De stappenteller op mijn gsm is het voorbije weekend weer bijzonder
lovend geweest voor mij: hij wist mij te vertellen dat ik al "Level 5" bereikt heb, en dat ik beter
doe dan 70% van de mensen. Ik heb geen idee wat dat precies betekent, maar het
voelt erg bemoedigend en waarderend. In deze donkere tijden waarbij we in onskot
moeten blijven, loert de depressie voortdurend om de hoek, en dan is er niets
dat beter helpt dan een positieve commentaar, een schouderklopje, een teken van
waardering. Al komt het dan van een smartphone.
Ik heb er natuurlijk wel wat moeten voor doen! Zó gul met
complimentjes is mijn gsm nu ook weer niet. Iets méér dan 18.000 stappen heb ik
gewandeld, in die twee weekenddagen.
En opnieuw zijn er twee dingen die mij sterk opgevallen zijn.
Het ene wat mij opviel, was de stilte en kalmte op straat en langs de
weg, en dat ondanks de uitbundige zon en de zomers aanvoelende temperaturen. De
mensen blijven al bij al toch liever in
hunkot, zo te zien. In elk geval
op zaterdag. De zondag was het wel iets drukker: wandelaars, fietsers, en zelfs
onverwacht veel auto's die blijkbaar toch op deze zomerse zondagnamiddag een "essentiële verplaatsing" moesten maken.
Maar op zaterdag waren de straten zo goed als leeg. De hevigste
activiteit die ik gezien heb, was bij de Vuurwantsen
die twee per twee gekoppeld over het voetpad trippelden; net een stel van twee
treinwagonnetjes. En de Vuurwantsen
die solo rond koersten, waren duidelijk wanhopig op zoek naar een ander exemplaar
om te koppelen. Vermoedelijk is dit de periode waarin de huidhonger bij de Vuurwantsen
begint op te komen? Al zijn ze er dit jaar wel vroeg bij, want normaal gezien
komen ze pas begin mei in actie.
(Wist u trouwens dat die "koppeling"
bij de Vuurwants wel tot 12 uur aan
een stuk, of zelfs meerdere dagen lang, kan duren? Ik zie weinig andere wezens die
dit zouden kunnen "presteren".)
Het andere wat sterk opviel, was, opnieuw, de vriendelijkheid van de
mensen. Ook, en vooral, van de jonge mensen: jonge tienermeisjes die mij
spontaan begroetten met "Hallo!"
Nooit meegemaakt!
Integendeel: jonge tienermeisjes, alléén of met twee, probeerden mij
meestal ostentatief te negeren als ze mij voorbij stapten, en ze keken héél
uitdrukkelijk niet naar mij. Wie kon
het hen kwalijk nemen? De verhalen over aanrandingen en ontvoeringen waren de
voorbije jaren schering en inslag. En als die jonge vrouwen dan een oude man
zien voorbij slenteren, op z'n eentje, zonder duidelijk doel, zonder haast,
zonder aanwijsbare reden om daar te zijn, dan komt de aangeleerde achterdocht
naar boven: "Better safe than sorry!"
Gelijk hadden ze. Je kon nooit weten dat die schijnbaar achteloos rondwandelende
oude man een seksuele jager was.
Datzelfde wantrouwen voelde ik trouwens ook een beetje als ik aan het
fietsen was, vroeger. Een eenzame fietser, duidelijk niet erg sterk, krom gebogen over zijn stuur tegen de wind.
Helemaal alléén, zonder doel en zonder haast, dat roept vragen op. Des te meer
omdat, zoals mijn trouwe lezers weten, ik niet het voorkomen heb van een
fietstoerist: géén koersfiets, géén spannend fietsbroekje van het soort waarbij
de gsm van Tom Boonen zichtbaar uitpuilt, géén duur zweet-absorberend fietstruitje
met gratis reclame voor Quickstep. Gewoon een T-shirt en een jeansbroek. Dat
ziet er gegarandeerd verdacht uit, en de mensen bekeken mij dan ook argwanend.
Maar nu dus niet meer. Geen argwaan, geen achterdocht, geen
onzekerheid. Alléén maar een stralende glimlach en "Hallo!"
Iets zegt mij dat de wereld na Corona nooit meer dezelfde zal zijn.
Véél zal kapot zijn en misschien nooit meer herstellen.
Maar ik heb goede hoop dat alvast de jovialiteit en de vriendelijkheid
en openheid zullen blijven. En dan is die Corona-crisis misschien toch ergens
goed voor geweest?
Nog niet zo héél lang geleden was er bij alle rechtgeaarde
natuurliefhebbers hier in Vlaanderen grote paniek en diepe droefenis: met onze
biodiversiteit was het erg slecht gesteld. Talloze diersoorten die in de
negentiende en twintigste eeuw nog in groten getale in onze contreien
rondliepen of -vlogen, zijn in de voorbije decennia zowat volledig uit
Vlaanderen verdwenen. Uitgestorven, verdreven, gevlucht. Van de rijkdom aan
diersoorten bleef hier in Vlaanderen bijna niets over.
En nee, dat was niet de schuld van mijn luie kat!
Het is allemaal door toedoen van de mens: de ontbossing, de intensieve
landbouw, de onkruidverdelgers en insecticiden, de bevolkingsdichtheid en
bouwwoede. De insecten en andere prooidieren verdwenen of werden levende
gif-bommen, en de roofdieren vonden geen voedsel meer of werden afgeknald
wegens de overlast die zij ons berokkenden. Weg de roofvogels, weg de vossen en
de wolven. Weg ook de reeën en everzwijnen.
Maar zie: het bewustzijn werd er bij de grote massa ingestampt, en
allerlei maatregelen werden opgedrongen. Gedaan met al dat vergif op de
gewassen en in de bodem; gedaan met het volbouwen van ieder vrij liggend stukje
grond; gedaan met het gieten van beton overal waar er nog ruimte was.
En de resultaten beginnen stilaan merkbaar te worden. De roofvogels
komen terug: buizerds, sperwers, slechtvalken. En de vossen lopen weer in
Vlaanderen rond. Zelfs de wolven hebben de weg naar onze streken gevonden.
Iedereen blij en gelukkig!
Of toch niet?
De duivenmelkers zijn niet gelukkig! Want die roofvogels vermoorden de
Blauwe Geschelpte in de vlucht, en de duivenmelkers zien hun dure prijsduiven
onderweg sneuvelen. Het is met een bang hart als ze nu de zondagmorgen op wacht
staan tot hun beestjes uit het verre zuiden terugkeren.
En de schapenboeren zijn niet gelukkig! Want de wolven bijten hun
schapen de strot af en de boeren staan er machteloos tegenover want de wolven
zijn onaantastbaar. Het is met een bang hart dat de schaapherder zijn dieren op
de wei zet in die streken waar een wolf met veel gejubel gesignaleerd werd.
En de brave burger met zijn kippen voor het dagelijks eitje bij het
ontbijt is niet gelukkig! Want vossen zijn dol op een lekkere kippenbout of -vleugel,
en er is héél weinig dat deze schrandere dieren buiten kan houden. Ook de
kippenkwekers slapen dus slecht in streken waar de vos, tot grote vreugde van
Natuurpunt, weer is opgedoken.
En de beheerders van de Plantentuin van Meise zijn niet gelukkig! Want
de groeiende kuddes herten of reeën blijken ook wel van een mooie roos te
houden; zij het dan om op te eten. De verzorgers van de Plantentuin die zich
met hart en ziel inzetten om de bezoekers te verblijden met een prachtige
rozentuin, konden het vandalisme van de opgedoken reeën niet waarderen.
De varkensboeren in Limburg zijn ook niet gelukkig! Want de wilde
zwijnen in de naburige Waalse dorpen blijken dragers te zijn van een soort
varkenspest, en de angst dat heelder varkensstallen zouden moeten afgemaakt
worden, was voor de boeren een ware nachtmerrie.
En de noeste tuinders met hun smetteloos gazon zijn niet gelukkig! Het
zal je maar overkomen dat een horde everzwijnen jouw gazon uitgezocht heeft om
de grond om te woelen op zoek naar truffels en ander lekkers. En je staat er
machteloos tegenover. Méér zelfs: de kans op één of andere vergoeding of
schadeloosstelling is zo goed als nihil, want de voorwaarden om een
schadevergoeding te krijgen zijn zó gemaakt dat niemand in aanmerking komt.
Biodiversiteit in Vlaanderen: fantastisch goed nieuws. Alléén jammer
dat er ook mensen wonen.
(Gelukkig lijken alle dieren nu
een pauze ingelast te hebben. Tenminste als je op de media mag afgaan: er zijn
in deze Corona-tijden geen meldingen meer van dieren die zich misdragen
hebben.)
Bij een oorlog zijn er altijd twee kanten aan een verhaal, maar
meestal krijg je maar één kant te horen: de versie van je medestanders. De
versie van de tegenstanders horen we nooit, tenzij jaren later in de
geschiedenisles. Ook bij deze Corona-oorlog lezen en horen we alléén onze eigen
versie. Niemand lijkt geïnteresseerd in het verhaal van het arme virus zélf!
Papa en mama Corona zaten met de
handen in het haar. Door de kordate maatregelen van de mensen zaten ze nu met
hun kroost van 35.000 kleine virusjes vast bij die ene gastheer!
Voorlopig ging het nog wel: er
was genoeg te eten, want er waren nog gezonde longblaasjes in overvloed. Maar
wat als de kindjes groot werden? En wat als er nog kindjes zouden komen? De
oudste virusjes zouden toch al gauw moeten kunnen uitzwermen, hun eigen stekje
zoeken, hun eigen gezin stichten. Omdat ze niet verder dan anderhalve meter ver
konden springen, en omdat alle mensen koppig afstand hielden, leek dat
voorlopig niet te lukken. En de situatie werd al gauw onhoudbaar: de kleine
virusjes begonnen ruzie te maken omdat ze te dicht opeen gepakt zaten, en zich
opgesloten voelden. En ze begonnen te vechten voor het voedsel dat schaarser
werd.
Ten einde raad ging papa Corona
op audiëntie bij de oude peetvader van de Influenza-familie. Hij was een beetje
bang voor de reactie van die machtige familie, want uiteindelijk waren ze wel
concurrenten van elkaar, min of meer toch. Maar meneer Influenza was erg
begrijpend, en hij beloofde te helpen zoeken naar een oplossing.
En meneer Influenza, die erg oud
en wijs was, sloeg zijn boeken open en begon te lezen, op zoek naar een manier
om de familie Corona te helpen.
Opeens had hij het gevonden: hij
las een artikel over de vogels die zich laten mee drijven met de thermiek, en
zo wel duizenden kilometer ver konden "vliegen" zonder dat het hen enige
inspanning kostte. Als dat voor vogels kon werken, dan zéker voor virussen! Hij
stuurde een WhatsApp berichtje naar papa Corona, en de volgende dag kwam die
het verlossende nieuws aanhoren.
Geïnspireerd door de suggestie
van meneer Influenza joeg hij daarop al zijn kindjes naar buiten, om zich met
de thermiek over de hele wereld te laten meedrijven. Helaas is er op 2 à 3
meter hoogte nog niet veel thermiek te merken, en vermits de virusjes niet
hoger raakten dan dat, stortten ze enkele meters verder allemaal neer op de
grond. Ze stierven een pijnlijke en roemloze dood.
Maar geen nood: meneer Influenza
zat al weer met de neus in zijn boeken, en toen papa Corona opnieuw bij hem op
de stoep stond om een oplossing te zoeken voor alweer een volgende kroost, had
meneer Influenza een nieuw voorstel.
Hij had gelezen over het
stuifmeel van de bloemen aan de bomen, en hoe dat met de wind meegevoerd werd
naar de andere bomen om daar de stampers te bevruchten. Al wat daarvoor nodig
was, was een beetje wind die hen ver genoeg kon meevoeren. Aangezien virussen
nog véél kleiner en lichter zijn dan stuifmeel, moest dat zéker ook lukken voor
de jonge virusjes. Het was alleen maar wachten op een frisse bries die hen kon
meevoeren naar andere voedzame oorden.
Geïnspireerd door de suggestie
van meneer Influenza joeg papa Corona ook deze kroost naar buiten zodra de
weerman een fikse windvlaag voorspeld had. Maar de arme virusjes kwamen terecht
op de bomen en planten in de tuin, en konden daar totaal niet gedijen. Ze
stierven er allemaal een pijnlijke en snelle dood.
Meneer Influenza was boos op
zichzelf omdat hij er maar niet in slaagde de juiste oplossing te vinden, en
ging nog harder aan het studeren. En toen ontdekte hij het fascinerende verhaal
van de graspollen die zich geruisloos met de wind lieten meedrijven om overal mensen
met allergieën te gaan folteren. Omdat virusjes véél kleiner zijn dan die
pollen, moest dat ook voor hen een mogelijkheid zijn. Alléén was hiervoor wel
een ferme windstoot nodig om hen ver genoeg te brengen.
