorvaderen heeft reeds voor
nakomelingen gezorgd. Als vurige en strak in het pak afgelijnde Italiaanse
macho verkoos hij een mooie blonde(witte) deerne om te verleiden. Nog voor de
kindjes werden geboren kwam hij tot het besluit dat een broedende pop andere
zorgen aan haar hoofd had dan in te gaan op zijn amoureuze voorstellen, geen
nood als vurige minnaar viel hij ditmaal voor een bonte troela die nu ook weer
aan het broeden is. Bij het observeren van de nakomelingen van deze Siciliaan
stelde ik vast dat op geen enkel van de drie jongen ook maar enige dons te
vinden is? Aangezien deze man een bevedering bezit om U tegen te zeggen stel
ik mij de vraag of er een verband is tussen geen dons en een strakke bevedering
. Ik ga dit opvolgen bij deze jongen en als ook zij strak in het pak zitten en
gezegend zijn met een zeer goede bevedering, is dit misschien wel een punt om deze vogels te ontdekken met een goede
bevedering nog voor ze een bevedering bezitten?
Gekiemdezaden zijn een zegen voor de voederend
oudervogels en een weldaad voor de jongen. Ik verstrek ze dan ook in grote
getalen en verscheidenheid aan de kwekende vogels. Buiten gekiemde zadenvoegik
vanaf dit jaar ook quinoa toe aan men eivoer, quinoa is het zaad van een
grassoort en bezit een uitmuntende voedingswaardebalans. Met zijn uitgesproken noten
smaak is het zeer gelust zowel door mensen als door de vogels. Men gaat ditkiemen door het tekoken om het voor de vogels toegankelijk te
maken, dit kan op twee manieren gebeuren. Men kan het een 15 tal minuten koken
op een matig vuur zodat het gaat kiemen, in dit kookproces gaan veel vitamines en andere voedingsstoffen
verloren . Het is daarom dat ik verkies om het op een andere manier tot kiemen
te brengen enmetbehoud van bijna alle vitaminen en voedingsstoffen.
Men brengt eerst voldoende water aan de kook en voegt de quinoa toe, deze moet volledig
onder water staan en laat het geheel max 2 à 3 min verder koken. Nu zet ik het
vuur(kookplaat) uit en laat hem nog 30min
rusten in het warme water. De restwarmte van de kookplaat gaat voor het kiemen zorgen zonder dat het water
nog kookt en de vitaminen er uitgekookt worden.
Als er over
quinoa gesproken word dan klasseert men dit voor de mensen inde categorie van super food een term die
erg hip blijkt te zijn heden ten dage. Wat ik ook onder de term super food
zou durven klasseren maar dan voor de kweek van kanarie is vogelmuur dit plantje heeft zijn naam niet gestolen. Als
ik op sommige vogelsites of in boeken lees dat groenvoer voor kanaries in de kweek
uit den boze is stel ik mij de vraag of ze uit ondervinding spreken of maar wat vertellen? Verstandig
gebruik van groenvoer in de kweek of er buiten heeft nog nooit voor diarree
gezorgd bij kanaries, onverstandig gebruik, bedorven of beschimmeld groenvoer
gaat problemen geven natuurlijk.
Nu we bijna eind maart zijn is de natuur ook
weer ontwaakt, en wie goed heeft opgelet kan vaststellen dat ondanks de warme
winter temperaturen de bomen en planten zich niet hebben laten misleiden om te
vroeg bladeren te vormen. In januari kwam een geleerde professor op TV.
vertellen dat we een ecologische ramp tegemoet gingen met deze hoge
temperaturen in de winter. Nu dit niet zo blijkt te zijn hoor of zie ik geen
onheil profeten meer op TV die het einde van de beschaving aankondigen wegens
de opwarming van de aarde. Ze zijn misschien allemaal naar Amerika waar er zich
een nieuwe ijstijd aankondigde, of naar Engeland waar er een zondvloed was deze
winter.En kijk ondanks dit alles
bloeien de bomen gewoon zo als altijd einde maart. Ik kan van uit men boerenverstand deze professor
gerust stellen en vertellen dat de natuur niet reageert op temperatuur alleen.
De ecologische klok van mens, dier of plant reageert op het beschikbaar aantal
uren licht per dag net als onze kanaries. Men mag kanaries winter en zomer op
een temperatuur huisvesten van 25°c als men ze niet bij lichtzullen ze pas tegen half maart starten met de
kweek als de dag voldoende lang is om hun jongen voldoende te kunnen voeden om
de nacht door te komen
QUINOA IS SUPER FOOD SUPER FOOD UIT DE TUIN VOGELMUUR DE SPHYNX BULTJES UIT MEN SICILIAAN(SPHYNX IS EEN NAAKT KAT) OOK BIJ MEN ANDERE JONGEN IS ER VERSCHIL IN VEEL OF BIJNA GEEN DONS? ER KAN ER MAAR EEN DE MOOISTE ZIJN "VIER BRUINTJES" KIEMZADEN ZIJN SUPER FOOD VOOR KANARIES IN DE KWEEK
Voor de
liefhebbers van de Belgische Bult en bij uitbreiding de liefhebber van de
postuur kanarie in het algemeen kan ik melden dat de populariteit nog steeds in
stijgende lijn gaat. Wat maakt nu dat een bepaalde soort erg populair is of
niet? Als we even de twee meest gekweekte postuurkanarie rassen Gloster en Fife Fancy van naderbij bekijken stellen we vast dat ze
een paar raakpunten bezitten. In de eerste plaats zijn ze inprijs en aantallen zeer toegankelijk voor
iedereen, op elke beurs of vogelverkoop komt men ze in grote aantallen tegen.
