Ik ben Ria Coeckelberghs, en gebruik soms ook wel de schuilnaam RiCo.
Ik ben een vrouw en woon in Houthalen-Helchteren (België) en mijn beroep is Freelancejournalist.
Ik ben geboren op 05/11/1956 en ben nu dus 68 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Lezen, schrijven, fotograferen, decoreren, koken.
Het is elf uur 's avonds. Mijn
nachtdienst op de afdeling Chirurgie in het ziekenhuis begint. Ik was
er al een kwartier eerder om mijn uniform aan te trekken en het
rapport door te lezen. Wat heeft ons afdelingshoofd toch een
vreselijk handschrift. Hadden we toen maar al een computer. Samen met
mijn collega proberen we de zinnen te ontcijferen. Als alles
duidelijk is wensen we de collega's van de avonddienst een goede
thuiskomst.
Wij beginnen aan onze eerste ronde.
Gewapend met een zaklamp en een bloeddrukmeter starten we in de meest
afgelegen kamer. De slapende patiënten observeren we goed. Wie nog
wakker is informeren we naar hun toestand. Sommigen hebben pijn en
vragen naar een pijnstiller in de vorm van een tablet of zetpil. Een
injectie wordt alleen direct na de operatie gegeven. De pas geopereerden hangen met hun arm
aan een infuus en daarvan controleren we de druppelsnelheid . Als de
zak met fysiologisch zout of plasma leeg is moet die op tijd
gewisseld worden. Er mag absoluut geen lucht in de slang komen want
dan is er kans op een luchtembolie.
Als we patiënten hun bloeddruk moeten
meten maken we hen wakker. Bij hersenletsel is het heel belangrijk
om de pupilreactie te controleren. Dat doen we door met een fel
lampje van zeer dichtbij in hun ogen te schijnen. Wonden inspecteren
we op nabloedingen en vervangen het verband zo nodig. Kamer na kamer
komt aan de beurt.
Opeens hoor ik een alarmsignaal af
gaan. Ik kijk in de gang en zie een rode lamp branden boven een kamer
verderop in de gang. Ik ren erheen. Eerst zet ik de rode alarmbel uit
die meteen rechts om de hoek zit en druk de groene aanwezigheidsknop
in. Ik zie een gezette mevrouw languit op
haar buik op de grond liggen. Haar kamergenote heeft op de bel
gedrukt want ze kan zelf ook niet uit bed.
De gevallen patiënte zet haar
handpalmen onder haar schouders en probeert overeind te komen. Ik
kniel naast haar neer en kijk in haar gezicht. Waar hebt u pijn?
vraag ik haar. Ze kijkt me een beetje verdwaasd aan en zegt: Ik
wou alleen even naar het toilet. Gelukkig, ze is bij haar
positieven. Dat ze op zijn minst een paar blauwe plekken van haar val
overhoudt, daar ben ik van overtuigd.
Ik help haar op een stoel te gaan
zitten en vraag hoe ze zich voelt. Een beetje slap en een droge
mond. Voor ik met haar naar het toilet ga neem ik eerst haar
bloeddruk op die aan de lage kant is. De polssnelheid is te hoog. Die
gegevens zijn normaal in zo'n situatie. U bent waarschijnlijk
flauw gevallen. Ik breng u naar bed en geef u een glas water,
spreek ik haar geruststellend toe. Ondertussen is mijn collega bij
mij gearriveerd en praten we nog even met de twee dames. Als alles
verder in orde blijkt zetten we onze tocht voort. We maken er een
melding van in het rapport. De nachthoofdzuster van alle afdelingen
noemen we heel plastisch 'zwerfhoofd '. Ook bij haar melden we het
voorval.
Elke twee uur doen we de ronde. Om drie
uur drinken we met de collega's van de ernaast gelegen afdeling
Orthopedie samen koffie in de gemeenschappelijke keuken. Het is een
moeilijk tijdstip, voor mij toch. De slaap begint me te
overmeesteren. Sloten koffie heb ik nodig en goed sterk. Ik lach mijn
vermoeidheid weg bij het horen van amusante verhalen. Zo helpen ze
mij over het dode punt heen.
Limburgse schrijvers lezen voor uit eigen werk in provinciale bibliotheek
HASSELT- 23/11/2013-Een dertigtal mensen, had
zich ingeschreven voor 'Luistervinken'. Drie Limburgse schrijvers, Ivo
Konings, Joris Iven en Rita Jouck verzorgden de lezing. Onder leiding van moderator Dirk
Duwijn volgde eerst een kennismakingsronde voor het publiek, daarna
een voorleessessie en tenslotte een debat over het wel of niet zelf
uitgeven.