Het was dus opnieuw
verwachtingsvol en gespannen uitkijken naar het dagelijks weerbericht. Tot op
een dag een zware storm voorspeld werd. Zodra de anemometer windkracht 6
aangaf, joeg papa Corona zijn nieuwe kroost naar buiten. En de kleintjes dreven
met de stormwind mee, en kwamen overal terecht. Sommige op de grond, om er te
sterven; andere op dieren en planten, en ook die overleefden niet.
Maar enkele virusjes kwamen in
de mond en neus van mensen terecht. Die vonden er een nieuwe thuis, en
vermenigvuldigden zich eerst naar hartelust. Tot een immens leger antilichamen van de mens kwam aan marcheren, en de virusjes vernietigd werden.
Nee, de toekomst zag er niet zonnig uit voor de familie Corona!
We beleven uitzonderlijk zware tijden. Niemand van ons heeft zo'n
wereldomvattende en allesverwoestende crisis ooit eerder gekend, behalve dan
wie de Tweede Wereldoorlog nog heeft meegemaakt.
Uitzonderlijke tijden vragen uitzonderlijk leiderschap en
staatsmanschap. Uitzonderlijke tijden vragen om politici en regeringsleiders
met een vastberaden en doortastende aanpak, met moed en durf ook om
beslissingen te nemen die niet fijn zijn. Moed en durf ook om zijn/haar
verantwoordelijkheid op te nemen. En vooral: de moed om het eigen belang nu
eens een keer niet voorop te stellen.
De voorbeelden in onze Belgische politiek zijn helaas niet bepaald
hoopgevend.
Paul Magnette van de PS
huiverde bij het idee "toegevingen"
te moeten doen tegenover de baarlijke duivel uit Vlaanderen, want zijn
fanatieke "achterban" zou hem dat
nooit vergeven, en zijn kiezers zouden weglopen naar de PTB. Instemmen met een
regering van "nationale eenheid" was
voor Magnette vermoedelijk politieke zelfmoord, en zeg nu zelf: de man is nog
véél te jong om al met pensioen te gaan; hij heeft nog maar pas de fakkel van Di Rupo mogen overnemen. En dus kwam er
van Magnette een veto. Ook Georges-Louis Bouchez van de MR kon zich
niet neerleggen bij het idee van een regering van nationale eenheid, want dan
zou zijn partij minstens twee vet betaalde ministerpostjes moeten opgeven, en dát
nu ze nog maar pas volop konden mee graaien.
Kortom: crisis of geen crisis, altijd het eigen belang eerst! Staatsmanschap bij deze heren? Niet dus.
Let wel: ik vermoed dat de manier waarop aan de andere kant van de
taalgrens naar heel dat circus gekeken wordt, totaal anders is. Ik vermoed dat
de meerderheid van de Franstaligen in ons land de schuld van deze impasse bij
de Vlaamse partijen leggen, en dan in het bijzonder bij de verfoeide N-VA.
Dat is ook logisch, omdat de Franstalige media totaal anders berichten
dan de Vlaamse. En ik blijf het herhalen: wij denken allemaal in hoofdzaak wat
de media ons willen laten denken. Vergeet de illusie nu maar dat wij zélf onze
eigen mening bepalen. We maken allemaal onszelf wijs dat we zelfstandige,
kritische denkers zijn, met een eigen mening. Dat is helaas zelfbedrog: 80 tot
90% van wat wij denken en zeggen, is ons eerder al voorgekauwd en ingestampt
door de media. Als een boodschap maar dikwijls genoeg en met voldoende nadruk
herhaald wordt, dan gaat die zich in ons brein nestelen, en gaan we uiteindelijk
geloven dat we het zélf bedacht hebben.
Als er iets is wat de huidige Corona-hype getoond heeft, dan is het
wel dat de media echt wel alle kanonnen in stelling kunnen brengen als ze dat
willen, en dat niemand aan het bombardement kan ontsnappen. En dus denken we op
den duur allemaal precies dát wat de media ons willen doen denken. Wie dan tóch
een afwijkende of aparte mening durft te verkondigen, die wordt raar bekeken en
als "ziek" of "abnormaal" of "tegendraads"
aanzien.
Maar ik had het over "leiderschap"
en "staatsmanschap".
De man die ons al dikwijls het meest heeft verbaasd met het soort
leiderschap en staatsmanschap dat hij vertoont, is nog altijd Donald J. Trump. Ook
in deze tijden van diepe crisis in het prachtigste
en beste land van de hele wereld,
staat Donald pal.
Eén van zijn grote positieve bijdragen om de crisis te boven te komen,
was bij zijn Corona-speech. Het was
één grote scheldpartij waarbij hij niets beters wist te verzinnen dan de
(Democratische) gouverneurs van een aantal staten (Washington en Michigan) te
staan schofferen omdat die het aangedurfd hadden de lakse houding van het
federale niveau (Trump, dus) aan te klagen, en een globale aanpak en nationale
maatregelen te vragen. Trump noemde hen daarop smalend "klagers" en "ondankbaar"
omdat ze zijn enorme inzet niet konden waarderen. Verder dan dit bewijs van
staatsmanschap is hij niet gekomen. Effectieve maatregelen wist hij niet te
verzinnen.
En zeggen
dat die man eind dit jaar zal verkozen worden om nóg eens vier jaar lang
president van de USA te spelen.
Groot staatsmanschap is dezer dagen trouwens ook te bewonderen in
Israël. Los van Corona deze keer. Hoewel niet écht, want alles wordt dezer dagen gestuurd door Corona.
Daar hadden ze vorig jaar ook nationale verkiezingen gehad, en ook
daar slaagden ze er niet in om een regering te vormen. Want uit de
verkiezingsuitslag waren twee ongeveer even grote machtsblokken ontstaan, die
geen van beide aan een meerderheid konden geraken. Er was het blok rond de Likoed-partij van Benjamin Netanyahu, en een blok rond oppositieleider Benny Gantz. Die laatste weigerde categoriek
om in een coalitie te stappen met Netanyahu,
omdat die aangeklaagd werd wegens corruptie en fraude en schriftvervalsing. Dát
noem ik nu eens écht "staatsmanschap",
zie.
Anders dan bij ons moesten de Israëli's daarop nog een keer naar de
stembus. Met hetzelfde resultaat. En daarna nóg een keer. Opnieuw met hetzelfde
voorspelbare resultaat.
Dat spelletje kon zo wel nog een tijdje doorgaan, vermoed ik, ware het
niet van Corona: het volk begon te morren, en eiste een "daadkrachtige" regering. En toen begon Benny nattigheid te voelen: sluwe Bibi Netanyahu (die de media aan zijn kant heeft) legde het erop
aan om de schuld van het uitblijven van een regering, en dus van maatregelen
tegen de epidemie, bij Benny te
leggen. En Benny besloot eieren voor
zijn geld te kiezen, dat wil zeggen: zijn eigen politieke toekomst veilig te
stellen. Weg waren de grote principes, weg was de onwrikbare weigering om samen
met een crimineel in een regering te
gaan zitten. En zie: Bibi Netanyahu
wordt nog maar eens eerste minister van Israël. Mét de steun van Benny Gantz.
Zo zie je nog maar eens: alles moeten wijken voor Corona. Of liever: voor
het eigenbelang.
Ik heb gisteren van mijn gsm een dikke pluim gekregen. Niet zomaar een
pluim, maar een échte ster en zelfs een kroontje om mij te feliciteren. Nu ja,
eigenlijk niet van mijn gsm, maar eerder van de stappenteller op mijn gsm: "Proficiat! U hebt uw doel van de dag
bereikt!" en een beetje later: "Proficiat!
Weer een nieuw record gehaald!" Mijn dag kon niet meer stuk.
Ik ben erg blij met mijn gsm. Hij is altijd vriendelijk tegen mij, en
hij geeft mij af en toe een complimentje. Iedereen heeft op tijd en stond een
complimentje nodig, hee.
Ik heb de pluim dan ook wel verdiend, gisteren. In de voormiddag heb
ik mijn stoute schoenen aangetrokken om te voet tot bij de dokter te gaan; na
de middag opnieuw mijn stoute schoenen aan, voor een fikse wandeling naar het postkantoor
en naar de apotheek.
Het was aangenaam wandelen in de zon, op de laatste dag van maart. En
daarom verwondert het mij een beetje dat er zó weinig volk op straat te zien
was: een paar zeldzame fietsers, een stel moedige jogsters, enkele spelende
kinderen. Maar verder: eenzaamheid, en stilte. Afgezien van de honden die zich ook
nu weer achter een haag verstopt hadden om mij de stuipen op het lijf te jagen.
De corona-hysterie houdt de mensen duidelijk binnen, in hun kot.
Het voelde allemaal trouwens vreemd en ongewoon aan, gisteren.
Bij de dokter bijvoorbeeld. Anders zit de wachtzaal daar altijd
stampvol, maar nu: niemand. De wachtzaal was een beetje anders ingericht, en
het aantal zitplaatsen was beperkt: "afstand
houden", weet u wel. Maar er zijn nu blijkbaar toch veel minder plaatsen
nodig: de mensen blijven thuis, ziek of niet. Een bedenking die de huisarts
zich ook maakte: veel mensen die vermoedelijk ernstig ziek zijn, los van
Corona, blijven nu weg bij de dokter. Uit angst voor het virus.
Ik ben benieuwd of men na afloop van de Corona-epidemie ook cijfers
zal vrijgeven over het aantal mensen dat niet door Covid-19 maar wél als gevolg van de paniek gestorven zijn in deze
periode. Het zal dan wel om "collateral
damage" gaan, zeker?
De dokter had trouwens ook zijn bedenkingen bij de hele heisa, en hij
verwees naar het kwart miljoen
griepdoden in de wereld, elk jaar.
Maar verder hield ook hij zich nauwgezet aan de regels: ik kreeg mijn
voorschriftjes zonder fysiek onderzoek, en hij droeg een mondmasker en
ontsmette zijn handen met een alcoholgel. Ook ik werd vriendelijk verzocht mijn
handen te ontsmetten.
In de wachtzaal hing een papierke met de in acht te nemen voorzorgen
om te voorkomen dat je besmet raakt met "viri".
Voor de duidelijkheid stond er nog bij: "corona-viri
en griep". Want inderdaad: de voorzorgen waar nu op gehamerd wordt, zijn
eigenlijk de normale voorzorgen die iedereen zou moeten nemen bij om het even welk virus dat rondwaart.
Ik was een beetje verbaasd over het woord "viri", maar ik vermoedde dat dit het wetenschappelijk meervoud is
van "virus". Als het woord "virus" uit het Latijn komt, dan is "viri" een logisch meervoud. (Zoals "cycli" het meervoud is van "cyclus".) Al heb ik achteraf ontdekt dat
het correcte meervoud van virus "vira"
is in het Latijn. Als wij spreken over "virussen",
dan zijn we eigenlijk verkeerd: dan hebben we het eerder over een auto in
Rusland waar ze met méér dan drie in zitten. (Grapje!)
De quasi lege wachtzaal betekent wel dat de dokters in deze tijden
véél minder patiënten hebben. En datzelfde geldt ook voor andere zorgverleners,
zoals dierenartsen, kinesisten, enzoverder. Het valt te vrezen dat hun inkomsten
de voorbije en komende weken zullen gedecimeerd zijn, en dat velen van hen nu de
broeksriem zullen moeten aanhalen en misschien wel zwarte sneeuw zullen zien.
Maar geen nood, hee: we hebben een wit laken uitgehangen, en om acht
uur zullen we allemaal applaudisseren. Daar zullen ze zeker hard mee geholpen
zijn!
Ook bij de Post zit de Corona-vrees er diep in: de loketten zijn
afgeschermd met plexiglas, en er is een lint gespannen op minstens een halve
meter afstand van de balie. Om iets bij de post gedaan te krijgen, moet je een
lange arm hebben tegenwoordig.
De andere klanten bleven braaf op afstand achter mij wachten. Eén ding
is zeker: iedereen is véél meer gedisciplineerd dan voorheen.
Of dat een blijvend dan wel een tijdelijk effect zou zijn? Geen idee!
Maar een mens moet positief blijven, niet?
Bij de apotheek hetzelfde fenomeen: de loketten afgeschermd met een ambachtelijk
en inderhaast versneden stuk plexiglas, en maximum twee klanten tegelijk in de
winkel. En de apothekeres heeft zelf het ontvangstbewijsje afgetekend, zodat ik
de mogelijk besmette stylo niet moest aanraken. Wat ik best wel grappig vond,
maar vooral erg lief.
En het is dát wat pas écht opvallend was: de vriendelijkheid en
jovialiteit waarmee ik overal aangesproken werd. Ik was niet zomaar een
nummerke in een lange en drukke rij, ik was een "persoon".
Iedereen is duidelijk véél vriendelijker, dezer dagen. Maar ook nu
weer: of dat een blijvend dan wel een tijdelijk effect zou zijn? Geen idee!
Laat ons positief blijven, en hopen.
En ondertussen een dikke pluim
geven aan al die mensen die hun werk blijven doen, met een glimlach, en ervoor
zorgen dat de wereld niet compleet stil valt.