Wat de prijs betreft is deze voor niemand een struikelblok om er zich aan te
schaffen, en wie een beetje uit zijn ogen kijkt komt voor een schappelijke
prijs al behoorlijke kwaliteit tegen. Ook hun kwaliteiten als kweekvogels zijn
voldoende gekend en geroemd, zodat het nageslacht verzekerd is. Niets zo
makkelijk als het kweken van Fife Fancy hoort men al eens verkondigen en op
veel plaatsen doen ze dienst als onderleggers. De Gloster bekoord dan weer met
zijn uiterlijk, een bieteltje of Jommeke willen ze allemaal wel in hun volière.
Tot daar de platgetreden paden die we nugaan verlaten, een exemplaar met goede
kwaliteiten als show of TT vogel kweken bij Gloster of Fife is net zo moeilijk
als bij de Borders, Cresten of Bultjes. Het verschil zit hem daar dat deze laatste
minder worden aangeboden en sommige enorm duur zijn bij aanschaf, ook de
slechte faam die ze meedragen als kweekvogel pleit niet in hun voordeel. Maar
is dit wel altijd zo dat het slechte kweek vogels zijn? En heeft dit altijd wel
te maken met een bepaald ras? We kunnen er van uit gaan dat grote of zwaar bevederde
rassen zoals Norwich en Yorkshire wat
moeilijker aan kweken toe komen en minder jongen per nest opleveren. Minder
jongen per nest kan een van de factoren zijn die de hogere prijs verantwoord.
In een vorig stukje vermelde ik reeds het verschil tussen de prijs en de waarde
van een kanarie.
Het is ook
zo dat de prijs van een postuurvogel het succes of populariteit van een gans
ras kan beïnvloeden, denken we hier maar aan de hoge prijzen die heden worden
gevraagd voor de Yorkshire, A.G.I. of Parijse frise. Deze hoge prijs is een mes
dat langs twee zijden snijd, langs de zijde van de liefhebber die met één van
deze rassen wenst te starten is de hoge investering vaak een domper op de vreugde.
Men komt A.G.I. of Parijse frisedan ook
niet vaak meer tegen op een show. Langs de kant van de liefhebber kweker die ze
reeds bezit komt deze hoge prijs goed uit om soms dure investeringen in
aangekochte vogels wat te verzachten.
De Yorkshire is dan nog een ander verhaal, de hoge prijzen
die de opkopers vogelhandelaars hedenbieden heeftvoor een boem effect
gezorgd.De liefhebbers die Yorkshire kweken zijn aanzienlijk toegenomen maar de
kwaliteit van de aangeboden vogels is bij deze evenredig afgenomen. Op korte
termijn kan men van een succes spreken voor het aantal gekweekte exemplaren en
liefhebbers, het is maar de vraag of op lange termijn dit ten goede gaat komen
aan de gekweekte kwaliteit en het ras. Vandaag stel ik vast dat men bijna geen Yorkshire
meer tegen komt op de show, zo was er te
Roeselare op de Gouden ring show geen enkele Yorkshire aanwezig. Daar waar België tot enkele jaren
geledensteedsmedailles wist te behalen op het WK met dit
ras was er dit jaargeen enkele
BelgischeYorkshire meer aanwezig op het WK. te Bari?
De
prijs van een vogel bepaald de verkoper of opkoper en de waarde bepaald de
koper, weinigen is het gegeven om met vogels van bij de opkoper te starten en
na enkele jaren te concurreren met gevestigde waarden van het ras. Beter is men
af door te starten met vogels welke men aanschaft bij bekende kwekers van een
ras. Laat u niet afschrikken door de soms wilde verhalen over de gevraagde
prijzen, of dat men bij deze mensen onmogelijk vogels kan bekomen, gewoon
vragen volstaat meestal en de prijzen vallen gewoonlijk voor het geboden best
mee.
Voor
de juiste prijs van een kanarie kan men best langs gaan bij de opkoper of bij
een erkende vogelhandelaar. Deze mensen hechten enkel belang aan de pure
commerciële waarde van de aangeboden kanaries, al naar gelangvraag en aanbod kan de prijs lichtjes variëren.Voor deze mensen is het doel om winst te
maken door export of verder verkoop van de aangeboden vogels.
Voor
ons liefhebbers gaat het niet zo zeer om de prijs van de vogel maar vooral om
de waarde van een bijgehaalde kanarie. Wie zich enkel richt op de prijs van de
vogel en voorbijgaat aan de waarde koopt steeds te duur, wie zich richt op de
meerwaarde van een vogel voor zijn bestandkomt er steeds goedkoop van af. Eens men over een eigen vogelbestand van
enige omvang beschikt en een selectie kan doorvoeren onder zijn jonge vogels
zal men op zoek gaan om dat bij te halen wat men nog mist om zijn bestand een
trapje hoger te tillen. Hoe hoger de kwaliteit van uw eigen bestand hoe
moeilijker het word om nog vogels te vinden welke een meerwaarde bieden bij
inbreng in uw vogelbestand.
Aan
de hand van wat kan men nu bepalen of een vogel welke men wenst aan te kopen
een meerwaarde kan bieden voor ons bestand? Als men koopt bij een grote naam in
een bepaalde soort of ras moet dit wel een vogel zijn met meerwaarde hoort men
wel eens verkondigen. Neem het van mij aan dat net als iedereen deze betere
kwekers ook niet allemaal super vogels kweken laat staan dat ze deze al zouden
verkopen.