Rita Youck uit Kuringen: In
het dagelijks leven ben ik vertegenwoordigster in de informatica en
zit dus veel op de baan. Daarnaast geef ik computerles en dat is nu
mijn hoofdbezigheid. Om mijn korte verhalen en poëzie te schrijven
kruip ik zelf enkele dagen per week achter de computer. Ik heb al
dichtbundels en kinderboeken uitgegeven.
Nu lees ik iets voor uit mijn verhalenbundel 'High in midlife'. Het gaat over hoe je soms op een
verkeerd moment op de verkeerde plaats kunt zijn. De verhalen hebben
allemaal een prik uit de werkelijkheid en zijn verweven met fictie.
Ze zijn ontstaan uit de vele ontmoetingen die mijn job met zich
meebrengt.
Ivo Konings is een creatieve
duizendpoot en een spraakwaterval. Oprichter van 'Luistervinken' in
de jaren 80. Hij is beeldhouwer, schilder, columnist, zanger,
dichter, toneelauteur, choreograaf en romancier. Van origine leraar
Nederlands, daarna politicus en provincieraadslid. Hij was drie jaar
journalist voor de krant De Morgen en drie jaar columnist voor de
Nederlandse radio-omroep, choreograaf voor het festival van
Vlaanderen en.acteur met een hoofdrol in 'De Vermiste 'in de serie
'Met voorbedachte rade' en regisseur van eigen toneelstukken.
Door een 'dom' ongeval in 1992, waardoor hij
in een rolstoel terecht kwam, moest hij het beeldhouwen vaarwel
zeggen. Omdat zijn rechter handfunctie nu beperkt is, schildert en
tekent hij voornamelijk op de computer.
In 1991 heb ik de debuutprijs voor
literatuur gewonnen. Van te voren had ik al enkele theaterstukken
geschreven. Twee romans stonden op stapel maar na mijn ongeval was ik
niet in de stemming om te schrijven. Ik heb wel nog drie jaar les
gegeven. Tijdens de studie van de scholieren heb ik poëzie
geschreven over tetraplegie om zo mijn handicap te verwerken. Ik ben
nu ondervoorzitter van het Toegankelijkheidsbureau. Een
gedichtenbundel heb ik gratis ter beschikking gesteld via mijn
website aan mensen met een beperking.
Waar ik mijn inspiratie vandaan haal ?
Vrouwen ! Zij zijn de fijnste wezens (lacht). Mijn vrouw was
eens ondergoed aan het passen in een lingeriezaak in Luik. Ik zat
voor de winkel te kijken naar passerende vrouwen. Ik dacht toen wat
die mooie schepsels zouden doen in het dagelijks leven?
Ik vatte het idee op om gedichten over
hen te schrijven. Maar hoe pakte ik dat aan? Met hulp van mijn vrouw
heb ik in een jaar tijd toch dertig vrouwen kunnen interviewen. Drie
hebben er afgehaakt omdat het te confronterend was. Eén vrouw kwam
tot de bevinding dat ze door haar vader was misbruikt. Zo'n twintig
tot dertig procent van die vrouwen had te lijden onder geweld
in de vorm van incest en verkrachting. Dat was een slag in mijn
gezicht.
Mijn vader was gevangenisdirecteur. Zelf
heb ik ook eens een week in de cel gezeten om te ondervinden wat dat
betekende. Met menig gedetineerde heb ik gesproken.
Eigenlijk zijn tachtig procent van die mensen sukkelaars die
niet slechter of beter zijn dan wij.
Ik ga enkele stukjes voorlezen uit mijn
boek 'De Val'. Het bevat autobiografische elementen die aangepast of
aangedikt worden maar verder fictie is. Het eerste stuk gaat over hoe
ik als zestienjarige in de Jail House Nightclub terecht kwam.
Bij het tweede deel word ik wakker in
het ziekenhuis na mijn ongeval. Twee dagen zijn uit mijn geheugen
gewist.
Het derde stuk beschrijft hoe ik de
tijd om krijg als ik een week in de cel zit.
Joris Iven
is ziekenhuisdirecteur en dichter. Ik heb Economie dicht bij huis
gestudeerd. Daarna ben ik Sociale en Politieke Wetenschappen gaan
studeren in Antwerpen. Daar is de interesse voor literatuur en poëzie
ontstaan. Ik wou nog Germaanse Talen gaan studeren maar daar vond ik me
inmiddels te oud voor.