Het geeft een beetje een vreemd, en zelfs ongemakkelijk, gevoel te
moeten vaststellen dat het misprijzen tegenover de vrouw het grootst lijkt te
zijn in die landen waar het geloof
nog een grote rol speelt. Of moet ik eerder zeggen: het fanatieke geloof? Het lijkt er op één of andere manier op dat
streng-gelovigheid dikwijls gepaard gaat met een ongebreideld machogedrag.
Dat is zo in de moslimwereld.
Het land met de meest fundamentalistische islamwetten, is zonder
twijfel Saudi-Arabië, en dat is meteen ook één van de meest vrouwonvriendelijke
landen ter wereld.
En dat is ook zo in de katholieke wereld.
Eén van de meest katholieke landen in de wereld, is Mexico. (En bij
uitbreiding geldt dat voor de meeste landen in Zuid-Amerika.) En laat nu net
Mexico het land zijn waar het geweld op vrouwen alle records breekt. Vorig jaar
zijn in Mexico méér dan 3800 vrouwen vermoord, gewoon omdat ze een vrouw waren. Dat is een triest gemiddelde van 10 per
dag! En de trend gaat helaas met de jaren in stijgende lijn. En hoe reageert de
vroom-katholieke president van dit godsdienstige land? Dat "die kwestie veel wordt gemanipuleerd in de
media" en "dat het niet heel de tijd
alleen over vrouwenmoorden moet gaan." De president zou liever meer
relevant nieuws in de media aan bod zien komen, en minder flauwekul over
bagatellen zoals geweld op vrouwen. (Ik vermoed dat de man nu gelukkiger zal
zijn over de media, want ook daar gaat het alléén maar nog over Corona, en niet
meer over die "bagatellen".)
Nu is de president van Mexico lang niet de enige die niet bepaald een
hoge pet op heeft over vrouwen en vrouwenrechten. Ook die van Brazilië is een
notoir macho-type die vindt dat vrouwen zich niet te veel moeten roeren en
vooral mooi moeten zijn en zwijgen. Die heeft het onder andere bestaan om tegen
een vrouw te snauwen: "Ik zal je niet
verkrachten, want je bent te lelijk!"
En in de Filipijnen, een ander uitgesproken katholiek land, is de
mening van de president over de vrouwen ook niet bepaald "vriendelijk" te noemen. Na de groepsverkrachting van een vrouwelijke
Australische hulpverlener in de Filipijnen meende hij dat "de burgemeester de eerste beurt had moeten gekregen hebben."
Is het verwonderlijk dat geloof en een macho-mentaliteit hand in hand lijken
te gaan?
Misschien toch niet helemaal, want wat in de koran geschreven staat,
dateert uit de 6de en 7de eeuw van onze jaartelling, toen
er van vrouwenrechten nog geen sprake was en het de mannen waren die alles voor
het zeggen hadden. De fundamentalistische moslims hangen nog altijd vast aan
een letterlijke interpretatie van die oeroude wetten en uitspraken, en leven
daar dan ook nog altijd naar. De ideeën van de 21ste eeuw gaan aan
die mannen compleet voorbij; méér zelfs: ze zijn des duivels! En de vrouw is
daar het onschuldige slachtoffer van.
Bij de katholieke kerk zou je denken dat die wél al in de 21ste
eeuw aangekomen is. Maar al bij al: ook de concepten waar de katholieke kerk
zich blijft aan vastklampen, zoals het celibaat bij priesters, of het verbod
voor vrouwen om priester te worden, dateren uit de 11de eeuw; de
donkerste Middeleeuwen dus. En ja, als zélfs de kerkleiding nog altijd blijft
poneren dat vrouwen minderwaardig zijn en een slechte invloed zouden kunnen
hebben op onze priesters, wat zou dat voor impact hebben op de achterlijke
idioten die zich met een rozenkrans in de hand aan de vrouwen blijven
vergrijpen?
Misschien toch iets voor de kerkgeleerden en kerkelijke gezagsdragers
om over na te denken: in hoeverre zouden hun stellingen mee verantwoordelijk
kunnen zijn voor het brutale geweld van hersenloze macho's tegenover de
vrouwen?
Mijn moeder leed aan de "Ziekte
van Ménière", bijna haar hele volwassen leven. Lange tijd is dat voor haar relatief
leefbaar gebleven omdat ze er een soort medicatie voor kreeg; een
vochtafdrijvend middel, geloof ik. Maar op een bepaald moment was dat medicijn
niet meer te verkrijgen. Uit de markt genomen omwille van mogelijke
nevenwerkingen, misschien? Of omdat het niet rendabel was? Daarna is haar
levenskwaliteit steil bergaf gegaan, en haar laatste levensjaren waren een
echte hel.
Ondertussen, 20 jaar later, is er nog altijd geen geneesmiddel. De
ziekte is al bekend sinds 1861, en er zijn in Nederland naar schatting 10 à
15.000 mensen die aan de ziekte lijden. (Ik vermoed dat de cijfers voor België
gelijkaardig zullen zijn.) Dat is ongeveer 1 op 1000 mensen. Maar de echte
oorzaak is ook nu nog altijd niet gekend. Het zou te maken hebben met de
ophoping van "endolymfe", de
vloeistof die zich in ons binnenoor bevindt en die aan onze hersenen de
informatie moet doorsturen voor ons evenwicht. Bij een teveel aan "endolymfe" raakt ons evenwicht
ontregeld.
Omdat de onderliggende oorzaak niet kan achterhaald worden, is er ook
nog geen afdoend geneesmiddel. Er zijn wel aanwijzingen dat het te maken zou
kunnen hebben met stress. Volgens de site www.hoorzaken.nl: "Er wordt weleens erop gewezen dat de
aandoening vooral optreedt bij mensen met een perfectionistische instelling en
een zeer zorgzaam karakter met een hoog verantwoordelijkheidsgevoel. Stress
wordt gezien als een belangrijke veroorzaker voor het optreden van nieuwe
aanvallen."
Voor wie geen idee heeft wat de Ziekte
van Ménière dan wel zou kunnen betekenen, dit is een getuigenis van een
patiënt: "Dat je het gevoel hebt dat je
dood gaat als je voor het eerst een duizeligheidsaanval krijgt en niet weet wat
het is. Zó intens dat angst en paniek overheersen."
Het zijn heus niet alléén de Corona-patiënten die angstwekkende
verhalen te vertellen hebben. (Maar het is alléén bij Corona-patiënten dat we
daarmee om de oren geslagen worden.)
De ziekte is vermoedelijk voor een deel genetisch bepaald, en dus
erfelijk. In ons gezin zijn we met meer die er last van hebben. (In elk geval
van het "Syndroom van Ménière".) Tot
voor kort bleef dat bij mij beperkt tot constant oorsuizen in het linkeroor, en
daar viel wel mee te leven. Ik dacht eigenlijk dat het mijn eigen schuld was:
het geluid van mijn iPod misschien te dikwijls te luid gezet? Maar sedert kort
komen daar aanvallen van draaiduizeligheid bij. Te frequent om goed te zijn. En
dan ben ik minstens drie uur werkelijk totaal buiten strijd.
Omdat de aanvallen volkomen onaangekondigd beginnen, voel ik me nu erg
belemmerd in mijn behoefte om te gaan wandelen of fietsen. Stel je voor dat ik
midden mijn gezwoeg op de berg naar Munte opeens een aanval krijg? Ik raak dan,
letterlijk, geen stap meer verder. Ik kan dan moeilijk een paar uur midden op
straat gaan liggen tot het over is, hee? Ik moet op zo'n moment misschien hopen
dat die twee oudere dames op hun elektrische fiets toevallig ook weer daar aan
het rijden zijn, achter mij aan. Maar met die Corona-maatregelen mogen zij mij
niet recht helpen of opzij leggen: ze moeten minstens anderhalve meter afstand
houden. Als het mij bij het wandelen zou overvallen, dan zou ik ergens op een
bank kunnen gaan zitten; maar dat mag nu ook niet meer: bankzitten in een park is een ernstige overtreding. Wandelen en
fietsen, dat wordt dus moeilijk.
Dat het nu erger geworden is, heeft (volgens mij) alles te maken met
de "Corona-stress".
Ondanks mijn volgehouden sarcasme en mijn stelling dat dit "gewoon een griep is", heeft het
Corona-virus zich toch, willens nillens, diep in mijn brein geworteld. En ik
vermoed dat ik hierin verre van een uitzondering ben: ik vrees dat héél veel
mensen bewust of onbewust "besmet"
zijn door de Corona-paniek. En door die aanhoudende "stress", of angst of onzekerheid, ook vatbaarder voor onderliggende
problemen of ziektes.
Ik stel voor dat we dit "Coronitis"
gaan noemen. (Ik zou misschien wel een soort patent op die benaming moeten
claimen? Dan kan ik later rijk worden door de auteursrechten die ik zal mogen
innen bij elk gebruik van de term "Coronitis"!)
Ik heb het eerder al tot vervelens toe herhaald, en ik blijf fanatiek
op diezelfde nagel kloppen: de media!
De media, reguliere en andere, houden niet op. Ze blijven ons met een
nooit geziene volharding onderdompelen en bestormen met Corona-berichten, bij
voorkeur met een hoog alarm- en sensatie-gehalte. Niemand ontsnapt eraan,
niemand kan er zich tegen beschermen. Allemaal worden we gehersenspoeld tot Corona-slachtoffers. (En die onnozele
YouTube-filmkes met Jens Dendoncker
zijn een belachelijk schaamlapje om te "bewijzen"
dat ze ook een positieve boodschap brengen.)
Coronitis, inderdaad.
Bij mij is het beperkt tot een opstoot van Ménière, maar ik vrees dat het bij heel veel mensen véél ergere
gevolgen zal hebben. Angst- en slaapstoornissen, hartproblemen; woedeaanvallen
en frustratie en agressie, zware psychische problemen. Ik vrees dat een groot
deel van de wereld ernstig ziek zal
worden. En het zal héél lang duren, tot vér na de Corona-epidemie, eer de mensheid
hiervan zal genezen.
En niemand zal ooit de moed en eerlijkheid opbrengen om schuld te
erkennen en de verantwoordelijkheid voor deze ramp op zich te nemen.
Het is niet altijd duidelijk wat er precies van ons verwacht wordt in
deze Corona-tijden. Moeten we nu allemaal in "ons kot" blijven? Zoals Maggie ons heeft voorgehouden. Of
moeten/mogen we, op ons eentje of met twee, buiten komen om te zorgen dat we
genoeg bewegen en om ons mentaal welzijn te verzorgen?
Ik heb voor dat laatste gekozen: nu de lentezon uitbundig schijnt, ga
ik elke dag een flinke wandeling maken in de frisse lentebries van eind maart. En
van de stappenteller op mijn smartphone krijg ik dan een pluim!
Maar het voelt toch niet helemaal hetzelfde aan als die "rustgevende wandeling" waar ik midden
januari al eens over verteld heb.
Wat wél nog altijd hetzelfde is, dat zijn de blaffende honden
onderweg.
Eigenlijk zijn er nu precies nog méér dan voorheen. Ik vermoed dat
iedereen opeens een hond gekocht heeft. Een nieuwe remedie tegen Corona
misschien? Als dat virus even hard opschrikt als ik, door het geblaf van een
hond die zich achter de haag verstopt heeft, dan zal het rap uit onze contreien
verdwenen zijn!
Maar misschien waren die honden er wel al altijd, en hadden hun
baasjes gewoon nooit tijd om met hen te gaan wandelen? En nu kan het wel. Zo
zie je maar: "Elk nadeel heb z'n
voordeel!", zoals de beroemdste Johan ter wereld ooit zei. Dankzij Corona
krijgen alle honden in de buurt nu een luxe behandeling, inclusief een flinke
wandeling elke dag. En dát bovendien in de meest gezonde lucht die we hier in de
voorbije 20 jaar gehad hebben.
Afgezien daarvan is het inderdaad vreemd wandelen en zó weinig autos
te zien voorbij rijden. Het lijkt precies elke dag "autoloze zondag", dezer dagen. Maar doordat er zo weinig auto's rondrijden, is het toch elke keer een
beetje schrikken als ik er toch eentje achter mijn rug hoor opdoemen. Dus
helemaal "rustgevend" is mijn
wandeling ook nu niet.
Mijn auto staat óók zo goed als werkloos op de oprit: alléén voor de
wekelijkse boodschappen komt die nog een keer in beweging. Ik heb een laatste
keer getankt bij het begin van de crisis, toen de olieprijs naar beneden
getuimeld was omdat Rusland en Saoedi-Arabië elkaar de duvel wilden aandoen. En
het ziet er naar uit dat ik pas over drie maanden nog een keer naar een
benzinestation zal moeten rijden. In stilte vloek ik hierbij wel een beetje: de
benzineprijs heeft al in eeuwen niet meer zó laag gestaan, en juist nu heb ik
geen benzine nodig!