Het
is altijd makkelijk als de waarde van een vogel al bepaald is zonder dat men
dit zelf hoeft te doen en dan nog door erkende keurmeesters. Al te vaak worden
er op de shows punten gekocht, wat men thuis of op de beurs niet aan de
straatstenen kan slijten heeft plots een meerwaarde als er punten opstaan. De
slimste gaan als volgt te werk, men neemt deel aan een van de laatste
plaatselijke TT ergens rond kerstmis( vooral gekend voor de milde toekenning
van punten)Ze nemen enkel vogels mee
welke voorbestemd zijn voor de verkoop, al wat nu maar enigszins wat punten
weet te behalen verdubbeld in prijs(niet in waarde). Als zoete broodjes
wisselen hier elk jaar tientallen vogels van eigenaar, de slimme verkoper is te
vrede en de naïeve koper kan uitpakken met een vogel van 90 of 91p. Wat mij
hier altijd aan verwonderd is dat de keurmeesters bij het beoordelen van vogels
die de kopers zelf inzenden maar al te vaak worden verweten van volkomen
onbekwaam te zijn, maar men gaat wel af op het oordeel van deze zelfde keurmeester
als men een vogel kan aanschaffen van 90 of 91p.
Nog
een vb. uit de praktijk, bij een bezoek aan een liefhebber met doel om zich
versterking aan te schaffen zitten de vogels welke weg mogen opgedeeld in twee
kooien met elk een verschillende prijs. In een derde kooi zitten enkel
topvogels welke natuurlijk niet weg mogen? De koper monstert de koopwaar en
komt uiteindelijk bij de kooi uit van de topvogels welke niet weg mogen, na
enig aandringen van de koper gaat de verkoper door de knieën. De koper denkt
dat hij (zij het wel voor een wat te hoge prijs )een topvogel heeft kunnen meenemen maar weet
niet dat er ook een paar lokvogels tussen zaten die met opzet daar werden
tussengeplaatst door de verkoper en eigenlijk niet beter zijn dan deze uit de
goedkoopste kooi.
Om
dit alles te voorkomen is het van het grootste belang dat men weet wat er dient
ingebracht te worden om te evolueren naar betere vogels. Zoek ook steeds naar
kweekvogels als men versterking nodig denkt te hebben, en ga ook op zoek in uw
eigen bestand naar kweekvogels, deze zien er soms gans anders uit dan show
vogels. Als men de kans heeft om ervaren
liefhebbers aan het woord te horen, vraag dan steeds hoe zij hun kweekkoppels
samenstellen om tot goede show vogels te komen. Als men het geluk heeft van op
bezoek te mogen gaan bij een van de betere kwekers vraag dan steeds om de
kweekvogels eens te mogen zien. Geef uw ogen hier de kost en denk vooral niet in
termen van de standaard voor de show vogel, maar zoek vooral naar de kenmerken
waarin ze verschillen van de showvogels, in dit verschil zit de sleutel
verborgen van het succes van deze betere liefhebber. In al men onervarenheid
weet ik wel zeker dat een kampioen zelfs een wereldkampioen per definitie niet
de kwaliteiten hoeft te bezitten van een goede kweekvogel. Of om het met een
voorbeeld uit men werkverleden te duiden, men maakt de kleur oranje uit de
samenvoeging van rood en geel, wel nu de showvogel kampioen is de oranje kleur
en de kweekvogels zijn rood en geel. Wie nu met oranje vertrekt mag bijmengen
wat hij wil nooit zal hij het zelfde resultaat bekomen dan met rood en geel.
Voor
wat men bultjes betreft bestaat rood uit een grote zware man met een volle
dikke romp met wat houding als het kan maar het hoeft niet echt, en geel is een fijn slank popje met een perfecte
houding en bevedering ze gaan geen van beiden hoge ogen gooien op de show maar
onder hun nakomelingen bestaat de kans dat het bijna perfecte oranje tevoorschijn
komt.
Van een reis
naar het Italiaanse Bari thuiskomen met een Spaanse griep, na een week
uitzieken zijn we weer bijna de oude. De bultjes waren al bijna één week weg
naar het WK toen we op donderdag morgend 23 Januari besloten om hen achterna te
reizen. Als blue voor wat betreft luchthavens dacht ik dat men collegas
reisgenoten me een poets probeerden te bakken toen ze me verwittigden dat aan
de incheck schoenen en broekriem uit moesten, maar niets was minder waar en na
driemaal opnieuw kon ik door zonder schoenen en men broek ophoudend met de
hand. De vlucht verliep vlot en het hotel was OK, op vrijdag morgend brachten
we een eerste bezoek aan de Fiera del Levante. Met de chaos voor ogen aan de
inkom van het WK te Hasselt werden we aangenaam verrast dat de toeloop aan het
loket best meeviel. Met max 60à70 mensen die stonden aan te schuiven leek ons
dit een hapklaar brokje om binnen te komen, was dit even zonder de waard
gerekend.
Uiteindelijk
geraakten we dan toch binnen in dit mooi nieuw complex geen grote luxe maar
alles aanwezig en de zaklampen waren dit keer niet nodig er was voldoende
licht. Het bezoekersaantalvrijdag was
miniem op zaterdag was het iets drukker maar zeker geen overhoop aan volk. De
commerciële standen waren aanwezig maar ze beleefden een zwak WK denk ik als ik
de belangstelling monsterde. Op vrijdag was de al niet grote verkoop klasse
nauwelijks bevolkt door particulieren, de zaterdag was wat beter maar zeker
geen overhoop. Wat wel voldoende aanwezig was tijdens de show was de bewaking
en dit door professionele mensen, dus de verhalen van pas maar op daar in het
zuiden zijn volkomen uit de lucht gegrepen.