In
1987 debuteerde ik en kreeg de Mathias Kempprijs uitgereikt in
Maastricht.
Voor
Het Belang van Limburg schreef ik poëzierecensies. Samen met Marcel
Graus heb ik een boek geschreven over Latijns-Amerikaanse literatuur.
Mijn
eigen werk heb ik met hulp van een studente vertaald in het
Marokkaans en het Turks omdat we hier toch met grote allochtone
gemeenschappen zitten.
Vanaf
de jaren 90 schrijf ik ook Ierse gedichten.
In
1998 overleed de moeder van een Ierse vriendin op 56-jarige leeftijd
aan darmkanker. Ik kon niet bij de begrafenis zijn vanwege mijn werk
en ben het weekend daarop naar Ierland gevlogen. Zij woonde in het
kleine dorpje Mc Nulty waar 40 tot 50 huizen stonden waarvan de helft
onbewoond was. Mijn eerste gedicht beschrijft hoe ik aan haar graf
sta.
In
het volgende gedicht verwerk ik twee ervaringen.
Mijn
vader is in 2000 overleden.Tijdens de oorlog moest hij in Kassel
dwangarbeid verrichten. Hij heeft veel te lijden gehad van de
Amerikaanse en Engelse bombardementen.
Een
Joodse man die ik heb ontmoet op Poetry International vertelde hoe
hij de oorlog heeft overleefd door ondergronds in rioleringsbuizen te
vertoeven.
Kun je van het schrijversschap leven
?
Op die vraag werd
unaniem ontkennend geantwoord. Er worden meer boeken verkocht maar er
zijn andere problemen. Er heerst een prijzenslag. De boekhandels
moeten het onderspit delven tegen internetbedrijven en supermarkten.
De media maken
de schrijvers,zegt Ivo.Je moet al op een speciale manier in het
nieuws komen om de aandacht op je te vestigen. Dat heb ik gedaan met
de onderwatertentoonstelling. Die beelden zijn de hele wereld rond
gegaan. Voor poëzie is altijd weinig interesse, beaamt Joris.
Daarvoor is internet wel het ideale medium, weet Rita.
Boekhandel Markies
van Carabas in Hasselt heeft de deuren moeten sluiten en er volgen er
steeds meer in Vlaanderen. Het komt zo ver dat er nog maar één
boekhandelketen is en de boeken online kunnen worden besteld,meent
Ivo. Het is voordeliger om in eigen beheer uit te geven. De auteur
houdt een groter percentage over. Je moet dan wel zelf voor de
distributie en de promotie zorgen.
Waar zijn jullie nu mee bezig?
Rita: Ik werk aan een dichtbundel
die al heel lang ligt te rijpen.
Ivo: Ik wil samen met een onbekende een roman schrijven
.
Joris: Ik ben
een roman aan het herschrijven die ik al jaren heb liggen.
Vorige week viel de les uit want onze
docente was ziek. Begin januari krijgen we een inhaalsessie.
Als we in het leslokaal binnen komen
brandt er op elke tafel een kaarsje. We zijn benieuwd wat Ingeborg nu
weer voor ons in petto heeft. Ook horen we zachte muziek op de
achtergrond. Gaan we mediteren? Nee, we moeten in het donker onze
gedachten laten gaan over het thema NACHT.
Daarna mogen we onze associaties
hiermee opschrijven. Daaruit kiezen we een woord of enkele woorden
waarmee we weer nieuwe associaties vormen. We krijgen dan een half
uur om ons verhaal op papier te zetten. Ik vertel over mijn
nachtdienst in het ziekenhuis.
Intermezzo
Na de pauze konden we niet meteen
verder met de les omdat de receptioniste vast hing in de lift.
Jeanne maakte hier melding van waarop
Ingeborg en Hendrik mee naar de gang liepen. De vrouw had haar
leesbril en mobieltje niet bij zich. Wij belden 112. De brandweer was
onderweg.
Ondertussen kwamen in de klas de
verhalen los over DE LIFT. Ik vertelde over mijn claustrofobie en dat
ik nooit in een lift stap. Toen ik op de twaalfde verdieping woonde
nam ik altijd de trap. De boodschappen zette ik erin en drukte
vervolgens op knop 12 in de hoop dat ze hun bestemming zouden
bereiken. Mijn conditie was indertijd top!
Opdracht
Haal thuis verf en kwast tevoorschijn
en maak een schilderij waarop je de sfeer van je nachtverhaal
uitdrukt.