Wat wél erg opvalt, is dat de mensen die ik onderweg ontmoet,
vriendelijker lijken dan vroeger. Daar waar de meeste mensen je voorheen straal negeerden bij het
voorbij stappen, en zelfs niet eens reageerden als je hen wilde groeten met een
vriendelijk "goeiedag", krijg je nu
bijna altijd een vorm van respons: een vriendelijke "goeiedag" terug of een brede glimlach.
Hoe dat zo precies komt, weet ik niet goed. Misschien is het een soort
compensatie voor de fysieke afstand die de overheid ons oplegt? Een poging om
dan toch "innerlijk" de afstand wat
kleiner te maken? Of zou het gewoon het weldadig effect van de uitbundige
lentezon zijn waardoor mensen zich warmer en positiever opstellen? Hoe dan ook,
het is een verademing en een fijne nieuwe ervaring. Wat Corona al niet doet met
een mens!
Als het enigszins kan, dan probeer ik toch bij elke wandeling tot aan
het "Nieuw Cultuurhuis" van Merelbeke
te stappen, omdat ik daar een vertroostend gevoel en verse moed uit kan putten.
Want telkens als ik dat gebouw in het oog krijg, denk ik: "Hoe lelijk het leven er nu ook uit ziet, met die corona-ellende en die
corona-eenzaamheid en angst en onzekerheid, het is nog altijd mooier dan het
gedrocht dat ze hier neergepoot hebben, en het kan ook nooit zó lelijk worden!"
Dat is een héél positieve gedachte die mij dan weer even wat nieuw optimisme
kan geven.
Waar Corona allemaal niet goed voor is: ik heb alweer iets bijgeleerd.
"Huidhonger." Ik had er nog
nooit van gehoord. U wel?
Toen het woord voor het eerst vermeld werd, in één van de journaals
van de voorbije week, dacht ik eerst dat het ging over het destructief effect
op onze handen van al dat wassen met zeep en het veelvuldig inwrijven met
ontsmettende alcoholgel. De rode en ruwe plekken op onze handen, onze pijnlijke
en gekwetste knokkels. Vreselijk, niet? Het woord "huidhonger" leek me wel gepast: de huid van onze handen die "hongert"
naar een zachte, voedende zalf om te herstellen.
Dat bleek het dan toch niet te zijn. Bij nader inzien ging het over de "honger" naar fysiek contact, fysieke
nabijheid, intimiteit. In deze tijden van "social
distancing" wordt er niet meer geknuffeld of eens stevig vastgepakt; we
blijven allemaal ver van elkaar. Een mens heeft nood aan warmte en koestering,
en nu dat bijna helemaal wegvalt, voelen we ons "eenzaam" en "behoeftig", "hongerig".
Blijkbaar is het zó erg met ons gesteld dat daar een volledig
praatprogramma moest aan gewijd worden, en een dubbel artikel op VRTNWS.
Waarbij het vooral ging over het tekort aan seks in deze periode: het lijkt er
sterk op dat dit aan het uitgroeien is tot een nationale ramp, een catastrofe
voor ons land!
En dan denk ik: "Enkele weken of
maanden seksuele onthouding? So what! Als dát echt je ergste zorg is, en de
grootste ontbering waar je onder te lijden hebt, dan ben je een gelukkig mens.
Stop met neuten!" Er zijn véél erger dingen dan dat, toch?
Maar geen nood: Vlaanderens meest populaire sexuologe van het moment
is ons de oplossing komen verklappen: seksspeeltjes.
Met afstandsbediening!
(Vreemd hoe corona zorgt voor een explosie van "-logen": niet alleen blijken er bij ons opeens veel meer viro-logen
te zijn naast Marc Van Ranst, er
duiken nu ook andere sexuo-logen op dan Goedele.)
Het is voorspelbaar dat er een stormloop zal komen op de markt van
seksspeeltjes. Bol.com en Amazon, of andere, meer gespecialiseerde, webshops zullen
de vraag niet kunnen bijhouden. Het is zaak er vlug bij te zijn, want binnen de
week swingen de prijzen de pan uit. Je zou ook bij Ali Express kunnen
bestellen, maar dan blijf je nog minstens drie weken op je (huid)honger zitten.
Vanaf nu zullen de late-avond-uurtjes van de jonge en minder jonge
koppels (en singles) er helemaal anders uit zien. Na het verwerken van de
nieuwe corona-statistieken, en als de "huidhonger"
opkomt, zullen ze zich elk in een aparte zetel installeren, op minstens
anderhalve meter van elkaar, met het seksspeeltje bij de hand (of ergens
anders). En dan neemt elk de afstandsbediening van het speeltje van de ander,
en gaat ermee aan de slag. (Veronderstel ik toch. Waarom zou je anders een
afstandsbediening nodig hebben?)
Succes verzekerd.Wég met de huidhonger! Of toch niet?
Hoe plezant dit ook moge lijken, en hoe vrolijk het er
bij momenten misschien wel zal aan toe gaan, seksuele bevrediging met een
speeltje heeft, voor zover ik weet, totaal niets met "huidhonger" te maken. Huidhonger
gaat niet over seks, maar wél over tederheid en warmte. Het lijkt me sterk dat
een seksspeeltje de huidhonger zou
kunnen stillen.
(Die jonge vrouw uit Lanaken die in hoge "liefdesnood" was, had het ook verkeerd voor. Zij had haar honger
eerst gestild met een flinke portie alcohol en een snuifje cocaïne, en toen dat
niet hielp was ze in de auto gestapt op zoek naar een levensecht seksspeeltje. Jammer genoeg wilde de politie niet
accepteren dat dit voor haar een "essentiële
verplaatsing" was.)
Wat je wél aan die "huidhonger"
kan doen, is elkaar een glimlach schenken. Elkaar het gevoel van nabijheid en
warmte geven, zij het vanop afstand. Elkaar waarderen, en misschien af en toe
eens verwennen met een cadeautje of een kaartje.
En in uiterste nood: neem nog eens een bad.
Op 18 februari heb ik de weldadige effecten van een lui bad al uitvoerig
beschreven.
Hoe veel dagen zijn we nu al na de laatste verkiezingen? Zowat 10
maanden, geloof ik, dus al méér dan 300 dagen. En we hebben nog altijd geen
regering die min of meer een weerspiegeling zou zijn van de verkiezingsuitslag.
De huidige "Corona-regering" heeft in
het parlement een meerderheid van 38
zetels op 150; bij mij op school was dat "een
dikke onvoldoende". Een poging om een soort "noodregering" te vormen, een "regering
van nationale eenheid", is grandioos mislukt door de botsing met een aantal
ego's en kleinzielige partijbelangen.
En wat hadden Aalst-Carnaval en die aanslepende regeringsvorming met
elkaar gemeen?
Grote ego's, gebrek aan
relativeringsvermogen, lange tenen.
Het zijn thema's die regelmatig terugkomen in mijn blog, en die helaas
brandend actueel blijven.
De voorbije heisa in Aalst heeft nog maar eens aangetoond dat veel
mensen vreselijk lange tenen hebben, en vreselijk lichtgeraakt zijn. Omdat ze
zichzelf zo ontzettend ernstig nemen; omdat ze zichzelf zo ontzettend
belangrijk vinden. Wie zichzelf iets minder het centrum van de wereld waant,
maalt er niet om dat er een keer met hem/haar gelachen wordt. "So what?" als je op straat een
karikatuur van jezelf ziet paraderen? Er zijn erger dingen in het leven!
"Lange tenen" zijn ook een
teken van een immense arrogantie en eigendunk: het geeft aan dat je jezelf
belangrijk genoeg vindt om het voorwerp van spot te zijn. Ik heb geen lange
tenen, want ik weet dat ik niet belangrijk genoeg ben om bespot te worden. Blijkbaar denken diegenen uit de joodse gemeenschap die zich op
de lange tenen getrapt voelden, dat zij enorm belangrijk zijn. Zó belangrijk zelfs
dat de helft van Aalst al een jaar lang met hen bezig was.
En het werd helemaal zielig als ze dan tot vervelens toe telkens weer
verwezen naar de Holocaust. Terwijl in die hele carnavalstoet totaal niets aan
de Holocaust refereerde of er de draak mee zou gestoken hebben. En toch werd
dát elke keer opnieuw naar voor geschoven: "De
Joden hebben vreselijk geleden onder de Holocaust!" Niemand betwist dat, en
niemand minimaliseert dat, maar hoe kan dat een argument zijn om vrijgesteld te
worden van spot?
Misschien moet de joodse gemeenschap, of althans diegenen die zich als
vertegenwoordigers en spreekbuis van de joodse gemeenschap willen manifesteren,
toch eens nadenken of dit allemaal wel zó belangrijk is, en de moeite waard om
er al die energie aan te verspillen? Misschien zou het een goed idee geweest
zijn om alles eerst eens in perspectief te plaatsen alvorens te gaan klagen?
Misschien zou het een goed idee geweest zijn om één en ander te leren
relativeren? Zijn er echt geen dingen die belangrijker zijn? Dingen die al die
aandacht en energie veel méér verdienen en nodig hebben dan een figuur met een
haakneus? Hebben ze bijvoorbeeld in Israël echt geen belangrijker en dringender
problemen aan hun hoofd dan zo'n domme carnavalspop? Een corrupte premier,
bijvoorbeeld?
En ja, al bij al is het inderdaad om exact dezelfde reden dat onze
politici er niet in slagen een volwaardige regering op de been te krijgen, zélfs
niet om de Corona-crisis aan te pakken: ze vinden zichzelf en hun ego zó
belangrijk dat er geen plaats meer is voor redelijkheid. Elke nationale
politicus is vooral met zijn/haar eigen imago bezig, met zijn/haar kiespubliek.
Met zichzelf dus. Want de wereld
draait immers alléén maar rond die kleuterachtige egotrippers die zichzelf zó
ernstig nemen en zichzelf zó belangrijk vinden dat (letterlijk) alles er moet
voor wijken. Ook, en zélfs het algemeen belang. En dus gebeurt er niets,
behalve dat ze allemaal naar hun eigen navel zitten te staren.
De wereld is stilaan ten onder aan het gaan aan het egocentrisme en de
eigendunk van diegenen die eigenlijk zouden moeten helpen om de wereld
draaglijker te maken. In plaats van het leven lichter te maken, bezwijkt alles
stilaan onder het gewicht van de ego's die op de aarde rondlopen. En beetje
bij beetje zal alles helemaal stilvallen, want het zal allemaal té zwaar gaan
wegen om nog iets in beweging te krijgen. Onze beschaving, zoals we die nu
kennen, zal binnen de kortste keren verloren gaan en uiteen vallen onder het
gewicht van ons zelf-belang en omdat we vergeten dat andere zaken belangrijker
zijn dan wij zelf.
Zélfs een corona-virus weegt niet op tegen die grote ego's.
Ik herinner me de bezoeken aan mijn grootvader nog goed. Lang geleden,
toen ik nog een kleine jongen was.
Mijn grootmoeder woonde daar ook, maar die leek niet echt mee te
tellen: zij stond altijd in de keuken bij onze zondagse bezoeken. Koffie aan
het maken of aan het afwassen; ik weet het niet. In de gesprekken werd ze niet
betrokken, en haar mening werd ook nooit gevraagd. We spreken over de vroege
jaren zestig van de vorige eeuw; het woord "vrouwenemancipatie"
was nog niet uitgevonden. Of in elk geval was het nog niet tot bij mijn
grootvader doorgedrongen.
Zij woonden in een piepklein huisje. Hooguit 5 meter breed, denk ik. Je kwam binnen in een smalle donkere gang. Er was een "voorkamertje" naast die gang, maar dat werd nooit gebruikt, vermoed
ik. Behalve om de stapels kleren weg te leggen van de vele zondagse bezoekers.
Op het einde van de gang kwam je in de woonkamer. Daarin stond een tafel en
enkele stoelen, en een ferm uit de kluiten gewassen zetel die alléén voor mijn
grootvader was voorbehouden. En ook nog een 3-zit, als ik me goed herinner: de
kinderen mochten daar de hele tijd braaf opeengepakt stil blijven zitten. Er
was verder plaats voor een volumineuze Leuvense stoof. En uiteraard een knoert
van een teevee.
Je kon er geen kant uit, daarbinnen. Al helemaal niet op
zondagnamiddag als de hele familie er was.
Achter de woonplaats lag een klein keukentje waar je nauwelijks met 2
mensen in kon. (Maar dat was genoeg, want dat was het domein van mijn
grootmoeder, en iemand anders had daar niets te zoeken.) Vanuit de keuken was
er een deur naar een koertje, en achter de keuken was een toiletruimte waar je via
dat koertje naartoe kon. Het "buitentoilet";
toen was dat nog zo.
En dat toilet, dát was een avontuur; daar ging je alléén naar toe als de
nood écht hoog was. Dat was een soort houten bank met een rond gat in, boven de
beerput. Ik heb me dikwijls bang afgevraagd wat er zou gebeuren als ik in dat
gat zou vallen, want voor een klein manneke als ik leek het gevaar niet
denkbeeldig. Aan de muur in dat toilet was een oude spijker ingeklopt, en
daaraan hingen vierkante velletjes krantenpapier. Het "Kortrijks Handelsblad" zorgvuldig met een schaar in stukjes geknipt
van 15 op 15, of daaromtrent. (Je kon maar beter géén diarree hebben!)