En dan het
belangrijkste op een WK de vogels en voor mij op de eerste plaats de bultjes,
ik begaf me tussen de rekken waar de postuurvogels werden uitgestald en zocht
naar de bultjes. Al snel had ik ze gevonden en al na een paar kooien bliksemde
een bont vogeltje me van de sokken, ik ben er het ganse WK niet goed van
geweest. Ik las de naam van ene Montalto Giuseppe op het etiketen die naam zei me wel iets maar ik kon hem
niet direct plaatsen. VTM. Kleurt je dag, wel deze man zijn bultjes kleurde
mijn WK. Dat het thuisvoordeel en het eraan verbonden chauvinisme bij de
Italiaanse keurmeesters al weleens zal
mede bepaald hebben wie het uiteindelijk haalde is niet uit te sluiten
natuurlijk. Bij de bultjes was op een punt en komma na de uitslag een juiste weergave
van de aanwezige kwaliteit bij de Italiaanse vogels. Tegen zoveel geweld
vanwege de Italiaanse inzenders vielen onze bultjes een beetje licht uit, enkel
de echte klasbakken konden een graantje mee pikken. Zo was er voor Dirk Leerman
een bronzen medaille weggelegd in stam en individueel in de reeks van de zwaar
bonte, en behaalde Marc De Keyser eveneens een bronzen medailles inde reeks van de enkelingen gepigmenteerd.
In de rand
van het gebeuren bij de bultjes was er nog een mooi voorval wat me overkwam.
Zoals ik al vermelde was het een bont bultje van ene Montalto Giuseppe dat de bliksem
deed inslagen bij mij, moet ge niet vragen hoe graag ik van deze liefhebber
iets wou om men bestand en bevedering te verbeteren. Na de nodige info
aangaande deze liefhebber leek het mij bijna ondoenbaar om hier iets van mee te
nemen naar België om men bestand te versterken. Groot was dan ook men
verwondering dat Marc De Keyser in de namiddag met de vraag kwam of een
Italiaanse liefhebber een bultje van mij kon bekomen, en wie denkt je dat dit
was? Juist jaMontalto Giuseppe. Na wat
onderhandelen dat moest gebeuren via Marc(waarvoor dank) die vloeiend het
Italiaans spreekt en een nachtje slapen
kwamen we tot een vergelijk en verwisselden een bultje, dus nu zit er een
Siciliaan hier bij mij en woont een bultje van mij in Sicilië. Met mijn vier
bultjes welke aanwezig waren te Bari behaalde ik 3x 89P en één maal 90P wat
zeker geen totale afgang is maar naar de toekomst toe moet dit beter kunnen
denk ik.
Zo een
buitenlands WK zorgt voor een ietwat speciale sfeer kon ik ondervinden, ver van
huis en toch vertrouwde gezichten die men ontmoet. Het is vooral door en met
deze vertrouwde mensen om u heen dat er een beleving plaatsvind die boven het
gewone uitgroeit.
Ook de
aanwezige leden van de Heikneuter te Bari wisten mooie resultaten neer te
zetten zo zorgde het duo Winkelmans Torfsbij de bordersmet twee wereldtitels
en één zilveren medailles voor een knalprestatie maar we hadden nu ook niet
minder verwacht hoor. En wat te denken van het duo Vercammen- Schoovaerts die
met drie gouden en drie zilveren medailles huiswaarts keerden. Verder was er
nog een zilveren medaille voor Pelgrims Dirk met Fife Fancy en een bronzen
medaille met Irich Fancy voor Werner Van Dessel. Ook was er voor Nestor Dennis
een bronzen medaille weggelegd met zijn Berners, Dennis is ook de persoon die
er als begeleider van de postuurvogelszorg voor draagt dat onze postuurkanaries met een zuiver staartje en
pootjes in hun kooi terechtkomen opeen
WK om hun kansen te kunnen verdedigen.
Voor wat mij betreft was dit WK een meevaller en
zal er al veel moeten gebeuren in de toekomst voor ik terug zal afhaken. Dit is
het podium waar ik ga proberen op te klimmen om mijn liedjevroeg of laat eens te mogen zingen. En als
men in Italië er nu van uitgaat dat onze nationale trots deBelgische Bult, maar moet geannexeerd worden
tot Italiaanse bult zoals sommigen op Facebook suggereren dan zullen we met
alle Belgische vrienden van de bult voor tegengewicht proberen te zorgen in de
volgende jaren.
Dit bultje bezorgde mij één slaapeloze nacht spijtig dat ik dit niet mee naar Belgie kon nemen maar wel een broertje hiervan Dit bultje wist de aandacht te trekken van Montalto en woont nu op Sicilié De stam van Dirk Pelgrims die zilver behaalde (blauwe vogels) De bronzen Berner van Nestor Dennis De bronzen Irich Fancy van Werner Van Dessel De zaal van boven gezien Een van de gouden Glosters van René en Lucien Voor de vijfde maal na elkaar goud op een WK getekend Willy en Maurice De stand van de Belgische afvaardeging met Nestor Dennis
Nu het
nieuwe jaar reeds een paar dagen oud is komt de kweek 2014 al snel om het
hoekje kijken. De vroege vogels(kwekers) zijn al bezig met het bijlichten van
de kweekvogels, de voorstanders van een vroege kweek bejubelen deze werkwijze
de tegenstanders vergruizen hem. Voor wat mezelf betreft behoor ik tot de
vroege vogels en aldus zitten de kweekvogels op vandaag aan een daglengte van
12 uur.
Het kweken
en tentoonstellen met kanaries is een zeer vluchtig gegeven, men moet elk jaar
zijn TT bestand vernieuwen aangezien het hele gebeuren rond de jonge vogels
draait. Zo ook de kweekvogels moeten snel resultaten neerzetten, een popje kan
3à4 jaardiensten bewijzen als
kweekvogel, voor een man kan dit iets langer duren tot 5à6 jaar. Als ik mijn
eigen bestandeens na zie stel ik vast
dat er nog 2 vogels met jaartal 2009 tussen zitten en een 4 tal van 2010. Op
een totaal van +- 100 kweekvogelsbevinden er zich ongeveer 50% jonge vogels de rest is van 2011 en 2012.