We wonen op de twaalfde
etage van een flatgebouw. Het is
winter. Bij elke windvlaag rammelt de ijzeren balustrade. De
feestdagen zijn achter de rug. Twee dagen na de positieve
zwangerschapstest begint de misselijkheid. Het braken beperkt zich
niet tot de ochtend maar wordt steeds heviger en gaat dag en nacht
door. Ik heb dorst. Zelfs een slok water kan ik nog niet binnen
houden. Mijn slokdarm en keel staan in brand. Hier lig ik dan in bed,
te ziek om eruit te komen. In de aanpalende woonkamer hoor ik de klok
tikken. De uren kruipen voorbij. De wind en het getik zijn
zenuwslopend en ik krijg barstende hoofdpijn.
Na
een week komt de huisarts. Ik moet naar het ziekenhuis want ik ben
uitgedroogd. Mijn man Bert helpt me aankleden. Hij ondersteunt me terwijl
we naar de deur lopen. Eenmaal buiten op de galerij hoor ik een
gesuis in mijn oren en zak ik door mijn knieën. Ik voel hoe ik naar
de lift wordt gedragen en in de auto wordt gelegd. In het ziekenhuis
beland ik in een rolstoel en kom ik terecht op de afdeling
Gynaecologie en Obstetrie. Mijn gezicht heeft een asgrauwe kleur.
Ik
lig alleen op een kamer. Elk uur brengt de verpleegster een
medicijnpotje met 20 milliliter water . Vierentwintig uur per dag,
zeven op zeven. Er mag niemand op bezoek komen, ook mijn man niet. De
gordijnen zijn dicht en zullen pas na weken weer open gaan. Geen
radio, geen TV, geen lectuur, geen bloemetje. Elke prikkel vermijden.
Alleen nog sterven, denk ik.
Geleidelijk aan mag ik
meer drinken. De aanhoudende dorst bezorgt me visioenen van
geconserveerd fruit met veel sap dat ik gulzig opdrink. Dromen over
ijsjes in allerlei kleuren en smaken dringen zich in me op om het
brandende gevoel in mijn keel te blussen. Als ik wakker word voelt
mijn voorhoofd warm aan. Mijn lippen zijn gesprongen. Ik neem nog
maar eens een ijsklontje om op te zuigen. Eén gedachte tolt door
mijn hoofd: waar ben ik aan begonnen?
Mijn bed wordt opgemaakt
en ik moet op de weegschaal gaan staan. De wijzer blijft steken op
tweeënveertig kilo, zes kilo minder dan toen ik trouwde. Bert mag
officieel weer op bezoek komen. Het valt hem op dat ik
mijn trouwring niet meer draag. Verschrikt kijk ik naar mijn
rechterhand.We zoeken tussen de
lakens, onder het bed en in het nachtkastje maar we vinden hem niet.
In de vierde les
mogen we in groepjes van vier onze brief voorlezen.De vrouwen zijn in de meerderheid. Per
groep is er slechts één man.
Daarna krijgt iedereen een kopie van
het schilderij 'Hoofdweg en zijwegen' van Paul Klee. Aan de hand daarvan mogen we onze eigen
hoofdweg en zijwegen tekenen en inkleuren op een vel tekenpapier. Van
te voren moesten we een opsomming maken van hoe die wegen eruit zagen
en welke 'verkeersborden' we tegen kwamen. Zo creëerden we het
landschap van ons leven.
Na de pauze beginnen we te schrijven
over één van die wegen of een overzicht van allemaal. Daarbij moeten we zo beschrijvend
mogelijk te werk gaan.Ieder leest na een kwartier zijn stukje
tekst voor. Ik schrijf over mijn eerste kind. We mogen er thuis aan verder werken tot een lengte van
een A4-tje. We mailen het dan naar onze docente ter correctie.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Categorie:Schrijfcursus Tags:Hoofdweg en zijwegen, Paul Klee,
Brief aan vriend Rainer
Wat ben ik blij dat je me na 37 jaar op
Facebook hebt gevonden. Dank zij jou is het contact met onze vrienden
in Brakel weer hersteld. Het voelt alsof ik mijn familie terug heb. Ik ben onbeschrijflijk gelukkig.
Toen ik de eerste keer na al die jaren
bij jou op bezoek kwam raakten we niet uitgepraat. Er was ook zoveel
gebeurd. Zo vertelde je dat je zelf ook onze vrienden uit het oog had
verloren omdat je 12 kilometer verderop in Bad Driburg was gaan
wonen. Je had een goede baan gekregen als huismeester in het kasteel
van de graaf en de gravin von Oeyenhausen-Sierstorpff.