Nee, er werd toen geen toiletpapier gehamsterd: we gebruikten oud
krantenpapier. Dat was al gebruikelijk sinds het einde van de 17de
eeuw.
Dat idiote hamster-gedrag zoals we nu overal zien, dat was er toen
niet. In elk geval niet voor toiletpapier. (Ook hier weer met dank aan de
media, trouwens.)
Ik neem wél aan dat de kwaliteit van het drukwerk van de kranten toen
iets beter was dan nu het geval is. Als je nu een krant leest, dan blijf je
achter met zwarte handen van de drukinkt! Ik vraag me af welke sporen dat op
onze poep zou achterlaten? (In Australië hebben ze daar iets op gevonden: daar
drukken ze bij de dagelijkse krant een aantal blanco bladzijden extra, met
geperforeerde lijntjes om stukjes te kunnen afscheuren voor het toiletbezoek.)
Dat het krantenpapier van toen minder inkt af gaf dan nu, dat had ook
als voordeel dat we de kranten konden gebruiken om puntzakjes van te maken. Dat
was een zaterdags feest bij ons thuis: frieten uit een frietzak, opgerold uit
krantenpapier. Véél lekkerder dan frieten op een bord! Het water komt me al
weer in de mond als ik daaraan terug denk.
Toch een vreemd fenomeen, dat hamsteren van toiletpapier. Dat is in
1973 ook al eens gebeurd nadat Jimmy Carson in zijn talkshow voor de grap had
gemeld dat er een ernstig tekort was.
Ongelooflijk hoe gemakkelijk de mensen te manipuleren zijn, en hoe
simpel het is om algemene paniek te zaaien. Toen kon dat alléén via de radio,
zoals ook gebeurd is met dat hoorspel van Orson Welles in 1938, over de invasie
van de marsmannetjes (gebaseerd op "War
of the Worlds" van H.G. Wells). Maar nu worden we langs alle kanten
overspoeld met paniek-berichten.
Als er iets is waar de media véél sterker in zijn dan vroeger, dan is
het wel in het zaaien van paniek. En bij paniek gaan de mensen zich totaal
irrationeel gedragen en komen de laagste instincten boven. Het dunne laagje
vernis dat "beschaving" heet, is niet
bestand tegen paniek. En dus gaan mensen met elkaar op de vuist, of beginnen ze
elkaar van alles te verwijten; en ze hamsteren tegen de sterren op.
Helaas zijn we nu in een paniek-epidemie terechtgekomen waarvan het
einde nog lang niet in zicht is. Wel integendeel: het zal de komende dagen en
weken nog véél erger worden. Zoals gezegd: met dank aan de media!
Zowat een maand geleden heb ik al eens mijn gal gespuwd over het gif
dat "sociale media" heet. En ondanks
de jubelgeluiden over de mooie en grappige filmpjes die ons zouden moeten
opvrolijken in Corona-tijden, is mijn aversie voor de sociale media alléén maar
nog toegenomen.
Want niet alléén de reguliere media verdrinken ons in
Corona-berichten, ook de sociale media dragen een flink steentje bij. Met dit
verschil dat waar de reguliere media nog min of meer controleerbaar en
betrouwbaar zijn, er in de sociale media totaal géén rem staat op de wilde
fantasieën die op ons afgevuurd worden. En helaas zijn we ondertussen allemaal
zó erg gehersenspoeld dat we zo ongeveer alles willen slikken, want we zijn de
grenzen van kritisch denken al vér voorbij.
Dus hebben Facebook en Twitter (en wat nog meer) helemaal vrij
spel om ons te bestoken met de meest sensationele berichten, met de meest wilde
theorieën, met de meest achterlijke raadgevingen, met de meest vergezochte "feiten". En de mensen weten het allemaal
niet meer, en velen geloven alles wat ze lezen en horen, want "het staat op het internet". Die
verzinsels worden massaal gedeeld, en op den duur wordt het onomstotelijk als "waarheid" weerhouden.
Eén van die hardnekkige theorieën is dat het SARS-CoV-2 virus een "kunstmatig"
virus zou zijn, door de Chinezen gefabriceerd. Hierbij wordt dan verwezen naar
een "voorspelling" in het boek "The Eyes of Darkness" van Dean Koontz,
een Dan Brown-achtige thriller uit 1981, waarin inderdaad sprake is van het gebruik
van een Chinees biologisch wapen, Gorki-400,
afkomstig uit Wuhan.
Wat precies de bedoeling zou geweest zijn van dat "kunstmatig" virus dat nu op ons is losgelaten, niemand die het weet.
Het is ondertussen wetenschappelijk bewezen dat het virus door
natuurlijke evolutie is ontstaan, en op een ongelukkige manier van dier op mens
is overgegaan. Net zoals dat, 40 jaar geleden al, ook het geval geweest is met
het Hiv-virus. Virussen blijken heel
inventieve beestjes te zijn, die bovendien heel snel evolueren en zich
razendsnel aanpassen om te kunnen overleven en om zich te kunnen vermenigvuldigen.
Al bij al niet zó verschillend van de mens, niet?
Zo is het SARS-CoV-2 virus
vanuit een (vermoedelijk onschuldig) vleermuis-virus geëvolueerd. Net zoals het
SARS-virus dat in 2003 hard heeft toegeslagen, oorspronkelijk een onschuldig
virus was dat vrolijk kon gedijen bij civetkatten. En net zoals het MERS-virus
dat in 2012 wereldnieuws was, een neefje was van een virus dat kamelen
meedroegen.
Er zijn trouwens eerder al andere "griep"-virussen
geweest, in tijden toen de mens nog totaal niet de kennis of technologie had om
zélf een virus te "fabriceren". En die
waren nog van een ander kaliber dan wat we nu zien: de Spaanse griep in 1918-1920, die vermoedelijk 20 à 40 miljoen
slachtoffers geëist heeft; of de Aziatische
griep die in 1957-1958 ongeveer 1 miljoen levens heeft gekost, vooral
jongeren en kinderen; of de Hongkong-griep
die in 1968-1969 ook zowat 1 miljoen doden heeft gemaakt.
Onze Russische vrienden blijken trouwens gretig van de sociale media
gebruik te maken om de paniek in de Westerse wereld nog wat aan te wakkeren.
Waarschijnlijk met de bedoeling onze samenleving compleet te destabiliseren en
onze politieke leiders onbetrouwbaar, incompetent en ongeloofwaardig te doen
lijken. Al zorgen onze politieke leiders daar eigenlijk zélf wel voor; zij
hebben daar geen hulp bij nodig.
Wat de Russen finaal willen bereiken met een toestand van totale chaos
in de Westerse wereld, ik heb er het raden naar. Maar uiteindelijk is dat ook
wat ze met hun subtiele tussenkomsten bij de Amerikaanse
presidentsverkiezingen, of bij het Brexit-referendum gedaan hebben. Misschien
willen ze daarmee gewoon "bewijzen"
dat hun samenleving en hun politiek bestel "beter"
is?
Hoe dan ook: de Russische geheime diensten hebben hard meegewerkt om
ons te overtuigen van allerhande complottheorieën, waarbij het idee centraal
staat dat dit een "kunstmatig" virus
zou zijn, een "biologisch wapen". De
Facebook-hysterie rond het boek van Dean Koontz is daarbij wel koren op hun molen,
al beweren de Russen natuurlijk wél dat het de NATO is, en niet China, die het
wapen ontwikkeld heeft.
En voor wie niet zo erg in die kwade bedoelingen van de NATO zou
geloven, is er ook het verhaal dat dit virus door migranten in Europa is binnen
gebracht. Als je een gemakkelijke "vijand"
wil creëren in het Europa van vandaag, dan is het wel "de migranten". Goed gezien van de Russen: succes gegarandeerd.
Tegelijk met het verspreiden van dat soort complottheorieën maken de
Russen er ook een sport van om te benadrukken hoe slecht Europa het hele
probleem aanpakt, door verhalen te verspreiden over hoe het hele
gezondheidssysteem (bijvoorbeeld in Italië) ineenstort. En dat terwijl de
ziekte in Rusland zélf perfect onder controle is: officieel is er nog altijd
maar 1 dodelijk slachtoffer.
Om maar te zeggen: het ergste virus dat ons bedreigt, is NIET het SARS-CoV-2 virus, maar wél het perverse
virus van desinformatie dat door de sociale media verspreid wordt. Daartegen is
geen enkel mondmasker bestand. En "afstand
houden" of "handen wassen" helpt ook
niet. Er is hiertegen maar één remedie mogelijk: het hele "social media" gebeuren een maand in quarantaine plaatsen, in de
hoop dat mensen ondertussen leren er met een kritische blik mee om te gaan.
We beleven donkere en barre tijden, en we voelen ons allemaal
overdonderd door angst en onzekerheid en paniek. Velen onder ons zijn bedrukt
en somber gestemd, en zien geen zon meer schijnen aan de verre horizon.
Daarom deze poging om wat vreugde en plezier te brengen: een aantal danslessen. Om alvast te oefenen, en zo even de angsten te vergeten. En als heel
die crisis eenmaal voorbij zal zijn, kunnen we allemaal samen de frustraties en
voorbije zorgen van ons af dansen.
Eens zien wat de mogelijkheden zouden zijn.
We gaan het toch een beetje simpel moeten houden, want ik heb twee
linkervoeten.
De gemakkelijkste is ongetwijfeld de Polonaise. Die is in deze tijden wel wat vervelend om te oefenen,
wegens het afstand houden en vooral wegens het beperkt aantal oefenpartners
aangezien we niet bij elkaar op bezoek mogen komen. Maar goed; we kunnen toch
al eens proberen:
Ik heb er een goed gevoel bij dat dit wel zal moeten lukken.
Wat al iets delicater is voor een stijve hark als ik, is de Hucklebuck. Die is wel gemakkelijker te
oefenen in Coronatijden: je hebt sowieso enige afstand tot de mede-dansers
nodig. Wie zich al wil bekwamen, kan dit gebruiken:
In mijn jonge jaren kon ik nog goed mee met mijn
jongere broer en zussen: op kerst- en oudejaarsavond was dat bij ons thuis
altijd ambiance. Maar op mijn gezegende leeftijd wordt dat al iets moeilijker.
De Scottish, dat wordt wel
een probleem om thuis te oefenen, vrees ik. Op je eentje lukt dat héél
moeilijk, en als je een meter van elkaar verwijderd moet blijven, vallen de
meeste klassieke "moves" in het
water. Maar misschien met een spiegel en veel fantasie? Dit lijkt een goed
oefenstukje:
Ik heb wél het idee dat ik bij deze opgave eerder aan de kant zal
moeten blijven staan, want het risico bestaat dat ik het hele gezelschap
onderuit zal halen.
Wat zonder problemen moet lukken in deze eenzame tijden, is de Line-Dance. Dit kan je perfect op je
eentje uitproberen. En afstand houden is hierbij zelfs een aanrader. Voor een
kluns als ik zal véél oefening nodig zijn, want het lijkt me ontzettend
ingewikkeld. Stoelen aan de kant, en daar gaan we:
Als ik het filmpje bekijk, dan vrees ik toch wel een beetje voor mijn
eigen mogelijkheden. Dit lijkt me eerder iets voor de natuurlijke gratie van
een vrouw.
Voor wie niemand heeft om mee te oefenen, stel ik de Cha Cha voor. Het is misschien al voor
de meer gevorderden, maar wie niet waagt niet wint:
Het lijkt wel iets voor de fitness, niet? Wie weet
brengt zelfs een onhandige prutser als ik er wat van terecht. Ik ga voor de
zekerheid wel de achterste regionen bevolken.
Bij de Boogiewoogie krijg ik
bij het kijken alleen al kramp in de benen. Maar dit is natuurlijk wel het échte
werk. Ik stel voor dat de ware kunstenaars op dit muziekje beginnen oefenen:
Op mij hoef je hiervoor wel niet te rekenen. Ik zal toekijken van aan
de zijkant.
Op het einde van de dag, na het derde glas wijn ofzo, zullen we dan
zeker wel het lef bij elkaar gevonden hebben voor de Twist. Hoe moeilijk kan dat zijn? Zo te zien op dit filmpje is dat
een fluitje van een cent:
Volgens mij is het voldoende om te doen "alsof": een beetje met de heupen wiegen. Wie zou dat niet kunnen?
Is er iemand die nu nog rechtop staat? Zo ja, dan wordt die bij deze
bevorderd tot dansmeester van de Post
Corona Dance Club.
Ik stel voor dat iedereen die een paar van die simpele dansjes onder
de knie heeft, een filmpje maakt. Dan kunnen we een compilatie maken voor het 7-uur Journaal. Dat zal eens iets anders
zijn dan de dagelijkse Corona-cijfers.
Eén van de meest gebruikte woorden in deze kille Corona-tijden, is het
woord "solidariteit". We moeten "solidair" zijn met elkaar: met de
zieken, met de ouderen die niet meer buiten kunnen, met de zorgverleners die
pas naar de winkel kunnen nadat anderen die al leeg geplunderd hebben, met
diegenen die eenzaam opgesloten zitten.