Wat zeker
van belang is en waar men niet al te veel over zal horen of lezen is dat de
jonge vogels welke snel uitgroeien een voordeel bezitten als TT vogel. Het spreekwoord
vroeg rijp rap rot gaat niet op voor sommige rassen waaronder men bultjes,
aangezien hoe sneller ze uitgroeien hoe meer volume ze zullen bezitten. Een
vogel welke na zijn jeugdrui bijna volledig is uitgegroeid is voor de show
beter dan deze welke pas als overjaarse vogel zijn volle uitgroei kent. Het
zijn als het ware de mannen die op hun 14 jaar reeds elke morgend voor de
spiegel staan en zich moeten scheren of de meisjes welke op hun 12 jaar al
voorzien zijn van redelijke attributen die we nodig hebben onder onze TT
vogels.
Vroege kweek
vraagt niet meer of niet minder inspanning van de vogels als late kweek, op
voorwaarde dat ze voldoende oud zijn natuurlijk. De kweek kamer moet wel
voorzien zijn op een vroege kweek, zo moet licht(min 14 uur) warmte(min 13°C)
en vochtigheid(max 70%) in orde zijn anders vraagt men om moeilijkheden.
Nu mijn startjaren
voorbij zijn en vogels welke ik aankocht om mee te beginnen uit men bestand
bijna allen zijn verdwenen, is het aan mij om de juiste vogels samen te
brengen. Men koopt vogels aan gekweekt door ervaren liefhebbers, in deze vogels
komt er een stuk ervaring mee van deze liefhebbers. De jaren dat men met aangekochte
vogels kweekt teert men nog op deze ervaring, maar hoe meer men met eigen
gekweekte vogels gaat verdergaan verdwijnt deze ervaring. Het is nu de kunst en
de kennis om de verloren kwaliteiten welke de aangekochte vogels meebrachten in
te ruilen door eigen ervaring en kennis. Makkelijker gezegd dan gedaan wees
daar maar zeker van, hoe dikwijls niet koopt men goede vogels aan en zit men
3a4 jaar later met een bestand dat kwalitatief minder is dan men aankocht. De verklarende
uitleg die ik dan al eens opvang is ik zen der door gekweekt men koopt dan
weer wat vogels aan en is terug vertrokken voor 2a3 jaar. Hierbij zit er fundamenteel iets fout en werkt
men veelal met een beperkende factor. Men moet er van uitgaan dat deze
werkwijze beperkt is door de kwaliteit van de aangekochte vogels aangezien men
bijna nooit topkweekvogels kan aankopen, deze moet men zelf proberen te kweken.
Moet men dan nooit wat bijkopen? Toch wel maar
dan enkel als men merkelijk betere vogels kan op de kop tikken dan wat men zelf
in zijn bestand heeft, of men koopt een onderdeel dat men zelf mist in zijn
bestand. Bv men bezit vogels met alles er op en er aan maar de koppen zijn te
zwaar, wel dan koopt men vogels aan met zeer lichte koppen die voor de rest wat
minder zijn van kwaliteit. Deze zullen niet zo prijzig zijn dan de super
kampioen met een lichte kop en ook makkelijker te koop. Men gaat misschien bij
het inbrengen van deze vogels wel aan kwaliteit inboeten en twee stappen terug
zetten, maar als men de beste exemplaren met de lichtste koppen telkens weer
inbrengt gaat men op termijn betere vogels bekomen.
Wat dit
nieuwe jaar zal brengen staat nog in de sterren geschreven, het zal voor mij er
wel enigszins anders gaan uitzien dan de vorige. Voor de kweek zal er niet veel
veranderen maar het deelnemen aan shows zal er anders uitzien. Het zal ook niet
meer enkel BPC gericht zijn, ook zullen het er minder zijn dan voorheen
aangezien ik een aantal zaterdagen belet zal zijn door men poging om de kennis
van de keurmeesters te doorgronden. Of
dit wat zal worden is nog af te wachten het zal er op aankomen om de nodige
motivatie te vinden. Ik moet nu wel stellen dat hoe meer ik mij verdiep in deze
materie hoe boeiender ze is. Een eerste vaststelling bij het verwerken van wat
technische bagage is dat alleen al in België de standaarden niet dezelfde zijn bij de
verschillende federaties. Soms zijn het verschillende interpretaties of
omschrijvingenvan een zelfde onderdeel.
Maar soms is het ook fundamenteelhet
tegengestelde, wat te denken anders van bv. een staart die hier relatief breed moet zijn en daar dan
weer smal moet zijn? Of wat denkt u van
deze, als liefhebber vertoevend tussen echte border en fife fancy kweekers
aanhoorde ik menigmaal de discussie over de hoge poten bij deze rassen, welke in wezen dezelfde moeten zijn. Het
verwonderde mij dan ook dat in de standaard voor border en fife fancy niet
dezelfde omschrijving voorkomt als het op deze poten aankomt. Voor de border
vraagt men voldoende lange poten met zichtbare dijen, voor de fife fancy dan weer dat de korte billen gedeeltelijk
zichtbaar zijn en poten van middelmatige lengte. Wel om twee maal hetzelfde te
vertellen met zoveel verschillende woorden en ruimte voor interpretatie, daar
moet over nagedacht zijn denk ik dan. Ja
ja dat zijn leuke dingen voor de mensen.
KWEKEN MET KANARIESE De kweekkamer en de omgevingsfactoren
1 Een goede verluchting / geen tocht
2 luchtvochtigheid tussen 60 en 70 % max
3 temperatuur tussen 15 en 18°Cmin. schommelingen
4
aantal lichturen van min 14 uur
5 vrij van parasieten en ongedierte( muizen, ratten, vliegen, muggen) Eerst hokken en omgeving reinigen en ontsmetten: bv Virkon-S, Dettol, Javel, F10
Daarna nestkommen en omgeving behandelen voor uitwendige parasieten zoals rode bloedmijt: - BYEMITE: 4 ml per liter voor de omgeving (zie flacon) - CARBARYLPOEDER: rechtstreeks in de nesten of zelfs op vogels te gebruiken
Taktic is een vloeistof voor uitwendige bestrijding van schurftmijten en luizen bij runderen en varkens. Dit middel is werkzaam tegen zwarte luis ?