Je woonde bijna dertig jaar met je
vrouw Silvia op het landgoed in een houten rentmeesterwoning en was
zeven op zeven dag en nacht beschikbaar voor de adellijke familie. Er
liepen reeën rond die jullie in de zomer op het terras bij het
ontbijt kwamen begroeten. De honden van de graaf waren dol op jou en
dat gold niet alleen voor hen. Ook bij de gravin kon je een potje
breken. Je was haar vertrouwenspersoon. In het boek dat ze heeft geschreven, richtte ze in het voorwoord een speciaal dankwoord tot
jou. Door jouw alertheid en ingrijpen is het kasteel van een
uitslaande brand gespaard gebleven en heb je de familie in veiligheid
kunnen brengen.
Koningin Beatrix en prins Claus kwamen
regelmatig logeren omdat Beatrix een tante is. Haar moeder Juliana heette met haar
meisjesnaam ook von Oeyenhausen. Je leerde het hoog bezoek van een
andere kant kennen en maakte grapjes met prins Claus.
Jammer dat aan die mooie tijd een einde
kwam doordat zoon Marcus het roer overnam. Hij trouwde als eerste met een
burgermeisje, Annabelle Hünermann, ondanks de afkeuring van zijn
ouders. Na de dood van de graaf en de gravin werden alle oudgedienden
afgedankt, waaronder ook jij, en vervangen door jong personeel. Er
waaide een nieuwe wind. De huidige familie is de zevende generatie
die sinds 225 jaar op het landgoed woont. Het 60 hectare grote park
is toegankelijk voor het publiek. Ze bezitten vier
revalidatieklinieken, een luxehotel met wellness en een natuurlijke
waterbron. Er is voor 25 miljoen euro gerenoveerd. Het betekende een
nieuwe doorstart of het faillissement. Inmiddels heeft het paar drie
kinderen die de traditie van kuuroord kunnen voortzetten.
Je keerde terug naar Brakel en betrok
je voormalig ouderlijk huis. Ondertussen was ook jouw vader
overleden en je hulpbehoevende moeder kwam onder de hoede van je zus
Helga.
Toen je veertien jaar was wilde je een
opleiding tot bakker volgen maar dat mocht niet van je vader. Je
moest gaan werken omdat er acht kindermonden te voeden waren en je
ouders het geld hard nodig hadden.
Ik bewonder je dat je het toch nog zo
ver hebt geschopt, mede door je flair en omgangskunde. Al die mooie ervaringen kun je
koesteren als je het prachtig geïllustreerde boek van de oude gravin
nog eens ter hand neemt.
LEUVEN- 20/06/1956- Janineke (8) overlijdt aan meningitis
Vandaag gedenken we onze dierbaren
die niet meer onder ons zijn. Het ergste dat een ouder kan overkomen
is zijn kind verliezen. Het overkwam mijn grootouders langs vaders
kant in 1956, het jaar waarin ik ben geboren. Het veertien jaar jongere zusje van
mijn vader, Jeanineke, kwam op woensdag 19 juni thuis van school met
hevige hoofdpijn. Toen hadden de kinderen nog hele dagen les. Ook
leek het of ze een beetje verkouden was. "Als je morgen nog niet in orde bent blijf je maar thuis
want het is toch bijna vakantie", opperde mijn grootmoeder
Amelie.
De volgende ochtend troffen ze haar ijlend van de koorts
in bed aan. Mijn overgrootmoeder, die naast hen woonde, werd erbij
gehaald. Na een blik op haar kleindochter te hebben geworpen zei ze:
"Ga de pastoor maar halen want dat kind is stervende." Mijn
tante Monique, toen zestien jaar, werd erop uit gestuurd. Het was
tien uur toen ze bij het bed van Jeanineke arriveerden. Helaas was ze al overleden.Aan hersenvliesontsteking zoals later zou blijken. "Vader was helemaal in shock, vertelt tante Monique."
's Avonds gingen mama en mijn jongere zus Jacqueline boven slapen. Ik
bleef met papa beneden in de keuken zitten. Een groot koksmes uit zijn restaurant lag voor hem op tafel. Hij pakte het beet en wees ermee in mijn richting."Ik heb jullie allemaal niet meer nodig,
brieste hij. "Ik omarmde hem. Luid snikkend stortte hij compleet in. Zijn verdriet was overweldigend. De hele nacht ben ik
bij hem gebleven.