Echt wel een héél mooi concept, "solidariteit",
en belangrijk dat we er ook blijven aan denken in tijden dat onze gedachten
rondtollen in angst en paniek en onzekerheid. Het is lovenswaardig dat onze
regering, en de helft van Facebook, tot "solidariteit"
blijven oproepen.
Het is alleen een beetje spijtig dat "solidariteit" zich niet uitstrekt tot bij de "onzichtbaren" in onze maatschappij, en ook lijkt te stoppen aan de
grenzen van vluchtelingenkampen.
Want als Maggie met heel haar volle gewicht uitroept: "Blijf in uw kot!", dan geldt dat alléén
voor mensen die een "kot" hebben. Wie
zelf niet eens een kot heeft, die
heeft niet de kans om in zijn/haar kot te blijven.
Het is nu al voorspelbaar dat de tol bij de "uitgestotenen" in onze samenleving bijzonder zwaar zal zijn, omdat
zij van alle mogelijke voorzieningen en steunmaatregelen uitgesloten blijven.
De daklozen die op straat moeten zien te overleven, in barre omstandigheden
en met zo goed als géén hygiënische voorzieningen, zijn een uiterst kwetsbare
prooi voor allerlei virussen, inclusief Corona. En als ze een beetje warmte
willen vinden in de koude lentenachten, moeten ze elkaars lichaamswarmte
opzoeken; dat is erg moeilijk als je daarbij anderhalve meter afstand moet
houden. Daar komt bij dat hun eerste prioriteit niet ligt bij de vraag of ze al
dan niet met Corona zouden besmet zijn, hun eerste prioriteit is gewoon de
volgende dag te halen. En dus is er niemand bij de daklozen die zich laat
testen, en niemand heeft er een idee van of daar ongemerkt een epidemie op
uitbarsten staat.
Dat een aantal daklozencentra nu sluiten omdat de winteropvang stopt,
helpt daar ook niet bij.
Al even erg is het gesteld met de asielzoekers hier in België. Omwille
van de Corona-crisis is de procedure voor asielaanvragen opgeschort. Dat
betekent dat niemand nog asiel kan aanvragen in deze Corona-tijden, en vermits
je alleen maar opvang kan krijgen als je een asielaanvraag lopende hebt,
blijven ook die op straat staan, en troepen samen om bij elkaar warmte en steun
te vinden. Een potentiële Corona-bom in de maak.
Maar het is hun eigen schuld: ze
moesten maar in hun kot gebleven zijn!
En het is nu al voorspelbaar dat in de vluchtelingenkampen, waar de
slachtoffers van de pietluttige conflicten van onze wereldleiders met duizenden
dicht opeen gepakt zitten zonder enige vorm van hygiëne of reinigend water, de
tol gigantisch hoog zal liggen. Niet alléén door Corona, trouwens: ook door tuberculose
of difterie, of de mazelen.
Neem nu de massa vluchtelingen die door Erdogan uit Syrië zijn weg
gebombardeerd en sito presto naar Griekenland zijn doorgesluisd. Op het eiland
Lesbos is een vluchtelingenkamp waar plaats is voor een kleine 3000 mensen. Op
dit moment zijn ze met méér dan 20.000. Dicht opeengepakt, en hopeloos
gevangen, want er is geen enkele uitweg: ze kunnen nergens naar toe.
Het Corona-virus heeft ondertussen ook de weg gevonden naar Lesbos. Er
hoeft weinig nadere uitleg bij de vaststelling dat er daar géén mogelijkheid
bestaat om "afstand te houden", en al
evenmin voor de nodige elementaire hygiëne. "Was uw handen!" en "Blijf in
uw kot!" zijn zinloze aanbevelingen in die kampen.
De overbevolkte vluchtelingenkampen: even zo vele potentiële
Corona-bommen in de maak.
Maar het is hun eigen schuld, zeker?
Het is natuurlijk wel een "efficiënte"
manier om het probleem van al die vluchtelingen op te lossen. Maar is het een "menselijke" manier?
Hoe mooi het woord "solidariteit"
ook klinkt, en hoe luid het ook uitgesproken wordt, feit is dat die "solidariteit" zich alléén uitstrekt tot
diegenen die "erbij horen". Voor de
anderen is er geen ruimte meer.
We hebben tenslotte ook wel onze eigen problemen en zorgen, hee! Ondanks
alle "solidariteit" blijft het nog
altijd "Eigen ik eerst."
Ik had me stellig voorgenomen om géén stukjes meer te schrijven over
Corona, want ik ben de hele heisa echt wel méér dan beu. Maar helaas ontsnappen
we niet aan het Corona-tumult: in de media, sociale of reguliere, is er niets
anders meer; in onze gesprekken is er maar één onderwerp meer. En van
weeromstuit: in onze gedachten is er ook niets anders meer. Of we het nu willen
of niet, we zijn allemaal gehersenspoeld
door de Corona-hysterie. Niemand ontsnapt eraan, niemand is er tegen bestand:
Corona heeft finaal ons brein overgenomen. Zó erg zelfs dat ik geen enkele inspiratie meer vind om over iets anders
te schrijven. Ik zou erg graag eens een positief stukje brengen, als
tegengewicht tegen de Corona-tristesse. Maar mijn brein is besmet door Corona,
en voor het eerst in drie maanden kan ik niets bedenken. En nee, in de
actualiteit vind ik ook geen enkel berichtje om de draak mee te steken, want
het gaat alléén maar over Corona.
Van in het prille begin van de Corona-hysterie heb ik het standpunt
verkondigd dat het SARS-CoV-2 virus,
zoals het blijkbaar officieel heet, eigenlijk niet zó veel anders is dan het Influenza-virus. En dat de
Corona-epidemie gewoon een epidemie is zoals de griep die elk jaar over ons
heen komt. (Iets wat trouwens ook Marc
Van Ranst, Vlaanderens bekendste viroloog, blijft zeggen.) En dat ik dus de hele commotie niet goed kan snappen.
Veel mensen hebben mij verweten dat ik dit niet ernstig genoeg nam, en
dat dit toch écht wel een gevaarlijk virus is en een zware epidemie. En dat dit
toch wel erger is dan "zomaar een griepje". Maar is dat wel zo?
Want dat "zomaar een griepje",
wat betekent dat elk jaar voor onze
gezondheid en onze samenleving? Bij een "normale griep" wordt
het aantal besmettingen in België geschat op 200.000 tot 500.000 (2 à 5% van de
bevolking); bij een "zware griep" kan
dat zelfs oplopen tot 10%, of 1 miljoen mensen. En dat ondanks het feit dat 75%
van de risico-personen ingeënt zijn met het griepvaccin. Het aantal dodelijke slachtoffers van de griep, of de "oversterfte" omwille van de griep, wordt
geschat op 2000 à 3000 in een "normaal"
griep-seizoen. Elk jaar opnieuw.
Op dit moment (zaterdagmorgen) zijn er in België door Corona zowat 2300 geregistreerde besmettingen. (In
realiteit vermoedelijk 6 keer zo veel zieken.) En 37 dodelijke
slachtoffers, die trouwens allemaal behoren tot de "risicogroep".
Als mijn standpunt klopt, en Corona "gewoon
een soort griep" is, dan betekenen de huidige cijfers inderdaad dat we nog
maar aan het begin staan, en dat het nog véél erger zal worden. Op termijn
zouden we normaal gezien, bij "een
griepje", afstevenen op zowat 3000 doden. En al zéker omdat de
risicopatiënten voor Corona niet ingeënt zijn. De bewering dat dit "gewoon een
soort griep" is, is dus niet hetzelfde als zeggen "het is maar een griepje". Het is zeggen: "Dit is ernstig! Het is even ernstig als de griep die ieder jaar voorbij
komt."
En dan komt mijn oorspronkelijke verbijstering en verbazing weer boven:
vanwaar dan nu die media-heisa en paniekzaaierij? Waarom wordt er nu zo véél
aandacht aan besteed en wordt er zo véél commotie rond gemaakt? Terwijl er
nauwelijks enige ophef ontstaat bij de jaarlijkse griepepidemie, die even hard
toeslaat. Geen dagelijkse update van de cijfers, geen koninklijke toespraak,
geen uitzonderlijke maatregelen behalve de "normale"
voorzorgsmaatregelen over afstand en persoonlijke hygiëne, geen totale
stilstand, geen bestormingen van de winkels.
Wat is het grote verschil? De media-aandacht!
Bijna van dag één, toen er buiten China nog helemaal geen gevallen
gesignaleerd waren, is dit in de media opgeklopt tot een nooit eerder geziene "hype". En de berichtgeving leek maar één
doel te hebben: nóg sensationeler te zijn dan het bericht van gisteren, en al
zéker nog sensationeler te zijn dan de berichtgeving van de concurrentie.
Daarbij werden zelfs vergelijkingen met de pestepidemie uit de donkere
middeleeuwen niet geschuwd. De gevolgen van die sensatiezucht waren voorspelbaar: de bevolking werd
ongerust, de bevolking raakte in paniek. En toen "moest" de overheid wel ingrijpen, want de mensen "eisten" daadkrachtige maatregelen. Waar
het zaad van de paniek gezaaid was, groeide het onkruid welig. Zéker toen de
overheid "maatregelen" ging
aankondigen. De vicieuze cirkel was in gang gezet, en viel niet meer tot
stilstand te brengen.
En nu zijn we waar we zijn: de financiële markten zijn in totale paniek,
de industrie is volledig stilgevallen, het openbare leven ligt lam. Mensen zijn
bang en onzeker over de toekomst. Mensen en bedrijven raken in financiële problemen.
In de winkels ontstaan chaotische (en binnenkort) agressieve toestanden.
Naasten en geliefden worden gedurende weken van elkaar gescheiden. Zieken en
hulpbehoevenden blijven eenzaam en geïsoleerd achter. Het zal jaren, misschien zelfs tientallen jaren, duren eer we hiervan
bekomen of hersteld zijn. De aangerichte schade is véél groter dan die als
gevolg van een oorlog. Dit is zondermeer een ramp!
En er is maar één schuldige: de media. De sociale media en de reguliere
media, die alle zin voor redelijkheid en voorzichtigheid uit het oog waren
verloren. Is het u trouwens ook opgevallen dat de media in het begin nog een
beetje "voorzichtig" waren, en de
Corona-cijfers nog "in perspectief"
gaven, met verwijzing naar de jaarlijkse griep-slachtoffers, maar dat ze dat na
korte tijd achterwege hebben gelaten? Wellicht omdat die griep-cijfers de
spektakelwaarde van de Corona-getallen te veel naar beneden haalden.
Al heb ik er het raden naar waarom de media zo gehandeld hebben? Misschien
omdat dit uit China kwam, en iedereen er een punt van wilde maken om zo hard
mogelijk naar "de Chinezen" te
wijzen? We hebben immers allemaal "een
vijand" nodig, niet?
Hoe dan ook, zoals gezegd: dit is eigenlijk gewoon een griep! Laat ons
hopen dat het een milde griep wordt, met binnen dit en 10 weken "maar" 2000 tot 3000 dodelijke
slachtoffers. Laat ons ondertussen proberen er het beste van te maken om die 10 weken
goed door te komen. En laat ons vooral de eenzamen niet vergeten!
Na deze crisisperiode zullen de media op zoek moeten gaan naar andere
sensatieberichten. Misschien kunnen ze het dan hebben over de totaal onverwachte stijging
van het aantal zelfmoorden bij de kleine zelfstandigen? Of de onverwachte
toename van crimineel gedrag bij wanhopige jongeren-zonder-toekomst?
We leven in barre en harde tijden, waarin vooral "afstand houden" het belangrijkste lijkt te zijn. En dát in een
wereld die sowieso alsmaar killer en individualistischer aan het worden is.
Vandaar: een warme oproep tot méér "samen
zijn" in tijden van Corona.
We zullen misschien toch nog enkele weken moeten wachten eer we
familie en vrienden mogen uitnodigen. Maar als gezin samen aan tafel gaan, kan
wél. Ook nu!
Vroeger, in de tijd dat de dieren nog konden praten, of kort nadien,
was het de gewoonte dat we allemaal samen aan tafel gingen in het gezin, en dat
ook iedereen aan tafel bleef zitten tot alle borden leeg gegeten waren. Het was
de tijd dat de gezinsleden nog aandacht hadden voor elkaar; en rechtstreeks tot,
en met, elkaar praatten. Het was de tijd vóór iedereen de blik alléén nog maar
op de smartphone gericht hield, en vóór een conversatie via sms of WhatsApp of
Snapchat gevoerd werd.
Vreemde tijden waren dat! Maar hoe ouderwets en achterhaald het nu ook
lijkt, er waren toch wel positieve punten aan die oubollige gewoontes. Zoals
het concept van "samen te eten". De
wetenschap heeft ondubbelzinnig aangetoond dat dit een héél gezond en aan te
raden idee is.