Zondag morgend bracht ik een bezoek aan de oktober
hallen te Wieze, hier vond het 51e Nationaal Kampioenschap voor
Kleur, Sier en Roofvogels K.B.O.F plaats. Voor een eerste bezoek was ik
benieuwd naar de hoe en wat van dit gebeuren. Zoals verwacht op een zondag
morgend was het vrij rustig in de zaal zodat ik al de tijd en ruimte had om het
gebeuren te monsteren. Voor wat de zaal betreft valt het best mee, hij voldoet
voor deze inrichting, geen super modern complex maar dat hoeft ook niet met de
hoge prijzen van nu. Met 4500 deelnemende vogels van 220 verschillende
liefhebbers was er een goede opkomst, ook de verkoop klasse was voldoende
gevuld. Met de cataloog was het wel even worstelen voor ik de klepel wist te
vinden, maar dat kan aan het ventje te wijten zijn ook.
Er waren ook een aantal commerciële standen aanwezig
van de grotere merken voor vogelvoeders en benodigdheden verder ook nog wat
standen van speciaal clubs met strekking K.B.O.F. De verlichting was voldoende
krachtig om de vogels te kunnen beoordelen. Over de vogels zelf of beter gezegd
de aanwezige kwaliteit kan ik enkel maar oordelen over de sectie
postuurkanaries en dan nog enkel maar over de bultjes. Aangezien er in de
gewone show geen bultjes aanwezig waren was ik wel een beetje ontgoocheld, bij
de sectie voorbehouden aan de keurmeester kon ik er wel een paar bewonderen. Natuurlijk
ga ik niet enkel voor de bultjes, ook de andere rassen trekken mijn aandacht en
zijn goed studie materiaal voor de toekomst.
De sectie postuurkanaries was eerder van beperkte
omvang de Scotch Fancy, Fife Fancy en de Gloster voerden de hoofdtoon bij de
aanwezige vogels. Bij de kleur kanaries zijn het vooral de vetstof kleurige die
voorde zwaarste reeksen zorgen, ook de klassieke
kleuren gepigmenteerd zijn redelijk bevolkt met vogels. Verder zijn er nog de
reeksen met de nieuwe kleuren die bevolkt
worden door enkele vogels met namen die bijna exotisch klinken.
Bij de parkieten zijn de kleurgrasparkieten talrijk
aanwezig, de Engelse grasparkiet is ook aanwezig maar opgedeeld in zoveel
reeksen dat er gemiddeld maar 5a6 vogels in een reeks voorkomen. Verder zijn er
nog allerhande grote en kleine parkieten te bewonderen in de meest fascie
kleuren en vormen. Bij de Europese vogels trekken dan weer de prachtige
kleurmutaties de aandacht, ik bewonder de liefhebbers die er in slagen om met
deze vogels te kweken. Bij de exoten zijn het de zebravinken die in allerhande
kleurschakeringen aanwezig zijn. Ook bij de hybriden of kruisingen zijn er
prachtige vogels te zien vooral deze met goudvink en distelvink zijn juweeltjes
om zien. Ook bij de duiven en hoenders nam ik een kijkje deze kan men niet
enkel zien maar ook ander zintuigen worden hier geprikkeld.
Al vlug was het middag en na een tas koffie en een
goede babbel met Tomas Hernandez keerde ik huiswaarts.
Zaterdag waren we met de bultjes weer eens te gast
in zaal tHelleke te Stekene, altijd een show om naar uit te zien. Ook nu
weer was het kwaliteit troef op deze show, de beste bultjes uit België en
Nederland kon men hier bewonderen. Ditmaal wist België bij monde van Dirk
Leerman het laken naar zich toe te halen met eerste en tweede best in show, maar Nederland was niet ver weg
hier zorgde Dick Van Brenk met derde best in show voor. Dick was met voorsprong
de beste in het eerste deel van het seizoen, denken we maar aan Lichtervelde,
Antwerpen en Meijelwaar zijn vogels
overtuigend met de prijzen aan de haal gingen. Maar zoals het een groot
kampioen behoord wist Dirk de kloof te dichten, in Roeselare kon men
vaststellen dat zijn vogels de wat latere start hadden verteerd. Indien zijn
vogels deze conditie tot Bari kunnen aanhouden gaan ze er rekening moeten mee
houden als het goud daar word verdeeld.
Het voorwoord
in de cataloog verwijst naar hun
doelstellingen met name kwekers, exposanten, liefhebbers en sympathisanten
samenbrengen van het ras. Het is dan ook de plaats bij uitstek om als bulten
liefhebber aanwezig te zijn, men kan hier netwerken en veel bij leren over het ras.
De beste manier om iets op te steken over uw vogels is enkele in te schrijven
voor deelname. Men gaat de show misschien niet winnen bij een eerste deelname,
maar uw vogels zien zitten naast die van andere liefhebbers is de eerste
vereiste om de gebreken of kwaliteiten te kunnen inschatten. Wie zich zelve dan
niet verliest in de dooddoener van de keurmeester kent er niets van of hij keurt
ringen en doet aan vriendjes politiek kan veel bijleren over zijn vogels. En
als men niet het verwachte resultaat behaald, mag of beter nog moet er onvrede zijn. Onvrede
is namelijk de eerste vereiste om vooruitgang te boeken, en de motivatie te
vinden om beter proberen te doen.