Eén van de grote pluspunten van het "samen eten", is dat het stimulerend werkt: "Zien eten, doet eten." Voor kinderen in een gezin kan het een
stimulans zijn om gezonde kost te eten als ze hun ouders ervan zien smullen, waar
ze anders misschien weer eens een microgolf-snack zouden binnen schrokken
terwijl ze met hun iPad bezig zijn. Oudere mensen in een verzorgingstehuis
krijgen weer zin om te eten als ze samen zitten en andere ouderen zien
genieten, terwijl oudere mensen die thuis alléén zitten heel dikwijls
nauwelijks nog zin hebben om te eten, laat staan om een gezonde maaltijd te
bereiden.
Maar méér nog dan het positieve effect op het eten zélf, is er het
gevoel van verbondenheid, en "erbij horen"
als je samen aan tafel zit. De mens is niet gemaakt om alléén te zijn, de mens
is ook niet gemaakt om alléén te eten. In gezelschap aan tafel kunnen zijn, al
dan niet om te eten, maakt ons gelukkig(er). Wat niet het geval is als je
ergens in je eentje zit met je smartphone, hoe "geconnecteerd" je dan ook lijkt te zijn. Samen eten geeft ook dé
gelegenheid bij uitstek om met elkaar te praten. Zéker voor kinderen is het
belangrijk voor hun welzijn en hun latere mentale stabiliteit om momenten te
hebben waarbij er tijd en gelegenheid is voor een babbel met hun ouders en de
andere leden van het gezin.
Er zijn ook onderzoeken die aangetoond hebben dat je een bijzondere
band ontwikkelt met iemand met wie je regelmatig samen eet. Er ontstaat een
soort "wij"-gevoel door samen te
eten, maar vooral door hetzelfde te eten. Misschien is de aloude gewoonte bij
sommige volkeren om rechtstreeks uit de pot te scheppen, met de blote hand of
met een lepel, niet eens zó onbeschaafd? Het gevoel om iets te "delen", in dit geval het eten, creëert
een verbondenheid die heel sterk kan zijn.
En dan zijn moderne voedingsadviezen die erop gericht zijn dat we onze
voeding moeten personaliseren, aangepast aan ons eigen DNA, misschien niet zo
verstandig: als elk zijn eigen specifiek bord voorgeschoteld moet krijgen, dan
kan je nooit meer met de ander "delen"
aan tafel. Hoe gezond dat DNA-eigen bord voedsel ook moge zijn, het doet
afbreuk aan onze banden met de ander, en dat kan toch nooit de bedoeling zijn?
En trouwens: dat mensen meer en meer "intoleranties" ontwikkelen tegen allerlei voedingsstoffen, en dus
persé iets anders willen of moeten eten, valt niet toevallig samen met de
stijgende intolerantie in het algemeen. Mensen kunnen alsmaar minder van elkaar
verdragen en klagen alsmaar méér en harder over anderen. En zo kunnen mensen
ook steeds minder de alledaagse voedingsstoffen verdragen. Mensen zijn ook
steeds meer bezig met diëten en "verstandig"
eten, en ook in die zin drijven we alsmaar verder van elkaar weg omdat elk zijn
eigen drastisch dieet wil of moet volgen. Als we dan toch eens de stap zouden
zetten om samen te eten, en om allemaal hetzelfde te eten, ook al zondigen we
daarmee tegen het heilige dieet, dan zijn we toch eventjes minder met onszelf
bezig, met ons eigen delicaat persoontje, en méér met de anderen. We kunnen er
alléén maar socialer en minder egocentrisch bij worden.
Samen eten vraagt dikwijls ook een stukje altruïsme: als er niet
genoeg is voor iedereen om zijn/haar buikje rond te eten, of als er niet voor
iedereen evenveel balletjes in de soep zitten, of niet voor iedereen evenveel
pannenkoeken op de stapel liggen, dan moeten we leren om iemand anders ook iets
te gunnen. Dan moeten we leren accepteren dat een ander deze keer iets méér
krijgt. En erop vertrouwen dat het een volgende keer onze beurt zal zijn.
Samen eten maakt van ons betere en meer solidaire mensen. Samen eten
leert ons het enorme belang van "delen",
iets waar deze moderne, harde maatschappij méér dan ooit behoefte aan heeft.
Kortom: laat ons allemaal terugkeren naar de gezellige tafel van
weleer, waar we ons allemaal samen rond scharen en allemaal samen eten wat de
pot schaft. En ondertussen in warme verbondenheid elkaar weer beter leren
kennen en weer écht met elkaar leren praten. En ook méér van elkaar leren
verdragen, want zeg nu zelf: als we allemaal hartelijk kunnen lachen om dat
onbeleefde boertje dat uit een goedgevulde maag ontsnapt, dan zullen we het
misschien ook kunnen verdragen als de kinderen van het kinderdagverblijf naast
de deur wat te luid lopen joelen?
Meestal probeer ik in mijn blog-stukjes van nabij in te pikken op de
actualiteit of op een opvallend item op de nieuws-sites, maar dezer dagen gaat
het alléén maar over Corona. Een ander onderwerp is er niet meer. En ik heb
écht geen zin om nog een keer een kritisch of sarcastisch stukje over Corona te
schrijven. Ik word sowieso overstemd door het media-tumult.
Er zijn wél enkele positieve verhalen te vertellen over deze crisis.
Zoals dat de ijscrèmekar vanaf midden maart al op straat te zien is, ook al is
het totaal nog geen ijsjesweer. Of dat je nu de doodskist voor de begrafenis
van je geliefde via Skype kan kiezen.
Maar ik ben die hele Corona-heisa zo beu als kouwe pap, en wil er
eigenlijk niets meer over schrijven. Er is natuurlijk ook nog altijd Donald J.
Trump, een onuitputtelijke bron van inspiratie. Maar ook met die kwast heb ik
het nu toch even gehad.
Laat het ons dan een keer hebben over zijn collega Vladimir Poetin. Die is óók president,
óók van een héél groot en machtig land. En die is ook niet vies van een frats,
op tijd en stond.
Vladimir Poetin is al
president van Rusland sinds december 1999, toen Boris Jeltsin finaal té dikwijls te zat bleek te zijn om nog
geloofwaardig over te komen. Technisch gesproken is Vladimir niet de volle voorbije 20 jaar president geweest, want dat
mag niet volgens de Russische grondwet: een president kan maar twee termijnen
van 6 jaar aanblijven. Poetin heeft dat héél elegant opgelost: hij heeft zijn
marionet Medvedev één ambtstermijn van
vier jaar laten overnemen, en heeft als eerste minister achter de schermen aan
de touwtjes getrokken. Daarna kon hij wél nog een keer twee beurten zélfde baas spelen.
Maar nu zijn ook die twee beurten opgebruikt, en hij heeft nog
helemaal geen zin om op pensioen te gaan. Want hij heeft nog al die prachtige
ideeën die hij wil realiseren. En dus laat hij de grondwet aanpassen zodat hij
er nog minstens één termijn kan bij doen, of misschien zelfs nog zo véél
termijnen als hij zou willen. Dat soort praktijken is in het Afrikaanse
continent schering en inslag. Zo heeft ook Kabila
dat geprobeerd in Congo, maar dat is niet helemaal gelukt en toen is die een
beetje creatief geweest. Maar in Rwanda heeft voormalig Hutu-moordenaar, en
aanstichter van de genocide, Paul Kagame
die stunt wél kunnen uithalen: die is ook al sedert 2000 president, en zal dat
minstens tot 2032 kunnen blijven. Kagame
en Poetin hebben trouwens nog wel
méér fijne trekjes met elkaar gemeen: allebei dulden ze geen tegenstand of
tegenspraak, en al wie durft te protesteren verdwijnt achter de tralies of is
het toevallig slachtoffer van een
dodelijke overval door een bandiet die daarna ook het zwijgen wordt opgelegd.
Dat je in Rwanda beter kan zwijgen, heeft de populaire zanger Kizito Mihigo ondervonden: deze vroegere
vriend van Kagame is zowat een maand
geleden dood aangetroffen in een politiecel nadat hij opgepakt was bij een
poging om naar Burundi te vluchten. Uiteraard was dat een ongeluk, of zoiets. Net
zoals de moord op de kritische journalist Maxim Borodin, in april 2018: volgens de Russische
regering heeft die zelfmoord gepleegd.
Maar goed, Poetin dus. Een man met grote ambities.
Hij wil Rusland "weer groot
maken". Letterlijk en figuurlijk. Eigenlijk zou hij liefst "tsaar" willen worden, want dat bekt véél
beter dan "president". En eigenlijk
wil hij zijn land ook in oppervlakte weer even groot laten worden als het
vroegere tsarendom. Dat hij daarmee botst met de internationale rechtsregels en
met de soevereiniteit van andere landen, dat is een klein detail waar hij zich
weinig aan gelegen laat. En dus heeft hij het Krim Schiereiland geannexeerd. Europa heeft daartegen "fel geprotesteerd". Wat ongetwijfeld
ontzettend veel indruk heeft gemaakt. Hij is ook al begonnen met de verovering
van andere grote stukken in het oosten van Oekraïne, maar dat loopt iets
moeizamer dan hij verwacht had. En passant hebben zijn troepen daarbij een
passagiersvliegtuig uit de lucht geschoten, maar ook dat laat hij niet aan zijn
hart komen.
Aan de andere kant van zijn land heeft hij zijn hebberig oog laten
vallen op een aantal eilanden, de "Koerillen",
waar ook Japan aanspraak op maakt. Japan is erg boos, maar daar stoort Poetin
zich al evenmin aan.
En waar hij helemaal onbezorgd zijn gang kan gaan, is in het
Noordpoolgebied. Met de klimaatopwarming heeft hij bijna het hele jaar door
toegang tot gebieden waar hij vroeger nauwelijks kon komen, en dat zint hem
wel. Want er is daar véél rijkdom te rapen! Hij heeft er ondertussen al een
drijvende kerncentrale naartoe gestuurd, die energie zal kunnen leveren voor
een stad van wel 200.000 inwoners. Al zal Poetin
daar misschien wel een robbertje armworstelen met Donald moeten uitvechten,
want die heeft ook wel interesse.
Wat Poetin grandioos zal
winnen, want heeft u de man al eens zien paraderen met zijn blote bast? Arme
Donald!
Ik voelde me wat ziekjes toen ik gisteren opstond: neus verstopt, en
een vervelende droge hoest. En ik had het gevoel dat mijn wangen een beetje
gloeiden.
Normaal zou ik daar niet verder op gelet hebben, maar nu: "Zou ik misschien Corona hebben?"
Dat zou pas het toppunt van Corona-wraak zijn! Ik die altijd nogal
sarcastisch en sceptisch op de Corona-heisa gereageerd heb; stel je voor dat ik
het nu zélf zou hebben?
Met al die Corona-hysterie blijven we allemaal beter weg uit de overvolle
supermarkten. Voor mij geen probleem: ik bestel al sinds jaar en dag, van bij
het prille begin van die Colruyt-service, bij Collect & Go, en kom de drukke winkelgangen niet meer binnen.
Ik ben een wekelijkse klant, en in het afhaalpunt van Merelbeke kennen ze mij
al allemaal. Ik vermoed zelfs dat ze ook zonder bestelling al zouden weten wat
ik nodig heb.
Maar het lukte me vorige zaterdag en zondag niet meer om mijn
bestelling te plaatsen bij Collect & Go:
compleet volzet. Iedereen heeft CoGo
ontdekt, omdat niemand nog in de winkel wil rondlopen. "Corona!" weet u wel. Ook gisteren heb ik een paar keer geprobeerd.
Tevergeefs: Merelbeke volzet, Ledeberg volzet. Ik zal dus voor deze keer zélf
door de gangen moeten gaan lopen. Als dát niet het toppunt van ironie is: ik
doe altijd mijn boodschappen via
Collect & Go, en nu het méér dan ooit aangewezen is, kan het niet.
Ik voelde me op slag zieker worden.
Zou het dan toch van dát zijn? "Misschien
voor de zekerheid mijn koorts eens meten," dacht ik.
Oeps: geen werkende koortsthermometer meer in huis. Al in jaren heeft
niemand hier bij ons nog eens koorts gehad; we hadden dus ook geen thermometer
nodig. Maar nu: je weet maar nooit, hee.
Geen nood: er is altijd bol.com: "Vandaag
besteld, morgen in huis." Ik dus naar de website van bol.com, en gezocht
naar koortsthermometers. Liefst zo eentje die je koorts meet op je voorhoofd,
of anders in je oor, want die ouderwetse die je onder de oksel moet steken, die
vertrouw ik niet zo. En zoals vroeger, toen we kindjes waren, in de poep; nee,
dank je wel. Oei: geen koortsthermometers meer in voorraad. Géén voor op het
voorhoofd, géén voor in het oor, en ook geen meer voor onder de oksel. Allemaal
compleet uitverkocht bij "de winkel van
ons allemaal." De hele westerse wereld is driftig de koorts aan het meten!
(Misschien had ik eens bij Ali Express moeten horen? Als de koning zou
tussenkomen, kon ik er daar misschien nog eentje krijgen?)
Ik voelde me op slag zieker worden.