Voor wat mezelf betreft vind ik deze speciaal shows
de uitgelezen plaats waar ik men voorliefde voor kleurtjes kan benutten,
aangezien ze hier elk in een eigen reeks uitkomen. Zo wist ik drie maal als
eerste te eindigen in deze kleinere reeksen en werden 9 van de 10 vogels welke
ik inschreef geplaatst, de tiende welke niet geplaatst was kwam uit in de
grootste reeks zijnde de volledig gele. Dit 10de bultje was ter
vergelijking met de echte toppers om te zien waar er nog werk aan de winkel is
en er verbetering mogelijk is.
Met +- 230 aanwezige bultjes kan men van een goede
show spreken en de deelnemers werden beloond met een doos eivoer(4kg), de
kooien van de reeks winnaars werden versierd met een mooie rozet in de kleuren
van de Belgische vlag. Rozetten, bekers en posturenkleedden de show aan en geven er meer glans
aan. Verder was er ook nog een grote fles bulten bier per reeks winnaar, wat
dan weer werd gesmaakt door het baasje.
Voor de twee
speciaal shows voor Belgische bultjes, Spy en Stekene hoop ik dat ze de mensen
blijven vinden met de nodige motivatie om verder te doen in de komende jaren.
Naar ik verneem gaat BPC Luik de datum van hun show veranderen wat mij wel goed
uitkomt, tot nu toe kon ik wegens omstandigheden nooit aanwezig zijn. Het zou
erg te noemen zijn als de streek waar de Belgische bult ons werd terug geven
door de heer Joseph Watrin op termijn
geen show meer kon aanbieden door te weinig interesse vanwege de liefhebbers.
En zo sluit het show seizoen van 2013 voor men
bultjes de deuren, nog vier gelukkigen onder hen mogen een buitenlands tripje
maken ze gaan naar het WK te Bari. Het baasje gaat ze daar dan bewonderen om te
kunnen inschatten hoeveel beter die anderen nog wel zijn, ik zal naar alle
waarschijnlijkheid in onvrede terug komen, maar onvrede is
BEST IN SHOW EEN GROEN BULTJE VAN DIRK LEERMAN DERDE BEST IN SHOW DICK VAN BRENK DE PRIJZENTAFEL EEN INDRUK UIT DE ZAAL He is simply the best better than all the rest DIRK LEERMAN RAF LIBBRECHT ZORGDE VOOR EEN AANDENKEN VOOR PATRICE DE PAEMELAERE EN GIOVANNI LO VERSO DE KEURMEESTERS VAN DE SHOW OOK VOOR DE VERST KOMENDE DEELNEMER DE HEER H. WIJBENGA UIT TWIJZEL NEDERLAND WAS ER EEN AANDENKEN GESCHONKEN DOOR DE HEER LIBBRECHT DE DEELNEMERS VAN LINKS NAAR RECHTS: CHRISTIAN GAMBART, GIOVANNI LO VERSO, CARLO VANSWIJGENHOVEN met achter hem FREDDY GRESSENS, WIM HOFMAN, GINO PARDON, RAF LIBBRECHT, BART DUPONT, DIRK LEERMAN, DIRK PELGRIMS, ALEX BEYLEMANS, MARC DE KEYSER, MILO ANNEMANS, zittend achter tafel DOMENICO LO VETERE, THIERRY VINCKEN, H WIJBENGA.
Na een volle maand relatieve rust voor de bultjes
moesten ze terug aan de bak, de plaats van afspraak situeerde zich dit maal in
Roeselare. In de hallen van EXPO-SCHIERVELDE was er de 21e Gouden
Ring Show welke hier plaatsvond, en men bultjes tekenden voor aanwezigheid. Het
is voor België op gebied van meerdaagse
shows de grootste in zijn soort, wat Reggio Emilia is voor Italië is de Gouden
ring show voor België
De organisatie is een samenwerking tussen
verschillende strekkingen uit de vogelwereld, bijna al de speciaal clubs uit West
Vlaanderen participeren in dit gebeuren. Een mooi voorbeeld van hoe men door
samenwerking over de grenzen heen van zijn eigen beperkingen tot een groots gezamenlijk
gebeuren kan komen. De inrichters werden beloond met de deelname van +- 5789
vogels van allerlei pluimage, gaande van roofvogels over parkieten tot de
kleinste exoten. Door de deelname van B.P.C. West-Vlaanderen zijn ook de
postuurkanaries hier aanwezig, met 1404 deelnemende postuurkanaries
vertegenwoordigen zij iets minder dan 1/4 van het totaal aantal vogels aanwezig
op deze show
Op de zaterdag
morgend zakken van uit de ons omringende landen duizendsten liefhebbers en
kandidaat kopers af om zich te versterken met vogels van onze Belgische
topkwekers. Op de parking komen 10 tallen touringcars toe afgeladen vol met
bezoekers, vanuit Engeland komen bezoekers die intekenden voor een meerdaagse
reis met als hoofddoel een bezoek aan deze show. In de verkoophal kan men over
de koppen lopen en menig liefhebber loopt er zenuwachtig bij denkend dat hij de
aankoop van zijn leven gaat mis lopen. Hoeveel vogels er van eigenaar zijn
gewisseld is niet bij benadering te schatten maar het loopt in de tien
duizenden. Hier kan deliefhebber een klein deeltje recupereren van
de gemaakte kosten bij het kweken en verzorgen van zijn vogels gedurende het
jaar.