Toch nog eens op de VRT nieuws-site surfen om te zien wat er allemaal
aan nieuws was, dacht ik.
Alléén maar over Corona. Kwestie van de paniek nog wat verder aan te
scherpen: "We zien dertigers zonder
medische voorgeschiedenis; beelden van longen zijn angstaanjagend." En
ook: "Corona is de hel!"
Volgens een Aalsterse spoedarts zijn het niet alleen de zieke
tachtigers die gevaar lopen, maar ook kerngezonde dertigers. Om één of andere
reden worden die pas écht Corona-ziek nadat ze genezen zijn.
(Toch vreemd dat
zoiets in China nooit het geval geweest is: daar was de sterftegraad voor
min-vijftigjarigen minder dan 0,5%.)
Ik voelde me op slag zieker worden.
Misschien toch nog eens checken wat de symptomen zijn? Koorts: nee, dat heb ik niet; denk ik. Droge hoest: ja, dat heb ik. Vermoeidheid: ja, dat heb ik ook; dat
heb ik al jaren omdat ik een slechte slaper ben. Slijm ophoesten, kortademigheid, spierpijn, keelpijn, hoofdpijn:
dat heb ik allemaal niet. Een verstopte
neus: ja, al bijna heel mijn leven.
"Maar je hoeft niet alle
symptomen te hebben om besmet te zijn," zegt viroloog Marc Van Rast. Ach
zo, dat is een hele geruststelling.
(Is het je ook opgevallen dat er opeens
véél meer virologen zijn in ons land? Vroeger, bij een griepepidemie, was er
alléén maar Van Ranst, maar op één of
andere manier hebben die zich de laatste weken vermenigvuldigd.)
Dus toch maar het zekere voor het onzekere nemen. En wat moet je doen
als je symptomen hebt? "Blijf in je kot!"
Dat betekent meteen dat ik mijn kleindochter de eerstkomende dagen of weken
niet zal mogen zien.
Ik voelde me op slag zieker worden.
Ondertussen gaan de gevechten en bombardementen in Syrië gewoon voort,
en zijn er daar nog elke dag duizenden die op de vlucht moeten. Naar Turkije,
waar ze stante pede doorgestuurd worden naar Griekenland. En ondertussen zijn
de toestanden in de vluchtelingenkampen met de dag schrijnender. Maar dat is blijkbaar
géén nieuws meer. Zélfs het bericht dat een kind in een overbevolkt
vluchtelingenkamp omgekomen is in een brand, is maar een kleine voetnoot in de
berichtgeving.
Gisteren, maandag, ben ik voor het eerst gaan werken na het ingaan van
de draconische Corona-maatregelen van onze besluitvaardige
regering-in-lopende-zaken.
Het was heel kalm onderweg naar Gent Sint-Pieters, en ook in het
station was er weinig activiteit te bespeuren. Op de trein zélf voelde het wél
erg vreemd aan: er waren bijna geen pendelaars, maar de wagon zat toch bijna
vol. Illegalen, op weg naar het Maximiliaanpark in Brussel, allicht. Ik begreep
eerst niet goed waarom die nu opeens in groten getale de trein hadden genomen, en
waarom ze niet zoals anders schichtig om zich heen zaten te kijken of de
controleur in aantocht was. Maar het werd mij al direct duidelijk toen de
treinbegeleider haastig door ons compartiment stapte. Met mondmasker op en met
handschoenen aan. Hij deed geen enkele moeite om een vervoersbewijs te
controleren, en haastte zich duidelijk naar een privé-plekje waar hij
ongestoord kon zitten zonder risico om besmet te worden. Wie zou het hem
kwalijk kunnen nemen?
Veel word ik niet gecontroleerd, op de trein: zowat één keer op vijf,
ofzo. Maar dit was duidelijk niet één van die keren dat er een controle zou
gebeuren. En die illegalen waren niet van gisteren: die hadden ook al lang
begrepen dat ze geen last zouden krijgen. Anders worden ze altijd aangesproken
door de treinbegeleider met de vraag of ze een vervoersbewijs hebben en of ze
hun identiteitspapieren willen tonen. Omdat ze nooit een vervoersbewijs bezitten
en niet van plan zijn er eentje te kopen, en ook geen identiteitspapieren bij
hebben of die in elk geval niet willen tonen, worden ze dan in het eerste
station onverbiddelijk uit de trein gezet. Maar met die Corona konden ze nu dus
ongestoord reizen tot waar ze wilden.
Op het werk aangekomen, in de Belfius-toren op het Rogierplein, merkte
ik dat de liften anders geprogrammeerd waren. (Of misschien waren ze
geïnfecteerd door een virus?) Meestal zijn ze erop ingesteld om zo efficiënt
mogelijk op en neer te suizen: dat wil zeggen met zo véél mogelijk mensen
tegelijk. Om de maximale capaciteit te benutten.
De "maximale capaciteit" van
een lift, dat kent u wel? Dat betekent 26 personen in een kooi van minder dan 3
vierkante meter oppervlakte; ik heb het nooit in het echt moeten ervaren, maar
ik vermoed niet dat zoiets in de realiteit mogelijk is.
Maar nu werkten ze dus anders: de lift vertrok zodra ik instapte. Zo
te zien werd er niet veel volk verwacht.
En inderdaad: de hele verdieping was leeg. Ik kon gaan zitten waar ik
wilde. We hebben namelijk geen vast bureau meer bij Belfius: "new way of working". Er zijn trouwens
maar 6 à 7 bureaus per 10 werknemers. Er wordt blijkbaar vanuit gegaan dat er
altijd 30 tot 40% afwezigen zijn: in verlof, of in telewerk. Of anders: ziek,
dat mag ook.
Ik ging toch op mijn "gewone"
plaats zitten, zoals elke keer als ik in Brussel werk.
Ik begon alvast met het ontsmetten van mijn klavier en mijn muis. Je
weet maar nooit wie daar de vorige week met besmette handen aan geweest was? Ik
had een emmertje meegebracht van thuis, en een flesje ontsmettingsalcohol. Ik heb
dat emmertje met water gevuld en er een halve liter alcohol in gekapt, en ik
heb er mijn toetsenbord en muis in gedumpt. Ik heb mijn handschoenen boven
gehaald, en mijn sponske, en ben verwoed beginnen frotten. Daarna moest mijn
gerief wel eventjes drogen, want ik kon die toch niet aansluiten als ze nog nat
waren, hee! Ik ben in de tussentijd dus maar aan een ander bureau gaan werken.
Die muis voelde plakkerig aan, en het toetsenbord lag vol kruimels; ik kon vermoeden
dat iemand aan dat bureau zijn boterhammen-met-chocopasta had opgegeten.
's Avonds na het werk moest ik in het station naar het loket, voor een
nieuwe "10-beurtenkaart voor de parking".
Ik zie daar altijd ontzettend tegen op, want dat is elke keer lang aanschuiven:
meestal zijn er maar twee van de 6 loketten open. (Ik heb me al dikwijls
afgevraagd waar die andere 4 voor zouden dienen?) Eén daarvan is ook voor
buitenlandse reizen, en dan duurt het altijd oneindig lang eer alle
formaliteiten afgehandeld zijn. Maar nu was het "travel center" zo goed als leeg. De rij naar de loketten leek wel
ontzettend lang, maar dat kwam gewoon omdat iedereen minstens één meter ruimte
moest laten tot zijn voorganger in de file. Deze keer kwam ik dus rap aan de
beurt. Ik bestelde mijn parking-kaart aan de gemaskerde man aan het loket, en mocht
betalen. Ik stak mijn kaart in de betaalterminal, maar aarzelde toen ik mijn
code moest intikken: wie weet welke virus-handen mij al waren voorgegaan? Ik heb
mijn code dus voor alle zekerheid maar met de elleboog ingetikt; gelukkig had
ik bij de derde keer op de juiste cijfers gedrukt.
Iets na 6 uur 's avonds was ik thuis. Tijd om aan tafel te gaan.
Daarna afruimen en de afwas doen. En de tandjes gaan poetsen. Ik was net op
tijd weer beneden om te zien dat Ben doodongelukkig was omdat hij wéér geen
1000 euro had kunnen uitdelen in Blokken.
Daarna heb ik me in de zetel geïnstalleerd voor het 7-uur-journaal. Razend
benieuwd wat deze keer de hoofdpunten zouden zijn?
Als er iets is waar ik al héél lang van overtuigd ben, dan is het dat "Dankjewel!" één van de mooiste
dingen is die je kan zeggen, en één van de fijnste dingen om te horen. Helaas
zeggen we het véél te weinig, en helaas horen we het te weinig. Terwijl het
nochtans helemaal niet moeilijk is om een bedankje uit te spreken, en het kost
ons ook niets.
Waarom zeggen of horen we het dan zo weinig? Omdat we er niet aan
denken?
Omdat we het niet nodig of niet belangrijk vinden?
Maar het is dus wél belangrijk. Wetenschappelijk bewezen! Dankbaarheid
zorgt voor een beter innerlijk gevoel, minder stress en zelfs voor een betere
gezondheid.
Dankbaarheid maakt ons minder materialistisch, en daardoor vanzelf
gelukkiger omdat we niet constant hunkeren naar nieuwe materiële bezittingen.
En trouwens: het blijkt dat mensen blijer, en dankbaarder, zijn met een
niet-materieel cadeau (zoals een avondje uit, of gezellig samen gaan eten) dan
met een "fysiek" cadeau. En dat het
blije gevoel omwille van het cadeau ook langer aanhoudt. Geef je geliefden en
naasten dus de volgende keer geen smartphone of horloge cadeau, maar een
uitstapje of een concert van zijn/haar favoriete groep.
Als je je dankbaar kan voelen, dan overheersen de positieve gedachten
in je brein, en dan zal je ook minder piekeren over negatieve gedachten. Vooral
voor de slechte slapers onder ons is dat goed nieuws, want het is dat sombere
gepieker dat ons wakker houdt. Dankbaarheid is dus ook een sterke remedie tegen
slapeloosheid. Het komt er op aan momenten of kleine gebaartjes te ontdekken in
de loop van de voorbije dag, waar je 's avonds met een dankbaar gevoel kan aan
terugdenken. Ook op een slechte dag zijn er ongetwijfeld lichtpuntjes te ontdekken
waar je dankbaar om kan zijn.
Wetenschappelijk onderzoek heeft ook aangetoond dat gevoelens van
dankbaarheid ontstekingsremmend werken, en dus weldadig zijn voor je algemene
gezondheid. En zélfs als je toch ziek zou worden, lijkt dankbaarheid een positief
effect te hebben op je genezingsproces. Als je dus geveld wordt door het
Covid-19 virus, probeer toch dankbaar te zijn: voor de goede zorgen, voor de
aandacht, voor de warmte, voor de steun. Zelfs Corona is niet bestand tegen de
helende kracht van dankbaarheid.
Het blijkt ook dat dankbaarheid kan helpen om een burn-out te
voorkomen. Leidinggevenden die af en toe eens spontaan en welgemeend "Dankjewel!" zeggen tegen hun
medewerkers, hebben vanzelf ook het minste slachtoffers van een burn-out in hun
team.
Maar ook als je, op het werk of thuis, niet in een situatie zit
waarbij je veel redenen kan ontdekken om je dankbaar te voelen, dan nog kan je
zélf op zoek gaan naar kleine positieve dingetjes waar je blij om kan zijn, en
je kan jezelf leren om daar dankbaar voor te zijn. Het lijkt misschien niet zo
makkelijk, maar zéker is dat het niet méér energie vraagt dan ongelukkig rond
te lopen. En bovendien krijg je er de positieve energie van je omgeving voor
terug. Want er is altijd méér warmte en genegenheid voor een zonnetje dan voor
een brompot!
Dankbaarheid verbetert ook onze sociale contacten en verhoogt de
kwaliteit van onze relaties. Want "dankbare"
mensen worden ervaren als "vriendelijke"
mensen. Wie dankbaar is, is ook
méér erkentelijk voor de kleine gebaren en attenties van een ander, en zal zelf
ook geneigd zijn om attenter te zijn. En het mooiste van allemaal: mensen gaan
véél vlugger gereed staan om iets voor je te doen of om je een gunst te
verlenen als je hen je dankbaarheid toont. Iedereen wint!
Kortom: we zouden allemaal méér moeten leren om dankbaar te zijn voor
wat we hebben en krijgen. En die dankbaarheid ook ongegeneerd laten blijken. In
plaats van te klagen en te hunkeren om wat we niet hebben; of alles wat ons gegeven wordt als vanzelfsprekend te
beschouwen.
En we zouden allemaal moeten leren om overal rondom ons mooie en fijne
dingen te ontdekken waar we blij en dankbaar om kunnen zijn.
De wereld zal voor iedereen een mooiere plaats worden om te leven. En we zullen er
zélf gezonder en minder gestrest door worden.
Ik wil bij deze Aflevering
100 van mijn blog in elk geval mijn trouwe lezers en fans met heel mijn
hart danken, want zonder hen zou dit allemaal behoorlijk zinloos geschrijf
zijn.