In de sectie E- postuurkanaries noteerden de
inrichters +- 200 vogels meer dan vorig
jaar, met 1404 postuurvogels gaan ze de goede richting uit. Naast de vaste
toppers welke reeds jaren kind aan huis zijn op deze show ook een aantal nieuwe
of wederkerende grote namen dit jaar.Enkele grootmeesters hadden besloten om hun topvogels te laten
schitterenop dit groots podium met
internationale uitstraling dat hen word aangeboden door de inrichters. Is het
niet zo, dat om het met Sven Nijs zijn woorden te zeggen de vaandeldragers in
een sport of hobby de morele verplichting hebben om dezeuit te dragen en als ambassadeurs aanwezig te
zijn op grootse evenementen?
Het doet me als postuurkanarie liefhebber dan ook
een enorm genoegen dat de strijd om de gouden pin (zijnde de hoogst mogelijke
haalbare plaats) word beslecht door alleen maar postuurvogels. Met deze is de
kwakkel welke nu al jaren in de catacomben van deze show door de criticasters
voor waarheid word versleten ontkracht, en stel ik vast dat iedereen kan
winnen. Natuurlijk is de winnaarDirk
Leerman niet iedereen hij slaagt er nu al jaren in om op een zeer hoog niveau
te presteren met zijn vogels. Op de tweede plaats voor de Gouden Pin vinden we
het duo Vercammen-Schoovaerts, als men over Glosters praat waar ook ter wereld
zal de naam van René Vercammen nooit ver weg zijn.
Met 13 bultjes zakte ik op woensdag af naar
Roeselare bij men aankomst op de ruime parking en het uitladen van de vogels
kon ik al vaststellen dat deze show van een hoger niveau is dan al de anderen.
Geen gesleep met kooien over soms welhonderden meters hier, men kan uitladen in de directe omgeving van de
ingang en de helpers staan klaar met de nodige karren en zorgen voor transport
naar de inkorf tafels. Een zee van ruimte laat de inkorving vlot verlopen, geen
dringen of wachten hier. Met in het vooruitzicht de komst van grootmeester Dirk Leerman met zijn Belgische
bulten en dit op volle slagkracht in voorbereiding voor het WK. te Bari wist ik
dat de tegenstand dit jaar niet te onderschatten was. Ik wist dan ook dat ik
het zou moeten stellen met een paar graantjes mee te pikken daar waar ik kon.
Met drie maal zilver en één maal goud kan ik van een geslaagde opzet spreken. De
vier bultjes welke deel uit maakten van men stam plezierden me het meest door
een zilveren medaille te behalen in een rechtstreeks duel met twee stammen van
de grootmeester. De zondag morgend tegen de klok van 10.30h was ik aanwezig in
de zaal, na een vluchtig bezoek aan de verkoop klasse kon ik vaststellen dat de
16 bultjes welke ik een reis vergunning toestond ook effectief waren vertrokken.
Slenterend langs de vele verkoopstanden met allerhande vogeltoebehoren belande
ik in de afdeling met de TT-vogels. Na een bezoek aan de bultjes, ging men
speciale aandacht uit naar de gefriseerde rassen. Daar ik me voorgenomen heb
volgend jaar bij K.B.O.F een opleiding te volgen die mogelijk kan leiden tot
keurmeester, en de gefriseerde rassen voor mij één groot raadsel zijn wilde ik
na de nodige theoretische voorbereiding thuis nu wel eens de praktijk zien. Voor
de zwaar gefriseerde rassen kon ik beroep doen op Wilfried Swijngedauw welke me
wegwijs maakte in al die krullenbollen zoals A.G.IPadovan af Parijse Frisé , als er me één ding
al duidelijk is geworden, dan is het wel dat er tussen theorie en werkelijkheid
een wereld van verschil zit.
Na de middag was het netwerken met oude bekenden en
enkele nieuwe contacten leggen, tot het tijd werd om met de vaste collegas af
te zakken naar de cafetaria. Het uitkorven
van de bijna 6000 vogels verloopt zoals vorige jaren op een snelle en
ordelijkemanier, na een tweetal uur
loopt deze naar het einde. Tegen de klok van 19.30h vertrekken we huiswaarts,
tijdensde terug weg +- 2h blik ik terug
op deze voorlaatste show van het jaar voor de bultjes. Ik voel me tevreden dat
ik hier aanwezig kon zijn als deelnemer, zelf als gewone bezoeker zou ik dit
niet willen missen. Volgende week gaan we voor de laatste maal dit seizoen op
pad met de bultjes, op de bulten show te Stekene sluiten we zaterdag het TT
jaar af. Nog 14 dagen te gaan en dan beginnen we weer met het oplichten van de
kweekvogels en geven we het startschot voor de kweek van 2014.
Wat later dan normaal maar hier gaan we, het was vogeltentoonstelling op de Pijpelheide men geboortedorp. Nu veel plaatselijke clubs afhaken is het misschien tijd voor de Heikneuter om een aanvraag in te dienen bij de Unesco om de erkenning te verkrijgen als beschermt cultureel erfgoed met historische waarde.
Alle gekheid op een stokje natuurlijk maar het is wel zo dat het verenigingsleven in zijn ruimste opvatting moeilijke tijden doormaakt. In een hobby als de onze waar men een engagement aangaat om dagelijks de verzorging op zich te nemen voor de dieren die we onder onze hoede nemen, is het niet meer zo vanzelfsprekend om nog nieuwe mensen te vinden die wensen te starten met deze hobby.
de winnaar met fife de bestuursleden geven het goede voorbeeld al is de Werner al wat moe zo te zien HIER GAAT HET OM Hoe doet hij dat altijd? Eddy Goyvaerts met beste clear in show het afsluiten van show nummer 14 op naar nummer 15 in 2014
vervolg Best Fife Fancy voor VAN ROEY LUDO Second Best Fife voor BRESSINCK WILLY Third Best Fife voor SAUVENIER RUDY Best Border in Show voor WINKELMANS - TORFS Second Best en Third Best voor GELDOLF JOEL de deelnemers en sympathisanten in de zaal